Onderwijs

Hoog ziekteverzuim bij ondersteunende diensten

Vrouwen zijn veel vaker ziek dan mannen; niet-wetenschappers veel vaker dan wetenschappers.Bouwkunde is de faculteit met het hoogste ziekteverzuim (6,6 procent), Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek die met het laagste (3,1 procent).

Bij de meeste ondersteunende diensten is het verzuim echter veel hoger. Met name bij DTO (11,9 procent), de Facilitaire Dienst (11,4 procent) en de Bibliotheek (10,7 procent) is het verzuim opvallend. De Clusterdienst SBS slaat echter alles; daar was het ziekteverzuim tussen januari en september zelfs meer dan 20 procent.

Wetenschap bedrijven houdt een mens gezond. Na het bekijken van de cijfers over het ziekteverzuim aan de TU Delft in de periode januari tot en met september 2001, lijkt die conclusie niet eens zo vergezocht. Immers, het ziekteverzuim onder het niet-wetenschappelijke personeel is bijna drie keer zo hoog als onder TU-wetenschappers (9,1 tegen 3,3 procent).

Dat patroon is niet nieuw, en zorgt ervoor dat universiteiten nog relatief goed scoren als het om ziekteverzuim gaat. Wat daartoe bijdraagt, is dat als wetenschappers eens een dagje thuisblijven, ze zich vaak gewoon niet ziekmelden.

Het ziekteverzuim verschilt echter niet alleen zo erg tussen wetenschappers en niet-wetenschappers. Ook zonder de factor zwangerschap, laten de vrouwelijke TU-medewerkers de mannen ver achter zich wat verzuim betreft: 10,5 tegen 4,4 procent.

Ziekteverzuim aan de TU blijkt ook nog eens leeftijdgebonden. Bij de jongeren is het zeer laag, daarna schiet het steeds verder omhoog. En dan opeens een knik: waar de groep met een leeftijd tussen 46 en 55 jaar nog een ziekteverzuim haalt van maar liefst 9,8 procent, tonen de oudere collega’s zich fitter met een ziekteverzuim van 4,9 procent.

Vrouwen zijn veel vaker ziek dan mannen; niet-wetenschappers veel vaker dan wetenschappers.

Bouwkunde is de faculteit met het hoogste ziekteverzuim (6,6 procent), Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek die met het laagste (3,1 procent). Bij de meeste ondersteunende diensten is het verzuim echter veel hoger. Met name bij DTO (11,9 procent), de Facilitaire Dienst (11,4 procent) en de Bibliotheek (10,7 procent) is het verzuim opvallend. De Clusterdienst SBS slaat echter alles; daar was het ziekteverzuim tussen januari en september zelfs meer dan 20 procent.

Wetenschap bedrijven houdt een mens gezond. Na het bekijken van de cijfers over het ziekteverzuim aan de TU Delft in de periode januari tot en met september 2001, lijkt die conclusie niet eens zo vergezocht. Immers, het ziekteverzuim onder het niet-wetenschappelijke personeel is bijna drie keer zo hoog als onder TU-wetenschappers (9,1 tegen 3,3 procent).

Dat patroon is niet nieuw, en zorgt ervoor dat universiteiten nog relatief goed scoren als het om ziekteverzuim gaat. Wat daartoe bijdraagt, is dat als wetenschappers eens een dagje thuisblijven, ze zich vaak gewoon niet ziekmelden.

Het ziekteverzuim verschilt echter niet alleen zo erg tussen wetenschappers en niet-wetenschappers. Ook zonder de factor zwangerschap, laten de vrouwelijke TU-medewerkers de mannen ver achter zich wat verzuim betreft: 10,5 tegen 4,4 procent.

Ziekteverzuim aan de TU blijkt ook nog eens leeftijdgebonden. Bij de jongeren is het zeer laag, daarna schiet het steeds verder omhoog. En dan opeens een knik: waar de groep met een leeftijd tussen 46 en 55 jaar nog een ziekteverzuim haalt van maar liefst 9,8 procent, tonen de oudere collega’s zich fitter met een ziekteverzuim van 4,9 procent.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.