Onderwijs

Hoofdstuk tien: waar zet ik mijn komma?

Sommige boeken over aantrekkelijk en begrijpelijk schrijven zijn zelf niet om door te komen. Dat geldt gelukkig niet voor het ‘Handboek stijl’ van WTM-docent Jaap de Jong en journalist Peter Burger.

In elf hoofdstukken rijden zij een karrevracht aan concrete tips voor.
BOEKBESPREKING

Als redacteur en medewerker van het maandblad Onze Taal hebben De Jong en Burger de nodige stijlbloempjes over hun bureau zien schuiven. Uit de enorme hoeveelheid voorbeelden uit bladen en literatuur, blijkt dat zij niet zomaar het zoveelste goed-schrijven-boekje eruit geperst hebben, maar putten uit een reservoir dat in de loop van nogal wat jaren aangelegd moet zijn.

Dat is meteen een sterk punt, want zo blijven de tips niet in het abstracte hangen. Werkelijk alle stijltrucs voor het schrijven van artikelen voor een groot publiek gaan vergezeld van praktijkvoorbeelden, ook in de paragraaf over het zetten van punten en komma’s (laat niemand beweren dat die niet belangrijk zijn, ooit struikelde de Amerikaanse onderhandelaar Paul Warnke in het Congres haast over een fout geplaatste komma).

In ruim 450 bladzijden komt een wijds scala aan vragen aan bod: hoe schrijf ik concreet, beeldend en duidelijk; hoe vind ik de juiste toon; hoe houd ik de spanning erin; hoe begin en eindig ik? Kant-en-klare recepten voor een perfect verhaal komen daar uiteraard niet uitrollen – een tekst is geen kast van Ikea. Maar de tips brengen de lezer wel op ideeën om schrijfhobbels makkelijker te nemen.

Ook de lay-out draagt bij aan de manier waarop iets overkomt, laten de auteurs zien aan de hand van een tekst in het Gaelic (over een man die op borgtocht vrij is). De kale opmaak trekt veel minder aandacht dan die met tussenkopjes en andere verfraaiingen, hoewel de teksten hetzelfde zijn en bovendien abracadabra voor Nederlanders.

Oplettende lezers worden door De Jong en Burger af en toe zelfs getracteerd op literatuurkritiek. Na een uitwijding over de uitgesponnen schrijfstijl van romancier A.F.Th. van der Heijden, volgt een tip voor de lezer: ‘Als u merkt dat uw verhaal te traag verloopt, zult u moeten ingrijpen.’ Een wel heel subtiele manier om een een bekend veelschrijver af te kraken – of zou het zo niet bedoeld zijn?

Hoe dan ook, het Handboek stijl is een prima naslagwerk voor diegenen die de ambitie hebben een groter publiek aan te spreken dan de lezers van de Proceedings of the Institute for etc. Alleen zullen zij zich wel moeten realiseren dat wie het uitsluitend van tips moet hebben, zijn eigen creativiteit smoort. De Jong en Burger geven elf manieren om een artikel op een deugdelijke manier af te sluiten. De manier waarop dat hier gebeurt, staat er niet bij.

Peter Burger en Jaap de Jong, Handboek stijl, adviezen vooraantrekkelijk schrijven. Martinus Nijhoff Uitgevers, ISBN-90-6890-481-7, f. 79,50.

Sommige boeken over aantrekkelijk en begrijpelijk schrijven zijn zelf niet om door te komen. Dat geldt gelukkig niet voor het ‘Handboek stijl’ van WTM-docent Jaap de Jong en journalist Peter Burger. In elf hoofdstukken rijden zij een karrevracht aan concrete tips voor.
BOEKBESPREKING

Als redacteur en medewerker van het maandblad Onze Taal hebben De Jong en Burger de nodige stijlbloempjes over hun bureau zien schuiven. Uit de enorme hoeveelheid voorbeelden uit bladen en literatuur, blijkt dat zij niet zomaar het zoveelste goed-schrijven-boekje eruit geperst hebben, maar putten uit een reservoir dat in de loop van nogal wat jaren aangelegd moet zijn.

Dat is meteen een sterk punt, want zo blijven de tips niet in het abstracte hangen. Werkelijk alle stijltrucs voor het schrijven van artikelen voor een groot publiek gaan vergezeld van praktijkvoorbeelden, ook in de paragraaf over het zetten van punten en komma’s (laat niemand beweren dat die niet belangrijk zijn, ooit struikelde de Amerikaanse onderhandelaar Paul Warnke in het Congres haast over een fout geplaatste komma).

In ruim 450 bladzijden komt een wijds scala aan vragen aan bod: hoe schrijf ik concreet, beeldend en duidelijk; hoe vind ik de juiste toon; hoe houd ik de spanning erin; hoe begin en eindig ik? Kant-en-klare recepten voor een perfect verhaal komen daar uiteraard niet uitrollen – een tekst is geen kast van Ikea. Maar de tips brengen de lezer wel op ideeën om schrijfhobbels makkelijker te nemen.

Ook de lay-out draagt bij aan de manier waarop iets overkomt, laten de auteurs zien aan de hand van een tekst in het Gaelic (over een man die op borgtocht vrij is). De kale opmaak trekt veel minder aandacht dan die met tussenkopjes en andere verfraaiingen, hoewel de teksten hetzelfde zijn en bovendien abracadabra voor Nederlanders.

Oplettende lezers worden door De Jong en Burger af en toe zelfs getracteerd op literatuurkritiek. Na een uitwijding over de uitgesponnen schrijfstijl van romancier A.F.Th. van der Heijden, volgt een tip voor de lezer: ‘Als u merkt dat uw verhaal te traag verloopt, zult u moeten ingrijpen.’ Een wel heel subtiele manier om een een bekend veelschrijver af te kraken – of zou het zo niet bedoeld zijn?

Hoe dan ook, het Handboek stijl is een prima naslagwerk voor diegenen die de ambitie hebben een groter publiek aan te spreken dan de lezers van de Proceedings of the Institute for etc. Alleen zullen zij zich wel moeten realiseren dat wie het uitsluitend van tips moet hebben, zijn eigen creativiteit smoort. De Jong en Burger geven elf manieren om een artikel op een deugdelijke manier af te sluiten. De manier waarop dat hier gebeurt, staat er niet bij.

Peter Burger en Jaap de Jong, Handboek stijl, adviezen vooraantrekkelijk schrijven. Martinus Nijhoff Uitgevers, ISBN-90-6890-481-7, f. 79,50.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.