Onderwijs

‘Hoe moeilijk is zo’n techniekstudie?’

Voorlichting is geen overbodige luxe. In de scholengemeenschap Jacob van Liesveldt weet slechts een enkele scholier wat je aan de TU kunt studeren.

Regelmatig klimt de scholierenvoorlichter van de TU, Botte Jellema, ’s avonds in de auto om op middelbare scholen voorlichting te geven over de studies van de TU. ,,In het begin was ik verbaasd dat de voorlichting zich meestal in de avonduren afspeelt. Wat je ziet, is dat dan vaak de ouders mee komen.”

Op het ‘Jacob van Liesveldt’ in Hellevoetsluis zijn de ouders ook in groten getale aanwezig. Nergens zie je groepjes jongeren rondhangen. Allemaal lijken ze stevig onder de vleugels van pa of ma te zitten.

Jellema is afgestudeerd bij Civiele Techniek en nu werkzaam bij de Communicatie en Marketing Groep. Hij besteedt twintig uur per week aan voorlichting op scholen. Toptijd is volgens hem november tot en met maart. ,,Dat is het moment waarop leerlingen hun keuze moeten maken: óf voor hun profiel óf voor hun vervolgopleiding. Tijdens de bijeenkomsten zie je daarom leerlingen uit zes vwo maar ook uit de derde klas.”

Jellema heeft de indruk dat voorlichting steeds belangrijker aan het worden is. Bij de TU komen steeds meer aanvragen binnen voor het geven van voorlichting. De bijeenkomsten worden druk bezocht. ,,Voor het imago van de scholen is het van belang dat een leerling ‘goed wordt weggezet’. En voor scholieren is het nu belangrijker om echt de juiste keuze te maken, want switchen tussen studies is veel moeilijker geworden.”
Inzet

Jellema geeft op het Van Liesveldt twee bijeenkomsten, die elk veertig minuten duren. Hij is overigens niet de enige voorlichter. In de docentenkamer zitten ongeveer twintig collega’s te wachten. Een aantal kent hij al: ,,Je komt regelmatig dezelfde mensen tegen.”

De twee bijeenkomsten worden bezocht door veertien vwo-leerlingen en zestien ouders. Alle klassen van drie tot zes vwo zijn vertegenwoordigd. Beide seksen echter niet. Alleen bij de laatste groep zitten twee meisjes.

Wat je aan de TU kunt studeren weten maar heel weinig van de aanwezigen. Meer dan zeven studies worden er niet opgenoemd. Jellema schiet hen te hulp, licht alle studies even toe en geeft voorbeelden van de producten die zij hebben voortgebracht: lucht- en ruimtevaart zorgde voor de schaatsstrips, geodesie voor de satellietmetingen en civiele techniek behoedt Nederland voor grote overstromingen.

Jellema is verbaasd over het gebrek aan kennis van de aanwezigen. Hij heeft de indruk dat dit te wijten is aan gebrekkige aandacht voor de voorlichting door de school. ,,Wordt er erg veel tijd aan besteed, dan zijn de leerlingen beter op de hoogte van de mogelijkheden van het universitaire onderwijs.”

Voor de TU is de inzet van de leraren exacte vakken ook belangrijk. ,,Een enthousiaste leraar natuurkunde draagt zijn leerlingen nog weleens ideeën aan. Zoals: ‘Je bent erg goed in dat onderwerp. Heb je weleens gedacht aan een studie werktuigbouwkunde?’ Dergelijke leraren maken ons werk een stuk makkelijker.”
Uitblinkers

Een vaak terugkomende vraag is: hoe moeilijk is zo’n technische studie? Jellema houdt zijn gehoor voor dat leerlingen met een ruime zeven voor de exacte vakken de meeste kans maken. ,,Overigens kunnen uitblinkers op de middelbare school het ook moeilijk hebben op de universiteit. Zij zijn niet gewend om hard te werken en bij een academische studie ontkom je daar niet aan.”

Vaardig pareert Jellema een andere veel gestelde vraag. Klopt het dat je bijvoorbeeld bij lucht- en ruimtevaart de eerste jaren weinig van het vakgebied krijgt? ,,Dat is inderdaad waar. De eerste twee jaren krijg je bij alle studies veel algemene theoretische vakken. Voor mij werd het pas interessant in het derde jaar, vanaf dat moment kon ik veel meer vakken zelf kiezen.”

Om tien uur stapt Jellema in de auto richting huis. Hij is een banketstaaf rijker. ,,Voorlichting geven levert je aardig wat cadeautjes op. Het hoeft voor mij niet, maar ik vind het wel een sympathiek gebaar van de scholen.”

Regelmatig klimt de scholierenvoorlichter van de TU, Botte Jellema, ’s avonds in de auto om op middelbare scholen voorlichting te geven over de studies van de TU. ,,In het begin was ik verbaasd dat de voorlichting zich meestal in de avonduren afspeelt. Wat je ziet, is dat dan vaak de ouders mee komen.”

Op het ‘Jacob van Liesveldt’ in Hellevoetsluis zijn de ouders ook in groten getale aanwezig. Nergens zie je groepjes jongeren rondhangen. Allemaal lijken ze stevig onder de vleugels van pa of ma te zitten.

Jellema is afgestudeerd bij Civiele Techniek en nu werkzaam bij de Communicatie en Marketing Groep. Hij besteedt twintig uur per week aan voorlichting op scholen. Toptijd is volgens hem november tot en met maart. ,,Dat is het moment waarop leerlingen hun keuze moeten maken: óf voor hun profiel óf voor hun vervolgopleiding. Tijdens de bijeenkomsten zie je daarom leerlingen uit zes vwo maar ook uit de derde klas.”

Jellema heeft de indruk dat voorlichting steeds belangrijker aan het worden is. Bij de TU komen steeds meer aanvragen binnen voor het geven van voorlichting. De bijeenkomsten worden druk bezocht. ,,Voor het imago van de scholen is het van belang dat een leerling ‘goed wordt weggezet’. En voor scholieren is het nu belangrijker om echt de juiste keuze te maken, want switchen tussen studies is veel moeilijker geworden.”
Inzet

Jellema geeft op het Van Liesveldt twee bijeenkomsten, die elk veertig minuten duren. Hij is overigens niet de enige voorlichter. In de docentenkamer zitten ongeveer twintig collega’s te wachten. Een aantal kent hij al: ,,Je komt regelmatig dezelfde mensen tegen.”

De twee bijeenkomsten worden bezocht door veertien vwo-leerlingen en zestien ouders. Alle klassen van drie tot zes vwo zijn vertegenwoordigd. Beide seksen echter niet. Alleen bij de laatste groep zitten twee meisjes.

Wat je aan de TU kunt studeren weten maar heel weinig van de aanwezigen. Meer dan zeven studies worden er niet opgenoemd. Jellema schiet hen te hulp, licht alle studies even toe en geeft voorbeelden van de producten die zij hebben voortgebracht: lucht- en ruimtevaart zorgde voor de schaatsstrips, geodesie voor de satellietmetingen en civiele techniek behoedt Nederland voor grote overstromingen.

Jellema is verbaasd over het gebrek aan kennis van de aanwezigen. Hij heeft de indruk dat dit te wijten is aan gebrekkige aandacht voor de voorlichting door de school. ,,Wordt er erg veel tijd aan besteed, dan zijn de leerlingen beter op de hoogte van de mogelijkheden van het universitaire onderwijs.”

Voor de TU is de inzet van de leraren exacte vakken ook belangrijk. ,,Een enthousiaste leraar natuurkunde draagt zijn leerlingen nog weleens ideeën aan. Zoals: ‘Je bent erg goed in dat onderwerp. Heb je weleens gedacht aan een studie werktuigbouwkunde?’ Dergelijke leraren maken ons werk een stuk makkelijker.”
Uitblinkers

Een vaak terugkomende vraag is: hoe moeilijk is zo’n technische studie? Jellema houdt zijn gehoor voor dat leerlingen met een ruime zeven voor de exacte vakken de meeste kans maken. ,,Overigens kunnen uitblinkers op de middelbare school het ook moeilijk hebben op de universiteit. Zij zijn niet gewend om hard te werken en bij een academische studie ontkom je daar niet aan.”

Vaardig pareert Jellema een andere veel gestelde vraag. Klopt het dat je bijvoorbeeld bij lucht- en ruimtevaart de eerste jaren weinig van het vakgebied krijgt? ,,Dat is inderdaad waar. De eerste twee jaren krijg je bij alle studies veel algemene theoretische vakken. Voor mij werd het pas interessant in het derde jaar, vanaf dat moment kon ik veel meer vakken zelf kiezen.”

Om tien uur stapt Jellema in de auto richting huis. Hij is een banketstaaf rijker. ,,Voorlichting geven levert je aardig wat cadeautjes op. Het hoeft voor mij niet, maar ik vind het wel een sympathiek gebaar van de scholen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.