Het is best even schakelen als je gaat studeren in Delft. Hoe pakken eerstejaars dat aan? Delta volgt ze tijdens hun eerste jaar aan de TU. In dit derde deel: “Ik begin een balans te vinden tussen studeren en alles eromheen.”
Kloksgewijs vanaf linksboven: Siri, Aqdas, IJsbrand, Anne-Fleur en Dorsa. (Foto's: Kim Bakker en privécollectie Anne-Fleur)
Siri (26, master design for interaction)
“In de winter word ik altijd een beetje lui, dus ik ben blij dat die voorbij is. Als de zon begint te schijnen, lijken mijn problemen weer mee te vallen. Ik heb al met vrienden gepicknickt in het park, heerlijk!
Mijn studie gaat goed. Momenteel werk ik mee aan onderzoek voor een nieuw ontwerp voor blinden en slechtzienden. Stap één is dan om hun belevingswereld te ervaren. Dus zijn we net met speciale brillen en blinddoeken een broodje gaan kopen in de Jumbo. Kijk deze bril, die hebben we ingesmeerd met vaseline en afgeplakt met tape. Je hebt nog maar een klein, wazig kijkgaatje. Dit soort dingen vind ik heel leuk aan mijn studie.
De huizenzoektocht hebben mijn vriend en ik opgegeven. Alle pogingen waren tevergeefs. Mijn woning in Rotterdam is misschien niet mijn droomappartement, maar ik heb me erbij neergelegd dat ik daar voorlopig blijf. Ach, ik heb in ieder geval een dak boven mijn hoofd en mijn vriend uit Kortrijk (België) is bijna elk weekend bij mij.
Ik spreek Nederlands, maar mijn vrienden hier zijn vooral buitenlands. Ik ben zelf, als Noors-Nederlandse, natuurlijk ook een international. Ik merk dat Nederlanders die hier een master doen niet op dezelfde manier op zoek zijn naar vrienden als ik. Vaak hebben ze allang vrienden gemaakt. Het is wel fijn om te merken dat de vriendschappen die ik al vanaf het begin heb, steeds dieper worden.”


IJsbrand (17, bachelor molecular science and technology)
“Sinds begin dit jaar woon ik in Delft, vlakbij het station. Dat bevalt heel goed. Ik heb veel spulletjes gekregen, dus dat scheelt enorm in de kosten. Van thuis heb ik een groot, gouden gorillabeeld meegebracht. Die heeft mijn vader ooit meegenomen toen hij werkte op het Mediapark. Nu pronkt hij, anderhalve meter hoog, naast onze televisie.
Het is een groot voordeel dat ik na een borrel gewoon naar huis kan fietsen, en niet meer al om elf uur de bus naar huis moet pakken. Maar ik ga niet opeens helemaal los, hoor. Ik ben nog steeds onder de achttien. Om rond te komen geef ik bijles wiskunde. En ik probeer lekker, gezond en betaalbaar te koken. Ik heb zelfs twee kookboeken aangeschaft.
Ik ben lid van de studentenmuziekvereniging Krashna Musika, ik zing in het koor en we repeteren voor een uitvoering eind juni. De voorstelling heeft een sprookjesthema, heel tof. En met de eerstejaarscommissie van mijn studievereniging heb ik laatst een poolavond georganiseerd. Dat ging supergoed. Oudere leden zeiden dat dit de beste eerstejaarscommissie was die ze ooit hadden gehad.
Mijn bsa is in zicht. Ik heb twee vakken niet gehaald, maar over de andere vakken maak ik me niet zo’n zorgen. Dus het komt goed. Die vakken zijn als het ware een voorbode op de ‘Delftkant’ van mijn studie. Nu nog zit ik half in Leiden voor de scheikundevakken en half in Delft voor de technische vakken.”
Aqdas (22, master civiele techniek)
“Ik heb een paar goede maanden achter de rug. En het wordt alleen maar beter nu het weer opklaart. Het is druk geweest.
De Nederlandse winter viel me best mee. Van tevoren waarschuweden veel mensen me dat het deprimerend zou zijn en dat je niets kunt doen. Maar zo erg was het niet. Als je je goed aankleedt, kun je alles doen wat je wil. Sneeuw heb ik helaas niet gezien. Het sneeuwde maar één ochtend, precies toen ik op vakantie was. Ik heb de kerstvakantie doorgebracht in Saoedi-Arabië met mijn familie uit India.
Het was de eerste keer dat ik de ramadan niet met mijn familie heb doorgebracht. Zij maakten zich daar een beetje zorgen over. Ze waren bang dat er niemand zou zijn om het mee te delen, en dat ik elke dag alleen het vasten zou moeten verbreken. Maar dat viel mee. In de moskee waren altijd anderen. Ik heb ’s avonds ook een keer gegeten met de Muslim Student Association, waar ik lid van ben.
Ik leer ook vrij intensief Nederlands, zo’n acht à tien uur per week.” Praat verder in het Nederlands: “Ik vind het belangrijk om Nederlands te leren, omdat ik hier wil werken en vrienden wil maken. Ik wil niet alleen maar werken en weer naar huis. Ik wil ook kunnen praten met mensen in de supermarkt of in de moskee.”


Dorsa (20, bachelor computer science and engineering)
“Het gaat goed met mij, ik heb alles gehaald. Hoewel, van één herkansing heb ik de uitslag nog niet binnen. De vakken die ik nu heb, liggen me goed. Dus het lijkt erop dat ik mijn bsa gewoon ga halen. En het wordt steeds leuker!
Mijn imposter syndrome is een stuk minder geworden. Aan het begin zag ik om me heen zo veel mensen die meer wisten dan ik, dat ik me afvroeg of ik daar wel tussen hoorde. Maar inmiddels besef ik dat die mensen gewoon meer voorkennis hadden. Inmiddels is dat verschil minder groot en ik heb ik meer zelfvertrouwen. Het was gewoon echt wennen in de eerste periode.
Ik was al lid van mijn studievereniging en ben nu ook bij de Iraanse studentenvereniging gegaan. Ik ga ook vaak lekker met vrienden de stad in. Maar ik ben ook graag op de campus, ik zit vaak gewoon bij de Coffee-Star in de UB. Daar bestel ik altijd hetzelfde: een cappuccino met havermelk en pompje vanille.
Ik vind het nog steeds fijn om thuis in Zwijndrecht te wonen. Ik ben daar lid van een sportschool en probeer drie keer in de week te gaan. Dat lukt niet altijd hoor. Maar als ik ga, merk ik wel altijd dat mijn hoofd leger wordt en ik zin krijg om te studeren.”
Anne-Fleur (20, bachelor klinische psychologie)
“Ik ben meer gesetteld, het wordt wat normaler. Ik begin een balans te vinden tussen studeren en alles eromheen. Ik zie mijn ouders ook meer dan eerst.
Ik woon momenteel in een huis met internationals. Dat is twee verdiepingen onder het huis waar ik tijdelijk huurde, en eigenlijk ben ik nog steeds meestal daar. Ik doe er alles, behalve slapen. Er gaat iemand weg, dus ik heb het vooruitzicht dat ik er binnenkort weer kan wonen. Dat zou heel fijn zijn!
Met ons roeiploegje hebben we al een aantal wedstrijden gedaan. Niks gewonnen, maar dat is ook hartstikke moeilijk, want je roeit tegen dertig anderen. We hopen nog een keer te taarten, dat betekent winnen in roei-jargon.
Ik was er bij toen Laga de Varsity won. In de ochtend moest ik vrijwilligen en de rest van de dag heb ik lekker gefeest. Het is traditie dat je bij een overwinning met de hele vereniging in het water springt om de winnaars te feliciteren. Dat heb ik gedaan, maar ik weet niet of dat nou echt slim was, haha.
Mijn studie is wat zwaarder. Door persoonlijke omstandigheden heb ik niet al mijn punten gehaald, maar er komen nog herkansingen aan. Als ik die haal, komt het goed met mijn bsa. Ik vind het steeds leuker worden.”


Comments are closed.