Campus

Hijo de puta

Las Fallas is het grootste feest van Valencia. Iedereen is vrolijk en dat kan ook niet anders want iedereen zuipt zich vijf dagen lang een leveraandoening.

Eén inwoonster heeft echter al dagen een gezicht als een onweersbui: de schoonmaakster van het hotel. Met walkmandopjes in haar oren geplugd, dweilt ze iedere ochtend de tegels en neemt met een doekje de receptiebalie af.

De basis voor haar boosaardige blik werd gelegd op de tien strekkende meter marmeren tegels van de lobby. De volslanke vrouw barstte in woede uit toen ik aanstalten maakte een versgesopte vloertegel te betreden. Met de rug tegen de muur ben ik via de plint naar de lift geteend.

Inmiddels ben ik door een Amerikaan van wat tips voorzien. ,,When that happens, don’t try passing her, take your sweet ass time.” Mocht het toch tot een discussie komen, praat dan met veel volume. In Spanje geldt: wie hard praat krijgt respect, wie het hardst praat heeft gelijk. Die wetenschap heb ik de volgende ochtend onmiddellijk toegepast.

Al bij liftdeur werd ik opzij gedweild. De enige nog niet gesopte route bracht me in een ruimte met twee fauteuils en een asbak. Daar stak ik uit pure verveling een sigaret op. Binnen vijf minuten kwam de schoonmaakster me de wind van voren geven. Mijn standpunt is het volgende: een asbak is om je sigaret in te doven. Ook wanneer die asbak tien minuten eerder is schoongemaakt. Waar moet ik anders mijn sigaret doven: in de plantenbak? Tussen de ribbels van mijn schoenzool? In haar oog?

Mijn mening golfde op volle kracht in haar richting. In het Nederlands. De laatste keer dat een Spaanse zo angstig keek moet tijdens het regime van Franco zijn geweest. Nadat de kleur in haar gezicht was teruggekeerd, hoorde ik een half ingeslikt ‘…go puta’. Sindsdien vraag ik me iedere ochtend af of ze meezingt met haar walkman of me continu uitscheldt.

Las Fallas is het grootste feest van Valencia. Iedereen is vrolijk en dat kan ook niet anders want iedereen zuipt zich vijf dagen lang een leveraandoening. Eén inwoonster heeft echter al dagen een gezicht als een onweersbui: de schoonmaakster van het hotel. Met walkmandopjes in haar oren geplugd, dweilt ze iedere ochtend de tegels en neemt met een doekje de receptiebalie af.

De basis voor haar boosaardige blik werd gelegd op de tien strekkende meter marmeren tegels van de lobby. De volslanke vrouw barstte in woede uit toen ik aanstalten maakte een versgesopte vloertegel te betreden. Met de rug tegen de muur ben ik via de plint naar de lift geteend.

Inmiddels ben ik door een Amerikaan van wat tips voorzien. ,,When that happens, don’t try passing her, take your sweet ass time.” Mocht het toch tot een discussie komen, praat dan met veel volume. In Spanje geldt: wie hard praat krijgt respect, wie het hardst praat heeft gelijk. Die wetenschap heb ik de volgende ochtend onmiddellijk toegepast.

Al bij liftdeur werd ik opzij gedweild. De enige nog niet gesopte route bracht me in een ruimte met twee fauteuils en een asbak. Daar stak ik uit pure verveling een sigaret op. Binnen vijf minuten kwam de schoonmaakster me de wind van voren geven. Mijn standpunt is het volgende: een asbak is om je sigaret in te doven. Ook wanneer die asbak tien minuten eerder is schoongemaakt. Waar moet ik anders mijn sigaret doven: in de plantenbak? Tussen de ribbels van mijn schoenzool? In haar oog?

Mijn mening golfde op volle kracht in haar richting. In het Nederlands. De laatste keer dat een Spaanse zo angstig keek moet tijdens het regime van Franco zijn geweest. Nadat de kleur in haar gezicht was teruggekeerd, hoorde ik een half ingeslikt ‘…go puta’. Sindsdien vraag ik me iedere ochtend af of ze meezingt met haar walkman of me continu uitscheldt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.