Over wat goed en minder goed is voor onze leefomgeving is men het vaak allang eens. Minder afval is beter voor het milieu, werkomstandigheden moeten prettig zijn.
Maar iedereen weet ook dat idealen er niet zijn om te worden verwezenlijkt: geld verdienen gaat voor. Volgens vier Delftse ingenieurs is dit een misvatting. Je wordt zelf beter èn rijker van duurzaam ondernemen.
,,We zijn… een adviesbureau voor duurzame innovatie”, zoekt Arno van Wayenburg (32) naar de juiste term. ,,Of nee, die term dekt de lading toch ook niet helemaal.” ,,Maatschappelijk verantwoord ondernemen misschien”, probeert Jeroen Weijs (30). ,,En dan vernieuwend. We hebben er eigenlijk nog geen goeie naam voor gevonden. Al die termen klinken zo hol.”
In een oude bungalow in de industriegebieden langs het Amsterdamse IJ heerst aan het einde van de warme zomerdag nog een grote bedrijvigheid. Samen met twee andere oud-TU-studenten, Gernout Erens (33) en Pepik Henneman (30), werken Van Wayenburg en Weijs vanuit deze plek aan hun eigen bureau: de ‘Innovaders’, nu net iets meer dan een jaar oud.
,,Tot nu toe staat economische winst bovenaan het lijstje van iedere bedrijfsleider”, weet Van Wayenburg. ,,Dat is niet erg, maar er is meer dan alleen economische winst. Een bedrijf heeft ook verantwoordelijkheden ten opzichte van zijn omgeving. Duurzaam ondernemen betekent dat het ook daar ieder jaar winst op boekt.”
Onder de omgeving van zo’n bedrijf verstaat hij alle facetten waarop het bedrijf van invloed is. Zo heeft Philips een verantwoordelijkheid ten opzichte van een veel groter deel van de wereld dan bijvoorbeeld de timmerman in de straat. ,,Maar wij vinden dat ieder bedrijf, ongeacht de grootte, verantwoordelijkheden heeft op gebieden als sociaal welzijn van zijn werknemers, ecologische aspecten, of zuinig omgaan met grondstoffen”, vult Weijs aan. ,,En het is in hun eigen belang dat ze hier meer aandacht aan besteden. Een mooi voorbeeld stond vandaag in de krant: Unilever gaat op een andere manier vis kweken voor z’n vissticks, omdat er anders over tien jaar geen vissen meer zijn. Kortom: het is noodzakelijk.”
Dat is de ideologische kant van duurzaam ondernemen. Daarnaast zien de Innovaders ook belangen die elke manager moeten aanspreken. Van Wayenburg: ,,Bedrijven die duurzaam ondernemen hebben een beter imago. Daarmee trekken ze gemakkelijker personeel, dat vaak ook gemotiveerder is.” Uiteindelijk dient duurzaam ondernemen dus ook een economisch belang. Weijs: ,,Ja hoor, we zijn absoluut voor meer winst door duurzaam ondernemen.”
Workshop
Het idee voor Innovaders werd een aantal jaren geleden geboren tijdens een zelfopgezette workshop, waarin Henneman een aantal ideeën spuide die hij tijdens zijn vervolgopleiding ‘Holistic Engineering’ in Schotland had opgedaan. De workshop mondde uit ineen discussie over humanistisch ondernemen, waar de ingenieurs zo enthousiast over werden dat ze besloten de mogelijkheden voor een eigen bedrijf op dit gebied te onderzoeken. Henneman werkte bij Shell, Erens bij DHV, Van Wayenburg bij Syntens (het vroegere Innovatiecentrum) en Weijs was na zijn studie IO een éénmans-ontwerpbureau begonnen.
Eigen research naar het onderwerp en gesprekken met onder andere bedrijfsethici en de stichting Max Havelaar, leidden er toe dat de vier Delftse ingenieurs zo%n anderhalf jaar geleden een workshop organiseerden tijdens het jaarlijkse congres van de Veerstichting in Leiden. ,,De mensen waren zo enthousiast, dat dit voor iedereen het teken was: we gaan ervoor. En vervolgens hebben we eind ’99 in Schotland definitief de knoop doorgehakt”, vertelt Weijs.
Van Wayenburg was de eerste die in april 2000 het nieuwe kantoor aan het IJ betrok, waarna de één na de ander zijn baan opzegde en ‘Innovader werd’. Ruim een jaar later zetten ze cursussen en workshops op voor de provincie Noord-Holland, die bedrijven de kansen van duurzaam ondernemen voor haar bedrijven wil laten zien.
Bij een ander bedrijf bestoken ze in lunchsessies de werknemers, in de hoop een cultuuromslag van binnenuit te bewerkstelligen. En voor Syntens, het bedrijf waar Van Wayenburg nog een dag in de week is blijven werken, worden vernieuwingstrajecten uitgestippeld en nieuwe informatie rondgestuurd aan het midden-kleinbedrijf.
Targets
Ondertussen is bij de ingenieurs scepsis ontstaan over de welwillendheid van veel bedrijven. Van Wayenburg: ,,Toen we begonnen kregen we de indruk dat iedereen op ons zat te wachten. Duurzame innovatie was een hot item, iedereen deed er druk over. Maar als je kijkt wat er nou eigenlijk gebeurt, is dat bijzonder weinig.”
Weijs wijt het aan een gebrek aan stimulansen vanuit consumenten en investeerders. ,,De mensen die binnen de bedrijven duurzaamheid in hun portefeuille hebben, hebben het verschrikkelijk zwaar. Duurzaamheid legt het uiteindelijk altijd af tegen de economische targets, het is vechten tegen de bierkaai”, vindt Weijs.
Toch is de zaak niet hopeloos. Me name de steeds scherper wordende wetgeving moet bedrijven er uiteindelijk toe dwingen de andere targets een even hoge prioriteit te geven als de economische, verwachten de heren. En zij kunnen daarbij advies en informatie geven.
Daarnaast is het bedrijf ook bezig eigen producten en diensten te ontwikkelen. In de ‘OpCultShop’ die Van Wayenburg aan het opzetten is, worden kringloopproducten ‘opgecult’ door mensen met een andere culturele achtergrond, in dit geval vluchtelingen. Vervolgens zijn ze weer als nieuw product beschikbaar. Van Wayenburg: ,,Het gaat om kwalitatief hoogwaardige producten, die zo voor een normale prijs beschikbaar worden. Iedere stoel, elk product wordt uniek, met een eigen verhaal. Niet alleen doordat het al een verleden heeft, maar ook door de nieuwe laag van een andere cultuur.” Hij heeft al contacten met kringloopwinkels en kunstenaars, en is nu op zoek naar financiers.
Weijs houdt zich momenteel bezig met het paperless office. Datpapierloze kantoor zit volgens hem vooral tussen de oren. ,Het gaat niet om een kantoor dat honderd procent zonder papier werkt, dat wil niemand. Maar minder papier gebruiken wordt heel logisch als je anders naar je bedrijf kijkt. Dat proberen we over te brengen in cursussen en workshops.” In september mogen de Innovaders hun paperless office werkelijk aan de man brengen bij de vroegere werkgever van Erens, DHV.
De Innovaders proberen ook hun advieswerk beter aan de man te brengen. ,,Bedrijven willen er niet te veel aan uitgeven, en zijn bang voor langlopende en dus dure advisering”, aldus Van Wayenburg. ,,Dus zeggen wij: joh, we lopen een paar dagen bij jullie rond, doen een workshop, een cursus, en praten met wat mensen. En als dan blijkt dat het interessant is om verder te gaan, kunnen we ook dat nog aanbieden.”
Over wat goed en minder goed is voor onze leefomgeving is men het vaak allang eens. Minder afval is beter voor het milieu, werkomstandigheden moeten prettig zijn. Maar iedereen weet ook dat idealen er niet zijn om te worden verwezenlijkt: geld verdienen gaat voor. Volgens vier Delftse ingenieurs is dit een misvatting. Je wordt zelf beter èn rijker van duurzaam ondernemen.
,,We zijn… een adviesbureau voor duurzame innovatie”, zoekt Arno van Wayenburg (32) naar de juiste term. ,,Of nee, die term dekt de lading toch ook niet helemaal.” ,,Maatschappelijk verantwoord ondernemen misschien”, probeert Jeroen Weijs (30). ,,En dan vernieuwend. We hebben er eigenlijk nog geen goeie naam voor gevonden. Al die termen klinken zo hol.”
In een oude bungalow in de industriegebieden langs het Amsterdamse IJ heerst aan het einde van de warme zomerdag nog een grote bedrijvigheid. Samen met twee andere oud-TU-studenten, Gernout Erens (33) en Pepik Henneman (30), werken Van Wayenburg en Weijs vanuit deze plek aan hun eigen bureau: de ‘Innovaders’, nu net iets meer dan een jaar oud.
,,Tot nu toe staat economische winst bovenaan het lijstje van iedere bedrijfsleider”, weet Van Wayenburg. ,,Dat is niet erg, maar er is meer dan alleen economische winst. Een bedrijf heeft ook verantwoordelijkheden ten opzichte van zijn omgeving. Duurzaam ondernemen betekent dat het ook daar ieder jaar winst op boekt.”
Onder de omgeving van zo’n bedrijf verstaat hij alle facetten waarop het bedrijf van invloed is. Zo heeft Philips een verantwoordelijkheid ten opzichte van een veel groter deel van de wereld dan bijvoorbeeld de timmerman in de straat. ,,Maar wij vinden dat ieder bedrijf, ongeacht de grootte, verantwoordelijkheden heeft op gebieden als sociaal welzijn van zijn werknemers, ecologische aspecten, of zuinig omgaan met grondstoffen”, vult Weijs aan. ,,En het is in hun eigen belang dat ze hier meer aandacht aan besteden. Een mooi voorbeeld stond vandaag in de krant: Unilever gaat op een andere manier vis kweken voor z’n vissticks, omdat er anders over tien jaar geen vissen meer zijn. Kortom: het is noodzakelijk.”
Dat is de ideologische kant van duurzaam ondernemen. Daarnaast zien de Innovaders ook belangen die elke manager moeten aanspreken. Van Wayenburg: ,,Bedrijven die duurzaam ondernemen hebben een beter imago. Daarmee trekken ze gemakkelijker personeel, dat vaak ook gemotiveerder is.” Uiteindelijk dient duurzaam ondernemen dus ook een economisch belang. Weijs: ,,Ja hoor, we zijn absoluut voor meer winst door duurzaam ondernemen.”
Workshop
Het idee voor Innovaders werd een aantal jaren geleden geboren tijdens een zelfopgezette workshop, waarin Henneman een aantal ideeën spuide die hij tijdens zijn vervolgopleiding ‘Holistic Engineering’ in Schotland had opgedaan. De workshop mondde uit ineen discussie over humanistisch ondernemen, waar de ingenieurs zo enthousiast over werden dat ze besloten de mogelijkheden voor een eigen bedrijf op dit gebied te onderzoeken. Henneman werkte bij Shell, Erens bij DHV, Van Wayenburg bij Syntens (het vroegere Innovatiecentrum) en Weijs was na zijn studie IO een éénmans-ontwerpbureau begonnen.
Eigen research naar het onderwerp en gesprekken met onder andere bedrijfsethici en de stichting Max Havelaar, leidden er toe dat de vier Delftse ingenieurs zo%n anderhalf jaar geleden een workshop organiseerden tijdens het jaarlijkse congres van de Veerstichting in Leiden. ,,De mensen waren zo enthousiast, dat dit voor iedereen het teken was: we gaan ervoor. En vervolgens hebben we eind ’99 in Schotland definitief de knoop doorgehakt”, vertelt Weijs.
Van Wayenburg was de eerste die in april 2000 het nieuwe kantoor aan het IJ betrok, waarna de één na de ander zijn baan opzegde en ‘Innovader werd’. Ruim een jaar later zetten ze cursussen en workshops op voor de provincie Noord-Holland, die bedrijven de kansen van duurzaam ondernemen voor haar bedrijven wil laten zien.
Bij een ander bedrijf bestoken ze in lunchsessies de werknemers, in de hoop een cultuuromslag van binnenuit te bewerkstelligen. En voor Syntens, het bedrijf waar Van Wayenburg nog een dag in de week is blijven werken, worden vernieuwingstrajecten uitgestippeld en nieuwe informatie rondgestuurd aan het midden-kleinbedrijf.
Targets
Ondertussen is bij de ingenieurs scepsis ontstaan over de welwillendheid van veel bedrijven. Van Wayenburg: ,,Toen we begonnen kregen we de indruk dat iedereen op ons zat te wachten. Duurzame innovatie was een hot item, iedereen deed er druk over. Maar als je kijkt wat er nou eigenlijk gebeurt, is dat bijzonder weinig.”
Weijs wijt het aan een gebrek aan stimulansen vanuit consumenten en investeerders. ,,De mensen die binnen de bedrijven duurzaamheid in hun portefeuille hebben, hebben het verschrikkelijk zwaar. Duurzaamheid legt het uiteindelijk altijd af tegen de economische targets, het is vechten tegen de bierkaai”, vindt Weijs.
Toch is de zaak niet hopeloos. Me name de steeds scherper wordende wetgeving moet bedrijven er uiteindelijk toe dwingen de andere targets een even hoge prioriteit te geven als de economische, verwachten de heren. En zij kunnen daarbij advies en informatie geven.
Daarnaast is het bedrijf ook bezig eigen producten en diensten te ontwikkelen. In de ‘OpCultShop’ die Van Wayenburg aan het opzetten is, worden kringloopproducten ‘opgecult’ door mensen met een andere culturele achtergrond, in dit geval vluchtelingen. Vervolgens zijn ze weer als nieuw product beschikbaar. Van Wayenburg: ,,Het gaat om kwalitatief hoogwaardige producten, die zo voor een normale prijs beschikbaar worden. Iedere stoel, elk product wordt uniek, met een eigen verhaal. Niet alleen doordat het al een verleden heeft, maar ook door de nieuwe laag van een andere cultuur.” Hij heeft al contacten met kringloopwinkels en kunstenaars, en is nu op zoek naar financiers.
Weijs houdt zich momenteel bezig met het paperless office. Datpapierloze kantoor zit volgens hem vooral tussen de oren. ,Het gaat niet om een kantoor dat honderd procent zonder papier werkt, dat wil niemand. Maar minder papier gebruiken wordt heel logisch als je anders naar je bedrijf kijkt. Dat proberen we over te brengen in cursussen en workshops.” In september mogen de Innovaders hun paperless office werkelijk aan de man brengen bij de vroegere werkgever van Erens, DHV.
De Innovaders proberen ook hun advieswerk beter aan de man te brengen. ,,Bedrijven willen er niet te veel aan uitgeven, en zijn bang voor langlopende en dus dure advisering”, aldus Van Wayenburg. ,,Dus zeggen wij: joh, we lopen een paar dagen bij jullie rond, doen een workshop, een cursus, en praten met wat mensen. En als dan blijkt dat het interessant is om verder te gaan, kunnen we ook dat nog aanbieden.”

Comments are closed.