Telefoon. Een onbekende stem begroet me enthousiast, alsof we jeugdvrienden zijn die jarenlang op verschillende halfronden hebben gewoond en niet meer contact met elkaar hadden dan een jaarlijkse kerstkaart.
br />
,,Hallo, met Paul van … [onverstaanbaar]. Ken je me nog?”
,,Eh, hallo. Met wie spreek ik?”
,,Met Paul, van HQT Detachering. Ik vroeg me af hoe het met je ging.”
,,O. Da’s aardig. Maar waar kennen wij elkaar van?”
,,Vorig jaar tijdens een banenbeurs ben je bij onze stand geweest. Wij hadden van die blauw-witte stressballetjes.”
,,En hoe kom je dan aan mijn gegevens?”
,,Die heb je op een formulier ingevuld.”
Even schiet ik in de stress. Ik herken mezelf niet terug. Geef ik al mijn gegevens weg om in een lullig stressballetje te kunnen knijpen? Waar heb ik dat stressballetje überhaupt?
,,Maar we willen dus graag weten hoe het met je gaat. Wat ben je nu aan het doen?”
,,Eh… ik ben net afgestudeerd.”
,,O, gefeliciteerd. Dan ben je jong zeg. Ik zie hier dat je uit 1977 bent, dat heb je snel gedaan.”
,,Ach, dat valt wel mee.”
,,En wat zijn je toekomstplannen?”
,,Eh tja. Dat is nog niet helemaal duidelijk.”
,,Heb je al een baan? Misschien kunnen wij wat voor elkaar betekenen.”
Ik vertel per ongeluk toch mijn toekomstplannen en terwijl ik dat doe, herinner ik me de banenbeurs. Ik heb een pak aan. Met een das. Op mijn borst hangt een naamplaatje, dat we bij binnenkomst kregen. We dralen rond. Er zijn stands met pennen, stands met koffie, en een man deelt stressballetjes uit. Leuk, zo’n stressballetje. Als ik mijn hand uitsteek om het balletje van de vriendelijke jongeman aan te pakken, verschijnt vanachter zijn rug een spionerende collega met een scanapparaat. ‘Hands-up!’, denk ik, terwijl hij het ding tegen mijn naamplaatje drukt. Blieb. Nu zit ik erin, ik zit in het apparaatje. Ik knijp nog even in het zojuist verworven stressballetje, niet wetend dat anderhalf jaar later de telefoon zal rinkelen.
Telefoon. Een onbekende stem begroet me enthousiast, alsof we jeugdvrienden zijn die jarenlang op verschillende halfronden hebben gewoond en niet meer contact met elkaar hadden dan een jaarlijkse kerstkaart.
,,Hallo, met Paul van … [onverstaanbaar]. Ken je me nog?”
,,Eh, hallo. Met wie spreek ik?”
,,Met Paul, van HQT Detachering. Ik vroeg me af hoe het met je ging.”
,,O. Da’s aardig. Maar waar kennen wij elkaar van?”
,,Vorig jaar tijdens een banenbeurs ben je bij onze stand geweest. Wij hadden van die blauw-witte stressballetjes.”
,,En hoe kom je dan aan mijn gegevens?”
,,Die heb je op een formulier ingevuld.”
Even schiet ik in de stress. Ik herken mezelf niet terug. Geef ik al mijn gegevens weg om in een lullig stressballetje te kunnen knijpen? Waar heb ik dat stressballetje überhaupt?
,,Maar we willen dus graag weten hoe het met je gaat. Wat ben je nu aan het doen?”
,,Eh… ik ben net afgestudeerd.”
,,O, gefeliciteerd. Dan ben je jong zeg. Ik zie hier dat je uit 1977 bent, dat heb je snel gedaan.”
,,Ach, dat valt wel mee.”
,,En wat zijn je toekomstplannen?”
,,Eh tja. Dat is nog niet helemaal duidelijk.”
,,Heb je al een baan? Misschien kunnen wij wat voor elkaar betekenen.”
Ik vertel per ongeluk toch mijn toekomstplannen en terwijl ik dat doe, herinner ik me de banenbeurs. Ik heb een pak aan. Met een das. Op mijn borst hangt een naamplaatje, dat we bij binnenkomst kregen. We dralen rond. Er zijn stands met pennen, stands met koffie, en een man deelt stressballetjes uit. Leuk, zo’n stressballetje. Als ik mijn hand uitsteek om het balletje van de vriendelijke jongeman aan te pakken, verschijnt vanachter zijn rug een spionerende collega met een scanapparaat. ‘Hands-up!’, denk ik, terwijl hij het ding tegen mijn naamplaatje drukt. Blieb. Nu zit ik erin, ik zit in het apparaatje. Ik knijp nog even in het zojuist verworven stressballetje, niet wetend dat anderhalf jaar later de telefoon zal rinkelen.

Comments are closed.