Eigenlijk is het onzin om iemand te interviewen omdat zij de eerste vrouwelijke president ooit van het Delftsch Studenten Corps (DSC) is. Veel interessanter is het om te zien wat zo’n functie bij een grote studentenvereniging betekent.
,,Het is een compliment voor DSC dat een vrouw nu makkelijk president kan worden”, vindt Wieke Wuisman.
Wieke Wuisman (23), zesdejaars studente civiele techniek, heeft de draad van haar studerende leven weer opgepakt. Vorig collegejaar was daar geen tijd voor, omdat zij in de senaat van het corps zat. Als eerste vrouwelijke president ooit. Dat was hoog tijd, want al sinds 1976 is het corps een gemengde vereniging. Lange tijd is de vereniging, evenals de TU, een mannenbolwerk geweest. Op de universiteit studeren nu meer vrouwen, en het ledenbestand van het corps (1550 leden) bestaat voor dertig procent uit meisjes.
Wuisman vindt het geen compliment voor zichzelf dat ze president is geworden, maar wel voor het corps. ,,Het is een logisch vervolg op de maatschappelijke ontwikkeling die DSC heeft doorgemaakt”, zegt ze. ,,Het past bij hoe de vereniging nu is. Het DSC was klaar voor een vrouwelijke president en dat betekent dat de vereniging is meegegaan met de tijd, volwassen is geworden.”
Volgens haar was het een kleine stap voor de vereniging om een vrouwelijke voorzitter aan te stellen. ,,Het was voor iedereen iets nieuws, maar niet meer dan dat. Ik kreeg het vertrouwen van de leden en dat moest ik waarmaken. Uiteindelijk ben ik geaccepteerd als president, niet om mijn geslacht, maar om mijn persoon. Daar heb ik veel energie in gestoken, maar ik denk niet dat ik er meer voor heb gedaan dan een mannelijk president zou hebben gedaan. Sekse staat daar los van.”
Spreekbuis
Een president wordt bij het corps niet gekozen, maar gevraagd door de senaat. De leden moeten de keus van de senaat goedkeuren op de ledenvergadering. Wuisman twijfelde geen moment toen ze gevraagd werd om president te worden. ,,Ik heb jaren veel plezier gemaakt op de vereniging en op deze manier kon ik een persoonlijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de vereniging. Dat vond ik erg leuk.”
Wuisman is geen onbekende op de vereniging. Ze heeft veel gedaan op de sociëteit: toneel, zeilen, het organiseren van de kennismakingstijd. En ze zong bij het vrouwenkoor. Bestuurswerk doen zat er altijd al een beetje in. Ze deed bestuurlijke ervaring op bij het waterbouwdispuut van civiel en al op het Leidse gymnasium was ze preses van het schoolbestuur.
Toen ze naar Delft kwam, direct na de middelbare school, wist ze dat ze lid wilde worden van een grote vereniging. ,,Ik heb gekeken waar ik me het meest thuis voelde. De sfeer en het karakter van het corps spraken me het meest aan. Ook kon je er veel doen, en ik wilde graag zeilen.”
De president is onderdeel van de senaat, een vijfkoppig team dat de dagelijkse leiding over de vereniging heeft. De belangrijkste taak van de president is spreekbuis zijn naar de buitenwereld: de TU, de gemeente en de andere studentenverenigingen binnen en buiten Delft. Er komt veel kijken bij het leiden van een vereniging, vindt Wuisman. ,,Iedere dag is verschillend, er zit zo veel variatie in. Alles wat je met z’n vijven bedenkt, wordt door mij als boodschap naar buiten gebracht. Verder bereidt de president vergaderingen voor en begeleidt hij de senaat. Ook geeft hij sturing aan de onderverenigingen.”
Het combineren van de werkzaamheden vond ze best moeilijk. ,,Er komt veel op je af. De boel draaiend houden, omgaan met verschillende soorten mensen, en ook denken aan de langere termijn. Je leert je eigen grenzen goed kennen.” Haar privé-leven stond vorig jaar op een lager pitje. Tijd voor haar ouders en vrienden had ze niet veel, laat staan voor zichzelf. ,,Gelukkig hadden ze daar begrip voor.”
Een van de leukste dingen was het werken in teamverband met de andere senaatsleden. ,,We kenden elkaar natuurlijk al, maar nog niet zo goed. We hebben het vertrouwen van de leden gekregen en, belangrijker nog, gewonnen. Het corps is echt mijn kindje geworden.”
Wat moet je kunnen om president te worden? Het blijft even stil. Aarzelend: ,,Je moet organisatorisch inzicht hebben, goed kunnen luisteren”, zegt ze. ,,Het belangrijkste is dat je een people manager bent en dat je stevig in je schoenen staat.”
Zweefvliegen
,,Actief zijn in een vereniging geeft een enorme meerwaarde aan je studententijd”, betoogt Wuisman. ,,Het is goed om andere dingen te doen naast je studie en je persoonlijke kwaliteiten te ontdekken. Ik ben erg blij dat de TU dit stimuleert. Iedere Delftse ingenieur kan een differentiaalvergelijking oplossen, maar het is ook goed om dingen te doen die verder gaan dan dat.”
De Delftse verenigingen maken zich zorgen over de consequenties van de invoering van het bachelor-masters-stelsel. ,,We hebben een werkgroep gevormd die bekijkt hoe we ermee omgaan als mensen Delft na drie jaar verlaten om ergens anders hun masters te doen. We hebben besloten dat we veel activiteiten blijven aanbieden. Je studententijd is een tijd van vrijheid, waarin je de kans moet krijgen om dingen te doen die je nog nooit hebt gedaan, zoals zweefvliegen, of zingen.”
Het loslaten van het presidentswerk lijkt haar geen enkele moeite te kosten. ,,Ik heb niet het idee dat ik iets loslaat. Je bent niet opeens weg. We eten nog elke maandag met de nieuwe senaat en ik kom nog steeds op de sociëteit. Als oud-president blijf je actief op het adviserende vlak. En, ik wist van tevoren dat het voor een jaar zou zijn, want uiteindelijk ben je student. Het is goed dat er nu weer een fris, enthousiast team is dat het overneemt.”
Wuisman heeft veel zin om weer te gaan studeren. ,,Het is heerlijk om weer in een dictaat te duiken. Vorig jaar stond alles in het teken van het DSC, nu heb ik weer tijd om te studeren en viool te spelen.”
Eigenlijk is het onzin om iemand te interviewen omdat zij de eerste vrouwelijke president ooit van het Delftsch Studenten Corps (DSC) is. Veel interessanter is het om te zien wat zo’n functie bij een grote studentenvereniging betekent. ,,Het is een compliment voor DSC dat een vrouw nu makkelijk president kan worden”, vindt Wieke Wuisman.
Wieke Wuisman (23), zesdejaars studente civiele techniek, heeft de draad van haar studerende leven weer opgepakt. Vorig collegejaar was daar geen tijd voor, omdat zij in de senaat van het corps zat. Als eerste vrouwelijke president ooit. Dat was hoog tijd, want al sinds 1976 is het corps een gemengde vereniging. Lange tijd is de vereniging, evenals de TU, een mannenbolwerk geweest. Op de universiteit studeren nu meer vrouwen, en het ledenbestand van het corps (1550 leden) bestaat voor dertig procent uit meisjes.
Wuisman vindt het geen compliment voor zichzelf dat ze president is geworden, maar wel voor het corps. ,,Het is een logisch vervolg op de maatschappelijke ontwikkeling die DSC heeft doorgemaakt”, zegt ze. ,,Het past bij hoe de vereniging nu is. Het DSC was klaar voor een vrouwelijke president en dat betekent dat de vereniging is meegegaan met de tijd, volwassen is geworden.”
Volgens haar was het een kleine stap voor de vereniging om een vrouwelijke voorzitter aan te stellen. ,,Het was voor iedereen iets nieuws, maar niet meer dan dat. Ik kreeg het vertrouwen van de leden en dat moest ik waarmaken. Uiteindelijk ben ik geaccepteerd als president, niet om mijn geslacht, maar om mijn persoon. Daar heb ik veel energie in gestoken, maar ik denk niet dat ik er meer voor heb gedaan dan een mannelijk president zou hebben gedaan. Sekse staat daar los van.”
Spreekbuis
Een president wordt bij het corps niet gekozen, maar gevraagd door de senaat. De leden moeten de keus van de senaat goedkeuren op de ledenvergadering. Wuisman twijfelde geen moment toen ze gevraagd werd om president te worden. ,,Ik heb jaren veel plezier gemaakt op de vereniging en op deze manier kon ik een persoonlijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de vereniging. Dat vond ik erg leuk.”
Wuisman is geen onbekende op de vereniging. Ze heeft veel gedaan op de sociëteit: toneel, zeilen, het organiseren van de kennismakingstijd. En ze zong bij het vrouwenkoor. Bestuurswerk doen zat er altijd al een beetje in. Ze deed bestuurlijke ervaring op bij het waterbouwdispuut van civiel en al op het Leidse gymnasium was ze preses van het schoolbestuur.
Toen ze naar Delft kwam, direct na de middelbare school, wist ze dat ze lid wilde worden van een grote vereniging. ,,Ik heb gekeken waar ik me het meest thuis voelde. De sfeer en het karakter van het corps spraken me het meest aan. Ook kon je er veel doen, en ik wilde graag zeilen.”
De president is onderdeel van de senaat, een vijfkoppig team dat de dagelijkse leiding over de vereniging heeft. De belangrijkste taak van de president is spreekbuis zijn naar de buitenwereld: de TU, de gemeente en de andere studentenverenigingen binnen en buiten Delft. Er komt veel kijken bij het leiden van een vereniging, vindt Wuisman. ,,Iedere dag is verschillend, er zit zo veel variatie in. Alles wat je met z’n vijven bedenkt, wordt door mij als boodschap naar buiten gebracht. Verder bereidt de president vergaderingen voor en begeleidt hij de senaat. Ook geeft hij sturing aan de onderverenigingen.”
Het combineren van de werkzaamheden vond ze best moeilijk. ,,Er komt veel op je af. De boel draaiend houden, omgaan met verschillende soorten mensen, en ook denken aan de langere termijn. Je leert je eigen grenzen goed kennen.” Haar privé-leven stond vorig jaar op een lager pitje. Tijd voor haar ouders en vrienden had ze niet veel, laat staan voor zichzelf. ,,Gelukkig hadden ze daar begrip voor.”
Een van de leukste dingen was het werken in teamverband met de andere senaatsleden. ,,We kenden elkaar natuurlijk al, maar nog niet zo goed. We hebben het vertrouwen van de leden gekregen en, belangrijker nog, gewonnen. Het corps is echt mijn kindje geworden.”
Wat moet je kunnen om president te worden? Het blijft even stil. Aarzelend: ,,Je moet organisatorisch inzicht hebben, goed kunnen luisteren”, zegt ze. ,,Het belangrijkste is dat je een people manager bent en dat je stevig in je schoenen staat.”
Zweefvliegen
,,Actief zijn in een vereniging geeft een enorme meerwaarde aan je studententijd”, betoogt Wuisman. ,,Het is goed om andere dingen te doen naast je studie en je persoonlijke kwaliteiten te ontdekken. Ik ben erg blij dat de TU dit stimuleert. Iedere Delftse ingenieur kan een differentiaalvergelijking oplossen, maar het is ook goed om dingen te doen die verder gaan dan dat.”
De Delftse verenigingen maken zich zorgen over de consequenties van de invoering van het bachelor-masters-stelsel. ,,We hebben een werkgroep gevormd die bekijkt hoe we ermee omgaan als mensen Delft na drie jaar verlaten om ergens anders hun masters te doen. We hebben besloten dat we veel activiteiten blijven aanbieden. Je studententijd is een tijd van vrijheid, waarin je de kans moet krijgen om dingen te doen die je nog nooit hebt gedaan, zoals zweefvliegen, of zingen.”
Het loslaten van het presidentswerk lijkt haar geen enkele moeite te kosten. ,,Ik heb niet het idee dat ik iets loslaat. Je bent niet opeens weg. We eten nog elke maandag met de nieuwe senaat en ik kom nog steeds op de sociëteit. Als oud-president blijf je actief op het adviserende vlak. En, ik wist van tevoren dat het voor een jaar zou zijn, want uiteindelijk ben je student. Het is goed dat er nu weer een fris, enthousiast team is dat het overneemt.”
Wuisman heeft veel zin om weer te gaan studeren. ,,Het is heerlijk om weer in een dictaat te duiken. Vorig jaar stond alles in het teken van het DSC, nu heb ik weer tijd om te studeren en viool te spelen.”

Comments are closed.