,,Het blijft gewoon een toffe kist”

,,Er hangt een beetje mystieke sfeer rond het vliegtuig. Dat het in de oorlog zo heldhaftig heeft gevochten en zo.” En dat mystieke spreekt Rob Zantkuijl, vierdejaars Lucht- en Ruimtevaart, wel aan. ,,Iedereen heeft het bij gevechtsvliegtuigen altijd over de Spitfire, maar de G1 is echt veel mooier.”

Toen Rob Zantkuijl als kind in het Militair Luchtvaartmuseum in Soesterberg een niet vliegwaardige nagebouwde Fokker G1 zag, was hij al gefascineerd door vliegtuigen en door de G1 in het bijzonder. Zantkuijl kwam jaren later -hij was toen inmiddels begonnen aan de studie L&R in Delft- in contact met de Stichting Fokker G1 en werd meteen lid. Deze stichting heeft als doel om informatie te vergaren over het vooroorlogse vliegtuig van Fokker. De stichting heeft zo’n tachtig leden, van wie er zo’n vijftien actief zijn.

,,Over het vliegtuig is erg weinig bekend. Er zijn er zestig gebouwd, maar er is er geen een meer intact. De huidige informatie is dus erg fragmentarisch”, vertelt Zantkuijl. ,,Ook in het archief van Fokker is weinig over het vliegtuig bekend, want na een verhuizing van het bedrijf is het archief voor een deel verloren gegaan.”

Daarom proberen de leden van de stichting informatie over de kist te verzamelen. En dat lukt, zij het stukje bij beetje. ,,We komen ongeveer één keer per maand bij elkaar. De ene keer is er weer iemand die een archief heeft opgeduikeld in Duitsland, dan is er weer een liefhebber uit Finland met informatie.”
Hit

De Fokker G1 is een militair vliegtuig dat halverwege de jaren dertig door Fokker is ontwikkeld. ,,Het vliegtuig was dé hit van de Parijse Luchtvaartsalon in 1936 en trok ook meteen internationaal belangstelling. Als de Tweede Wereldoorlog er niet tussen was gekomen, was het beslist anders gelopen met de G1.”

Zal de G1 ooit weer vliegen? ,,Na enkele jaren onderzoek van de stichting beginnen we te geloven dat er ooit weer een vliegende replica van de G1 komt. De termijn van dit project is echter erg onzeker. Het zou nog wel vijftien jaar kunnen duren. De motor is het probleem niet, en ook over de buitenkant van het vliegtuig is veel bekend. De ‘witte vlekken’ zitten vooral op het gebied van de constructieve details, zoals bijvoorbeeld de verstijvers in de staart.”

Die constructieve en materiaaltechnische kant vindt de vierdejaars L&R zelf zeer interessant. ,,De vleugels van de G1 bestaan uit hout met bakkelietlijm. Binnen L&R vind ik de richting van de vliegtuigmaterialen ook zeer interessant. Wie weet zit er in de verre toekomst nog een afstudeeronderwerpin.”

Zelf meewerken aan het ontwerp van een nieuw oorlogsvliegtuig ziet Zantkuijl echter niet zitten. ,,Het blijft heel dubbel. Oorlogsvliegtuigen ontwerpen kun je eigenlijk niet verantwoorden. Maar toch blijven het veel mooiere vliegtuigen dan civiele vliegtuigen. Ze zijn veel sneller en wendbaarder. De G1 blijft gewoon een toffe kist.”
Meevliegen

De G1 is niet het enige hobby-vliegtuig dat Zantkuijl er op na houdt. Hij is namelijk ook betrokken bij het ontwerp en de bouw van het tweepersoons vliegtuig Impuls. De bouw van de Impuls is een initiatief van de Stichting Studenten Vliegtuig Ontwikkeling, Bouw en Beheer (SSVOBB). Zantkuijl helpt mee met het detailleren van het bestaande ontwerp.

,,Een aantal jaar geleden is door een groep studenten al de Lambach HLII gebouwd; een replica van een eenpersoons vliegtuigje. Probleem daarbij was dat er na de voltooiing geen sponsors of medewerkers konden meevliegen. Bovendien was het een replica. Daarom is nu besloten een door studenten ontworpen vliegtuig te bouwen. De Impuls was oorspronkelijk een afstudeerproject van twee studenten L&R.”

Het probleem van het meevliegen is bij de Impuls ook meteen opgelost. ,,De Impuls is een tweezitter geworden. Bovendien moesten de studenten die eraan meewerken er iets van kunnen leren, en hij moest door studenten te bouwen zijn.”
Fietsen

Of Zantkuijl zich na het afstuderen nog steeds met het ontwerpen van vliegtuigen bezig zal houden, weet hij niet. De L&R-student heeft nogal eens getwijfeld of hij wel de goede studie had gekozen. ,,In het begin vond ik L&R helemaal niet zo leuk. Ik heb wel eens overwogen over te stappen naar IO. Waarschijnlijk zou ik me daar ook wel thuis hebben gevoeld.”

Het kleine ontwerp spreekt Zantkuijl het meest aan. ,,Ik wil in ieder geval een beetje feeling houden met wat ik ontwerp. Dan kun je er ook wat meer van jezelf in kwijt. Dat zie je bijvoorbeeld bij het maken van de cockpitkap; de vorm is al vastgesteld, maar de details zijn van jou.” Een echt Pietje Precies dus? ,,Ik houd gewoon van kleine projectjes. Misschien ga ik later wel fietsen ontwerpen of zo.”

,,Er hangt een beetje mystieke sfeer rond het vliegtuig. Dat het in de oorlog zo heldhaftig heeft gevochten en zo.” En dat mystieke spreekt Rob Zantkuijl, vierdejaars Lucht- en Ruimtevaart, wel aan. ,,Iedereen heeft het bij gevechtsvliegtuigen altijd over de Spitfire, maar de G1 is echt veel mooier.”

Toen Rob Zantkuijl als kind in het Militair Luchtvaartmuseum in Soesterberg een niet vliegwaardige nagebouwde Fokker G1 zag, was hij al gefascineerd door vliegtuigen en door de G1 in het bijzonder. Zantkuijl kwam jaren later -hij was toen inmiddels begonnen aan de studie L&R in Delft- in contact met de Stichting Fokker G1 en werd meteen lid. Deze stichting heeft als doel om informatie te vergaren over het vooroorlogse vliegtuig van Fokker. De stichting heeft zo’n tachtig leden, van wie er zo’n vijftien actief zijn.

,,Over het vliegtuig is erg weinig bekend. Er zijn er zestig gebouwd, maar er is er geen een meer intact. De huidige informatie is dus erg fragmentarisch”, vertelt Zantkuijl. ,,Ook in het archief van Fokker is weinig over het vliegtuig bekend, want na een verhuizing van het bedrijf is het archief voor een deel verloren gegaan.”

Daarom proberen de leden van de stichting informatie over de kist te verzamelen. En dat lukt, zij het stukje bij beetje. ,,We komen ongeveer één keer per maand bij elkaar. De ene keer is er weer iemand die een archief heeft opgeduikeld in Duitsland, dan is er weer een liefhebber uit Finland met informatie.”
Hit

De Fokker G1 is een militair vliegtuig dat halverwege de jaren dertig door Fokker is ontwikkeld. ,,Het vliegtuig was dé hit van de Parijse Luchtvaartsalon in 1936 en trok ook meteen internationaal belangstelling. Als de Tweede Wereldoorlog er niet tussen was gekomen, was het beslist anders gelopen met de G1.”

Zal de G1 ooit weer vliegen? ,,Na enkele jaren onderzoek van de stichting beginnen we te geloven dat er ooit weer een vliegende replica van de G1 komt. De termijn van dit project is echter erg onzeker. Het zou nog wel vijftien jaar kunnen duren. De motor is het probleem niet, en ook over de buitenkant van het vliegtuig is veel bekend. De ‘witte vlekken’ zitten vooral op het gebied van de constructieve details, zoals bijvoorbeeld de verstijvers in de staart.”

Die constructieve en materiaaltechnische kant vindt de vierdejaars L&R zelf zeer interessant. ,,De vleugels van de G1 bestaan uit hout met bakkelietlijm. Binnen L&R vind ik de richting van de vliegtuigmaterialen ook zeer interessant. Wie weet zit er in de verre toekomst nog een afstudeeronderwerpin.”

Zelf meewerken aan het ontwerp van een nieuw oorlogsvliegtuig ziet Zantkuijl echter niet zitten. ,,Het blijft heel dubbel. Oorlogsvliegtuigen ontwerpen kun je eigenlijk niet verantwoorden. Maar toch blijven het veel mooiere vliegtuigen dan civiele vliegtuigen. Ze zijn veel sneller en wendbaarder. De G1 blijft gewoon een toffe kist.”
Meevliegen

De G1 is niet het enige hobby-vliegtuig dat Zantkuijl er op na houdt. Hij is namelijk ook betrokken bij het ontwerp en de bouw van het tweepersoons vliegtuig Impuls. De bouw van de Impuls is een initiatief van de Stichting Studenten Vliegtuig Ontwikkeling, Bouw en Beheer (SSVOBB). Zantkuijl helpt mee met het detailleren van het bestaande ontwerp.

,,Een aantal jaar geleden is door een groep studenten al de Lambach HLII gebouwd; een replica van een eenpersoons vliegtuigje. Probleem daarbij was dat er na de voltooiing geen sponsors of medewerkers konden meevliegen. Bovendien was het een replica. Daarom is nu besloten een door studenten ontworpen vliegtuig te bouwen. De Impuls was oorspronkelijk een afstudeerproject van twee studenten L&R.”

Het probleem van het meevliegen is bij de Impuls ook meteen opgelost. ,,De Impuls is een tweezitter geworden. Bovendien moesten de studenten die eraan meewerken er iets van kunnen leren, en hij moest door studenten te bouwen zijn.”
Fietsen

Of Zantkuijl zich na het afstuderen nog steeds met het ontwerpen van vliegtuigen bezig zal houden, weet hij niet. De L&R-student heeft nogal eens getwijfeld of hij wel de goede studie had gekozen. ,,In het begin vond ik L&R helemaal niet zo leuk. Ik heb wel eens overwogen over te stappen naar IO. Waarschijnlijk zou ik me daar ook wel thuis hebben gevoeld.”

Het kleine ontwerp spreekt Zantkuijl het meest aan. ,,Ik wil in ieder geval een beetje feeling houden met wat ik ontwerp. Dan kun je er ook wat meer van jezelf in kwijt. Dat zie je bijvoorbeeld bij het maken van de cockpitkap; de vorm is al vastgesteld, maar de details zijn van jou.” Een echt Pietje Precies dus? ,,Ik houd gewoon van kleine projectjes. Misschien ga ik later wel fietsen ontwerpen of zo.”