Onderwijs

Herwonnen zelfvertrouwen

Als docente is Karin van Zwetselaar een natural: lesgeven doet ze graag en dat merken de leerlingen. Ondertussen kruipt het ontwerpersbloed waar het niet gaan kan.

Het Zeister Lyceum ligt in een prachtige, bosrijke omgeving, en daar gaat zeker een rustgevende werking van uit. Maar vandaag is het vrijdagmiddag en mooi weer buiten, en wiskundige formules zijn niet bepaald het eerste waar de eerste klas havo/vwo naar snakt. Een aantal leerlingen probeert al wisecrackend de les te veranderen in een vrolijke anarchie. Dat lukt ze nooit helemaal, en wat misschien nog belangrijker is: de pogingen krijgen nooit een boosaardig karakter. In deze klas heerst een goede sfeer. Docente Karin van Zwetselaar mag dan een paar druktemakers met nablijven dreigen en uiteindelijk zelfs de daad bij het woord voegen, ze straalt uit dat ze het prettig vindt om hier te staan. Dat plezier voelt de klas – vijftien jongens en acht meisjes van rond de dertien jaar . goed aan.

“Deze klas is nieuwsgierig”, vertelt Van Zwetselaar na afloop van de les. “Ze weten veel van me. ‘We hebben je vriend zien lopen op de Vrijmarkt in Utrecht!’ Als je geen goede band met ze had, zouden ze zulke dingen niet hardop durven zeggen.”

Een onrustige klas, wil Van Zwetselaar maar zeggen, is niet hetzelfde als een rotklas. En ze heeft vergelijkingsmateriaal, want iedere docent heeft elk jaar wel één rotklas. “Veel onderling gepest, en als iemand iets fout doet is het meteen: juffrouw, hij moet er uitgestuurd worden want hij zit kauwgom te eten. Héél competitief.”
Moeras

Tien maanden geeft Van Zwetselaar nu les op het Zeister Lyceum. Een school die zich aan de haren uit het moeras omhoog heeft weten te trekken. Tien jaar geleden bleven autochtone én allochtone kinderen weg omdat het te veel een ‘zwarte school’ geworden was. “In Utrecht zijn op die manier drie scholen over de kop gegaan”, weet Van Zwetselaar. Maar met de introductie van sport- en cultuurklassen wist de school veel nieuwe leerlingen en daarmee ook nieuwe, jonge docenten te trekken. Van Zwetselaar: “Vanaf de eerste klas krijgt iedereen vier uur sport, twee uur beeldende vorming en twee uur drama. De leerlingen in de cultuurklassen krijgen dan bijvoorbeeld nog twee extra uur expressie, waarvoor gastdocenten worden uitgenodigd. Je kunt hier examen doen in vakken als lichamelijke opvoeding en beeldende vorming.” De klas van daarnet was een sportklas, zegt ze. “Veel haantjesgedrag. Maar toch zijn het wel lieve leerlingen.”

Voor haar huidige baan gaf ze drie jaar wiskunde en natuurkunde op een scholengemeenschap in de stad Utrecht. Toen onverwachts bleek dat de rector door financieel wanbeleid de school aan de rand van de afgrond had gebracht, moest zij als relatieve nieuwkomer vertrekken. “Maar ze vonden het daar zo vervelend om me te zien vertrekken dat het me zelfvertrouwen gaf.” Toen de rector van het Zeister Lyceum haar feliciteerde met het feit dat ze was aangenomen, reageerde ze dan ook met een welgemeend: ‘Jullie ook gefeliciteerd!’

“Arrogant, hè?”, zegt ze nu. “Maar ik heb het lesgeven wel in me. Ik ben nog niet een heel goede docent…” Ze onderbreekt zichzelf. “Ik ben niet de beste docent, laten we het zo zeggen. Maar ik haal veel voldoening uit mijn werk.”

Ze lijkt een natuurtalent als ze voor de klas staat. “Ik weet inmiddels: een echte docent heeft ‘het’. Dat zie je in een oogopslag. Die sta’a’t er. Een opleiding kan dat hoogstens nog iets beter maken.” Nee, ze heeft niet het idee dat ze veel opsteekt op de parttime lerarenopleiding wiskunde die ze sinds 2004 volgt. “Ik had al veel door ervaring geleerd.” Dat maakt het volgen van de opleiding frustrerend. “Maar je hebt dat papiertje nou eenmaal nodig om een vast contract te krijgen.”

Dat ‘jullie ook gefeliciteerd!’ was ook de spontane uitroep van iemand die blij is dat ze haar zelfvertrouwen terug heeft. Vijf jaar geleden begon haar afstudeerproject bij industrieel ontwerpen onder een ongelukkig gesternte: het bedrijf waarvoor ze een multifunctionele bagagedrager ging ontwerpen, bleek vanaf dag één geplaagd door interne spanningen. “Ik ben daar niet mezelf geweest. Als ik voor de klas sta, geef ik altijd 100 procent: dat maakt het zwaar, maar ook mooi. Daar was het 50 procent.”
Studieschuld

Haar studie IO is niet altijd vlot verlopen. “Soms ging het heel goed, soms niet. Ik ben daar niet helemaal tevreden over, maar ik heb veel plezier gehad, veel dingen naast mijn studie gedaan. Ik was lid van Virgiel, ik heb in een leuk studentenhuis gezeten.” Lachend: “Ik wilde bij elke feestje aanwezig zijn, dat kost ook studietijd.”

Ze waande zich dus zeker geen modelstudent, maar het afstudeerpraatje van de hoogleraar IO die haar moest begeleiden kwam als een schok. “Die man heeft me ter plekke voor familie en vrienden afgemaakt. Hij zei dat ik de boel manipuleerde, deed alsof ik wist waar ik mee bezig was terwijl dat niet zo was. Hij stelde voor dat ik maar helemaal opnieuw begon, met een leeg vel papier. Ik kreeg een 6,5.”

Het gaf haar zelfvertrouwen een knauw, zegt ze. “Ook al wist mijn vader er nog een grapje over te maken, ook al toonden medestudenten zich na afloop stomverbaasd. Het was onnodig gemeen.” De hoogleraar is inmiddels met pensioen. “Hij had een uitstekende reputatie op zijn vakgebied, dat wel.”

Belast met een flinke studieschuld wilde Van Zwetselaar snel aan het werk. Niet bij een bureau voor industriële ontwerpers. “Dat durfde ik niet meer.” Via een tip van een vriendin rolde ze het onderwijs binnen. Zwaar werk (‘we hebben die vakanties hard nodig’) en niet al te best betaald, maar wel een verademing. Toch kruipt het IO-bloed waar het niet gaan kan. Volgend jaar verruilt ze als docente het vak wiskunde (‘belangrijk, maar geen passie van me’) voor beeldende vorming. Bovendien gaat ze na de zomervakantie drie dagen per week werken, zodat ze tijd overhoudt voor haar recentelijk opgestarte bedrijfje. “Ik ontwerp op één persoon toegesneden cadeaus die mensen aan zichzelf of aan een vriend, familielid of geliefde kunnen geven. Geen massaproductie. Dat is een belangrijk verschil met IO.”

Het idee voor het bedrijf ontstond omdat het toch aan Van Zwetselaar knaagde dat ze niets deed met haar creatieve kanten. “Als het aan mij ligt, blijf ik mijn bedrijf nog jaren combineren met het onderwijs. Ik denk dat ik nooit helemaal mijn draai zou hebben gevonden bij een ontwerpbureau.”

Haar moeder vroeg haar een paar jaar geleden of ze achteraf gezien na het vwo niet beter meteen voor de lerarenopleiding had kunnen kiezen. “Ik heb haar toen gezegd dat ik zonder mijn studietijd in Delft en de creatieve aspecten van de opleiding IO veel minder sterk in mijn schoenen zou hebben gestaan als docente. En dat is ook zo.”

Naam: Karin van Zwetselaar

Leeftijd: 31 jaar

Woonplaats: Zeist

Verliefd/verloofd/getrouwd: woont samen met haar vriend

Afstudeerjaar: 2002

Afstudeerproject: Ontwerp van een multifunctionele bagagedrager voor de Giant all-road-fietsen

Loopbaan: was van 2002 tot 2005 docente wiskunde aan het St. Gregorius College. Werkt nu als docente wiskunde (binnenkort beeldende vorming) bij het Openbaar Zeister Lyceum.

Het Zeister Lyceum ligt in een prachtige, bosrijke omgeving, en daar gaat zeker een rustgevende werking van uit. Maar vandaag is het vrijdagmiddag en mooi weer buiten, en wiskundige formules zijn niet bepaald het eerste waar de eerste klas havo/vwo naar snakt. Een aantal leerlingen probeert al wisecrackend de les te veranderen in een vrolijke anarchie. Dat lukt ze nooit helemaal, en wat misschien nog belangrijker is: de pogingen krijgen nooit een boosaardig karakter. In deze klas heerst een goede sfeer. Docente Karin van Zwetselaar mag dan een paar druktemakers met nablijven dreigen en uiteindelijk zelfs de daad bij het woord voegen, ze straalt uit dat ze het prettig vindt om hier te staan. Dat plezier voelt de klas – vijftien jongens en acht meisjes van rond de dertien jaar . goed aan.

“Deze klas is nieuwsgierig”, vertelt Van Zwetselaar na afloop van de les. “Ze weten veel van me. ‘We hebben je vriend zien lopen op de Vrijmarkt in Utrecht!’ Als je geen goede band met ze had, zouden ze zulke dingen niet hardop durven zeggen.”

Een onrustige klas, wil Van Zwetselaar maar zeggen, is niet hetzelfde als een rotklas. En ze heeft vergelijkingsmateriaal, want iedere docent heeft elk jaar wel één rotklas. “Veel onderling gepest, en als iemand iets fout doet is het meteen: juffrouw, hij moet er uitgestuurd worden want hij zit kauwgom te eten. Héél competitief.”
Moeras

Tien maanden geeft Van Zwetselaar nu les op het Zeister Lyceum. Een school die zich aan de haren uit het moeras omhoog heeft weten te trekken. Tien jaar geleden bleven autochtone én allochtone kinderen weg omdat het te veel een ‘zwarte school’ geworden was. “In Utrecht zijn op die manier drie scholen over de kop gegaan”, weet Van Zwetselaar. Maar met de introductie van sport- en cultuurklassen wist de school veel nieuwe leerlingen en daarmee ook nieuwe, jonge docenten te trekken. Van Zwetselaar: “Vanaf de eerste klas krijgt iedereen vier uur sport, twee uur beeldende vorming en twee uur drama. De leerlingen in de cultuurklassen krijgen dan bijvoorbeeld nog twee extra uur expressie, waarvoor gastdocenten worden uitgenodigd. Je kunt hier examen doen in vakken als lichamelijke opvoeding en beeldende vorming.” De klas van daarnet was een sportklas, zegt ze. “Veel haantjesgedrag. Maar toch zijn het wel lieve leerlingen.”

Voor haar huidige baan gaf ze drie jaar wiskunde en natuurkunde op een scholengemeenschap in de stad Utrecht. Toen onverwachts bleek dat de rector door financieel wanbeleid de school aan de rand van de afgrond had gebracht, moest zij als relatieve nieuwkomer vertrekken. “Maar ze vonden het daar zo vervelend om me te zien vertrekken dat het me zelfvertrouwen gaf.” Toen de rector van het Zeister Lyceum haar feliciteerde met het feit dat ze was aangenomen, reageerde ze dan ook met een welgemeend: ‘Jullie ook gefeliciteerd!’

“Arrogant, hè?”, zegt ze nu. “Maar ik heb het lesgeven wel in me. Ik ben nog niet een heel goede docent…” Ze onderbreekt zichzelf. “Ik ben niet de beste docent, laten we het zo zeggen. Maar ik haal veel voldoening uit mijn werk.”

Ze lijkt een natuurtalent als ze voor de klas staat. “Ik weet inmiddels: een echte docent heeft ‘het’. Dat zie je in een oogopslag. Die sta’a’t er. Een opleiding kan dat hoogstens nog iets beter maken.” Nee, ze heeft niet het idee dat ze veel opsteekt op de parttime lerarenopleiding wiskunde die ze sinds 2004 volgt. “Ik had al veel door ervaring geleerd.” Dat maakt het volgen van de opleiding frustrerend. “Maar je hebt dat papiertje nou eenmaal nodig om een vast contract te krijgen.”

Dat ‘jullie ook gefeliciteerd!’ was ook de spontane uitroep van iemand die blij is dat ze haar zelfvertrouwen terug heeft. Vijf jaar geleden begon haar afstudeerproject bij industrieel ontwerpen onder een ongelukkig gesternte: het bedrijf waarvoor ze een multifunctionele bagagedrager ging ontwerpen, bleek vanaf dag één geplaagd door interne spanningen. “Ik ben daar niet mezelf geweest. Als ik voor de klas sta, geef ik altijd 100 procent: dat maakt het zwaar, maar ook mooi. Daar was het 50 procent.”
Studieschuld

Haar studie IO is niet altijd vlot verlopen. “Soms ging het heel goed, soms niet. Ik ben daar niet helemaal tevreden over, maar ik heb veel plezier gehad, veel dingen naast mijn studie gedaan. Ik was lid van Virgiel, ik heb in een leuk studentenhuis gezeten.” Lachend: “Ik wilde bij elke feestje aanwezig zijn, dat kost ook studietijd.”

Ze waande zich dus zeker geen modelstudent, maar het afstudeerpraatje van de hoogleraar IO die haar moest begeleiden kwam als een schok. “Die man heeft me ter plekke voor familie en vrienden afgemaakt. Hij zei dat ik de boel manipuleerde, deed alsof ik wist waar ik mee bezig was terwijl dat niet zo was. Hij stelde voor dat ik maar helemaal opnieuw begon, met een leeg vel papier. Ik kreeg een 6,5.”

Het gaf haar zelfvertrouwen een knauw, zegt ze. “Ook al wist mijn vader er nog een grapje over te maken, ook al toonden medestudenten zich na afloop stomverbaasd. Het was onnodig gemeen.” De hoogleraar is inmiddels met pensioen. “Hij had een uitstekende reputatie op zijn vakgebied, dat wel.”

Belast met een flinke studieschuld wilde Van Zwetselaar snel aan het werk. Niet bij een bureau voor industriële ontwerpers. “Dat durfde ik niet meer.” Via een tip van een vriendin rolde ze het onderwijs binnen. Zwaar werk (‘we hebben die vakanties hard nodig’) en niet al te best betaald, maar wel een verademing. Toch kruipt het IO-bloed waar het niet gaan kan. Volgend jaar verruilt ze als docente het vak wiskunde (‘belangrijk, maar geen passie van me’) voor beeldende vorming. Bovendien gaat ze na de zomervakantie drie dagen per week werken, zodat ze tijd overhoudt voor haar recentelijk opgestarte bedrijfje. “Ik ontwerp op één persoon toegesneden cadeaus die mensen aan zichzelf of aan een vriend, familielid of geliefde kunnen geven. Geen massaproductie. Dat is een belangrijk verschil met IO.”

Het idee voor het bedrijf ontstond omdat het toch aan Van Zwetselaar knaagde dat ze niets deed met haar creatieve kanten. “Als het aan mij ligt, blijf ik mijn bedrijf nog jaren combineren met het onderwijs. Ik denk dat ik nooit helemaal mijn draai zou hebben gevonden bij een ontwerpbureau.”

Haar moeder vroeg haar een paar jaar geleden of ze achteraf gezien na het vwo niet beter meteen voor de lerarenopleiding had kunnen kiezen. “Ik heb haar toen gezegd dat ik zonder mijn studietijd in Delft en de creatieve aspecten van de opleiding IO veel minder sterk in mijn schoenen zou hebben gestaan als docente. En dat is ook zo.”

Naam: Karin van Zwetselaar

Leeftijd: 31 jaar

Woonplaats: Zeist

Verliefd/verloofd/getrouwd: woont samen met haar vriend

Afstudeerjaar: 2002

Afstudeerproject: Ontwerp van een multifunctionele bagagedrager voor de Giant all-road-fietsen

Loopbaan: was van 2002 tot 2005 docente wiskunde aan het St. Gregorius College. Werkt nu als docente wiskunde (binnenkort beeldende vorming) bij het Openbaar Zeister Lyceum.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.