Onderwijs

Harde knip verdeelt TU’s

Over de invoering was overlegd in 3TU-verband, maar men kon het niet eens worden. Delft voert als enige Nederlandse technische universiteit de ‘harde knip’ tussen bachelor en master in.

‘Internationaal concurreren op kwaliteit veronderstelt heldere en uniforme toegangseisen’, schreef collegelid Paul Rullmann in mei ter onderbouwing van de ‘harde knip’ (Delta 16). Het kon de studentenraad en de ondernemingsraad niet overtuigen. Het college hakte desondanks de knoop door: vanaf 2010 wordt studenten met losse eindjes aan hun bachelordiplomering de toegang tot de masterfase ontzegd.

In een ultieme poging het tij te keren, zijn de sr en de or een geschil aangegaan waarin zij de bevoegdheid van het college betwistten om op dit onderwerp een besluit te nemen zonder hun instemming. Maar de geschillencommissie stelde het college in het gelijk. Rest de gang naar de rechter, waar de medezeggenschapsraden in hoger beroep alsnog een voet tussen de deur proberen te krijgen.

Mocht het collegebesluit ook voor de rechter in stand blijven, dan heeft dat betekenis voor meer instellingen dan uitsluitend de TU Delft. Voor alle universiteitsbesturen die kiezen voor de harde knip, ligt de weg daarheen dan immers open. Van medezeggenschapsorganen zullen zij weinig te vrezen hebben. Zou dat de reden zijn waarom de meeste andere universiteiten de kat nog even uit de boom kijken? Tot nu toe heeft alleen de Universiteit van Amsterdam evenals de TU Delft tot de harde knip besloten; Groningen is tegen.

Verder is vooral de positie die de TU Eindhoven (TU/e) heeft ingenomen pikant. In reactie op het Delftse besluit liet de Eindhovense rector Hans van Duijn vlak voor de zomervakantie weten geen reden te zien om Delft te volgen: “Zo’n beslissing heeft enorme gevolgen voor het studieprogramma. Het betekent onder meer dat men in het derde jaar meer instroommomenten moet creëren en meer mogelijkheden voor het afleggen van tentamens. Daarmee gaat het hele programma op zijn kop.” Bovendien vraagt Van Duijn zich af hoe de bachelor- en de masterfase zich in de praktijk gaan verhouden. De in 2005 aangetreden rector vindt dat het onderwijs met de invoering van de leerrechten al veel te veel veranderingen moet doorstaan. Hij wil rust in de tent.

Koren op de molen van de Delftse tegenstanders van de harde knip. Een erelidmaatschap van de Delftse studentenvakbond VSSD zou het minste zijn wat Van Duijn toekomt.

Minder blij zal het Delftse college van bestuur zijn met de uitspraken van de collega. Over de invoering van de harde knip was overlegd in 3TU-verband, maar men kon het niet eens worden. Grootste gemene deler was slechts de afspraak dat ‘het tempo niet door de langzaamste bepaald mag worden’, had collegevoorzitter Anne Flierman van de Universiteit Twente in mei nog laten weten. Wat dat betekende weten we nu. Ieder gaat zijn eigen weg. Van ‘heldere en uniforme toegangseisen’, doel van het Delftse streven, is bij de drie TU’s onderling voorlopig geen sprake.

‘Internationaal concurreren op kwaliteit veronderstelt heldere en uniforme toegangseisen’, schreef collegelid Paul Rullmann in mei ter onderbouwing van de ‘harde knip’ (Delta 16). Het kon de studentenraad en de ondernemingsraad niet overtuigen. Het college hakte desondanks de knoop door: vanaf 2010 wordt studenten met losse eindjes aan hun bachelordiplomering de toegang tot de masterfase ontzegd.

In een ultieme poging het tij te keren, zijn de sr en de or een geschil aangegaan waarin zij de bevoegdheid van het college betwistten om op dit onderwerp een besluit te nemen zonder hun instemming. Maar de geschillencommissie stelde het college in het gelijk. Rest de gang naar de rechter, waar de medezeggenschapsraden in hoger beroep alsnog een voet tussen de deur proberen te krijgen.

Mocht het collegebesluit ook voor de rechter in stand blijven, dan heeft dat betekenis voor meer instellingen dan uitsluitend de TU Delft. Voor alle universiteitsbesturen die kiezen voor de harde knip, ligt de weg daarheen dan immers open. Van medezeggenschapsorganen zullen zij weinig te vrezen hebben. Zou dat de reden zijn waarom de meeste andere universiteiten de kat nog even uit de boom kijken? Tot nu toe heeft alleen de Universiteit van Amsterdam evenals de TU Delft tot de harde knip besloten; Groningen is tegen.

Verder is vooral de positie die de TU Eindhoven (TU/e) heeft ingenomen pikant. In reactie op het Delftse besluit liet de Eindhovense rector Hans van Duijn vlak voor de zomervakantie weten geen reden te zien om Delft te volgen: “Zo’n beslissing heeft enorme gevolgen voor het studieprogramma. Het betekent onder meer dat men in het derde jaar meer instroommomenten moet creëren en meer mogelijkheden voor het afleggen van tentamens. Daarmee gaat het hele programma op zijn kop.” Bovendien vraagt Van Duijn zich af hoe de bachelor- en de masterfase zich in de praktijk gaan verhouden. De in 2005 aangetreden rector vindt dat het onderwijs met de invoering van de leerrechten al veel te veel veranderingen moet doorstaan. Hij wil rust in de tent.

Koren op de molen van de Delftse tegenstanders van de harde knip. Een erelidmaatschap van de Delftse studentenvakbond VSSD zou het minste zijn wat Van Duijn toekomt.

Minder blij zal het Delftse college van bestuur zijn met de uitspraken van de collega. Over de invoering van de harde knip was overlegd in 3TU-verband, maar men kon het niet eens worden. Grootste gemene deler was slechts de afspraak dat ‘het tempo niet door de langzaamste bepaald mag worden’, had collegevoorzitter Anne Flierman van de Universiteit Twente in mei nog laten weten. Wat dat betekende weten we nu. Ieder gaat zijn eigen weg. Van ‘heldere en uniforme toegangseisen’, doel van het Delftse streven, is bij de drie TU’s onderling voorlopig geen sprake.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.