Architectuur wordt wild, voorspelt Kas Oosterhuis, architect van het onlangs door de TU verworven paviljoen Web van Noord-Holland en sinds 2000 hoogleraar aan de TU.
/strong>
Kas Oosterhuis heeft helemaal niets tegen stilstaande gebouwen. Hij kan er heel goed mee leven dat niet elk gebouw van vorm begint te veranderen zodra je de deur achter je dichttrekt. Maar als hij ziet hoe de ict zich heeft genesteld in auto’s, magnetrons, kleren, enzovoorts, dan beseft hij dat ook de architectuur niet aan deze nieuwe evolutie zal ontkomen. Resistance is futile; met kunstenaars en programmeurs de nieuwe mogelijkheden verkennen is spannend. Het huis wordt omgeprogrammeerd tot een grillig interactief spel, met de bewoner als verbijsterde speler.
Bij een ‘slim’ gebouw denk je aan een huis dat de bewoner op zijn wenken bedient: voortdurend de ideale temperatuur, dat soort snufjes.
,,Zo’n huis is erg voorspelbaar. Je degradeert de gebruikers tot passieve consumenten. Terwijl ze actieve spelers kunnen zijn, in een huis dat is geprogrammeerd om op verschillende manieren te reageren op gebruiker en omgeving. Geef het huis een eigen wil, maak het prettig onvoorspelbaar als het weer.”
Is dat niet vermoeiend voor de gebruiker? Er wordt nu al veel geklaagd over information overload.
,,Ik vergelijk ’t het liefst met een wandeling door het bos: je ziet oneindig veel boomblaadjes en een grote verscheidenheid aan vormen, maar die rijkdom hoeft niet verontrustend te zijn. Wat we nu een overkill aan informatie noemen, zullen we als een prettige jungle leren ervaren.
Het gaat me juist om het contrast. Een gebouw als het Web van Noord-Holland ziet er ingewikkeld uit, maar straalt ook rust uit, omdat het basisprincipe eenvoudig is. Ik ben als onderzoeker altijd op zoek naar de dna-structuur van een gebouw. Dat is het belangrijkste. Niet de vraag of er nu twintig of vijftig driehoeken moeten komen.”
Een goede architect moet een goede programmeur zijn?
,,Hij moet in ieder geval bereid zijn om in een team met een programmeur samen te werken. Het vormgeven blijft belangrijk, natuurlijk. Maar je krijgt ongetwijfeld programmeurarchitecten, spelleiderarchitecten. Je moet niet alleen het spel kunnen spelen, maar ook de spelregels aanpassen. En dat doe je niet met een simpel commando.”
In het boek ‘Gridiron’ van Philip Kerr verandert een intelligent kantoorgebouw vol camera’s, sensoren, microfoons en infrarood- en leugendetectoren plotseling in een ware moordmachine.
,,Prachtig boek. Ik wacht nog steeds op de verfilming. Maar het is al bijna achterhaald. Gridiron was een beetje Norman Foster-achtige architectuur. Het enige wat echt bewoog waren de lift en de installaties die al dan niet giftige gassen uitstootten.”
Hoe communiceren gebouw en gebruiker straks met elkaar?
,,We ontwikkelen nu met de studenten van onze Hyperbody Research Group gamesoftware om interactie mogelijk te maken. Het is nog een simulatie. Een speler die in een omgeving stapt, krijgt een positie toegewezen, een aantal eigenschappen – bijvoorbeeld ‘groot’ of ‘klein’, ’treurig’ of ‘blij’ –, en allerlei gegevens. Op die gegevens kan de omgeving dan reageren.”
Misschien zeggen mensen wel: ik heb geen zin om te communiceren met mijn huis!
,,Dat is mogelijk. Er zijn ook mensen die nu zeggen: voor mij geen pc en geen mobieltje. Maar op de lange termijn is zoiets niet vol te houden. Tenzij je bereid bent je te isoleren.”
De interactieve film werd ook een grootste toekomst voorspeld, maar de meeste mensen willen er niet aan.
,,Dat gaat misschien op als je het over entertainment hebt. Bij edutainment wordt het al een ander verhaal.
De eerste toepassingen vinden plaats in het onderzoek en het onderwijs. Het kantoor lijkt de volgende logische stap. Interactie met je omgeving is de sleutel tot plezier in je werk. Vervolgens zal de technologie zich waarschijnlijk in de woonomgeving nestelen. Maar misschien liggen die drie stappen niet zo ver uit elkaar.”
En ook die laatste stap is onvermijdelijk?
,,Ik heb vijf jaar geleden in workshops studenten al voorspeld dat je in de toekomst de ‘buitenkant’ van je huis bij de Gamma zultkopen, op floppy. Geen stapels planken die je bij de buurman neerzet, zoals in de reclame, maar een elektronische gevel. Of je kunt tegen vergoeding zo’n beeld downloaden van internet. Het wordt een grote consumentenmarkt.”
Het straatbeeld zal dan wel drastisch veranderen. Hoe moeten we ons dat voorstellen?
,,Ik zie het wel voor me, hoor. Neem een reeks saaie rijtjeshuizen: in plaats van al die stenen pandjes, een reeks gevels die elk de elektronische expressie dragen van de mensen die er wonen.”
Waarom zijn er niet veel meer architecten bezig met dit soort architectuur?
,,Ik ken zelf heel veel architecten die op dit gebied experimenteren. Er is nog geen grote stroom opdrachten. Maar een heel groot percentage van de studenten gaat dit als een natuurlijke manier van ontwerpen beschouwen. Binnen tien jaar zullen we veel meer van dit soort complexe constructies te zien krijgen.
Ik heb onlangs meegewerkt aan een project van de Amerikaanse galeriehouder Max Protech, waarbij architecten van over de hele wereld ontwerpen konden inzenden voor een nieuw World Trade Centre. Ik heb een WTC ontworpen dat verschillende gedaantes kan aannemen, afhankelijk van wat er op straat gebeurt, van de weersomstandigheden, enzovoorts. Niet om meteen te bouwen, maar om de discussie op gang te brengen. Het zijn heel langzame veranderingen, in kleur, licht, geluid, vorm. Zoals de natuur verandert gedurende de vier seizoenen.”
Een Amerikaanse journalist schreef over uw inzending: prachtig idee, alleen jammer dat Kas Oosterhuis zijn tijd vijfhonderd jaar vooruit is.
,,Over vijftig jaar moet mijn ontwerp voor het WTC maatschappelijk mogelijk zijn. Als je de groei van het rekenvermogen van de pc over de afgelopen vijftien jaar extrapoleert, kom je in 2050 uit op één pc met de rekenkracht van alle menselijke breinen op aarde. Eén pc! Onvoorstelbaar.
Okee, misschien dat die groei op een gegeven moment stagneert. Maar je mag je ogen niet sluiten voor dit scenario. Er zal vroeg of laat een einde komen aan de oude meester-slaafverhouding met de pc: dat ding doet wat ik zeg. Het wordt iets gecompliceerder. Eerst wordt de pc nog je tegenspeler, waar je je aan kunt meten. Maar op een gegeven moment zullen we de intelligentie van de pc niet meer zo makkelijk kunnen beheersen.”
Geen prettig vooruitzicht.
,,Waarom niet?”
Het klinkt alsof de verhouding meester-slaaf tussen pc en gebruiker straks wordt omgedraaid.
,,Ehm, nee. Of misschien ook wel% Wie zal het zeggen? Voor mij is duidelijk dat wij niet meer degenen zijn om wie het allemaal draait. Dat idee moeten we loslaten. Er zijn andere vormen van intelligentie in de maak.”
Schrikt u met dit soort toekomstvisioenen mensen niet af? ‘Geweldig gebouw, maar het verhaal is wat te wild’.
,,Soms merk ik dat ik wat te ver ben gegaan, ja. (lacht) Misschien roep ik het schrikbeeld op van een technocratische dictatuur, Big Brother is watching you. Maar mensen die me kennen, weten dat ik me verre houd van hiërarchie. Participatie van betrokken bewoners is voor mij belangrijk.
Ik werk graag samen met beeldend kunstenaars, componisten, grafisch vormgevers. Ilona Lénárd, mijn echtgenote met wie ik ons architectenbureau leid, is beeldend kunstenaar. Ilona heeft onlangs een groot interactief schilderij gemaakt, met sensoren. Als je je door de ruimte beweegt, zie je het beeld langzaam veranderen. Dat past perfect in een interactief huis, natuurlijk. Er zijn genoeg mensen die dit soort werken zouden willen kopen.”
In uw inaugurele reden dook een virtual friend op die u af en toe met beide benen op de grond zette: ‘Kas, please, do not get involved into fields of knowledge where you are just another amateur!’ Is hij uw alter ego?
,,Eigenlijk wel, ja. Je stelt jezelf soms de vraag: loop ik niet te hard van stapel? Als je je ideeën zo brengt dat de ander niet bereid is met je mee te gaan, ben je bezig je te isoleren. Dus bij de klant van een nieuw gebouw ga je minder ver dan bij de TU Delft. Maar het is allebei interessant.”
Computerarchitect Kas Oosterhuis
Computerarchitect Kas Oosterhuis leidt met zijn echtgenote, de beeldend kunstenaar Ilona Lénárd, het Rotterdamse architectenbureau ONL. In dit bureau werken architecten samen met componisten, grafisch vormgevers, beeldend kunstenaars en programmeurs: ict moet kunst en architectuur dichter bij elkaar brengen. Oosterhuis studeerde bouwkunde in Delft, waar hij nu anderhalve dag per weekhoogleraar is. Bekende gebouwen van Oosterhuis zijn onder meer het Zoutwaterpaviljoen op Neeltje Jans en het afvalverwerkingstation Elhorst/Vloedbelt in Zenderen. Volgend jaar krijgt zijn voor de Floriade ontworpen Web van Noord-Holland een tweede bestaan in Delft als onderkomen voor het multidisciplinaire onderzoekslab Protospace. Dinsdag 12 november presenteert hij in de achterhal van Bouwkunde zijn nieuwe boek ‘Architecture goes wild’.
.aut Joost Panhuysen
Architectuur wordt wild, voorspelt Kas Oosterhuis, architect van het onlangs door de TU verworven paviljoen Web van Noord-Holland en sinds 2000 hoogleraar aan de TU.
Kas Oosterhuis heeft helemaal niets tegen stilstaande gebouwen. Hij kan er heel goed mee leven dat niet elk gebouw van vorm begint te veranderen zodra je de deur achter je dichttrekt. Maar als hij ziet hoe de ict zich heeft genesteld in auto’s, magnetrons, kleren, enzovoorts, dan beseft hij dat ook de architectuur niet aan deze nieuwe evolutie zal ontkomen. Resistance is futile; met kunstenaars en programmeurs de nieuwe mogelijkheden verkennen is spannend. Het huis wordt omgeprogrammeerd tot een grillig interactief spel, met de bewoner als verbijsterde speler.
Bij een ‘slim’ gebouw denk je aan een huis dat de bewoner op zijn wenken bedient: voortdurend de ideale temperatuur, dat soort snufjes.
,,Zo’n huis is erg voorspelbaar. Je degradeert de gebruikers tot passieve consumenten. Terwijl ze actieve spelers kunnen zijn, in een huis dat is geprogrammeerd om op verschillende manieren te reageren op gebruiker en omgeving. Geef het huis een eigen wil, maak het prettig onvoorspelbaar als het weer.”
Is dat niet vermoeiend voor de gebruiker? Er wordt nu al veel geklaagd over information overload.
,,Ik vergelijk ’t het liefst met een wandeling door het bos: je ziet oneindig veel boomblaadjes en een grote verscheidenheid aan vormen, maar die rijkdom hoeft niet verontrustend te zijn. Wat we nu een overkill aan informatie noemen, zullen we als een prettige jungle leren ervaren.
Het gaat me juist om het contrast. Een gebouw als het Web van Noord-Holland ziet er ingewikkeld uit, maar straalt ook rust uit, omdat het basisprincipe eenvoudig is. Ik ben als onderzoeker altijd op zoek naar de dna-structuur van een gebouw. Dat is het belangrijkste. Niet de vraag of er nu twintig of vijftig driehoeken moeten komen.”
Een goede architect moet een goede programmeur zijn?
,,Hij moet in ieder geval bereid zijn om in een team met een programmeur samen te werken. Het vormgeven blijft belangrijk, natuurlijk. Maar je krijgt ongetwijfeld programmeurarchitecten, spelleiderarchitecten. Je moet niet alleen het spel kunnen spelen, maar ook de spelregels aanpassen. En dat doe je niet met een simpel commando.”
In het boek ‘Gridiron’ van Philip Kerr verandert een intelligent kantoorgebouw vol camera’s, sensoren, microfoons en infrarood- en leugendetectoren plotseling in een ware moordmachine.
,,Prachtig boek. Ik wacht nog steeds op de verfilming. Maar het is al bijna achterhaald. Gridiron was een beetje Norman Foster-achtige architectuur. Het enige wat echt bewoog waren de lift en de installaties die al dan niet giftige gassen uitstootten.”
Hoe communiceren gebouw en gebruiker straks met elkaar?
,,We ontwikkelen nu met de studenten van onze Hyperbody Research Group gamesoftware om interactie mogelijk te maken. Het is nog een simulatie. Een speler die in een omgeving stapt, krijgt een positie toegewezen, een aantal eigenschappen – bijvoorbeeld ‘groot’ of ‘klein’, ’treurig’ of ‘blij’ –, en allerlei gegevens. Op die gegevens kan de omgeving dan reageren.”
Misschien zeggen mensen wel: ik heb geen zin om te communiceren met mijn huis!
,,Dat is mogelijk. Er zijn ook mensen die nu zeggen: voor mij geen pc en geen mobieltje. Maar op de lange termijn is zoiets niet vol te houden. Tenzij je bereid bent je te isoleren.”
De interactieve film werd ook een grootste toekomst voorspeld, maar de meeste mensen willen er niet aan.
,,Dat gaat misschien op als je het over entertainment hebt. Bij edutainment wordt het al een ander verhaal.
De eerste toepassingen vinden plaats in het onderzoek en het onderwijs. Het kantoor lijkt de volgende logische stap. Interactie met je omgeving is de sleutel tot plezier in je werk. Vervolgens zal de technologie zich waarschijnlijk in de woonomgeving nestelen. Maar misschien liggen die drie stappen niet zo ver uit elkaar.”
En ook die laatste stap is onvermijdelijk?
,,Ik heb vijf jaar geleden in workshops studenten al voorspeld dat je in de toekomst de ‘buitenkant’ van je huis bij de Gamma zultkopen, op floppy. Geen stapels planken die je bij de buurman neerzet, zoals in de reclame, maar een elektronische gevel. Of je kunt tegen vergoeding zo’n beeld downloaden van internet. Het wordt een grote consumentenmarkt.”
Het straatbeeld zal dan wel drastisch veranderen. Hoe moeten we ons dat voorstellen?
,,Ik zie het wel voor me, hoor. Neem een reeks saaie rijtjeshuizen: in plaats van al die stenen pandjes, een reeks gevels die elk de elektronische expressie dragen van de mensen die er wonen.”
Waarom zijn er niet veel meer architecten bezig met dit soort architectuur?
,,Ik ken zelf heel veel architecten die op dit gebied experimenteren. Er is nog geen grote stroom opdrachten. Maar een heel groot percentage van de studenten gaat dit als een natuurlijke manier van ontwerpen beschouwen. Binnen tien jaar zullen we veel meer van dit soort complexe constructies te zien krijgen.
Ik heb onlangs meegewerkt aan een project van de Amerikaanse galeriehouder Max Protech, waarbij architecten van over de hele wereld ontwerpen konden inzenden voor een nieuw World Trade Centre. Ik heb een WTC ontworpen dat verschillende gedaantes kan aannemen, afhankelijk van wat er op straat gebeurt, van de weersomstandigheden, enzovoorts. Niet om meteen te bouwen, maar om de discussie op gang te brengen. Het zijn heel langzame veranderingen, in kleur, licht, geluid, vorm. Zoals de natuur verandert gedurende de vier seizoenen.”
Een Amerikaanse journalist schreef over uw inzending: prachtig idee, alleen jammer dat Kas Oosterhuis zijn tijd vijfhonderd jaar vooruit is.
,,Over vijftig jaar moet mijn ontwerp voor het WTC maatschappelijk mogelijk zijn. Als je de groei van het rekenvermogen van de pc over de afgelopen vijftien jaar extrapoleert, kom je in 2050 uit op één pc met de rekenkracht van alle menselijke breinen op aarde. Eén pc! Onvoorstelbaar.
Okee, misschien dat die groei op een gegeven moment stagneert. Maar je mag je ogen niet sluiten voor dit scenario. Er zal vroeg of laat een einde komen aan de oude meester-slaafverhouding met de pc: dat ding doet wat ik zeg. Het wordt iets gecompliceerder. Eerst wordt de pc nog je tegenspeler, waar je je aan kunt meten. Maar op een gegeven moment zullen we de intelligentie van de pc niet meer zo makkelijk kunnen beheersen.”
Geen prettig vooruitzicht.
,,Waarom niet?”
Het klinkt alsof de verhouding meester-slaaf tussen pc en gebruiker straks wordt omgedraaid.
,,Ehm, nee. Of misschien ook wel% Wie zal het zeggen? Voor mij is duidelijk dat wij niet meer degenen zijn om wie het allemaal draait. Dat idee moeten we loslaten. Er zijn andere vormen van intelligentie in de maak.”
Schrikt u met dit soort toekomstvisioenen mensen niet af? ‘Geweldig gebouw, maar het verhaal is wat te wild’.
,,Soms merk ik dat ik wat te ver ben gegaan, ja. (lacht) Misschien roep ik het schrikbeeld op van een technocratische dictatuur, Big Brother is watching you. Maar mensen die me kennen, weten dat ik me verre houd van hiërarchie. Participatie van betrokken bewoners is voor mij belangrijk.
Ik werk graag samen met beeldend kunstenaars, componisten, grafisch vormgevers. Ilona Lénárd, mijn echtgenote met wie ik ons architectenbureau leid, is beeldend kunstenaar. Ilona heeft onlangs een groot interactief schilderij gemaakt, met sensoren. Als je je door de ruimte beweegt, zie je het beeld langzaam veranderen. Dat past perfect in een interactief huis, natuurlijk. Er zijn genoeg mensen die dit soort werken zouden willen kopen.”
In uw inaugurele reden dook een virtual friend op die u af en toe met beide benen op de grond zette: ‘Kas, please, do not get involved into fields of knowledge where you are just another amateur!’ Is hij uw alter ego?
,,Eigenlijk wel, ja. Je stelt jezelf soms de vraag: loop ik niet te hard van stapel? Als je je ideeën zo brengt dat de ander niet bereid is met je mee te gaan, ben je bezig je te isoleren. Dus bij de klant van een nieuw gebouw ga je minder ver dan bij de TU Delft. Maar het is allebei interessant.”
Computerarchitect Kas Oosterhuis
Computerarchitect Kas Oosterhuis leidt met zijn echtgenote, de beeldend kunstenaar Ilona Lénárd, het Rotterdamse architectenbureau ONL. In dit bureau werken architecten samen met componisten, grafisch vormgevers, beeldend kunstenaars en programmeurs: ict moet kunst en architectuur dichter bij elkaar brengen. Oosterhuis studeerde bouwkunde in Delft, waar hij nu anderhalve dag per weekhoogleraar is. Bekende gebouwen van Oosterhuis zijn onder meer het Zoutwaterpaviljoen op Neeltje Jans en het afvalverwerkingstation Elhorst/Vloedbelt in Zenderen. Volgend jaar krijgt zijn voor de Floriade ontworpen Web van Noord-Holland een tweede bestaan in Delft als onderkomen voor het multidisciplinaire onderzoekslab Protospace. Dinsdag 12 november presenteert hij in de achterhal van Bouwkunde zijn nieuwe boek ‘Architecture goes wild’.
.aut Joost Panhuysen
Comments are closed.