‘Een Zwarte Pool’ is volgens sommigen een van de beste Nederlandse toneelstukken van de eeuw. Het eigentijdse yuppendrama is vanaf vanavond te aanschouwen in de Haagse Schouwburg. Alleen jammer dat de uitvoering van ‘Het Toneel Speelt’ minder goed is dan die van ‘Het Nationale Toneel’ in 1992.
Als geld geen rol meer speelt, kan een mens knap ongelukkig worden. Dat bewijzen de twee echtparen uit ‘Een Zwarte Pool’, geschreven door Karst Woudstra. Op hun veertigste hebben de vier parvenu’s hun schaapjes reeds ruim op het droge. Ze wonen in kasten van huizen in de Amsterdamse grachtengordel, hebben een topdesign interieur en echte kunst aan de muur. Een decor waartegen hun innerlijk ongeluk schitterend afsteekt.
‘Een Zwarte Pool’ maakt gelijk duidelijk waarom realistisch drama van bijvoorbeeld Ibsen of Sartre zich zo vaak in de betere kringen afspeelt. Als de dagelijkse strijd om het bestaan is verdwenen, komen existentiële eenzaamheid, leegte en angst tot volle ontplooiing.
De vier echtelieden uit het stuk lijken qua karakter niets op elkaar. De wat zielige notaris (Victor Löw) wordt geminacht door zijn ontrouwe, hitsige vrouw (Carine Crutzen). Verder is er de zelfingenomen bal (Peter Blok), die getrouwd is met een wat suf, anti-sensueel ‘derdewereldtype’ (Ariane Schluter), dat zich vooral drukt maakt om ecologisch verantwoorde verfsoorten. Toch hebben allen één ding gemeen: ze zijn doodongelukkig, en de twee huwelijken zijn vastgelopen.
Een illegale Poolse biologiestudent, hulpje in de huishouding, is nodig om dat duidelijk te maken. Hij is arm en ongecompliceerd, maar authentiek en heeft weinig moeite met het bestaan. Hij koestert slechts één wens: naar de Galapagoseilanden om de reuzenalbatros te aanschouwen. Geconfronteerd met deze naïeve onschuld, wordt de psychische ellende van de andere vier ontrafeld.
Neem Daan, de egocentrische bal van veertig: alles gaat hem even goed af, vrouwen windt hij nog altijd om zijn vinger, maar het overlijden van zijn vader en grote voorbeeld kan hij niet verwerken. En de relatie met zijn vrouw is al jaren dood. Zij, erg gevoelig, heeft haar toevlucht gezocht in alles wat vaag is: van eco tot pseudo-reli.
Al jaren gaat Daan vreemd met de vrouw van zijn goede vriend, de notaris. Voor Daan zijn het aangename tussendoortjes. Voor haar de zingeving van haar bestaan. Want haar eigen echtgenoot heeft haar eigenlijk nooit kunnen boeien. Onhandig, saai, en latent homoseksueel. De notaris kan in de verste verte niet tippen aan vlotte vriend Daan. Dat vindt de notaris zelf, dat vindt zijn vrouw en dat vindt Daan. Het wordt ‘m af en toe ook weinig subtiel aangewreven.
Voelbaar
‘Een Zwarte Pool’ werd in 1992 voor het eerst gespeeld door ‘Het Nationale Toneel’. Toen werd het stuk door de recensenten doodgeknuffeld. Het zou een van de beste Nederlandse stukken zijn ooit geschreven en gespeeld. Het stuk was toen bovendien zeer actueel. De Muur was net gevallen en de angst voor enorme aantallen illegale gelukszoekers uit het Oosten groot. Die angst, op het randje van racisme, komt in het stuk duidelijk naar voren.
Het is natuurlijk gevaarlijk: een stuk nu al opnieuw uit de kast halen dat acht jaar geleden zo’n succes was. De kritieken zijn nu dan ook minder himmelhoch jauchzend dan toen. Het stuk heeft zijn actualiteit ook enigszins verloren. Wie maakt zich nu nog druk om (vaak goed opgeleide) Oost-Europeanen? Niet-westerse asielzoekers uit Afghanistan of Somalië, daar gaan de zorgen naar uit.
Toch is de uitvoering van ‘Een Zwarte Pool’ door ‘Het Toneel Speelt’ zeker niet slecht. Dat komt met name door de fenomenaal acterende Victor Löw (de sukkelende notaris). Het publiek krijgt het psychisch lijden van vier personen over zich uitgestort, maar alleen de ellende van Löw is onverdraaglijk. Zijn gevoelige snaren worden voor het publiek werkelijk voelbaar.
Löw draagt het stuk, maar ook Ariane Schluter mag er wezen: haar antroposofische gezever is heel mooi neergezet. Wie tegenvalt is de Poolse student. Maar dat ligt meer aan schrijver Karst Woudstra dan aan acteur Ali Ben Horsting. De Pool lijkt weggelopen van een schilderij van Paul Gauguin: de authentieke, nog niet verpeste wilde. Hij functioneert slechts als spiegel voor de anderen zonder zelf echt tot leven te komen. Zijn jongensdroom, een vogel bekijken op de Galapagos-eilanden, maakt hem ronduit tot karikatuur.
‘Een Zwarte Pool’ van Karst Woudstra door ‘Het Toneel Speelt’ is vanaf vanavond tot en met volgende week woensdag te zien in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag, Korte Voorhout 3, tel. 0900-3456789. Prijs: 15 gulden voor jongeren onder 25, anders 35 gulden of meer. Op woensdag 19 april is het stuk eenmalig te zien in de Rijswijkse Schouwburg.
Als geld geen rol meer speelt, kan een mens knap ongelukkig worden. Dat bewijzen de twee echtparen uit ‘Een Zwarte Pool’, geschreven door Karst Woudstra. Op hun veertigste hebben de vier parvenu’s hun schaapjes reeds ruim op het droge. Ze wonen in kasten van huizen in de Amsterdamse grachtengordel, hebben een topdesign interieur en echte kunst aan de muur. Een decor waartegen hun innerlijk ongeluk schitterend afsteekt.
‘Een Zwarte Pool’ maakt gelijk duidelijk waarom realistisch drama van bijvoorbeeld Ibsen of Sartre zich zo vaak in de betere kringen afspeelt. Als de dagelijkse strijd om het bestaan is verdwenen, komen existentiële eenzaamheid, leegte en angst tot volle ontplooiing.
De vier echtelieden uit het stuk lijken qua karakter niets op elkaar. De wat zielige notaris (Victor Löw) wordt geminacht door zijn ontrouwe, hitsige vrouw (Carine Crutzen). Verder is er de zelfingenomen bal (Peter Blok), die getrouwd is met een wat suf, anti-sensueel ‘derdewereldtype’ (Ariane Schluter), dat zich vooral drukt maakt om ecologisch verantwoorde verfsoorten. Toch hebben allen één ding gemeen: ze zijn doodongelukkig, en de twee huwelijken zijn vastgelopen.
Een illegale Poolse biologiestudent, hulpje in de huishouding, is nodig om dat duidelijk te maken. Hij is arm en ongecompliceerd, maar authentiek en heeft weinig moeite met het bestaan. Hij koestert slechts één wens: naar de Galapagoseilanden om de reuzenalbatros te aanschouwen. Geconfronteerd met deze naïeve onschuld, wordt de psychische ellende van de andere vier ontrafeld.
Neem Daan, de egocentrische bal van veertig: alles gaat hem even goed af, vrouwen windt hij nog altijd om zijn vinger, maar het overlijden van zijn vader en grote voorbeeld kan hij niet verwerken. En de relatie met zijn vrouw is al jaren dood. Zij, erg gevoelig, heeft haar toevlucht gezocht in alles wat vaag is: van eco tot pseudo-reli.
Al jaren gaat Daan vreemd met de vrouw van zijn goede vriend, de notaris. Voor Daan zijn het aangename tussendoortjes. Voor haar de zingeving van haar bestaan. Want haar eigen echtgenoot heeft haar eigenlijk nooit kunnen boeien. Onhandig, saai, en latent homoseksueel. De notaris kan in de verste verte niet tippen aan vlotte vriend Daan. Dat vindt de notaris zelf, dat vindt zijn vrouw en dat vindt Daan. Het wordt ‘m af en toe ook weinig subtiel aangewreven.
Voelbaar
‘Een Zwarte Pool’ werd in 1992 voor het eerst gespeeld door ‘Het Nationale Toneel’. Toen werd het stuk door de recensenten doodgeknuffeld. Het zou een van de beste Nederlandse stukken zijn ooit geschreven en gespeeld. Het stuk was toen bovendien zeer actueel. De Muur was net gevallen en de angst voor enorme aantallen illegale gelukszoekers uit het Oosten groot. Die angst, op het randje van racisme, komt in het stuk duidelijk naar voren.
Het is natuurlijk gevaarlijk: een stuk nu al opnieuw uit de kast halen dat acht jaar geleden zo’n succes was. De kritieken zijn nu dan ook minder himmelhoch jauchzend dan toen. Het stuk heeft zijn actualiteit ook enigszins verloren. Wie maakt zich nu nog druk om (vaak goed opgeleide) Oost-Europeanen? Niet-westerse asielzoekers uit Afghanistan of Somalië, daar gaan de zorgen naar uit.
Toch is de uitvoering van ‘Een Zwarte Pool’ door ‘Het Toneel Speelt’ zeker niet slecht. Dat komt met name door de fenomenaal acterende Victor Löw (de sukkelende notaris). Het publiek krijgt het psychisch lijden van vier personen over zich uitgestort, maar alleen de ellende van Löw is onverdraaglijk. Zijn gevoelige snaren worden voor het publiek werkelijk voelbaar.
Löw draagt het stuk, maar ook Ariane Schluter mag er wezen: haar antroposofische gezever is heel mooi neergezet. Wie tegenvalt is de Poolse student. Maar dat ligt meer aan schrijver Karst Woudstra dan aan acteur Ali Ben Horsting. De Pool lijkt weggelopen van een schilderij van Paul Gauguin: de authentieke, nog niet verpeste wilde. Hij functioneert slechts als spiegel voor de anderen zonder zelf echt tot leven te komen. Zijn jongensdroom, een vogel bekijken op de Galapagos-eilanden, maakt hem ronduit tot karikatuur.
‘Een Zwarte Pool’ van Karst Woudstra door ‘Het Toneel Speelt’ is vanaf vanavond tot en met volgende week woensdag te zien in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag, Korte Voorhout 3, tel. 0900-3456789. Prijs: 15 gulden voor jongeren onder 25, anders 35 gulden of meer. Op woensdag 19 april is het stuk eenmalig te zien in de Rijswijkse Schouwburg.
Comments are closed.