Onderwijs

‘Financiering fundamenteel onderzoek zwak omschreven in Delta-instituut’

Het ministerie van verkeer en waterstaat wil al het Nederlandse wateronderzoek in een Delta-instituut samenbrengen. Decaan van Civiele Techniek, prof.dr.ir. Louis de Quelerij, lobbyt nu voor de Delftse belangen.

Wanneer is de aftrap van het Delta-instituut?

“Het instituut moet binnen twee jaar starten. Ik ben nu met de directeuren van deelnemende instituten in overleg om voor die tijd de rolverdeling duidelijk te krijgen.”

Wat is de aanleiding om het instituut te beginnen?

“Het kabinet kreeg in mei de aanbeveling van de commissie Wijffels om alle onderzoek op het gebied van water, dijken en infrastructuur samen te brengen in een Delta-instituut. Onderzoek van WL/Delft Hydraulics en Geodelft moest daarin gebundeld worden. Ook afdelingen van Rijkswaterstaat en TNO zouden meedoen. Het langetermijnonderzoek moest worden afgestemd met de TU Delft.”

Wat voor onderzoek moet er plaatsvinden en wat is de rol voor de TU hierin?

“Het hoofdonderwerp is deltatechnologie; hoe kun je ons kwetsbare polderland en deltagebied in de toekomst leefbaar houden? Thema’s als bouwen op slappe ondergrond spelen een rol, klimaatverandering, kustverdediging en hoe je met wateroverlast moet omgaan.

De Citg-faculteit neemt het grootste aandeel voor haar rekening in het onderzoek, maar daarnaast doen ook afdelingen van de faculteiten TBM en Bouwkunde mee.”

Hoe staat u tegenover de vorming van het Delta-instituut? Want de samenvoeging is van bovenaf opgelegd door het ministerie.

“In principe positief, omdat we de kans krijgen om aan meerjarige onderzoeksprogramma’s deel te nemen. Dat is beter dan wanneer je steeds voor kleine projectjes met de pet rond moet.

Maar de financiering van wetenschappelijk onderzoek, ons aandeel dus, wordt door het ministerie nog zwak omschreven. Marktpartijen zouden voor het grootste deel van het onderzoeksgeld moeten opdraaien. Maar bedrijven hebben bij langetermijnonderzoek aan bijvoorbeeld kustverdediging nauwelijks terugverdienmogelijkheden, dus is het niet aantrekkelijk voor ze om te investeren. Bovendien heeft de overheid zelf belang bij dit type onderzoek.

Wat gaat u doen om het Delftse belang te waarborgen?

“Met name van het ministerie van verkeer en waterstaat is het nodig om hardere garanties te krijgen dat zij in het onderzoek van het Delta-instituut meebetaalt. In een overleg deze week tussen het ministerie en de TU Delft zullen we dit punt inbrengen.

En we willen over vier jaar met het Delta-instituut in een nieuwe ronde voor Top Tech Instituten meedoen. Als we daarin slagen, betaalt de overheid de helft van het langetermijnonderzoek. Dan kan het Delta-instituut meer worden dan een consultancybureau, of een optelsom van al bestaande instituten.”

Louis de Quelerij (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Wanneer is de aftrap van het Delta-instituut?

“Het instituut moet binnen twee jaar starten. Ik ben nu met de directeuren van deelnemende instituten in overleg om voor die tijd de rolverdeling duidelijk te krijgen.”

Wat is de aanleiding om het instituut te beginnen?

“Het kabinet kreeg in mei de aanbeveling van de commissie Wijffels om alle onderzoek op het gebied van water, dijken en infrastructuur samen te brengen in een Delta-instituut. Onderzoek van WL/Delft Hydraulics en Geodelft moest daarin gebundeld worden. Ook afdelingen van Rijkswaterstaat en TNO zouden meedoen. Het langetermijnonderzoek moest worden afgestemd met de TU Delft.”

Wat voor onderzoek moet er plaatsvinden en wat is de rol voor de TU hierin?

“Het hoofdonderwerp is deltatechnologie; hoe kun je ons kwetsbare polderland en deltagebied in de toekomst leefbaar houden? Thema’s als bouwen op slappe ondergrond spelen een rol, klimaatverandering, kustverdediging en hoe je met wateroverlast moet omgaan.

De Citg-faculteit neemt het grootste aandeel voor haar rekening in het onderzoek, maar daarnaast doen ook afdelingen van de faculteiten TBM en Bouwkunde mee.”

Hoe staat u tegenover de vorming van het Delta-instituut? Want de samenvoeging is van bovenaf opgelegd door het ministerie.

“In principe positief, omdat we de kans krijgen om aan meerjarige onderzoeksprogramma’s deel te nemen. Dat is beter dan wanneer je steeds voor kleine projectjes met de pet rond moet.

Maar de financiering van wetenschappelijk onderzoek, ons aandeel dus, wordt door het ministerie nog zwak omschreven. Marktpartijen zouden voor het grootste deel van het onderzoeksgeld moeten opdraaien. Maar bedrijven hebben bij langetermijnonderzoek aan bijvoorbeeld kustverdediging nauwelijks terugverdienmogelijkheden, dus is het niet aantrekkelijk voor ze om te investeren. Bovendien heeft de overheid zelf belang bij dit type onderzoek.

Wat gaat u doen om het Delftse belang te waarborgen?

“Met name van het ministerie van verkeer en waterstaat is het nodig om hardere garanties te krijgen dat zij in het onderzoek van het Delta-instituut meebetaalt. In een overleg deze week tussen het ministerie en de TU Delft zullen we dit punt inbrengen.

En we willen over vier jaar met het Delta-instituut in een nieuwe ronde voor Top Tech Instituten meedoen. Als we daarin slagen, betaalt de overheid de helft van het langetermijnonderzoek. Dan kan het Delta-instituut meer worden dan een consultancybureau, of een optelsom van al bestaande instituten.”

Louis de Quelerij (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.