Vijfdejaars TB-student en Delta-medewerker Rik Kuiper verblijft drie maanden aan de Technische Universiteit in Turijn voor een simulatiestudie over dial-a-ride transportsystemen.
br />
Ontevreden hoefde ik in ieder geval niet te zijn met het ruimtegebrek van de Politecnico in Turijn, Italië. Integendeel, ik kon een gat in de lucht springen en de Italiaanse goden op mijn blote knieën danken. Paradoxaal genoeg had juist het gebrek aan ruimte mij hier in de stad van Fiat een riante werkplek opgeleverd.
Men had wat moeten puzzelen, maar na enige tijd werd ik in de grootste kamer van het Transportdepartement gezet: het oudbruine jarenvijftigkantoor van professor Crotti, waar overal aan de muur vergeelde zwart-wit foto’s hingen met daarop afgebeeld locomotieven van veertig jaar oud. Onder de foto’s had iemand, wellicht Crotti zelf in zijn jonge jaren, de technische eigenschappen van de betreffende locomotief gekriebeld.
Bijkomend voordeel van mijn nieuwe werkplek was dat onder een van deze locomotieven de nieuwste en snelste computer van het departement stond, een onmisbaar hulpmiddel voor mijn simulatiestudie. Voor Crotti was het apparaat trouwens slechts een middel om eens per week zijn e-mail te lezen, en noch de scanner, noch de printer heb ik hem ooit zien gebruiken. Kortom geen optimale inzet van de productiemiddelen, maar voor lo studente olandese was het een uitkomst.
Crotti, een norse grijze Italiaan met een altijd rokende pijp in de mondhoek, was er bijna nooit. Dus meestal had ik het airconditioned rijk voor me alleen. Maar ook als hij er wel was % een paar ochtenden in de week – had ik geen last van hem. Hij had namelijk de gewoonte om behalve enige beleefdheden als buongiorno en arrivederci geen woord met mij te wisselen. Enkele pogingen om met mijn Italiaans geploeter de man aan de praat te krijgen mislukten. Hij volhardde in zijn stilte en beet me af toe een bevel toe met betrekking tot het sluiten van deuren en ramen of het uitdoen van de airconditioning. Wij konden uren samen zijn, Crotti en ik, zonder te communiceren.
Mooi detail in onze relatie is dat er toch een zekere hiërarchie tussen ons bestond. Het geprefabriceerde voorkantje van mijn rapport, dat mij al na een week in handen werd gedrukt, vermeldde immers dat deze zelfde Crotti tijdens mijn drie maanden durende verblijf in Turijn een van mijn twee begeleiders was. Ik deed het dus uiteindelijk allemaal voor hem. Dat wij elkaar eigenlijk alleen over mijn project spraken tijdens de allereerste bijeenkomst, deed daar niets aan af.
Vijfdejaars TB-student en Delta-medewerker Rik Kuiper verblijft drie maanden aan de Technische Universiteit in Turijn voor een simulatiestudie over dial-a-ride transportsystemen.
Ontevreden hoefde ik in ieder geval niet te zijn met het ruimtegebrek van de Politecnico in Turijn, Italië. Integendeel, ik kon een gat in de lucht springen en de Italiaanse goden op mijn blote knieën danken. Paradoxaal genoeg had juist het gebrek aan ruimte mij hier in de stad van Fiat een riante werkplek opgeleverd.
Men had wat moeten puzzelen, maar na enige tijd werd ik in de grootste kamer van het Transportdepartement gezet: het oudbruine jarenvijftigkantoor van professor Crotti, waar overal aan de muur vergeelde zwart-wit foto’s hingen met daarop afgebeeld locomotieven van veertig jaar oud. Onder de foto’s had iemand, wellicht Crotti zelf in zijn jonge jaren, de technische eigenschappen van de betreffende locomotief gekriebeld.
Bijkomend voordeel van mijn nieuwe werkplek was dat onder een van deze locomotieven de nieuwste en snelste computer van het departement stond, een onmisbaar hulpmiddel voor mijn simulatiestudie. Voor Crotti was het apparaat trouwens slechts een middel om eens per week zijn e-mail te lezen, en noch de scanner, noch de printer heb ik hem ooit zien gebruiken. Kortom geen optimale inzet van de productiemiddelen, maar voor lo studente olandese was het een uitkomst.
Crotti, een norse grijze Italiaan met een altijd rokende pijp in de mondhoek, was er bijna nooit. Dus meestal had ik het airconditioned rijk voor me alleen. Maar ook als hij er wel was % een paar ochtenden in de week – had ik geen last van hem. Hij had namelijk de gewoonte om behalve enige beleefdheden als buongiorno en arrivederci geen woord met mij te wisselen. Enkele pogingen om met mijn Italiaans geploeter de man aan de praat te krijgen mislukten. Hij volhardde in zijn stilte en beet me af toe een bevel toe met betrekking tot het sluiten van deuren en ramen of het uitdoen van de airconditioning. Wij konden uren samen zijn, Crotti en ik, zonder te communiceren.
Mooi detail in onze relatie is dat er toch een zekere hiërarchie tussen ons bestond. Het geprefabriceerde voorkantje van mijn rapport, dat mij al na een week in handen werd gedrukt, vermeldde immers dat deze zelfde Crotti tijdens mijn drie maanden durende verblijf in Turijn een van mijn twee begeleiders was. Ik deed het dus uiteindelijk allemaal voor hem. Dat wij elkaar eigenlijk alleen over mijn project spraken tijdens de allereerste bijeenkomst, deed daar niets aan af.
Comments are closed.