Campus

Fax van Verre

Erik Saat, zevendejaars werktuigbouwkunde, sleutelt bij ABB Power Plant Laboratories, Connecticut, aan milieuvriendelijke energie.

ABB ontwikkelt hier een nieuw type circulerend wervelbedcentrale. Deze technologie kan een grote rol spelen in de toekomst van de energievoorziening. Eigenlijk alles – kool, biomassa en huishoudelijk afval – kun je in de centrale gooien, terwijl de emissies aan zwaveldioxide en stikstofoxide gegarandeerd zijn onder de huidige werelwijde normen.

Ik heb in dit onderzoeksprogramma een klein aandeeltje in het modelleren van de circulatie van de brandstof, die een grote invloed heeft op de thermodynamische prestatie van dit systeem.

In Amerika begint het milieubesef ook eindelijk een beetje door te dringen. De overheid steunt onderzoeksprogramma’s op het gebied van het schoon verbranden van biomassa en afval, met name in nieuwe wervelbedcentrales (!) voor de productie van elektriciteit en warmte. Veel grote kolencentrales staan op het punt te sluiten. Ze worden vervangen door grote aardgasgestookte centrales die relatief een veel mindere CO2-uitstoot hebben. Ja, de wil is er wel.

Veel publieke aandacht voor beperking van het verbruik van die opgewekte energie is er echter nog niet. Het excessieve energiegebruik van de Amerikanen is onder andere gebaseerd op de ineffciënte infrastructuur van energiesystemen en een heleboel gemakzucht.

Neem bijvoorbeeld het stadsverwarmingssysteem in New York. Dat gaat ergens in september aan, en op 1 april gaat het weer uit. Nu is dat niet zo erg als je op een warme winterdag de thermostaat een graadje lager kunt zetten. Maar een thermostaat op je verwarming is hier niet echt gebruikelijk. Zodoende zet heel New York op zo’n warme winterdag massaal de ramen open.

In mijn studentenkamer in Hartford heb ik ook geen thermostaat. Ik heb mijn ramen dan ook nog nooit dichtgehad. Helemaal in de tropische sfeer van thuis, lopen mensen in hartje winter in de supermarkt niet zelden met een korte broek.

Nog een voorbeeldje. De auto. Nu is een auto in een stad als Hartford, zonder enige vorm van openbaar vervoer, ook wel een must, dat moet ik toegeven. Maar zelfs voor het bezoekje aan het fastfood-restaurant op de hoek van de straat wordt de auto gepakt. Ikzelf ben inmiddels vergroeid met mijn Lincoln, maatje boot. En inderdaad, de 80 cent voor een litertje benzine is toch redelijk als je auto één op zes rijdt.

Ach, goedkoop is maar relatief blijkt wel weer. Mijn collega’s rijden speciaal naar Massachusetts (op 20 mijl) om daar voor een paar dollarcenten goedkoper enkele gallons benzine in te slaan.

Ik hoop over een paar weken vanaf JFK in New York een milieuvervuilend vliegtuig te pakken. Terug naar Delft, om daar een mooie afstudeerpresentatie te geven.

Erik Saat

ABB ontwikkelt hier een nieuw type circulerend wervelbedcentrale. Deze technologie kan een grote rol spelen in de toekomst van de energievoorziening. Eigenlijk alles – kool, biomassa en huishoudelijk afval – kun je in de centrale gooien, terwijl de emissies aan zwaveldioxide en stikstofoxide gegarandeerd zijn onder de huidige werelwijde normen.

Ik heb in dit onderzoeksprogramma een klein aandeeltje in het modelleren van de circulatie van de brandstof, die een grote invloed heeft op de thermodynamische prestatie van dit systeem.

In Amerika begint het milieubesef ook eindelijk een beetje door te dringen. De overheid steunt onderzoeksprogramma’s op het gebied van het schoon verbranden van biomassa en afval, met name in nieuwe wervelbedcentrales (!) voor de productie van elektriciteit en warmte. Veel grote kolencentrales staan op het punt te sluiten. Ze worden vervangen door grote aardgasgestookte centrales die relatief een veel mindere CO2-uitstoot hebben. Ja, de wil is er wel.

Veel publieke aandacht voor beperking van het verbruik van die opgewekte energie is er echter nog niet. Het excessieve energiegebruik van de Amerikanen is onder andere gebaseerd op de ineffciënte infrastructuur van energiesystemen en een heleboel gemakzucht.

Neem bijvoorbeeld het stadsverwarmingssysteem in New York. Dat gaat ergens in september aan, en op 1 april gaat het weer uit. Nu is dat niet zo erg als je op een warme winterdag de thermostaat een graadje lager kunt zetten. Maar een thermostaat op je verwarming is hier niet echt gebruikelijk. Zodoende zet heel New York op zo’n warme winterdag massaal de ramen open.

In mijn studentenkamer in Hartford heb ik ook geen thermostaat. Ik heb mijn ramen dan ook nog nooit dichtgehad. Helemaal in de tropische sfeer van thuis, lopen mensen in hartje winter in de supermarkt niet zelden met een korte broek.

Nog een voorbeeldje. De auto. Nu is een auto in een stad als Hartford, zonder enige vorm van openbaar vervoer, ook wel een must, dat moet ik toegeven. Maar zelfs voor het bezoekje aan het fastfood-restaurant op de hoek van de straat wordt de auto gepakt. Ikzelf ben inmiddels vergroeid met mijn Lincoln, maatje boot. En inderdaad, de 80 cent voor een litertje benzine is toch redelijk als je auto één op zes rijdt.

Ach, goedkoop is maar relatief blijkt wel weer. Mijn collega’s rijden speciaal naar Massachusetts (op 20 mijl) om daar voor een paar dollarcenten goedkoper enkele gallons benzine in te slaan.

Ik hoop over een paar weken vanaf JFK in New York een milieuvervuilend vliegtuig te pakken. Terug naar Delft, om daar een mooie afstudeerpresentatie te geven.

Erik Saat

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.