Opinie

Eindhoven tart Delft

.chap De vete tussen Eindhoven en Delft duurt voort.Na eerdere schermutselingen rond de opleiding industrieel ontwerpen en de transfer van een elektro-groep naar Eindhoven, werden de onvriendelijkheden nu in het Technisch Weekblad van de afgelopen maand voortgezet.

Dit keer opende de Eindhovense collegevoorzitter De Wilt in eigen persoon de aanval. Zonder mankeren stelde hij: ,,Vriend en vijand zijn het erover eens dat we de beste TU van Nederland zijn, zowel qua onderzoek als qua onderwijs.” Hij baseerde zich daarbij, zei hij, op citatie-onderzoek van de Leidse hoogleraar Van Raan. Om te vervolgen: ,,Ik vind het belangrijk dat je niet zo maar iets roept, maar dat je duidelijk toetsbare doelstellingen formuleert. Zo maar wat ambitieuze dingen roepen, daar maak je je op den duur belachelijk mee.”

De goede verstaander weet het dan al, maar de verslaggever wil het nog even horen: ,,U verwijst hiermee naar de TU Delft die al jaren roept dat ze tot de top vijf wil behoren?” Maar De Wilt weigert nog even te happen: ,,Dat is voor uw rekening. Ik hoop dat ik in ieder geval duidelijk maak dat óns streven straks te toetsen is. Verder moet Delft maar uitzoeken wat Delft wil.”

De handschoen werd twee weken later opgenomen door collegevoorzitter De Voogd. Over het beste onderzoek viel te twisten, zei hij, maar qua maatschappelijke impact had de TU ‘haar gelijke niet’. En de beste ingenieurs komen nog altijd uit Delft. ,,We zeggen dat niet zelf, maar de Erasmus Universiteit heeft dat onderzocht. Die concluderen dat het bedrijfsleven de afgestudeerden van onze universiteit het hoogste cijfer geeft.” Het is een opmerkelijke uitspraak van De Voogd, omdat de TU zich hier laat voorstaan op haar maatschappelijke impact en onderwijskwaliteit. Volgens de recente Strategienota wil de TU juist het accent leggen op fundamenteel onderzoek. Toch niet omdat dat nu een zwakke plek is, mogen we aannemen.

Hoe het ook zij, het onderlinge gekissebis is contraproductief en overbodig omdat verreweg de meeste studenten hun universiteit op geografische gronden kiezen % behalve bij unieke opleidingen natuurlijk. Naar verluidt heeft Eindhoven zijn wervingsactiviteiten nu zelfs tot in de Delftse middelbare scholen uitgebreid. Het geeft maar weer eens aan hoe zinloos en geldverslindend de onderlinge concurrentie in het Nederlandse wetenschappelijke onderwijs is geworden. De tijd lijkt niet ver weg meer dat studenten in plaats van laptops geld toe krijgen als ze aan een bepaalde universiteit willen gaan studeren.

Voor het overige lijkt de volgende tip voor het Delftse college van bestuur op zijn plaats: als Eindhoven zo nodig de borst vooruit wil zetten, laat het dat vooral doen. Kreten als: ‘wij zijn de beste’ hebben vooral betekenis op het niveau van de universiteitsbesturen. Medewerkers en studenten zijn eerder geïnteresseerd in samenwerking, dan in concurrentie.

.chap De vete tussen Eindhoven en Delft duurt voort.

Na eerdere schermutselingen rond de opleiding industrieel ontwerpen en de transfer van een elektro-groep naar Eindhoven, werden de onvriendelijkheden nu in het Technisch Weekblad van de afgelopen maand voortgezet. Dit keer opende de Eindhovense collegevoorzitter De Wilt in eigen persoon de aanval. Zonder mankeren stelde hij: ,,Vriend en vijand zijn het erover eens dat we de beste TU van Nederland zijn, zowel qua onderzoek als qua onderwijs.” Hij baseerde zich daarbij, zei hij, op citatie-onderzoek van de Leidse hoogleraar Van Raan. Om te vervolgen: ,,Ik vind het belangrijk dat je niet zo maar iets roept, maar dat je duidelijk toetsbare doelstellingen formuleert. Zo maar wat ambitieuze dingen roepen, daar maak je je op den duur belachelijk mee.”

De goede verstaander weet het dan al, maar de verslaggever wil het nog even horen: ,,U verwijst hiermee naar de TU Delft die al jaren roept dat ze tot de top vijf wil behoren?” Maar De Wilt weigert nog even te happen: ,,Dat is voor uw rekening. Ik hoop dat ik in ieder geval duidelijk maak dat óns streven straks te toetsen is. Verder moet Delft maar uitzoeken wat Delft wil.”

De handschoen werd twee weken later opgenomen door collegevoorzitter De Voogd. Over het beste onderzoek viel te twisten, zei hij, maar qua maatschappelijke impact had de TU ‘haar gelijke niet’. En de beste ingenieurs komen nog altijd uit Delft. ,,We zeggen dat niet zelf, maar de Erasmus Universiteit heeft dat onderzocht. Die concluderen dat het bedrijfsleven de afgestudeerden van onze universiteit het hoogste cijfer geeft.” Het is een opmerkelijke uitspraak van De Voogd, omdat de TU zich hier laat voorstaan op haar maatschappelijke impact en onderwijskwaliteit. Volgens de recente Strategienota wil de TU juist het accent leggen op fundamenteel onderzoek. Toch niet omdat dat nu een zwakke plek is, mogen we aannemen.

Hoe het ook zij, het onderlinge gekissebis is contraproductief en overbodig omdat verreweg de meeste studenten hun universiteit op geografische gronden kiezen % behalve bij unieke opleidingen natuurlijk. Naar verluidt heeft Eindhoven zijn wervingsactiviteiten nu zelfs tot in de Delftse middelbare scholen uitgebreid. Het geeft maar weer eens aan hoe zinloos en geldverslindend de onderlinge concurrentie in het Nederlandse wetenschappelijke onderwijs is geworden. De tijd lijkt niet ver weg meer dat studenten in plaats van laptops geld toe krijgen als ze aan een bepaalde universiteit willen gaan studeren.

Voor het overige lijkt de volgende tip voor het Delftse college van bestuur op zijn plaats: als Eindhoven zo nodig de borst vooruit wil zetten, laat het dat vooral doen. Kreten als: ‘wij zijn de beste’ hebben vooral betekenis op het niveau van de universiteitsbesturen. Medewerkers en studenten zijn eerder geïnteresseerd in samenwerking, dan in concurrentie.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.