Een open sfeer, meer onderling contact en efficienter gebruik van vierkante meters zijn de ideeen achter de nieuwe ‘open’ kantoren bij OCP.
Een open sfeer, meer onderling contact en efficiënter gebruik van vierkante meters zijn de ideeën achter de nieuwe ‘open’ kantoren bij OCP. Op rust en privacy is ingeboet.
Promovendus ir. Dennis van Hessen wil al nooit meer anders. Promovenda drs. Joanne Minekus zou toch liever met vier man een échte kamer delen. Student Aat van Meeteren is het minst positief over zijn ‘open’ werkplek. ,,Ik snap het niet. Een bureau aan de gang, naast de koffiehoek. Hoe moet iemand zich hier concentreren?”
Zes weken geleden trokken de secties Systeem- en Regeltechniek en Mens-machine systemen van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie (OCP) in hun nieuwe behuizing. Niet alleen de meubels zijn nieuw, ook de opzet. Promovendi en studenten zitten niet meer in kamers, maar in open ruimtes. De docenten en hoogleraren kregen wel een gesloten glazen kantoor vanwege de vertrouwelijke gesprekken die ze moeten voeren.
Vastgoed wilde drie jaar geleden voorbeelden creëren van de optimale leer- en werkomgeving op de TU. Ze startte twee proefprojecten kantoorinnovatie. Naast civiele techniek deed OCP mee. De faculteit wilde in het vernieuwde gebouw met minder vierkante meters toekunnen en meer openheid en schwung uitstralen. Ir. Veerle Rypma van Vastgoed: ,,Een belangrijk doel was mensen achter de deuren vandaan te halen om te laten zien wat er op de universiteit gebeurt.”
Via interviews, onderzoek en workshops kwamen Vastgoed en de secties met architect ir. Steve Lewis tot een open ontwerp. De traditionele lange gang met deuren is verdwenen. De rechterkant van de vleugel van Mens-machine systemen is nu gevuld met ‘boxen’ van telkens vier bureaus. Links zijn de kamers van de vaste medewerkers. De wanden zijn van matglas. In het middengedeelte staan archiefkasten, een keukentje, het koffieapparaat en kopieermachine. In de verre hoeken een vergaderzaal en spreekkamers.
Sceptisch
De bewoners vinden hun nieuwe werkplek rumoerig. Van Hessen van Meet- en regeltechniek: ,,De radio aanzetten is er niet meer bij, maar een koptelefoon biedt uitkomst. Maar eigenlijk valt het reuze mee met het lawaai. Ik was erg sceptisch.” Ook Minekus (Mens- en machinesystemen) had meer geluidsoverlast verwacht. Maar alleen als iedereen er is, valt het haar niet mee zich te concentreren. Student Van Meeteren zou het liefst vandaag nog een wand voor zijn open kantoor zetten vanwege de herrie. Voorlopig heeft hij de twee archiefkasten tussen zijn bureau en de gang geschoven. ,,Met die koffiehoek hiernaast werkt het niet. En als er iemand langs loopt kijk je toch elke keer op.”
Ook een verdieping hoger zijn kasten gebruikt om een afscheiding tebouwen. Rypma: ,,Jammer. De medewerkers zitten nu weer weggestopt. Open werkplekken zijn een middel om openheid en communicatie te stimuleren. Zelf heb ik een muur laten wegbreken in mijn kantoor. Sommigen verklaarden me voor gek om een eigen kamer op te geven, maar het bevalt mij en mijn collega’s prima.”
Als voordelen noemen de promovendi het vele informele overleg, goed weten waar de anderen mee bezig zijn en iedereen ‘bij de hand’ hebben. Een nadeel is weer dat iedereen kan binnenlopen. Op het eerste bureau staat dan ook pontificaal een bordje ‘Dit is GEEN informatiebalie’. En Minekus sjouwt elke ochtend en avond met een videorecorder. ,,Ik kan het apparaat niet zomaar laten staan, dan wordt het gegarandeerd gejat.”
Professor Peter Wieringa van Mens-machine systemen, in het bezit van een eigen glazen kamer, is erg tevreden. Hij voelt zich zichtbaarder. ,,We leven nu met zijn allen op een afdeling in plaats van langs een gang.” Zijn kamer is kleiner dan eerst, maar de kasten op de gang wennen. En hij probeert erop te letten geen gesprek te beginnen op de drempel.
Grand café
De open werkplekken nemen dertig procent minder ruimte in. Dé reden denkt Paul Gubbens, voorzitter van de onderdeelcommissie van het IRI, waarom zijn onderzoeksinstituut ook voor open werkplekken heeft gekozen in de geplande nieuwbouw. ,,Er heerst hier grote vrees voor lawaai en gebrek aan privacy. We zijn echter niet van plan actie te gaan voeren want alles is beter dan de huidige barakken. We zien wel hoe het uitpakt. Binnenkort heb ik weer een gesprek met de architect, hopelijk stelt hij me gerust.”
Een moeilijke discussie vindt Rypma. ,,Mensen zeggen: ‘ik krijg minder ruimte’. Maar ze realiseren zich niet dat ze daar kwaliteit voor terugkrijgen.” ,,Bij OCP is er bijvoorbeeld meer vergaderruimte en komt er een grand café”, voegt Lewis toe. Overigens stelt Rypma dat minder vierkante meters niet de reden zijn voor het IRI om voor open kantoren te kiezen.
De architect van het Haagse bureau LIAG vindt het nog te vroeg om conclusies te trekken. Pas over een aantal maanden houdt Vastgoed een enquête. ,,Nu zijn alle spullen nog niet uitgepakt, is de inrichting nog niet helemaal af en zijn de mensen nog niet gewend aan hun nieuwe werkplek. Problemen zoals iemand die met luide stem telefoneer, moeten gesignaleerd en besproken worden. Dan kan je afspraken maken. De nazorg is erg belangrijk.”
Hij is overigens niet teleurgesteld dat het eindresultaat minder open is dan oorspronkelijk gedacht. ,,De bouw is altijd een compromis en je ontwerpt toch voor de gebruikers”, relativeert hij. ,,OCP was erg introvert. Lopend langs de Mekelweg had je geen idee wat er achter die gevel gebeurde. Met al het glas, de vele doorkijkjes en de open kantoren is dat nu toch duidelijk veranderd.”
Op rust en privacy is ingeboet
Promovendus ir. Dennis van Hessen wil al nooit meer anders. Zijn collega Joanne zou toch liever met vier man een échte kamer delen. Student Aat van Meeteren is het minst positief over zijn ‘open’ werkplek. ,,Ik snap het niet. Een bureau aan de gang, naast de koffiehoek. Hoe moet iemand zich hier concentreren?”
Zes weken geleden trokken de secties Systeem- en Regeltechniek en Mens-machine systemen van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie (OCP) in hun nieuwe behuizing. Niet alleen de meubels zijn nieuw, ook de opzet. Promovendi en studenten zitten niet meer in kamers, maar in open ruimtes. De docenten en hoogleraren kregen wel een gesloten glazen kantoor vanwege de vertrouwelijke gesprekken die ze moeten voeren.
Vastgoed wilde drie jaar geleden voorbeelden creëren van de optimale leer- en werkomgeving op de TU. Ze startte twee proefprojecten kantoorinnovatie. Naast civiele techniek deed OCP mee. De faculteit wilde in het vernieuwde gebouw met minder vierkante meters toekunnen en meer openheid en schwung uitstralen. Ir. Veerle Rypma van Vastgoed: ,,Een belangrijk doel was mensen achter de deuren vandaan te halen om te laten zien wat er op de universiteit gebeurt.”
Via interviews, onderzoek en workshops kwamen Vastgoed en de secties met architect ir. Steve Lewis tot een open ontwerp. De traditionele lange gang met deuren is verdwenen. De rechterkant van de vleugel van Mens-machine systemen is nu gevuld met ‘boxen’ van telkens vier bureaus. Links zijn de kamers van de vaste medewerkers. De wanden zijn van matglas. In het middengedeelte staan archiefkasten, een keukentje, het koffieapparaat en kopieermachine. In de verre hoeken een vergaderzaal en spreekkamers.
Sceptisch
De bewoners vinden hun nieuwe werkplek rumoerig. Van Hessen van Meet- en regeltechniek: ,,De radio aanzetten is er niet meer bij, maar een koptelefoon biedt uitkomst. Maar eigenlijk valt het reuze mee met het lawaai. Ik was erg sceptisch.” Ook zijn collega Joanne (Mens- en machinesystemen) had meer geluidsoverlast verwacht. Maar alleen als iedereen er is, valt het haar niet mee zich te concentreren. Student Van Meeteren zou het liefst vandaag nog een wand voor zijn open kantoor zetten vanwege de herrie. Voorlopig heeft hij de twee archiefkasten tussen zijn bureau en de gang geschoven. ,,Met die koffiehoek hiernaast werkt het niet. En als er iemand langs loopt kijk je toch elke keer op.”
Ook een verdieping hoger zijn kasten gebruikt om een afscheiding tebouwen. Rypma: ,,Jammer. De medewerkers zitten nu weer weggestopt. Open werkplekken zijn een middel om openheid en communicatie te stimuleren. Zelf heb ik een muur laten wegbreken in mijn kantoor. Sommigen verklaarden me voor gek om een eigen kamer op te geven, maar het bevalt mij en mijn collega’s prima.”
Als voordelen noemen de promovendi het vele informele overleg, goed weten waar de anderen mee bezig zijn en iedereen ‘bij de hand’ hebben. Een nadeel is weer dat iedereen kan binnenlopen. Op het eerste bureau staat dan ook pontificaal een bordje ‘Dit is GEEN informatiebalie’. En Joanne sjouwt elke ochtend en avond met een videorecorder. ,,Ik kan het apparaat niet zomaar laten staan, dan wordt het gegarandeerd gejat.”
Professor Peter Wieringa van Mens-machine systemen, in het bezit van een eigen glazen kamer, is erg tevreden. Hij voelt zich zichtbaarder. ,,We leven nu met zijn allen op een afdeling in plaats van langs een gang.” Zijn kamer is kleiner dan eerst, maar de kasten op de gang wennen. En hij probeert erop te letten geen gesprek te beginnen op de drempel.
Grand café
De open werkplekken nemen dertig procent minder ruimte in. Dé reden denkt Paul Gubbens, voorzitter van de onderdeelcommissie van het IRI, waarom zijn onderzoeksinstituut ook voor open werkplekken heeft gekozen in de geplande nieuwbouw. ,,Er heerst hier grote vrees voor lawaai en gebrek aan privacy. We zijn echter niet van plan actie te gaan voeren want alles is beter dan de huidige barakken. We zien wel hoe het uitpakt. Binnenkort heb ik weer een gesprek met de architect, hopelijk stelt hij me gerust.”
Een moeilijke discussie vindt Rypma. ,,Mensen zeggen: ‘ik krijg minder ruimte’. Maar ze realiseren zich niet dat ze daar kwaliteit voor terugkrijgen.” ,,Bij OCP is er bijvoorbeeld meer vergaderruimte en komt er een grand café”, voegt Lewis toe. Overigens stelt Rypma dat minder vierkante meters niet de reden zijn voor het IRI om voor open kantoren te kiezen.
De architect van het Haagse bureau LIAG vindt het nog te vroeg om conclusies te trekken. Pas over een aantal maanden houdt Vastgoed een enquête. ,,Nu zijn alle spullen nog niet uitgepakt, is de inrichting nog niet helemaal af en zijn de mensen nog niet gewend aan hun nieuwe werkplek. Problemen zoals iemand die met luide stem telefoneer, moeten gesignaleerd en besproken worden. Dan kan je afspraken maken. De nazorg is erg belangrijk.”
Hij is overigens niet teleurgesteld dat het eindresultaat minder open is dan oorspronkelijk gedacht. ,,De bouw is altijd een compromis en je ontwerpt toch voor de gebruikers”, relativeert hij. ,,OCP was erg introvert. Lopend langs de Mekelweg had je geen idee wat er achter die gevel gebeurde. Met al het glas, de vele doorkijkjes en de open kantoren is dat nu toch duidelijk veranderd.”
Comments are closed.