Eigen alarmnummer voor de TU

Veel medewerkers kenden het nummer niet uit hun hoofd. Bovendien kwamen de alarmmeldingen binnen bij de portier, wat vooral ’s avonds problemen gaf. De gebouwen zijn weliswaar vaker open na vijfen, maar er is dan geen portier aanwezig.

De Arbo en Milieudienst (AMD), het Rekencentrum, het IRI en Vastgoedbeheer vonden dit een gevaarlijke situatie. Nu is er één centraal alarmnummer, hetzelfde als het landelijke nummer. Deze keuze had een praktische reden: dankzij de landelijke promotie is iedereen bekend met dit nummer. Zeker in een noodsituatie is het belangrijk dat niet eerst opgezocht moet worden wat het TU-alarmnummer is.

Het verschil is dat de melding niet binnenkomt bij de landelijke meldkamer, maar bij de meldkamer van de TU. Deze is gevestigd in het IRI en 24 uur per dag bemand. Naast de 1-1-2 hulpaanvragen komen bij de TU-alarmcentrale ook brandmeldingen binnen. Het personeel van de alarmcentrale zorgt ervoor dat de bedrijfshulpverlening, brandweer, politie of ambulance gewaarschuwd wordt.
Seconde

Ben Morien, plant security manager van het IRI, en Cor van de Blerck, hoofd bedrijfshulpverlening (BHV) van de TU, zijn tevreden over de nieuwe meldprocedure. Van de Blerck ziet het centrale alarmnummer als een belangrijke stap naar een goede veiligheid. ,,Die was niet slecht, maar de situatie is veranderd en het alarmeringsysteem wordt op deze manier aangepast aan de eisen van de tijd.”

,,Een spin in het web”, zo karakteriseert Morien de functie van de nieuwe alarmcentrale. ,,Voor het onderbrengen van de apparatuur moest de ruimte van de alarmcentrale worden uitgebreid. Deze verbouwing had ook voordelen voor het IRI, want zij hebben in de nieuwe meldkamer ook meer faciliteiten.”

Bij een noodsituatie geeft een medewerker van de centrale de melding door aan de bedrijfshulpsverlening van het betreffende gebouw. Op de display verschijnt de boodschap en de locatie waar de problemen zich voordoen. De BHV-ploeg gaat er dan zo snel mogelijk naar toe. ’s Avonds en in het weekend wordt er gebruik gemaakt van een voice-responsesysteem dat 1-1-2 oproepen verwerkt. Bij een calamiteit in een beheerseenheid wordt automatisch een lijst met verantwoordelijke personen gealarmeerd.

Een brandmelding heeft ook een eigen traject. Deze komt tegelijk binnen bij de alarmcentrale en de brandmeldcentrale van het betreffende gebouw. De TU-alarmcentrale heeft een directe lijnverbinding met de regionale meldkamer van de brandweer. Als het nodig is komt er versterking, bijvoorbeeld bij brand in een laboratorium.

Het telefoonnummer kan precies gelocaliseerd worden door de centrale. Als iemand in paniek de hoorn erop gooit of niet precies de locatie kan omschrijven, dan kan de centrale toch zien waar de melding vandaan kwam. Morien: ,,Dankzij het verschijnen van het nummer op de monitor is de centrale toch in staat de hulpverleners naar de juiste plek te dirigeren.”

De afgelopen jaren werd steeds duidelijker dat de eigen alarmnummers van de beheerseenheden de veiligheid niet ten goede kwamen. Veel medewerkers kenden het nummer niet uit hun hoofd. Bovendien kwamen de alarmmeldingen binnen bij de portier, wat vooral ’s avonds problemen gaf. De gebouwen zijn weliswaar vaker open na vijfen, maar er is dan geen portier aanwezig.

De Arbo en Milieudienst (AMD), het Rekencentrum, het IRI en Vastgoedbeheer vonden dit een gevaarlijke situatie. Nu is er één centraal alarmnummer, hetzelfde als het landelijke nummer. Deze keuze had een praktische reden: dankzij de landelijke promotie is iedereen bekend met dit nummer. Zeker in een noodsituatie is het belangrijk dat niet eerst opgezocht moet worden wat het TU-alarmnummer is.

Het verschil is dat de melding niet binnenkomt bij de landelijke meldkamer, maar bij de meldkamer van de TU. Deze is gevestigd in het IRI en 24 uur per dag bemand. Naast de 1-1-2 hulpaanvragen komen bij de TU-alarmcentrale ook brandmeldingen binnen. Het personeel van de alarmcentrale zorgt ervoor dat de bedrijfshulpverlening, brandweer, politie of ambulance gewaarschuwd wordt.
Seconde

Ben Morien, plant security manager van het IRI, en Cor van de Blerck, hoofd bedrijfshulpverlening (BHV) van de TU, zijn tevreden over de nieuwe meldprocedure. Van de Blerck ziet het centrale alarmnummer als een belangrijke stap naar een goede veiligheid. ,,Die was niet slecht, maar de situatie is veranderd en het alarmeringsysteem wordt op deze manier aangepast aan de eisen van de tijd.”

,,Een spin in het web”, zo karakteriseert Morien de functie van de nieuwe alarmcentrale. ,,Voor het onderbrengen van de apparatuur moest de ruimte van de alarmcentrale worden uitgebreid. Deze verbouwing had ook voordelen voor het IRI, want zij hebben in de nieuwe meldkamer ook meer faciliteiten.”

Bij een noodsituatie geeft een medewerker van de centrale de melding door aan de bedrijfshulpsverlening van het betreffende gebouw. Op de display verschijnt de boodschap en de locatie waar de problemen zich voordoen. De BHV-ploeg gaat er dan zo snel mogelijk naar toe. ’s Avonds en in het weekend wordt er gebruik gemaakt van een voice-responsesysteem dat 1-1-2 oproepen verwerkt. Bij een calamiteit in een beheerseenheid wordt automatisch een lijst met verantwoordelijke personen gealarmeerd.

Een brandmelding heeft ook een eigen traject. Deze komt tegelijk binnen bij de alarmcentrale en de brandmeldcentrale van het betreffende gebouw. De TU-alarmcentrale heeft een directe lijnverbinding met de regionale meldkamer van de brandweer. Als het nodig is komt er versterking, bijvoorbeeld bij brand in een laboratorium.

Het telefoonnummer kan precies gelocaliseerd worden door de centrale. Als iemand in paniek de hoorn erop gooit of niet precies de locatie kan omschrijven, dan kan de centrale toch zien waar de melding vandaan kwam. Morien: ,,Dankzij het verschijnen van het nummer op de monitor is de centrale toch in staat de hulpverleners naar de juiste plek te dirigeren.”