Een vliegende start van nieuwe studie

Ik houd er namelijk rekening mee dat enkele van hen deze nieuwe studie hebben gekozen omdat ze uitgeloot zijn bij geneeskunde.” Dr. Gerda Lourens ziet dit niet als een probleem of een ontmoediging. ,,We moeten hen zo zien te boeien dat ze niet meer willen overstappen naar een andere studie.”

Lourens is coördinator van de nieuwe opleiding life science & technology, een samenwerkingsverband tussen de universiteiten van Leiden en Delft. Ze is afgestudeerd in Leiden (scheikunde), gepromoveerd in Delft en jarenlang werkzaam geweest bij DSM Gist Brocades. Ze kent de wereld van biotechnologie goed, inclusief de opleidingswensen van deze sector.

Op 1 juni 1999 begon Lourens als coördinator life science op de TU. Haar opdracht luidde: ervoor te zorgen dat deze multidisciplinaire studie in het studiejaar 2000’2001 van start gaat. Op haar eerste werkdag kreeg ze de mededeling dat de plannen gewijzigd waren. Het college vond dat life science & technology per 1 september 1999 moest starten. ,,Tijd voor een uitgebreide voorlichtingscampagne was er niet meer. Wij hebben ons beperkt tot een enkele mailing en het plaatsen van een advertentie voor het bedrijfsleven waarin wij aankondigden dat wij met deze studie van start gingen.”

Het samenstellen van het programma verliep redelijk vlot. ,,Op onderzoeksgebied werken de twee universiteiten reeds jarenlang samen en via deze contacten konden wij een goed programma samenstellen. Ook al was de tijd kort, wij wilden geen concessies doen aan de kwaliteit. Doe je dat dan prijs je je als nieuwe opleiding direct uit de markt.”
Jongeren

Ondanks de beperkte voorlichting zijn er meer aanmeldingen dan het handjevol waar Lourens op rekende. Een eenduidige verklaring voor dit enthousiasme heeft Lourens niet. ,,Een multidisciplinaire opleiding spreekt jongeren waarschijnlijk meer aan dan een gespecialiseerde technische studie. Bij ons hebben ze ook de mogelijkheid om fundamentele wetenschap te combineren met toegepaste technologie. Opvallend is dat met name vrouwen hierin geïnteresseerd zijn. De helft van de bij ons aangemelde studenten bestaat uit meisjes.”

Daarnaast heeft wellicht de persoonlijke behandeling aan de telefoon studenten over de streep gehaald. ,,Ik nam zelf de telefoon aan en kon alle vragen van de bellers, over de studiesamenstelling of de toekomstmogelijkheden, tot in detail beantwoorden.”

Eén misverstand wil ze direct uit de wegruimen: life science & technology concureert niet met scheikunde. ,,Slecht één van onze studenten had overwogen om voor scheikunde te kiezen.”

Het gezamenlijke programma van het eerste jaar omvat veertig van de stof. De studenten uit Leiden en Delft gaan samen twee practica doen, een casus, een projectonderzoek en een college Biotechnologie en maatschappij volgen. ,,Deze onderdelen bieden we aan in blokken omdat we niet willen dat de studenten voor één uur heen en weer moeten reizen.” Daarnaast krijgen de studenten in Delft en Leiden een deel van de colleges van dezelfde docenten. De overige zestig procent van de stof wordt door de universiteiten, in nauwe overeenstemming, zelf verzorgd.

Nauwlettend houdt Lourens de komende maanden in de gaten wat zowel de docenten als de studenten van de studie vinden. ,,Die gegevens krijg ik van studentenmentoren, twee hoogleraren, de studieadviseurs, een collegeresponsegroep en de studievereniging die nu wordt opgericht. Met al deze informatie moeten wij een indruk kunnen krijgen van de opinie over het studieprogramma.”

Life science & technology lijkt een gat in de markt. Op 6 september starten de eerste 33 studenten met de nieuwe studie.

,,Ik ben heel blij met het onverwacht grote aantal studenten dat zich heeft aangemeld, maar ik sta er ook kritisch tegenover. Ik houd er namelijk rekening mee dat enkele van hen deze nieuwe studie hebben gekozen omdat ze uitgeloot zijn bij geneeskunde.” Dr. Gerda Lourens ziet dit niet als een probleem of een ontmoediging. ,,We moeten hen zo zien te boeien dat ze niet meer willen overstappen naar een andere studie.”

Lourens is coördinator van de nieuwe opleiding life science & technology, een samenwerkingsverband tussen de universiteiten van Leiden en Delft. Ze is afgestudeerd in Leiden (scheikunde), gepromoveerd in Delft en jarenlang werkzaam geweest bij DSM Gist Brocades. Ze kent de wereld van biotechnologie goed, inclusief de opleidingswensen van deze sector.

Op 1 juni 1999 begon Lourens als coördinator life science op de TU. Haar opdracht luidde: ervoor te zorgen dat deze multidisciplinaire studie in het studiejaar 2000’2001 van start gaat. Op haar eerste werkdag kreeg ze de mededeling dat de plannen gewijzigd waren. Het college vond dat life science & technology per 1 september 1999 moest starten. ,,Tijd voor een uitgebreide voorlichtingscampagne was er niet meer. Wij hebben ons beperkt tot een enkele mailing en het plaatsen van een advertentie voor het bedrijfsleven waarin wij aankondigden dat wij met deze studie van start gingen.”

Het samenstellen van het programma verliep redelijk vlot. ,,Op onderzoeksgebied werken de twee universiteiten reeds jarenlang samen en via deze contacten konden wij een goed programma samenstellen. Ook al was de tijd kort, wij wilden geen concessies doen aan de kwaliteit. Doe je dat dan prijs je je als nieuwe opleiding direct uit de markt.”
Jongeren

Ondanks de beperkte voorlichting zijn er meer aanmeldingen dan het handjevol waar Lourens op rekende. Een eenduidige verklaring voor dit enthousiasme heeft Lourens niet. ,,Een multidisciplinaire opleiding spreekt jongeren waarschijnlijk meer aan dan een gespecialiseerde technische studie. Bij ons hebben ze ook de mogelijkheid om fundamentele wetenschap te combineren met toegepaste technologie. Opvallend is dat met name vrouwen hierin geïnteresseerd zijn. De helft van de bij ons aangemelde studenten bestaat uit meisjes.”

Daarnaast heeft wellicht de persoonlijke behandeling aan de telefoon studenten over de streep gehaald. ,,Ik nam zelf de telefoon aan en kon alle vragen van de bellers, over de studiesamenstelling of de toekomstmogelijkheden, tot in detail beantwoorden.”

Eén misverstand wil ze direct uit de wegruimen: life science & technology concureert niet met scheikunde. ,,Slecht één van onze studenten had overwogen om voor scheikunde te kiezen.”

Het gezamenlijke programma van het eerste jaar omvat veertig van de stof. De studenten uit Leiden en Delft gaan samen twee practica doen, een casus, een projectonderzoek en een college Biotechnologie en maatschappij volgen. ,,Deze onderdelen bieden we aan in blokken omdat we niet willen dat de studenten voor één uur heen en weer moeten reizen.” Daarnaast krijgen de studenten in Delft en Leiden een deel van de colleges van dezelfde docenten. De overige zestig procent van de stof wordt door de universiteiten, in nauwe overeenstemming, zelf verzorgd.

Nauwlettend houdt Lourens de komende maanden in de gaten wat zowel de docenten als de studenten van de studie vinden. ,,Die gegevens krijg ik van studentenmentoren, twee hoogleraren, de studieadviseurs, een collegeresponsegroep en de studievereniging die nu wordt opgericht. Met al deze informatie moeten wij een indruk kunnen krijgen van de opinie over het studieprogramma.”