Campus

Een theoreticus mag best eens glimlachen

Meest onorthodoxe intreerede. Als de prijs zou bestaan, zou hij naar prof.dr. Yuli Nazarov gaan. De theoretisch natuurkundige vertelde een autobiografisch sprookje over militaire parades en sciencefiction.

/strong>

Was de theoretische natuurkunde te beperkt om een geschikt onderwerp te vinden voor uw oratie?

,,Nee, theoretische natuurkunde biedt zelfs een oneindigheid aan onderwerpen. Eigenlijk zijn alle onderwerpen in het heelal bruikbaar. Maar omdat theoretische natuurkunde al eeuwen bestaat, leek een introductie me zinloos. Voor een breed publiek is een gedetailleerd wetenschappelijk verhaal natuurlijk ook vaak saai en onbegrijpelijk. Daarom koos ik voor een sprookje, omdat sommige dingen te belangrijk zijn om serieus te houden.”

Lang geleden, in een land ver van hier, was er eens…

,,Een jonge theoreticus in opleiding, die zoals alle Russen in militaire dienst moest. We oefenden de paradestap voor een belangrijke optocht, urenlang en in de regen. Het ging slecht, de majoor schold ons de huid vol. Opeens riep hij: ‘Houd op. Jullie zijn hopeloos. Laten we theorie doen!’ Ik stond totaal perplex. De zoete kunst van theorie leek mij onverenigbaar met domweg marcheren in de regen. Net als logica onverenigbaar is met het idiotisme van militaire dienst. Maar de majoor had gelijk, ook militairen doen aan theorie. Hoe hoog je het been moet optillen, hoe je de armen moet zwieren.”

Hoe was het om wetenschapper te zijn onder een communistisch regime?

,,Natuurlijk, er heerste politieke onderdrukking. Maar de wetenschap was een manier om die te ontvluchten. Onderzoekers waren relatief vrij. Een wetenschapper werd gezien als een expert, een autoriteit. In het eigen vakgebied had niemand je iets te zeggen, ook bevelhebbers niet.”

Maar in de voormalige Sovjet-Unie werden toch juist op de universiteiten veel onderzoekers klaargestoomd voor een carrière als wetenschapper voor het leger? Toen u promoveerde was de koude oorlog nog lang niet uitgevochten.

,,Dat is waar. Vooral de onderzoekers die gespecialiseerd waren in meer praktische richtingen als rakettechnologie gingen vaak voor een militair instituut werken. Als natuurkundig theoreticus kon ik echter redelijk mijn eigen pad bepalen, direct zichtbare militaire toepassingen zijn er niet of nauwelijks. Ik ben altijd zeer gehecht geweest aan de vrijheid die de theoretische natuurkunde mij geeft. Specialisatie is de mode vandaag de dag, iedereen onderhoudt zijn eigen kleine tuintje. Dat is niets voor mij: het leven is al een gevangenis, waarom zou je dan vrijwillig in een kleine cel gaan wonen?”

Waren er nog andere manieren dan wetenschap om de druk van het communisme te ontvluchten?

,,Ik droomde veel, vooral toen ik jong was. Dromen was eigenlijk de enige manier om de politieke onderdrukking te weerstaan. Het enige middel om te overleven. De regering snapte dat wel, alle verdovingsmiddelen waren toegankelijk: tabak, alcohol, ballet en in het bijzonder boeken. Bij mij thuis hadden we een thuisbibliotheek van tienduizend boeken, en dat was heel normaal. Alhoewel, het zal ook een rol hebben gespeeld dat mijn vader schrijver was en mijn moeder redactrice bij een grote uitgeverij. Sciencefiction was toen erg populair, mede door de spectaculaire ontwikkelingen in de ruimtevaart in de jaren zeventig en tachtig. Onderzoekers waren toen helden, en het stond voor mij dan ook al vroeg vast dat ik onderzoeker zou worden. Op een bepaald moment moest ik kiezen: of een goede lunch of de eerste drie boeken van een beroemde cursus theoretische natuurkunde. Ik koos voor de boeken.”

En toen werd de droom onderzoeker te worden realiteit?

,,Zo makkelijk ging het niet. Slechts één op de zes kandidaten werd toegelaten bij de universiteit van Moskou. Uiteindelijk haalde ik het examen. Toen ik dat euforisch aan mijn vrienden vertelde, reageerden zij: ‘Nou en?’ Pas toen besefte ik dat het pad van de onderzoeker ook een eenzaam pad is.”

Maar u bent de eenzaamheid van de onderzoeker meester gebleven?

,,Ik denk het wel. Een omslagpunt daarbij was een gesprek met één van mijn begeleiders, professor Likharev. Ik dacht altijd dat theoretici streng en ingewikkeld moesten blijven. Hij leerde me een machtige techniek, die zowel voor onderwijs, onderzoek, organisatie als geldwerving werkt. Handwaving, noemde hij het. Likharevs foto viel ook altijd op tussen de andere foto’s van wetenschappers. Een stralende glimlach tussen rijen norse blikken. Zo wil ik ook in het leven staan.”

Dus u bent altijd een vrolijke onderzoeker?

,,Vaak wel, onderzoeken is een geweldige ervaring. Niet alleen voor wetenschappers, maar voor iedereen. Want iedereen heeft een wonderlijke gave ontvangen: oneindigheid kunnen bevatten en verwerken. Het symbool ervan is een lege pagina waarop plannen worden geschetst, ontwerpen gemaakt, gedichten geschreven en formules geschreven. Een lege pagina die de hele wereld kan omvatten. Ik vergelijk theorie graag met het bouwen van een toren. Steen voor steen kun je bouwen om hogere niveaus te bereiken. Maar die stenen kun je niet neerzetten zoals je het zelf wilt. De positie en vorm van een steen bepalen de positie en vorm van de volgende. Er ontstaat dan een mooi bouwwerk, als je het goed doet tenminste.”

U heeft nooit last van de ondraaglijke lichtheid van het bestaan?

,,Ik denk dat iedereen dat wel eens heeft. En zeker een theoreticus, omdat juist hij zich bewust is van de beperktheid van zijn eigen werk, de beperktheid van zijn eigen menszijn. De mens is eindig, imperfect en onbeduidend. Want ontwerpen worden uiteindelijk stof en formules kunnen nooit de werkelijke complexiteit van de wereld uitdrukken. Deze droefheid is de motor achter theorie. De mens kan torens bouwen om dichter bij de hemel te komen, hij zal er nooit komen.”

U heeft een crucifix in uw werkkamer hangen. Blijkbaar zijn er voor u nog andere paden om het oneindige te bereiken?

,,Het geloof speelt inderdaad een belangrijke rol in mijn leven. Geloven en wetenschap bedrijven worden wel eens geportretteerd als twee tegenstrijdige bezigheden. Ik zie dat anders. Geloof is van een hogere orde dan wetenschap. Wetenschap vind ik leuk en ik verdien er mijn brood mee. De oneindigheid van het heelal zal ik er nooit mee bereiken. Met geloof kan dat wel.”

U woont nu ruim dertien jaar in Nederland. Voelt u zich hier thuis?

,,Ik heb het hier goed, maar soms mis ik de voormalige Sovjet-Unie. Niet het regime, wel het landschap en de mensen. Onmetelijke bossen zonder een mens in de buurt, die heb je hier niet. En ik mis de hechtheid van de vriendschappen van toen. Nederlanders zijn een vriendelijk volk, maar ik vind het moeilijk een echt hechte band met ze op te bouwen. Het blijft vaak wat oppervlakkig. Ik heb een jaar in Duitsland gewerkt. In dat ene jaar heb ik meer vrienden gemaakt dan in dertien jaar Nederland. Hier ken ik bijvoorbeeld mijn buren nauwelijks, dat is toch vreemd? Ze hebben me gezegd dat ik moet gaan sporten om makkelijker in contact te komen met mensen. Maar vanuit mijn achtergrond is dat ondenkbaar: vrienden maken doe je toch niet door te sporten?”

Het had ook anders kunnen lopen. U heeft ooit een baan in de Verenigde Staten aangeboden gekregen.

,,Daar had ik twee keer zoveel kunnen verdienen als hier. Maar die cultuur sprak me niet aan. In Nederland kun je een biertje drinken op een terrasje in de binnenstad en naar de kerkklokken luisteren. Dat is mij meer waard dan die extra dikbelegde boterham. De onderwijs- en onderzoeksorganisatie in de Verenigde Staten vind ik wel beter dan het Nederlandse systeem. Nederland is mij te hiërarchisch. Er wordt van bovenaf bepaald welke rechten je als onderzoeker hebt. Dat heeft me vroeger behoorlijk gefrustreerd. Ik mocht als universitair hoofddocent geen mensen promoveren. Daarvoor moest ik bij de professor zijn. Dan voelde ik me als het kind dat in korte broek bij de grote mensen moet aankloppen. In de Verenigde Staten zijn onderzoekers meer cowboys, ze bepalen zelf wat ze doen. Iets meer van die cowboymentaliteit zou het Nederlands onderwijs goed doen.”

http://tnntw22.tn.tudelft.nl/Intreerede/int.htm

Wie is Yuli V. Nazarov?

Vreemdeling, theoreticus en sprookjesverteller. Yuli Nazarov (1960) werd geboren als enig kind in het dunbevolkte en ijskoude Siberië. ,,Een ver land dat nu nauwelijks bestaat. Mensen leiden er een moeilijk leven. Dromen was eigenlijk het enige middel om te overleven.”Als kind las hij daarom veel sciencefictionboeken. Mede hierdoor raakte hij geïnteresseerd in wetenschap en vooral in theoretische natuurkunde. Hij ging studeren aan de universiteit van Moskou, waar hij ook promoveerde. Na de val de Berlijnse muur besloot hij zijn fortuin in het westen te zoeken. Sinds 1993 werkt hij bij de sectie Theoretische Natuurkunde van de TU Delft. Op 28 maart hield hij zijn intreerede.

Meest onorthodoxe intreerede. Als de prijs zou bestaan, zou hij naar prof.dr. Yuli Nazarov gaan. De theoretisch natuurkundige vertelde een autobiografisch sprookje over militaire parades en sciencefiction.

Was de theoretische natuurkunde te beperkt om een geschikt onderwerp te vinden voor uw oratie?

,,Nee, theoretische natuurkunde biedt zelfs een oneindigheid aan onderwerpen. Eigenlijk zijn alle onderwerpen in het heelal bruikbaar. Maar omdat theoretische natuurkunde al eeuwen bestaat, leek een introductie me zinloos. Voor een breed publiek is een gedetailleerd wetenschappelijk verhaal natuurlijk ook vaak saai en onbegrijpelijk. Daarom koos ik voor een sprookje, omdat sommige dingen te belangrijk zijn om serieus te houden.”

Lang geleden, in een land ver van hier, was er eens…

,,Een jonge theoreticus in opleiding, die zoals alle Russen in militaire dienst moest. We oefenden de paradestap voor een belangrijke optocht, urenlang en in de regen. Het ging slecht, de majoor schold ons de huid vol. Opeens riep hij: ‘Houd op. Jullie zijn hopeloos. Laten we theorie doen!’ Ik stond totaal perplex. De zoete kunst van theorie leek mij onverenigbaar met domweg marcheren in de regen. Net als logica onverenigbaar is met het idiotisme van militaire dienst. Maar de majoor had gelijk, ook militairen doen aan theorie. Hoe hoog je het been moet optillen, hoe je de armen moet zwieren.”

Hoe was het om wetenschapper te zijn onder een communistisch regime?

,,Natuurlijk, er heerste politieke onderdrukking. Maar de wetenschap was een manier om die te ontvluchten. Onderzoekers waren relatief vrij. Een wetenschapper werd gezien als een expert, een autoriteit. In het eigen vakgebied had niemand je iets te zeggen, ook bevelhebbers niet.”

Maar in de voormalige Sovjet-Unie werden toch juist op de universiteiten veel onderzoekers klaargestoomd voor een carrière als wetenschapper voor het leger? Toen u promoveerde was de koude oorlog nog lang niet uitgevochten.

,,Dat is waar. Vooral de onderzoekers die gespecialiseerd waren in meer praktische richtingen als rakettechnologie gingen vaak voor een militair instituut werken. Als natuurkundig theoreticus kon ik echter redelijk mijn eigen pad bepalen, direct zichtbare militaire toepassingen zijn er niet of nauwelijks. Ik ben altijd zeer gehecht geweest aan de vrijheid die de theoretische natuurkunde mij geeft. Specialisatie is de mode vandaag de dag, iedereen onderhoudt zijn eigen kleine tuintje. Dat is niets voor mij: het leven is al een gevangenis, waarom zou je dan vrijwillig in een kleine cel gaan wonen?”

Waren er nog andere manieren dan wetenschap om de druk van het communisme te ontvluchten?

,,Ik droomde veel, vooral toen ik jong was. Dromen was eigenlijk de enige manier om de politieke onderdrukking te weerstaan. Het enige middel om te overleven. De regering snapte dat wel, alle verdovingsmiddelen waren toegankelijk: tabak, alcohol, ballet en in het bijzonder boeken. Bij mij thuis hadden we een thuisbibliotheek van tienduizend boeken, en dat was heel normaal. Alhoewel, het zal ook een rol hebben gespeeld dat mijn vader schrijver was en mijn moeder redactrice bij een grote uitgeverij. Sciencefiction was toen erg populair, mede door de spectaculaire ontwikkelingen in de ruimtevaart in de jaren zeventig en tachtig. Onderzoekers waren toen helden, en het stond voor mij dan ook al vroeg vast dat ik onderzoeker zou worden. Op een bepaald moment moest ik kiezen: of een goede lunch of de eerste drie boeken van een beroemde cursus theoretische natuurkunde. Ik koos voor de boeken.”

En toen werd de droom onderzoeker te worden realiteit?

,,Zo makkelijk ging het niet. Slechts één op de zes kandidaten werd toegelaten bij de universiteit van Moskou. Uiteindelijk haalde ik het examen. Toen ik dat euforisch aan mijn vrienden vertelde, reageerden zij: ‘Nou en?’ Pas toen besefte ik dat het pad van de onderzoeker ook een eenzaam pad is.”

Maar u bent de eenzaamheid van de onderzoeker meester gebleven?

,,Ik denk het wel. Een omslagpunt daarbij was een gesprek met één van mijn begeleiders, professor Likharev. Ik dacht altijd dat theoretici streng en ingewikkeld moesten blijven. Hij leerde me een machtige techniek, die zowel voor onderwijs, onderzoek, organisatie als geldwerving werkt. Handwaving, noemde hij het. Likharevs foto viel ook altijd op tussen de andere foto’s van wetenschappers. Een stralende glimlach tussen rijen norse blikken. Zo wil ik ook in het leven staan.”

Dus u bent altijd een vrolijke onderzoeker?

,,Vaak wel, onderzoeken is een geweldige ervaring. Niet alleen voor wetenschappers, maar voor iedereen. Want iedereen heeft een wonderlijke gave ontvangen: oneindigheid kunnen bevatten en verwerken. Het symbool ervan is een lege pagina waarop plannen worden geschetst, ontwerpen gemaakt, gedichten geschreven en formules geschreven. Een lege pagina die de hele wereld kan omvatten. Ik vergelijk theorie graag met het bouwen van een toren. Steen voor steen kun je bouwen om hogere niveaus te bereiken. Maar die stenen kun je niet neerzetten zoals je het zelf wilt. De positie en vorm van een steen bepalen de positie en vorm van de volgende. Er ontstaat dan een mooi bouwwerk, als je het goed doet tenminste.”

U heeft nooit last van de ondraaglijke lichtheid van het bestaan?

,,Ik denk dat iedereen dat wel eens heeft. En zeker een theoreticus, omdat juist hij zich bewust is van de beperktheid van zijn eigen werk, de beperktheid van zijn eigen menszijn. De mens is eindig, imperfect en onbeduidend. Want ontwerpen worden uiteindelijk stof en formules kunnen nooit de werkelijke complexiteit van de wereld uitdrukken. Deze droefheid is de motor achter theorie. De mens kan torens bouwen om dichter bij de hemel te komen, hij zal er nooit komen.”

U heeft een crucifix in uw werkkamer hangen. Blijkbaar zijn er voor u nog andere paden om het oneindige te bereiken?

,,Het geloof speelt inderdaad een belangrijke rol in mijn leven. Geloven en wetenschap bedrijven worden wel eens geportretteerd als twee tegenstrijdige bezigheden. Ik zie dat anders. Geloof is van een hogere orde dan wetenschap. Wetenschap vind ik leuk en ik verdien er mijn brood mee. De oneindigheid van het heelal zal ik er nooit mee bereiken. Met geloof kan dat wel.”

U woont nu ruim dertien jaar in Nederland. Voelt u zich hier thuis?

,,Ik heb het hier goed, maar soms mis ik de voormalige Sovjet-Unie. Niet het regime, wel het landschap en de mensen. Onmetelijke bossen zonder een mens in de buurt, die heb je hier niet. En ik mis de hechtheid van de vriendschappen van toen. Nederlanders zijn een vriendelijk volk, maar ik vind het moeilijk een echt hechte band met ze op te bouwen. Het blijft vaak wat oppervlakkig. Ik heb een jaar in Duitsland gewerkt. In dat ene jaar heb ik meer vrienden gemaakt dan in dertien jaar Nederland. Hier ken ik bijvoorbeeld mijn buren nauwelijks, dat is toch vreemd? Ze hebben me gezegd dat ik moet gaan sporten om makkelijker in contact te komen met mensen. Maar vanuit mijn achtergrond is dat ondenkbaar: vrienden maken doe je toch niet door te sporten?”

Het had ook anders kunnen lopen. U heeft ooit een baan in de Verenigde Staten aangeboden gekregen.

,,Daar had ik twee keer zoveel kunnen verdienen als hier. Maar die cultuur sprak me niet aan. In Nederland kun je een biertje drinken op een terrasje in de binnenstad en naar de kerkklokken luisteren. Dat is mij meer waard dan die extra dikbelegde boterham. De onderwijs- en onderzoeksorganisatie in de Verenigde Staten vind ik wel beter dan het Nederlandse systeem. Nederland is mij te hiërarchisch. Er wordt van bovenaf bepaald welke rechten je als onderzoeker hebt. Dat heeft me vroeger behoorlijk gefrustreerd. Ik mocht als universitair hoofddocent geen mensen promoveren. Daarvoor moest ik bij de professor zijn. Dan voelde ik me als het kind dat in korte broek bij de grote mensen moet aankloppen. In de Verenigde Staten zijn onderzoekers meer cowboys, ze bepalen zelf wat ze doen. Iets meer van die cowboymentaliteit zou het Nederlands onderwijs goed doen.”

http://tnntw22.tn.tudelft.nl/Intreerede/int.htm

Wie is Yuli V. Nazarov?

Vreemdeling, theoreticus en sprookjesverteller. Yuli Nazarov (1960) werd geboren als enig kind in het dunbevolkte en ijskoude Siberië. ,,Een ver land dat nu nauwelijks bestaat. Mensen leiden er een moeilijk leven. Dromen was eigenlijk het enige middel om te overleven.”Als kind las hij daarom veel sciencefictionboeken. Mede hierdoor raakte hij geïnteresseerd in wetenschap en vooral in theoretische natuurkunde. Hij ging studeren aan de universiteit van Moskou, waar hij ook promoveerde. Na de val de Berlijnse muur besloot hij zijn fortuin in het westen te zoeken. Sinds 1993 werkt hij bij de sectie Theoretische Natuurkunde van de TU Delft. Op 28 maart hield hij zijn intreerede.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.