Campus

Een ‘stukje pgo’ kan geen kwaad

Probleemgestuurd onderwijs: nauwelijks nog een hogeschool of universiteit die er niet aan doet. Vaak werkt dat goed. Maar even vaak leidt het tot een golf van protest.

In Delft zijn de meeste studenten tevreden. Maar het Delftse pgo is dan ook heel gematigd.

,,Boot, auto, trein, schoenen.” Een groepje eerstejaars industrieel product ontwerpen (IPO) van de Haagse Hogeschool somt een rijtje voertuigen op. Het is de bedoeling dat de studenten een denkbeeldige fabrikant op weg helpen. Hij is van plan een nieuw vervoermiddel op de markt te brengen, maar heeft geen flauw idee welk. Daarom wil hij eerst weten wat vervoeren eigenlijk is. En wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen al bestaande vervoermiddelen.

De opdracht brengt de studenten ertoe een opsomming te geven die het niveau van Sesamstraat niet ontstijgt ,,In de tijd die we hierover discussiëren, hadden we al een A-viertje vol kunnen hebben”, klaagt hij zonder succes. Als de tijd om is, lijken de studenten inderdaad weinig te zijn opgeschoten. En om nou te zeggen dat ze op hbo-niveau aan de slag zijn geweest…

Dat zijn ze wel, legt tutor Paul Hörchner uit. ,,Want de bedoeling van deze bijeenkomst is dat ze de opdracht goed lezen, de moeilijke begrippen proberen te verklaren en leerdoelen vaststellen. Dat is redelijk gelukt.” Maar het liep niet echt lekker, vindt hij ook. De student die de groep op een andere koers probeerde te krijgen, mag de slimste zijn geweest, maar daar gaat het niet om. ,,Hij is te weinig flexibel, daardoor traineert hij het groepsproces.”

Als je op de ‘ouderwetse’ manier naar zo’n bijeenkomst kijkt, gaan je vingers jeuken, weet Erik de Jong, een andere Haagse tutor. ,,Dan is de verleiding groot om toch een klein college te gaan geven.”
Bakermat

Maar om ouderwetse colleges draait het in probleemgestuurd onderwijs (pgo) nu juist niet. De bakermat van deze onderwijsformule is de Universiteit Maastricht. Daar wilde men af van de traditionele hoorcolleges – met een alleswetende docent die kennis overdraagt aan zijn nietswetende studenten. Studenten steken veel meer op als ze zelf aan het werk gezet worden. Geef ze een probleem en laat ze er zelf in groepjes de benodigde kennis bij zoeken, dat is simpel gezegd de Maastrichtse filosofie.

Maastricht heeft veel succes met pgo, en haar voorbeeld heeft alom in den lande navolging gekregen. Zo ook in Delft. Bouwkunde was de eerste opleiding die het Maastrichtse voorbeeld volgde, maar goot pgo wel in een eigen vorm: veel onderwijsuren, weinig zelfstudie. Technische Bestuurskunde heeft nooit hoeven omschakelen: vanaf het prille begin in 1992 was het onderwijs er probleemgestuurd. Binnenkort wordt het pgo in de studie zelfs versterkt. Ook andere Delftse studies experimenteren: werktuigbouw, civiel, elektrotechniek,natuurkunde.

Volgens dr. E. de Graaff, de pgo-deskundige van de TU, zijn de Delftse vormen van pgo tamelijk gematigd. Meestal zitten er ‘stukjes pgo’ in het curriculum; de overige vakken worden nog gewoon op de ouderwetse manier gedoceerd. Daarnaast staat er bij Delftse pgo-vakken meestal gewoon een docent voor het bord. Groepjes studenten die zelfstandig een probleem oplossen zijn zeldzaam. Een radicale invoering van pgo past volgens De Graaff ook niet bij technisch onderwijs: ,,Een verstandige mix van traditioneel onderwijs en pgo is beter.”
Ontevreden

Technische Natuurkunde experimenteerde onlangs voor het eerst met pgo, tijdens het tweede kwartaal bij het vak Inleiding Technische Fysica. Na afloop moesten studenten een enquêteformulier invullen. Volgens De Graaff vonden de meesten de nieuwe onderwijsvorm ‘heel plezierig’. Naast een ouderwets schriftelijk examen, kregen studenten ook een cijfer voor hun bijdrage aan het ‘groepsproces’. De Graaff: ,,Het opvallende was dat studenten die goed scoorden bij het traditionele tentamen, lang niet altijd de beste cijfers haalden voor dat laatste.”

Ook de eerste pgo-docent bij natuurkunde, prof.dr.ir. P. Kruit, is te spreken over het nieuwe onderwijs. Toch is het volgens hem lang niet voor alle vakken bij Natuurkunde geschikt: ,,Bij Inleiding Technische Fysica is de theorie niet erg diepgravend, en is het niet zo erg als de ene groep wat anders leert dan de andere. Maar bij theoretische vakken als quantummechanica is pgo niet geschikt.”

Bij veel universitaire en hbo-opleidingen in Nederland is pgo geen succes. Aan sommige opleidingen is de waardering van studenten met sprongen omhoog gegaan sinds hun onderwijs in een pgo-jasje is gestoken. Maar op minstens even veel plaatsen leidt de invoering van pgo tot grote ontevredenheid onder studenten.

De Haagse IPO-studenten kunnen zich dat voorstellen. ,,Ik was gewend aan iemand voor het bord die alles voorkauwde”, zegt Walter Koert, vorig jaar nog mts’er. ,,Nu moet je het zelf uitzoeken. Dat is leuk, maar het blijft vaak onduidelijk.” Aschwin Staulpe, ook eerstejaars, is dat met hem eens. ,,Je weet vaak niet waar je mee bezig bent. Ik zou wel wat meer middelbare-schooldingen willen hebben, gewone basiskennis.” Maar dat gaat over, zeggen ouderejaars. Marischka Klop: ,,Op een gegeven moment valt het allemaal op z’n plek.”
Revolutie

,,Onderwijsveranderingen brengen altijd hectiek met zich mee”, zegt dr. Cees van der Vleuten, als hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit Maastricht dagelijks bezig met probleemgestuurd onderwijs. ,,Je moet zoeken naar je eigen weg. Dat kost altijd een aantal jaren. Dat ligt niet zozeer aan pgo, hoewel dat wel vaak de schuld krijgt. Maar het invoeren van zo’n nieuwe onderwijsvorm vereist een totaal andere aanpak en die kun je niet een, twee, drie doorvoeren.”

Dat er hoop is voor opleidingen waar pgo geen succes lijkt, bewijst het voorbeeld van bestuurskunde aan de KatholiekeUniversiteit Nijmegen (KUN). Die studie voerde bij de oprichting, tien jaar geleden, een verregaande vorm van pgo door. Dat kwam haar aanvankelijk op een slechte beoordeling van een visitatiecommissie te staan en ook de studenten waren ontevreden.

,,Er begon op een gegeven moment moeheid op te treden”, vertelt onderwijskundig adviseur Rob Gerritsen van de KUN. ,,Want pgo werkt altijd volgens een vaste procedure.” Het belangrijkste probleem was volgens hem dat de studenten te weinig loskwamen van de boeken. ,,Dat klinkt misschien vreemd, maar ze zochten de antwoorden op de problemen die ze voorgelegd kregen in de literatuur. En ze slaagden er niet goed in om die in hun eigen woorden te vertalen. Daarom werken we sinds een jaar of drie met taken waarin ze verder moeten kijken dan de boeken.”

Bestuurskunde in Nijmegen hanteert inmiddels een eigen mix van moderne onderwijsvormen, die wel allemaal op pgo gebaseerd zijn. ,,Ik denk dat dat een voorwaarde is. Het is voor de afwisseling in elk geval heel belangrijk”, aldus Gerritsen. De deskundigen zijn het het daar mee eens. Een nieuwe visitatiecommissie was heel tevreden. Gerritsen: ,,We hebben nu de beste bestuurskunde-opleiding van Nederland.”

Volgens Gerritsen kunnen opleidingen die pgo invoeren, dat het beste radicaal doen: ,,Revolutie is beter dan evolutie. Omdat het een heel andere manier van denken vereist. Als je het maar mondjesmaat invoert, raken studenten en docenten er niet aan gewend. Je doet het goed of je doet het helemaal niet.” Het is niet te hopen dat Gerritsen gelijk heeft. Dan ziet het er voor pgo in Delft weinig rooskleurig uit.

Probleemgestuurd onderwijs: nauwelijks nog een hogeschool of universiteit die er niet aan doet. Vaak werkt dat goed. Maar even vaak leidt het tot een golf van protest. In Delft zijn de meeste studenten tevreden. Maar het Delftse pgo is dan ook heel gematigd.

,,Boot, auto, trein, schoenen.” Een groepje eerstejaars industrieel product ontwerpen (IPO) van de Haagse Hogeschool somt een rijtje voertuigen op. Het is de bedoeling dat de studenten een denkbeeldige fabrikant op weg helpen. Hij is van plan een nieuw vervoermiddel op de markt te brengen, maar heeft geen flauw idee welk. Daarom wil hij eerst weten wat vervoeren eigenlijk is. En wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen al bestaande vervoermiddelen.

De opdracht brengt de studenten ertoe een opsomming te geven die het niveau van Sesamstraat niet ontstijgt ,,In de tijd die we hierover discussiëren, hadden we al een A-viertje vol kunnen hebben”, klaagt hij zonder succes. Als de tijd om is, lijken de studenten inderdaad weinig te zijn opgeschoten. En om nou te zeggen dat ze op hbo-niveau aan de slag zijn geweest…

Dat zijn ze wel, legt tutor Paul Hörchner uit. ,,Want de bedoeling van deze bijeenkomst is dat ze de opdracht goed lezen, de moeilijke begrippen proberen te verklaren en leerdoelen vaststellen. Dat is redelijk gelukt.” Maar het liep niet echt lekker, vindt hij ook. De student die de groep op een andere koers probeerde te krijgen, mag de slimste zijn geweest, maar daar gaat het niet om. ,,Hij is te weinig flexibel, daardoor traineert hij het groepsproces.”

Als je op de ‘ouderwetse’ manier naar zo’n bijeenkomst kijkt, gaan je vingers jeuken, weet Erik de Jong, een andere Haagse tutor. ,,Dan is de verleiding groot om toch een klein college te gaan geven.”
Bakermat

Maar om ouderwetse colleges draait het in probleemgestuurd onderwijs (pgo) nu juist niet. De bakermat van deze onderwijsformule is de Universiteit Maastricht. Daar wilde men af van de traditionele hoorcolleges – met een alleswetende docent die kennis overdraagt aan zijn nietswetende studenten. Studenten steken veel meer op als ze zelf aan het werk gezet worden. Geef ze een probleem en laat ze er zelf in groepjes de benodigde kennis bij zoeken, dat is simpel gezegd de Maastrichtse filosofie.

Maastricht heeft veel succes met pgo, en haar voorbeeld heeft alom in den lande navolging gekregen. Zo ook in Delft. Bouwkunde was de eerste opleiding die het Maastrichtse voorbeeld volgde, maar goot pgo wel in een eigen vorm: veel onderwijsuren, weinig zelfstudie. Technische Bestuurskunde heeft nooit hoeven omschakelen: vanaf het prille begin in 1992 was het onderwijs er probleemgestuurd. Binnenkort wordt het pgo in de studie zelfs versterkt. Ook andere Delftse studies experimenteren: werktuigbouw, civiel, elektrotechniek,natuurkunde.

Volgens dr. E. de Graaff, de pgo-deskundige van de TU, zijn de Delftse vormen van pgo tamelijk gematigd. Meestal zitten er ‘stukjes pgo’ in het curriculum; de overige vakken worden nog gewoon op de ouderwetse manier gedoceerd. Daarnaast staat er bij Delftse pgo-vakken meestal gewoon een docent voor het bord. Groepjes studenten die zelfstandig een probleem oplossen zijn zeldzaam. Een radicale invoering van pgo past volgens De Graaff ook niet bij technisch onderwijs: ,,Een verstandige mix van traditioneel onderwijs en pgo is beter.”
Ontevreden

Technische Natuurkunde experimenteerde onlangs voor het eerst met pgo, tijdens het tweede kwartaal bij het vak Inleiding Technische Fysica. Na afloop moesten studenten een enquêteformulier invullen. Volgens De Graaff vonden de meesten de nieuwe onderwijsvorm ‘heel plezierig’. Naast een ouderwets schriftelijk examen, kregen studenten ook een cijfer voor hun bijdrage aan het ‘groepsproces’. De Graaff: ,,Het opvallende was dat studenten die goed scoorden bij het traditionele tentamen, lang niet altijd de beste cijfers haalden voor dat laatste.”

Ook de eerste pgo-docent bij natuurkunde, prof.dr.ir. P. Kruit, is te spreken over het nieuwe onderwijs. Toch is het volgens hem lang niet voor alle vakken bij Natuurkunde geschikt: ,,Bij Inleiding Technische Fysica is de theorie niet erg diepgravend, en is het niet zo erg als de ene groep wat anders leert dan de andere. Maar bij theoretische vakken als quantummechanica is pgo niet geschikt.”

Bij veel universitaire en hbo-opleidingen in Nederland is pgo geen succes. Aan sommige opleidingen is de waardering van studenten met sprongen omhoog gegaan sinds hun onderwijs in een pgo-jasje is gestoken. Maar op minstens even veel plaatsen leidt de invoering van pgo tot grote ontevredenheid onder studenten.

De Haagse IPO-studenten kunnen zich dat voorstellen. ,,Ik was gewend aan iemand voor het bord die alles voorkauwde”, zegt Walter Koert, vorig jaar nog mts’er. ,,Nu moet je het zelf uitzoeken. Dat is leuk, maar het blijft vaak onduidelijk.” Aschwin Staulpe, ook eerstejaars, is dat met hem eens. ,,Je weet vaak niet waar je mee bezig bent. Ik zou wel wat meer middelbare-schooldingen willen hebben, gewone basiskennis.” Maar dat gaat over, zeggen ouderejaars. Marischka Klop: ,,Op een gegeven moment valt het allemaal op z’n plek.”
Revolutie

,,Onderwijsveranderingen brengen altijd hectiek met zich mee”, zegt dr. Cees van der Vleuten, als hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit Maastricht dagelijks bezig met probleemgestuurd onderwijs. ,,Je moet zoeken naar je eigen weg. Dat kost altijd een aantal jaren. Dat ligt niet zozeer aan pgo, hoewel dat wel vaak de schuld krijgt. Maar het invoeren van zo’n nieuwe onderwijsvorm vereist een totaal andere aanpak en die kun je niet een, twee, drie doorvoeren.”

Dat er hoop is voor opleidingen waar pgo geen succes lijkt, bewijst het voorbeeld van bestuurskunde aan de KatholiekeUniversiteit Nijmegen (KUN). Die studie voerde bij de oprichting, tien jaar geleden, een verregaande vorm van pgo door. Dat kwam haar aanvankelijk op een slechte beoordeling van een visitatiecommissie te staan en ook de studenten waren ontevreden.

,,Er begon op een gegeven moment moeheid op te treden”, vertelt onderwijskundig adviseur Rob Gerritsen van de KUN. ,,Want pgo werkt altijd volgens een vaste procedure.” Het belangrijkste probleem was volgens hem dat de studenten te weinig loskwamen van de boeken. ,,Dat klinkt misschien vreemd, maar ze zochten de antwoorden op de problemen die ze voorgelegd kregen in de literatuur. En ze slaagden er niet goed in om die in hun eigen woorden te vertalen. Daarom werken we sinds een jaar of drie met taken waarin ze verder moeten kijken dan de boeken.”

Bestuurskunde in Nijmegen hanteert inmiddels een eigen mix van moderne onderwijsvormen, die wel allemaal op pgo gebaseerd zijn. ,,Ik denk dat dat een voorwaarde is. Het is voor de afwisseling in elk geval heel belangrijk”, aldus Gerritsen. De deskundigen zijn het het daar mee eens. Een nieuwe visitatiecommissie was heel tevreden. Gerritsen: ,,We hebben nu de beste bestuurskunde-opleiding van Nederland.”

Volgens Gerritsen kunnen opleidingen die pgo invoeren, dat het beste radicaal doen: ,,Revolutie is beter dan evolutie. Omdat het een heel andere manier van denken vereist. Als je het maar mondjesmaat invoert, raken studenten en docenten er niet aan gewend. Je doet het goed of je doet het helemaal niet.” Het is niet te hopen dat Gerritsen gelijk heeft. Dan ziet het er voor pgo in Delft weinig rooskleurig uit.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.