Campus

Een streepje voor

Ze konden wel een extra uitdaging gebruiken. Zochten verbreding en kregen veel meer. Dinsdag zwaaide de eerste lichting bachelor honours-studenten af. “Ik heb meer bereikt dan ik ooit had gedacht.”


Duikt de gemiddelde TU-student na de broodnodige uren studie opgelucht de kroeg in, sommige studenten willen meer. Zijn gedrevener – simpelweg omdat ze het kunnen. En wíllen vooral, want je kunt nog zo’n goede student zijn, als je niet de ambitie hebt om meer te studeren, heeft een honours programme weinig zin, weet Pepijn Cox (22), lid van het studentenbestuur van het honours programme Delft. Hij is één van de veertig studenten die hun twintig extra studiepunten en aanbevelingsbrief van de conrector dinsdag in ontvangst namen. Een lekkere afsluiter, dat graduation event, want Cox kijkt ‘onverdeeld enthousiast’ terug op de afgelopen twee jaar – net als de overige 39 bachelors, trouwens. “Ik wilde dieper in op mijn vakgebied system & control engineering, maar kreeg veel meer. Sociale aspecten bijvoorbeeld, doordat ik opeens met een groep moest werken. En zelfstandigheid, doordat ik met die groep zelf een minor moest opzetten. Dat zelf doen is een stuk moeilijker dan het gebaande pad bewandelen. Ik heb tijdens mijn bachelor honours meer bereikt dan ik ooit had gedacht.”


In het bachelor honours programme volgen daarvoor geschikte studenten (die hun p-in-1 hebben gehaald met minimaal een 7,5 en nominaal studeren) een vaste module, maar doen daarnaast vooral zelfstandig onderzoek of ontwerp. Cox zette samen met elf andere studenten onder andere een minor op waarin hij designsoftware ontwierp voor onderzeeboten voor de Navo in Italië. “Daarmee wilden ze kijken hoe verschillende vormen zich gedroegen in het water.”



Studenten uit alle faculteiten van de TU zitten bij elkaar in het programma, nog met uitzondering van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Een bonte verzameling van niet zelden briljante geesten. “Hartstikke mooi”, vindt Cox, “want zo breng je zo veel mogelijk ideeën samen in één programma.” Zorgt dat voor een langgezochte gelijkgestemdheid, of resulteert het eerder in een bijeengeraapt zooitje? “Dat laatste”, lacht Cox. Maar dat is volgens hem nou juist het mooie aan het honours programme. “Alles kan. Zo zat er een student werktuigbouwkunde bij me in de groep, die puur aan zijn studie was begonnen om de zestakmotor verder uit te werken. Tijdens je gewone studie kom je daar nooit aan toe, maar hier kon dat dus gewoon. Andere studenten zochten alleen maar verbreding, want bijna iedereen liep wel tegen dezelfde beperking aan: net als vakken leuk begonnen te worden, waren ze afgelopen.”

Samen vormen de honours-studenten een wat exclusieve groep binnen de TU, met een eigen challent-community in het library learning center, op Blackboard en LinkedIn. Toch groeit het aantal honours-studenten gestaag. “In 2010 stroomden al meer studenten in dan bij de eerste lichting van 48 studenten in 2009”, weet

Sylvia Walsari Wolff, projectleider binnen het honours programme. “En toen deden IO en Bouwkunde nog niet eens mee.” Het potentieel is er, zoveel is duidelijk. “Dat betekent alleen niet dat al die studenten ook kiezen voor het honours programme. Sommigen studeren cum laude af, anderen doen een dubbele bachelor.” Maar ze hebben één ding gemeen: ze zijn gedreven om hard te werken.



Idealiter vormt die groep challent-studenten zich al op de Junior TU Delft, waar excellente leerlingen uit 5 en 6 vwo alvast een uitdagend studietraject krijgen voorgeschoteld. Na hun bachelor honours zouden ze dan kunnen doorstromen naar het honours programme binnen de master. Cox niet. “Het programma stond nog te veel in de kinderschoenen toen ik eraan begon. Uit mijn honours-programma vloeide wel een stage in Tokio voort, dankzij contacten uit dat programma. En ik doe extra activiteiten naast mijn master, die wel binnen het honours programme vallen. Maar ik moet nog informeren of ze dat straks toch officieel kunnen maken op mijn diploma.” 

Jazzy popliedjes. Dat leek zanger, pianist en gitarist Bas Beelen de beste omschrijving van de muziek die hij maakte met bassist Merijn van Aartrijk (werktuigbouwkundige) en drummer Jort Nijhuis (IO). De informaticastudent zei het in april 2007 in Delta. Vanaf de oprichting in 2005 legde het trio onder de naam Portray zich toe op semi-akoestische, ingetogen pop zonder gierende gitaren maar met een prominente rol voor de piano. Sommige nummers werden verrijkt met de celloklanken van Sophie Lotgering (IO). Stevige gitaarrock was er al genoeg, naar hun mening. Ook de bezongen onderwerpen waren tamelijk eigenzinnig. Hun zelf geschreven Engelstalige liedjes konden over meisjes met krullen gaan, maar ook over verkeersborden. Dankzij het winnen van een band contest bij het cultuurcentrum mochten ze wat nummers opnemen voor een eerste demo.

De band is nooit opgeheven, maar echt actief is hij niet meer. “Portray is een beetje doodgebloed toen er stages en afstudeerprojecten gingen lopen”, zegt de onlangs afgestudeerde Beelen. “Onze laatste optredens zullen in september, oktober 2008 zijn geweest. We zijn zeer ambitieus geweest. We repeteerden soms wel drie keer per week, elk vrij uurtje werd in de muziek gestoken. Zoiets kost veel tijd en energie. Als je daarnaast een zware studie doet, kun je die er niet altijd in blijven stoppen.”

Beelen is wel bezig met het schrijven van nieuwe nummers. Bovendien zijn er vage plannen om een keer mee te doen aan het akoestisch uurtje in café Tango. “Dat hebben we al een paar keer tegen elkaar geroepen. Geen Portray-nummers, maar wat meer op meerstemmige zang gericht. Puur voor de lol, er zijn geen ambitieuze plannen mee gemoeid.”

Nog één keer dat speciale gevoel ondervinden lijkt ze mooi, want het was een heel mooie periode, vindt Beelen. Het hoofdstuk Portray is niettemin gesloten. “Zelfs als we weer in dezelfde samenstelling zouden gaan spelen, zouden we een ander soort muziek maken. Onze ervaring is dat we onze muziek vooral voor onszelf maakten. We wilden laten zien wat we als muzikanten konden. We kregen complimenten van andere muzikanten, maar het doorsnee publiek vond dat we iets te gecompliceerd deden. Het is demotiverend als mensen niet reageren zoals je zelf reageert. Eén ding is zeker: we zullen alle drie muziek blijven maken, in welke vorm dan ook. Portray is een mooi afgerond project.”
Eén van hun mooiste herinneringen is een opname voor een tv-zender op het kanaal van TMF. “We waren met zijn drieën op vakantie op Corsica toen we werden gebeld. De opnames waren twee dagen na terugkomst, waardoor we niet meer konden oefenen. Maar we hadden wel onze fifteen minutes of fame. Wij dachten: daar kijkt geen hond naar, maar heel veel mensen spraken ons aan: ik zag jullie op tv!”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.