Voor echtgenotes van buitenlandse TU’ers staan gastvrouwen klaar van de International Neighbour Group. Veel van de echtgenotes vinden geen baan en hebben daardoor weinig om handen.
,,Ik zit maar een beetje op de bank romannetjes te lezen.”
Kaweme Mwansa heeft zich net ingeschreven bij de International Neighbour Group (ING). Haar vriend werkt de komende drie maanden voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Voor de Zambiaanse is het de eerste week in Nederland. Ze kent niemand en heeft overdag niets te doen. ,,Ik zit maar een beetje op de bank romannetjes te lezen.”
Iedere woensdagochtend wordt voor de buitenlandse echtgenotes een handvaardigheidsochtend georganiseerd in Duwo-gebouw Sebastiaansbrug. Huisvester Duwo stelt de ruimte gratis ter beschikking. Er wordt weinig gepraat tijdens de handenarbeid: niet iedereen spreekt een voor de ander begrijpbare taal.
Op Sinterklaaswoensdag stond de vrouwen een folkloristische taak te wachten: het versieren van een taaitaaipop. Mwansa krijgt een kwart kilo ginger-bread doll uit handen van gastvrouw Margreet van Bos. Met een lijmmengsel van geklopt eiwit en poedersuiker dient ze snoepgoed op de pop te plakken. Een brede grijns verschijnt op haar gezicht: ,,Dit heb ik nog nooit gedaan.”
Een Chinese brengt met engelengeduld witte spikkels aan op de taaitaai. ,,Je kunt aan de manier van werken zien waar de vrouwen vandaan komen”, vindt Van Bos.
Naast de Chinese plamuurt de Iraanse Farideh Shirzadi het onderlijf van de pop vol met een dikke plaklaag en een grote hoeveelheid gekleurde suikerspikkels. De Iraanse is echtgenote van een TU-student. Net als Mwansa heeft ze geen baan en verveelt ze zich stierlijk overdag: ,,In Iran was ik verpleegster, maar in Nederlandse ziekenhuizen word ik niet aangenomen omdat ik de taal nog niet spreek.”
Eenzaam
Taaitaaipoppen, oploskoffie in bruin-oranje kopjes en een indrukwekkende stilte. Wie niet beter weet lijkt verzeild geraakt in een cursus creatieve therapie.
,,We hebben een beetje het imago van een koekversierclub”, vindt Van Bos, ,,maar we gaan bijvoorbeeld ook naar Hollandse Meesters kijken of een dag naar Aken.”
Ook organiseert de ING koffieochtenden bij gastvrouwen thuis en biedt ze bijvoorbeeld Engelse les aan. De lessen worden gegeven door twee professionals. De Schotse Lesley Cornelissen en de Zuidafrikaanse Rina Ferreira waren voor hun komst naar Nederland werkzaam als lerares Engels. Niet alle gewenste activiteiten vinden doorgang. ,,Ons budget is 15.000 gulden”, vertelt Nel Torenbeek ,,Voor bijvoorbeeld een keep-fit ochtend kunnen we niemand vinden die zonder vergoeding yoga-les komt geven.”
Alle Nederlandse universiteitssteden kennen een ING. Het fenomeen is volgens Van Bos overgewaaid uit Amerika. De Delftse afdeling bestaat 35 jaar en telt zo’n dertig vrijwilligers. ,,Gemiddeld komen tien vrouwen per week handenarbeiden”, schat ze. ,,Sommigen zijn zo eenzaam dat ze echt op iedere activiteit afkomen.” Veel van de gastvrouwen zijn echtgenotes van TU-hoogleraren en zijn zelf ooit in het buitenland gastvrij onthaald. Zo ook Van Bos. ,,Maar ik ben nooit lang weggeweest, geen jaar of zo.”
Inschrijven voor activiteiten kan alleen in Sebastiaansbrug. ,,Zo kunnen we alvast een praatje aanknopen en zien wat voor mensen het zijn”, licht gastvrouw Sabien Fenema toe. Ze krijgt ieder jaar een stapel kerstkaarten van vrouwen die ooit haar gezelschap hebben genoten. Pas nog kreeg ze een bedankbrief uit Bangladesh. ,,Die vrouw is aangenomen bij de Belgische Ambassade op basis van het Nederlands dat ze via onze cursus leerde.”
Groningen
Vroeger was er een gastvrouw voor iedere gast. ,,Sommigen verlangen terug naar die persoonlijke band”, denkt gastvrouw Torenbeek. ,,Maar de groep is nu te groot. En niet iedereen vindt het een goed systeem: als je het slecht treft zit je het hele jaar aan die persoon vast.” Ze heeft haar huis aan de Professor Evertslaan beschikbaar gesteld voor een koffieochtend. ,,De drempel voor een gesprek bij iemand thuis is lager”, denkt ze.
De volgende dag is Torenbeek in de weer met gevulde koek, twee thermoskannen koffie en een kopje kandijsuiker. Het is tijdens de koffieochtend inderdaad drukker dan bij het koekversieren. ,,Voor de mannen zijn deze ochtendeneen uitkomst”, denkt ze. ,,Die kunnen studeren zonder vrees dat hun vrouw problemen heeft.”
Op de bank zit de Cubaanse Zenith Alonso-Rodriguez. Dat moet wennen zijn, zo’n grote slappe bak Hollandse troost. Ze knikt en brengt de Cubaanse koffie in herinnering: ,,Pikzwart en muy fuerte.” Ze vouwt een bootje van een servet. Contact met anderen verloopt moeizaam vanwege haar gebrekkige Engels. Een van de gastvrouwen spreekt wel Spaans, maar die moet haar aandacht verdelen. Tijdens het vouwen volgt ze de verrichtingen van de spelende kinderen. Haar eigen zoontje mocht niet mee naar Nederland.
Alonso-Rodriguez woont een halfjaar in Delft en heeft nog een jaar of vier voor de boeg. De enige link met haar roots zijn kabelzender TVE, Spaanstalige films in Lumen, en de wekelijkse salsa in café Speakers. Ze droomt van een vakantie in een Mediterraan land. ,,Tot nu toe ben ik alleen in Groningen geweest.”
Björk
Mwansa is ook van de partij en heeft het advies opgevolgd dat ze tijdens het taaitaai-schilderen kreeg: een berg cadeaus voor de deur leggen en de buurvrouw vragen hard op de deur te bonken. ,,Het is ongelooflijk”, straalt ze ,,Mijn kind gelooft nu echt dat Sinterklaas bestaat.” Over drie maanden vertrekt ze naar Zambia, met uitzicht op een baan bij energiemaatschappij Zesco. De tussentijd hoopt ze te doden met haar pas verkregen Sinterklaascadeaus. ,,Parfum en een romannetje tegen de verveling.”
Tussen de voornamelijk Latijnse en Aziatische vrouwen die bij Torenbeek een bakkie komen doen valt Bjørg Rønning op. De blonde Noorse studeert klinische psychologie en woont tijdens vakanties bij haar man in Nederland. ,,In iedere Nederlandse brief staat mijn naam anders gespeld”, grinnikt ze. ,,Meestal als Björk.” Ze knoopt een gesprek aan met Deborah Sherwood. Aanleiding: Sherwoods zoontje draagt op zijn trui een afbeelding van rendier Rudolph.
,,In Noorwegen vormen die beesten een probleem”, vertelt Rønning. ,,Er zijn er zoveel dat ze tuinen in trekken op zoek naar voedsel.” De uit Seattle geëmigreerde Sherwood verblijft al enige jaren in Nederland en is sinds een jaar gastvrouw. Ze is een van de weinige gastvrouwen zonder grijs haar. Binnenkort stopt ze. ,,Ik ben zwanger en heb veel te doen thuis.” Veel te doen hebben thuis: Mwansa, Alonso-Rodriguez en Rønning zouden er onmiddellijk voor tekenen.
Voor echtgenotes van buitenlandse TU’ers staan gastvrouwen klaar van de International Neighbour Group. Veel van de echtgenotes vinden geen baan en hebben daardoor weinig om handen. ,,Ik zit maar een beetje op de bank romannetjes te lezen.”
Kaweme Mwansa heeft zich net ingeschreven bij de International Neighbour Group (ING). Haar vriend werkt de komende drie maanden voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Voor de Zambiaanse is het de eerste week in Nederland. Ze kent niemand en heeft overdag niets te doen. ,,Ik zit maar een beetje op de bank romannetjes te lezen.”
Iedere woensdagochtend wordt voor de buitenlandse echtgenotes een handvaardigheidsochtend georganiseerd in Duwo-gebouw Sebastiaansbrug. Huisvester Duwo stelt de ruimte gratis ter beschikking. Er wordt weinig gepraat tijdens de handenarbeid: niet iedereen spreekt een voor de ander begrijpbare taal.
Op Sinterklaaswoensdag stond de vrouwen een folkloristische taak te wachten: het versieren van een taaitaaipop. Mwansa krijgt een kwart kilo ginger-bread doll uit handen van gastvrouw Margreet van Bos. Met een lijmmengsel van geklopt eiwit en poedersuiker dient ze snoepgoed op de pop te plakken. Een brede grijns verschijnt op haar gezicht: ,,Dit heb ik nog nooit gedaan.”
Een Chinese brengt met engelengeduld witte spikkels aan op de taaitaai. ,,Je kunt aan de manier van werken zien waar de vrouwen vandaan komen”, vindt Van Bos.
Naast de Chinese plamuurt de Iraanse Farideh Shirzadi het onderlijf van de pop vol met een dikke plaklaag en een grote hoeveelheid gekleurde suikerspikkels. De Iraanse is echtgenote van een TU-student. Net als Mwansa heeft ze geen baan en verveelt ze zich stierlijk overdag: ,,In Iran was ik verpleegster, maar in Nederlandse ziekenhuizen word ik niet aangenomen omdat ik de taal nog niet spreek.”
Eenzaam
Taaitaaipoppen, oploskoffie in bruin-oranje kopjes en een indrukwekkende stilte. Wie niet beter weet lijkt verzeild geraakt in een cursus creatieve therapie.
,,We hebben een beetje het imago van een koekversierclub”, vindt Van Bos, ,,maar we gaan bijvoorbeeld ook naar Hollandse Meesters kijken of een dag naar Aken.”
Ook organiseert de ING koffieochtenden bij gastvrouwen thuis en biedt ze bijvoorbeeld Engelse les aan. De lessen worden gegeven door twee professionals. De Schotse Lesley Cornelissen en de Zuidafrikaanse Rina Ferreira waren voor hun komst naar Nederland werkzaam als lerares Engels. Niet alle gewenste activiteiten vinden doorgang. ,,Ons budget is 15.000 gulden”, vertelt Nel Torenbeek ,,Voor bijvoorbeeld een keep-fit ochtend kunnen we niemand vinden die zonder vergoeding yoga-les komt geven.”
Alle Nederlandse universiteitssteden kennen een ING. Het fenomeen is volgens Van Bos overgewaaid uit Amerika. De Delftse afdeling bestaat 35 jaar en telt zo’n dertig vrijwilligers. ,,Gemiddeld komen tien vrouwen per week handenarbeiden”, schat ze. ,,Sommigen zijn zo eenzaam dat ze echt op iedere activiteit afkomen.” Veel van de gastvrouwen zijn echtgenotes van TU-hoogleraren en zijn zelf ooit in het buitenland gastvrij onthaald. Zo ook Van Bos. ,,Maar ik ben nooit lang weggeweest, geen jaar of zo.”
Inschrijven voor activiteiten kan alleen in Sebastiaansbrug. ,,Zo kunnen we alvast een praatje aanknopen en zien wat voor mensen het zijn”, licht gastvrouw Sabien Fenema toe. Ze krijgt ieder jaar een stapel kerstkaarten van vrouwen die ooit haar gezelschap hebben genoten. Pas nog kreeg ze een bedankbrief uit Bangladesh. ,,Die vrouw is aangenomen bij de Belgische Ambassade op basis van het Nederlands dat ze via onze cursus leerde.”
Groningen
Vroeger was er een gastvrouw voor iedere gast. ,,Sommigen verlangen terug naar die persoonlijke band”, denkt gastvrouw Torenbeek. ,,Maar de groep is nu te groot. En niet iedereen vindt het een goed systeem: als je het slecht treft zit je het hele jaar aan die persoon vast.” Ze heeft haar huis aan de Professor Evertslaan beschikbaar gesteld voor een koffieochtend. ,,De drempel voor een gesprek bij iemand thuis is lager”, denkt ze.
De volgende dag is Torenbeek in de weer met gevulde koek, twee thermoskannen koffie en een kopje kandijsuiker. Het is tijdens de koffieochtend inderdaad drukker dan bij het koekversieren. ,,Voor de mannen zijn deze ochtendeneen uitkomst”, denkt ze. ,,Die kunnen studeren zonder vrees dat hun vrouw problemen heeft.”
Op de bank zit de Cubaanse Zenith Alonso-Rodriguez. Dat moet wennen zijn, zo’n grote slappe bak Hollandse troost. Ze knikt en brengt de Cubaanse koffie in herinnering: ,,Pikzwart en muy fuerte.” Ze vouwt een bootje van een servet. Contact met anderen verloopt moeizaam vanwege haar gebrekkige Engels. Een van de gastvrouwen spreekt wel Spaans, maar die moet haar aandacht verdelen. Tijdens het vouwen volgt ze de verrichtingen van de spelende kinderen. Haar eigen zoontje mocht niet mee naar Nederland.
Alonso-Rodriguez woont een halfjaar in Delft en heeft nog een jaar of vier voor de boeg. De enige link met haar roots zijn kabelzender TVE, Spaanstalige films in Lumen, en de wekelijkse salsa in café Speakers. Ze droomt van een vakantie in een Mediterraan land. ,,Tot nu toe ben ik alleen in Groningen geweest.”
Björk
Mwansa is ook van de partij en heeft het advies opgevolgd dat ze tijdens het taaitaai-schilderen kreeg: een berg cadeaus voor de deur leggen en de buurvrouw vragen hard op de deur te bonken. ,,Het is ongelooflijk”, straalt ze ,,Mijn kind gelooft nu echt dat Sinterklaas bestaat.” Over drie maanden vertrekt ze naar Zambia, met uitzicht op een baan bij energiemaatschappij Zesco. De tussentijd hoopt ze te doden met haar pas verkregen Sinterklaascadeaus. ,,Parfum en een romannetje tegen de verveling.”
Tussen de voornamelijk Latijnse en Aziatische vrouwen die bij Torenbeek een bakkie komen doen valt Bjørg Rønning op. De blonde Noorse studeert klinische psychologie en woont tijdens vakanties bij haar man in Nederland. ,,In iedere Nederlandse brief staat mijn naam anders gespeld”, grinnikt ze. ,,Meestal als Björk.” Ze knoopt een gesprek aan met Deborah Sherwood. Aanleiding: Sherwoods zoontje draagt op zijn trui een afbeelding van rendier Rudolph.
,,In Noorwegen vormen die beesten een probleem”, vertelt Rønning. ,,Er zijn er zoveel dat ze tuinen in trekken op zoek naar voedsel.” De uit Seattle geëmigreerde Sherwood verblijft al enige jaren in Nederland en is sinds een jaar gastvrouw. Ze is een van de weinige gastvrouwen zonder grijs haar. Binnenkort stopt ze. ,,Ik ben zwanger en heb veel te doen thuis.” Veel te doen hebben thuis: Mwansa, Alonso-Rodriguez en Rønning zouden er onmiddellijk voor tekenen.
Comments are closed.