Campus

‘Een commentaar op de evolutie’

We wisten al dat robots hard kunnen werken. Minder bekend is dat ze ook muziekmaken en swingen. Tot en met vrijdag geven de ijzeren skeletten van Amorphic Robot Works in Rotterdam elke avond een performance.

In hetzelfde kader van ‘220V Robotics,’ gehouden op initiatief van V2_Organisatie, vond afgelopen zondag ook een conferentie plaats over robotica in kunst en samenleving.

Aanstaande zaterdag wordt in de Japanse stad Nagoya de bal afgetrapt voor het eerste WK voetbal voor robots. Zo’n historische gebeurtenis in een toch al zo gedenkwaardig jaar kan er nog wel bij, moeten we maar denken. Het wachten is nu nog op het Olympisch comité dat een alternatieve Spelen voor robots organiseert.

Eigenlijk houden robots zich tot nu toe opvallend gedeisd. Er staat inmiddels een heel leger in fabriekshallen opgesteld, maar de handelingen die het verricht zijn verre van spectaculair. Van het Mars-wagentje Sojourner zijn we evenmin echt onder de indruk. Het was vooral de animatie van de landing, het stuiteren van de airbags op het Mars-oppervlak, dat de verbeelding prikkelde.

Sinds ‘Frankenstein’ (1816) het levenslicht zag is het met de kunstmens maar pover gesteld. De bestaande robots vertonen meestal geen enkele gelijkenis met de mens. Dat is jammer, want dat is nu juist waarnaar we verlangen. Net zoals bij huisdieren moeten we ze menselijke eigenschappen kunnen toedichten. Het liefst moeten ze emoties vertonen. Ze moeten lachen en janken, pas dan gaan we van ze houden.

Het aardige van de Amorphic Robot Works is dat de makers, een samenwerkingsverband van kunstenaars en technici uit San Francisco, hun robots wel naar de natuur hebben gemodelleerd. Sommige lijken op de mens, andere hebben meer weg van vogels of viervoeters. Dat wil niet zeggen dat ze zo getrouw mogelijk naar hun evenbeeld zijn nagemaakt. Op één exemplaar na, dat een mens van vlees en bloed moet voorstellen, zijn ze slechts opgebouwd uit ijzeren skeletten waar je dwars doorheen kijkt.

Het gezelschap van meer dan veertig robots dat staat opgesteld in het V2_Gebouw in de Eendrachtsstraat, ziet er in het halfdonker, bij het betreden van de zaal, nog het meest uit als een griezelkabinet. De performance begint met het geluid van een ‘vogel-robot’. Eén voor één mengen de geluiden van de andere robots zich ertussen, wat uitmondt in een kakofonie, vergelijkbaar met die in een jungle na het krieken van de dag.

In het kleine uur dat de voorstelling duurt valt er van alles te zien en te horen. Er klimt een ‘mens-robot’ in een touw, een stuk of wat kleinere robots bevechten elkaar op leven en dood, een robot die op een wereldbol staat gaat gracieus door de knieën en een ander exemplaar is bezig om zich luidruchtig te bekwamen in de val. Enkele robots blijken uitstekend percussie te spelen, terwijl andere op hun muziek staan te swingen. Aan de enige ‘mens’ is dit spektakel niet besteedt. Als toeschouwer bungelt hij meelijwekkend in een plastic zak aan het plafond om uiteindelijk de verstikkingsdood te sterven.
Commentaar

De voorstelling is een commentaar op de evolutie. Chico MacMutrie, de artistiek leider van het gezelschap, zei tijdens de conferentie dat hij zich op de eerste plaats ziet als kunstenaar. Hij is vooral geïnteresseerd in kunst en beweging. Zo werkte hij tweeëneenhalf jaar aan ‘de vallende man’ om te bestuderen hoe het vallen zich voltrekt.

De robots zien er vrij primitief uit. De bewegingen worden meest hydraulisch tot stand gebracht en komen vrij houterig over. ,,My machines are precise”, erkent MacMutrie, ,,by no means.” Het lijkt hem geweldig om te werken met meer intelligente robots, maar tegelijk betwijfelt hij of hij dat wel wil. Het zou betekenen dat hij weer helemaal vanvoren af aan moet beginnen. Bovendien is hij beeldhouwer en geen ingenieur.

De conferentie was helaas niet altijd goed te volgen, vooral doordat de voorzitter, de Amerikaanse econome Deirdre McClofkey slecht bij stem was. Iemand uit het publiek verkondigde dat robots altijd afhankelijk zullen blijven van wat de mens erin stopt. Volgens publiciste Karin Spaink, één van de sprekers, is dat maar in beperkte mate het geval. ,,Sinds machines andere machines produceren wordt de lijn tussen mens en machine steeds langer. Bovendien komt een dergelijke afhankelijkheid ook in de natuur voor. Zoals een bloem niet kan zonder bij, zo kan een robot niet zonder mens.”
Toepassingen

Tijdens de conferentie was ook Josheph Michael aanwezig. Hij doet onderzoek bij Robodyne Cybernetics in Londen, een bedrijf dat zich richt op het vervaardigen van robots met zogeheten fractale technologie. De robots bestaan uit aaneengeschakelde vierkante blokken van variabele grootte die door elektromagnetische krachten elke willekeurige vorm kunnen aannemen. Deze Fractal Crawling Machines hebben volgens Michael zeer uiteenlopende toepassingen: er kunnen tunnels en bruggen mee gebouwd worden, ze kunnen als medische robots worden gebruikt, dienst doen als terreinwagens en, in de verre toekomst, koepels bouwen op andere planeten. De gesegmenteerde robots zouden borgstaan voor ,,sweeping world changes in five till fiftien years”.

De voorzitster hield het hoofd koel, wat niet meeviel in de warme zaal. ,,Regardless what kind of machines we have, we must decide what to do with it”, hield ze het publiek wijselijk voor. En tot besluit: ,,Engineers have always developed tools, while artists always used tools to show the human struggle.

De performance van Amorphic Robot Works is do. 21 en vr. 22 om 20.00 uur te zien in het V2_Gebouw, Eendrachtsstraat 10 te Rotterdam.

We wisten al dat robots hard kunnen werken. Minder bekend is dat ze ook muziekmaken en swingen. Tot en met vrijdag geven de ijzeren skeletten van Amorphic Robot Works in Rotterdam elke avond een performance. In hetzelfde kader van ‘220V Robotics,’ gehouden op initiatief van V2_Organisatie, vond afgelopen zondag ook een conferentie plaats over robotica in kunst en samenleving.

Aanstaande zaterdag wordt in de Japanse stad Nagoya de bal afgetrapt voor het eerste WK voetbal voor robots. Zo’n historische gebeurtenis in een toch al zo gedenkwaardig jaar kan er nog wel bij, moeten we maar denken. Het wachten is nu nog op het Olympisch comité dat een alternatieve Spelen voor robots organiseert.

Eigenlijk houden robots zich tot nu toe opvallend gedeisd. Er staat inmiddels een heel leger in fabriekshallen opgesteld, maar de handelingen die het verricht zijn verre van spectaculair. Van het Mars-wagentje Sojourner zijn we evenmin echt onder de indruk. Het was vooral de animatie van de landing, het stuiteren van de airbags op het Mars-oppervlak, dat de verbeelding prikkelde.

Sinds ‘Frankenstein’ (1816) het levenslicht zag is het met de kunstmens maar pover gesteld. De bestaande robots vertonen meestal geen enkele gelijkenis met de mens. Dat is jammer, want dat is nu juist waarnaar we verlangen. Net zoals bij huisdieren moeten we ze menselijke eigenschappen kunnen toedichten. Het liefst moeten ze emoties vertonen. Ze moeten lachen en janken, pas dan gaan we van ze houden.

Het aardige van de Amorphic Robot Works is dat de makers, een samenwerkingsverband van kunstenaars en technici uit San Francisco, hun robots wel naar de natuur hebben gemodelleerd. Sommige lijken op de mens, andere hebben meer weg van vogels of viervoeters. Dat wil niet zeggen dat ze zo getrouw mogelijk naar hun evenbeeld zijn nagemaakt. Op één exemplaar na, dat een mens van vlees en bloed moet voorstellen, zijn ze slechts opgebouwd uit ijzeren skeletten waar je dwars doorheen kijkt.

Het gezelschap van meer dan veertig robots dat staat opgesteld in het V2_Gebouw in de Eendrachtsstraat, ziet er in het halfdonker, bij het betreden van de zaal, nog het meest uit als een griezelkabinet. De performance begint met het geluid van een ‘vogel-robot’. Eén voor één mengen de geluiden van de andere robots zich ertussen, wat uitmondt in een kakofonie, vergelijkbaar met die in een jungle na het krieken van de dag.

In het kleine uur dat de voorstelling duurt valt er van alles te zien en te horen. Er klimt een ‘mens-robot’ in een touw, een stuk of wat kleinere robots bevechten elkaar op leven en dood, een robot die op een wereldbol staat gaat gracieus door de knieën en een ander exemplaar is bezig om zich luidruchtig te bekwamen in de val. Enkele robots blijken uitstekend percussie te spelen, terwijl andere op hun muziek staan te swingen. Aan de enige ‘mens’ is dit spektakel niet besteedt. Als toeschouwer bungelt hij meelijwekkend in een plastic zak aan het plafond om uiteindelijk de verstikkingsdood te sterven.
Commentaar

De voorstelling is een commentaar op de evolutie. Chico MacMutrie, de artistiek leider van het gezelschap, zei tijdens de conferentie dat hij zich op de eerste plaats ziet als kunstenaar. Hij is vooral geïnteresseerd in kunst en beweging. Zo werkte hij tweeëneenhalf jaar aan ‘de vallende man’ om te bestuderen hoe het vallen zich voltrekt.

De robots zien er vrij primitief uit. De bewegingen worden meest hydraulisch tot stand gebracht en komen vrij houterig over. ,,My machines are precise”, erkent MacMutrie, ,,by no means.” Het lijkt hem geweldig om te werken met meer intelligente robots, maar tegelijk betwijfelt hij of hij dat wel wil. Het zou betekenen dat hij weer helemaal vanvoren af aan moet beginnen. Bovendien is hij beeldhouwer en geen ingenieur.

De conferentie was helaas niet altijd goed te volgen, vooral doordat de voorzitter, de Amerikaanse econome Deirdre McClofkey slecht bij stem was. Iemand uit het publiek verkondigde dat robots altijd afhankelijk zullen blijven van wat de mens erin stopt. Volgens publiciste Karin Spaink, één van de sprekers, is dat maar in beperkte mate het geval. ,,Sinds machines andere machines produceren wordt de lijn tussen mens en machine steeds langer. Bovendien komt een dergelijke afhankelijkheid ook in de natuur voor. Zoals een bloem niet kan zonder bij, zo kan een robot niet zonder mens.”
Toepassingen

Tijdens de conferentie was ook Josheph Michael aanwezig. Hij doet onderzoek bij Robodyne Cybernetics in Londen, een bedrijf dat zich richt op het vervaardigen van robots met zogeheten fractale technologie. De robots bestaan uit aaneengeschakelde vierkante blokken van variabele grootte die door elektromagnetische krachten elke willekeurige vorm kunnen aannemen. Deze Fractal Crawling Machines hebben volgens Michael zeer uiteenlopende toepassingen: er kunnen tunnels en bruggen mee gebouwd worden, ze kunnen als medische robots worden gebruikt, dienst doen als terreinwagens en, in de verre toekomst, koepels bouwen op andere planeten. De gesegmenteerde robots zouden borgstaan voor ,,sweeping world changes in five till fiftien years”.

De voorzitster hield het hoofd koel, wat niet meeviel in de warme zaal. ,,Regardless what kind of machines we have, we must decide what to do with it”, hield ze het publiek wijselijk voor. En tot besluit: ,,Engineers have always developed tools, while artists always used tools to show the human struggle.

De performance van Amorphic Robot Works is do. 21 en vr. 22 om 20.00 uur te zien in het V2_Gebouw, Eendrachtsstraat 10 te Rotterdam.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.