Campus

‘Durf je eigen keuzes te maken’

Cabaretier Youp van ’t Hek is de komende maanden cultural professor aan de TU Delft. Samen met twintig studenten wil hij ‘iets’ bouwen dat de kijker buiten zinnen brengt.

Mocht het ter sprake komen, levenslessen kan hij zijn studenten best meegeven: “Durf je eigen keuzes te maken, tegen je ouders in. Die moet je als kind een beetje opvoeden.”


WIE IS YOUP VAN ’T HEK?    

Als Joep van ’t Hek (Naarden, 1954) van de lagere school komt, weet hij wat hij worden wil: priester. Hij vertrekt naar het seminarie, maar maakt het eerste jaar niet af. Daarna doet hij negen jaar over de mavo, op verschillende scholen. Op school gaat hij bij het cabaret. In 1973 verandert Joep zijn naam in Youp, nadat een vriendin de ‘P’ schrijft op zijn shirt met de tekst: ‘We help you’. Sinds die tijd maakt Van ’t Hek theaterprogramma’s. Zijn doorbraak komt in 1983 als hij optreedt in het tv-programma De Alles is Anders-show. In december 2011 maakt Van ’t Hek voor de zevende keer de oudejaarsconference. Hij schrijft columns voor NRC Handelsblad en de Vara Gids en brengt boeken uit. Youp van ’t Hek is getrouwd, heeft drie kinderen en één kleinkind.



Afgezakte spijkerbroek, warrig haar, los openhangende jas en in de hand een plastic tasje met een paar pakken melk. “Ik dacht: misschien lust je wel melk in je koffie”, zegt cabaretier Youp van ’t Hek als hij zijn Amsterdamse herenhuis van het slot haalt en naar binnen gaat na een snel bezoekje aan de buurtsuper.

In zijn woonkeuken met uitzicht op een wit bevroren park ligt een beer van de stichting Kika op tafel. Voor zijn kleinzoon van twee. “Die had het lef om in Amerika te gaan wonen”, vertelt Van ‘t Hek, terwijl hij de melk klopt en de Nespresso-machine laat lopen.

Hij was twee jaar geleden al gevraagd om cultural professor te worden aan de TU Delft, vertelt hij. “Toen had ik geen tijd. Nu ben ik, zoals altijd, bezig met schrijven aan een nieuwe voorstelling. Hartstikke leuk om dit erbij te doen.”


Om mee te doen aan uw masterclass moesten studenten ‘een onmogelijk idee, een op hol geslagen fantasie, een toekomstdroom of iets wat je altijd al hebt willen maken maar niet kunt’ beschrijven in driehonderd woorden. U hebt inmiddels een selectie gemaakt. Was het wat u ervan had verwacht? Wat schreven ze zoal?

“Die studenten hebben zeker fantasie, maar wat ze schreven is heel anders dan ik had gedacht. Wat dat was, houd ik voor me. Als ik een voorbeeld geef, trek ik er eentje naar voren en dat wil ik niet.”


Het thema van uw masterclass is ‘Los van alles!’. U wilt het onmogelijke mogelijk maken, ‘iets tastbaars’ bouwen, los van beperkingen. Iets dat de kijker buiten zinnen brengt. Wat moet ik me daarbij voorstellen?

“Dat wil ik pas op 8 maart onthullen, als ik mijn intreerede houd. Ik heb er zeker een beeld bij, maar misschien komen de studenten met iets veel beters. Zij weten wat technisch mogelijk is. Ik vind het prima als ze zeggen: ‘zo kan het niet, maar zo wel’.”


Ik las op internet dat het een decor wordt.

“Ik zeg er niks over. Behalve dan dat het ergens kan staan waar iedereen het kan zien. Op de campus? Ja bijvoorbeeld, het is van de TU. Misschien mislukt het wel, dat we niks kunnen laten zien bij mijn uittreerede begin mei. Dan ligt het waarschijnlijk aan mij. Ja, of aan de studenten. Maar ik denk dat we iets heel moois kunnen maken. Alles is mogelijk: bouwen, schrijven, dichten, filmen.”


Cabaret?

“Ja, waarom niet? Of er iemand bij zit die dat wil, weet ik niet. Ik ken de studenten nog niet. Ik heb alleen hun brieven gelezen. Samen met de rector en nog drie anderen heb ik twintig studenten uitgekozen. Moeilijk vind ik dat, mensen afwijzen.”


Wat mogen we verwachten van uw intreerede? Een collegepraatje of een cabaretvoorstelling?

“Er zal heus wel wat te lachen zijn. Het is toch een professorschap met een knipoog.”


U hebt zelf niet gestudeerd, kwam nooit verder dan de mavo en dat met vele omwegen. Kunt u zich inleven in studenten?

“Dat denk ik wel. Toen ik achttien was, ben ik op kamers gaan wonen. Al mijn vrienden studeerden. Ik leefde zoals zij leefden. Alleen maakte ik geen tentamens, maar cabaretvoorstellingen.”


U stond er in Groningen om bekend dat u na de voorstelling naar studentendiscotheek De Blauwe Engel ging. Doet u dat nog wel eens?

“Dat was leuk. Dan belandde ik uiteindelijk op de bar bij Albertus (zustervereniging van Virgiel, red.). Ik doe dat jammer genoeg niet meer. De lol is eraf door Youtube en Facebook. Toen was het leuk als je er toevallig bij was. Dat had je dan meegemaakt. Nu kijken driehonderdduizend mensen het terug op internet.”


Eén van onze lezers wilde weten: welke uitvinding had u zelf willen doen?

“Zoveel. De paperclip. Dat vind ik mooi: die man die aan dat ijzerdraadje heeft zitten draaien: prachtig. Of het wiel. Maar de grootste verandering van de laatste jaren heeft de computer gebracht, denk ik. Zelf ben ik totaal niet technisch. Ja, ik kan een fietsband plakken en een plankje ophangen. Maar als ik mijn computer wil aanzetten en hij doet het niet, dan bel ik meteen iemand om hem te komen maken. Mijn vader zou deze maand honderd zijn geworden. God hebbe zijn ziel, als God bestaat. Wat hij allemaal heeft zien veranderen in de samenleving, ongelooflijk. De wereld is totaal veranderd.”


Veranderd ten goede of ten slechte?

“Beide. Als je nu verhuist, klap je je laptop open en kun je verder met je leven. Alles wordt zoveel sneller van computers en mobiele telefoons, terwijl langzaam soms juist mooi is. Vroeger als je verliefd was, schreef je een brief. Die stopte je in een envelop. Je schreef de naam erop en plakte er een postzegel naast. Dan ging je naar de brievenbus, waar je besliste om hem toch maar niet te posten. Nu is dat sms’je allang verstuurd. Ik denk dat er door sms en e-mail veel meer ruzies ontstaan, doordat mensen zo snel op elkaar reageren.”


U zet zich in uw shows af tegen het burgerlijk bestaan, tegen sleur en het verliezen van jeugdidealen. Gaat u uw studenten daarvoor waarschuwen?

“Studenten zijn vaak heel burgerlijk. Vooral als ze lid zijn van een studentenvereniging, met die stokoude tradities. Alles is van tevoren bedacht, eerder gedaan. Zonen doen wat hun vaders deden. En die vinden het natuurlijk geweldig dat hun zoon nu ook in zo’n gekke broek loopt. Daarom vind ik studenten die geen lid zijn vaak leuker. Wees origineel. Na je studie rondtrekken door Australië. Waarom doen mensen allemaal hetzelfde?”


Hoe kijkt u naar mensen die aan uw schrikbeeld voldoen?

“Ik vind mensen grappig, juist omdat ze zo voorspelbaar zijn. Ik ga ’s avonds bijna nooit meer naar de kroeg. Omdat er dan altijd iemand op me af komt die tegen me aan gaat praten. En altijd, altijd, is het oninteressant. Of kijk naar het Gooi, waar ik vandaan kom. Al die mannen gaan golfen. Omdat golfen zo leuk is? Ik denk het niet. Ze doen het omdat iedereen het doet. Omdat ze dan niet echt met elkaar hoeven te praten, omdat het goed is voor zakenrelaties. Of al die mensen die een baby krijgen en een bakfiets kopen. Of begrafenissen. Ik zie telkens weer hetzelfde. Waarom nooit eens een verhaal over waarom diegene zo leuk was, met goeie anekdotes? Mensen blijven hangen in clichés, dat is veilig.”


Kunt u ze veranderen met uw optredens?

“Mijn preek duurt maar twee uur. Mensen lachen en gaan weer naar huis. Ik hoop natuurlijk wel dat er iets blijft hangen. Een psycholoog zei laatst tegen me dat ik Nederland meer heb veranderd dan ik denk. Dat er mensen zijn die eerder stoppen met die drukke baan, om met pensioen te gaan en te gaan reizen. Ik weet niet of het waar is, het is maar de mening van één iemand.”


U hebt altijd uw eigen plan getrokken?

“Ja. Dat vinden mensen niet altijd leuk. Dat ik niet naar dat feestje ga, omdat ik er niks aan vind. Dat ik met de kerst niet verplicht bij mijn schoonfamilie ga zitten. Ik snap niet dat mensen dat ieder jaar weer doen. ‘Anders kwets ik mijn schoonouders’, zeggen ze dan. Durf je eigen keuzes te maken, tegen je ouders in. Die moet je als kind ook een beetje opvoeden. Mijn kinderen hoeven voor mij echt niet verplicht langs te komen. Misschien dat ze daarom zo vaak binnen komen lopen. Mijn ouders hebben mij nooit iets opgelegd en ik heb mijn kinderen ook nooit verteld hoe ze het moesten doen. Als ze maar gelukkig worden. Dat is al moeilijk genoeg. Om je relatie leuk te houden als je het druk hebt met werk en kinderen. Dan helpt het om te doen wat je echt wilt. Durf je eigen keuzes te maken.”


U hebt gemakkelijk praten. U hebt een talent en het geld om uw vrijheid te kopen.

“De eerste tien jaar verdiende ik heel weinig, hoor. Het is me nooit om geld te doen geweest. Daarom is het een succes geworden, denk ik. Privé ben ik vaak genoeg mislukt. Veel mensen durven het niet aan, dat mislukken. Ze blijven daar waar het veilig is. Miljoenen kijken iedere vrijdagavond naar The Voice of Holland en zoeken daarvoor een excuus: ze kijken met de kinderen mee, zeggen ze dan. Dat programma, ik heb er een klein stukje van gezien en veel over gelezen in de krant. Het is zo voorgeproduceerd. En dat sms’jes uit mensen trekken, nee.”


Een paar weken geleden haalde u in uw NRC-column de declaraties van Marco Waas aan. Hoe kijkt u naar zulk nieuws?

“Dertienduizend euro voor de huur van een vakantiehuis? Dat kan natuurlijk echt niet. Maar verrassend is het niet. Overal waar mensen zijn, gebeuren deze dingen.”


Dan is het dus geen nieuws en hoeft het niet in de krant.

“Dat wel. Het is goed als het af en toe aan de kaak wordt gesteld met een goed voorbeeld.”


Youp van ’t Hek houdt zijn intreerede als cultural professor op 8 maart om 20.00 uur in de aula.  Kaarten zijn verkrijgbaar in de aula en in de TU Delft Library. Meer informatie op www.tudelft.nl/cp2012

Dat blijkt uit onderzoek van politie, gemeente en universiteit in Groningen, meldt universiteitskrant UK. De onderzoekers klinken blij verrast, want het imago van studenten is volgens hen totaal anders: daarin staan bier drinken en feestvieren centraal.

Binge-drinking
Maar dat valt dus allemaal wel mee. Ze drinken weliswaar ‘veel meer’ dan hun leeftijdgenoten, maar het drinkgedrag van de gemiddelde student mag eigenlijk geen naam hebben: tien drankjes per week. Verenigingsleden kijken dieper in hun glaasjes, want die drinken er over het algemeen 21 per week.
Overigens doet de helft van de studenten bij het uitgaan wel eens aan binge-drinking: dan slaan ze vijf of meer glazen alcohol in korte tijd achterover. Onder verenigingsleden doet driekwart dit wel eens. Bijna één op de zes studenten kan zich op sommige ochtenden niet meer precies herinneren wat er de avond ervoor allemaal is gebeurd.

Onveilige seks
Het onderzoek bevestigt verder een oud vermoeden: “Er is een relatie tussen drankgebruik en slechtere studieresultaten, agressie en criminaliteit (onder mannen) en onveilige seks (onder vrouwen).”
Wat moet er gebeuren met het onderzoek? “Het grote verschil tussen werkelijkheid en waarneming kan een belangrijk uitgangspunt zijn voor beleid”, opperen de onderzoekers. “Het excessieve gedrag van een kleine minderheid bepaalt nu het beeld van ‘de student’.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.