Campus

Druk, druk, studiedruk

De tempobeurs is een vloek voor het verenigingsleven, beweren studenten. Want wie wil er nou actief worden in een bestuur of commissie als daardoor de studiefinanciering gevaar loopt? Tot nu toe blijkt het echter mee te vallen.

Voor de Delftse studentenclubs heeft de toegenomen studiedruk nog geen desastreuze gevolgen gehad. Maar ze signaleren wel een ‘zakelijke’ trend. Aanklooien, koffie leuten en oeverloos ouwehoeren verdwijnen langzaam uit de verenigingsvocabulair, om plaats te maken voor begrippen als planning, effeciëntie en vrijwillige studiebegeleiding.
DSB

370 leden; 80 actief
Gezelligheidsvereniging

Eerder borrelen, is het devies van de Delftsche Studenten Bond. Hoewel het animo voor tijdrovende commissies, waarvoor geen bestuursbeurs of toelage uit het afstudeerfonds beschikbaar is, terugloopt, maakt het bestuur zich geen grote zorgen.

Toen de eerste studiedruk-verhogende maatregelen afgekondigd werden, wijzigde het DSB-bestuur de bestaande borrelcultuur: ,,Het patroon van eten op de sociëteit, een paar uur naar huis en daarna tot in de kleine uurtjes drinken is doorbroken. De leden borrelen nu direct na het eten, zodat ze eerder naar huis kunnen en de volgende dag nog kunnen studeren”, legt secretaris Michiel Stork uit.

De bieromzet is de afgelopen jaren niet gedaald. ,,Vorig jaar werd zelfs een omzetstijging gerealiseerd”, voegt Ido-Eduard de Baat, president, er aan toe. De bestuursleden merken wel op dat het nòg minder druk is op de minst populaire borrelavonden. Het eetgedrag is nauwelijks veranderd.

De zeven DSB-bestuurders krijgen een bestuursbeurs, op voorwaarde dat ze gemiddeld 28 studiepunten per jaar hebben gehaald. Is dat niet het geval, dan heeft de Bond nog een oplossing achter de hand: sinds drie jaar doet de vereniging een beroep op de goedgeefsheid van zijn reünisten. Van het ingezamelde geld kunnen bestuursleden-in-nood een renteloze lening betrekken. Tot nu toe heeft nog niemand een beroep op dit fonds gedaan.
Laga

280 leden; 70 actief
Roeivereniging

Een dalend aantal inschrijvingen voor wedstrijden is voor Laga nog geen aanleiding om de noodklok te luiden. Door hettoverwoord ‘planning’ kan er nog steeds op niveau geroeid worden.

Laga krijgt voldoende steun van de TU: beurzen voor het bestuur, geld voor een bootsman en een ‘eigen’ studieadviseur, die de eerstejaars-roeiers helpt bij het maken van een studieplanning. Vlot studeren gaat volgens Laga’s president Hilko Hakvoort juist prima samen met intensief trainen. ,,Iemand die voldoende discipline heeft om aan de vele zware trainingen deel te nemen, wendt deze discipline ook aan voor de studie”, beweert hij. Een bekende Laga-slogan luidt: ,,Eerstejaars-roeiers studeren gemiddeld beter dan de overige eerstejaars.” Dat zou komen omdat ze niet mogen drinken en verplicht vroeg naar bed gaan; coaches en mede-roeiers houden dat strak in de gaten.

Het probleem zit hem volgens Hakvoort in de talentvolle roeiers. Olympisch kampioen worden kan nog steeds, want voor het laatste voorbereidingsjaar stelt de TU beurzen beschikbaar (dit jaar bereidt een Lagaaier zich voor op de spelen in Atlanta). Maar voor je zover bent, gaan er zeker vijf jaar training overheen. Vroeger bleven ster-roeiers na het behalen van hun successen nog enkele jaren op de vereniging actief. De nieuwe kampioenen zullen echter direct moeten afstuderen. Dat is jammer, vindt Hakvoort, voor de uitstraling van de club.
Virgiel

2150 leden; 550 actief
Gezelligheidsvereniging

Ook bij Virgiel doen de woorden planning, compacte commissies en efficiëntie hun intrede. Neem de annuariumcommissie: vroeger begon deze al in mei met de eerste voorbereidingen voor het jaarboek. Nu is dat verschoven naar september – twee vakkenperiodes tijdwinst.

Het iets teruglopend aantal eerstejaars (van jaarlijks gemiddeld 300 nieuwe inschrijvingen naar 280 dit jaar) heeft geen invloed op de financiële situatie bij Virgiel. ,,Integendeel”, zegt Rogier Swavink, de Commissaris Vereniging. ,,Het lijkt wel het mestbeleid, er komt nog steeds meer binnen dan er uit gaat.” Hogere contributie-opbrengsten (mensen blijven langer lid) en een hogere omzet maken dat de club voldoende geld heeft.

Deze rijkdom wordt steeds vaker aangewend om commissies en onderverenigingen te stimuleren in hun activiteiten. Zo heeft het eerste basketbalteam nieuwe kleding gekregen en is het oude computernetwerk onlangs vervangen door ‘Windows-waardige’ apparatuur. ,,Door dit soort faciliteiten wordt de extra druk van Ritzen wat gecompenseerd. De mensen worden enthousiast en kunnen efficiënter werken.”

Het borrelgedrag bij Virgiel is veranderd. Er wordt nu ‘gepland geklemd’, dat betekent dus direct borrelen na het eten, zonder tussendoor thuis voor de buis te liggen. Ook komen mensen om 12 uur, na de avond-studiesessie, nog iets drinken. Bij de introductie van de tempobeurs verwachtte het bestuur al een daling van de bieromzet, maar het was blij verrast toen bleek dat juist een stijging werd gerealiseerd.Zelfs de aangescherpte temponorm kon de Virgilianen niet beletten het afgelopen jaar weer meer bier te drinken. Swavink kon echter niet ontkennen dat het vaker rustig is in de sociëteitszaal.
VSSD

4000 leden; 30 actief
Studentenvakbond

De verhoogde studiedruk had voor VSSD slechts positieve gevolgen. De belangenbehartigers kregen van de TU vier bestuursbeurzen voor een heel studiejaar. Dat is een stuk voordeliger dan de zes maanden vergoeding uit het afstudeerfonds die VSSD-bestuurders voorheen ontvingen.

Het aantal leden daalt iets, maar dat wordt vooral veroorzaakt door het teruglopend studentenaantal aan de TU. Volgens de VSSD geeft dat geen problemen. Van de vierduizend leden zijn er altijd wel een paar die lid willen worden van een werkgroep. De gebruikelijke activiteiten (voorlichting over alle mogelijke studentenproblemen, belangenbehartiging en het maken van diverse gidsen) komen dan ook niet in het gedrang.

Over de toenemende studiedruk vertelt bestuurslid Jelle de Jong: ,,Het heeft nog niet geleid tot een cultuuromslag onder studenten, maar dat zal zeker gebeuren.” Hij geeft het voorbeeld van Werktuigbouwkunde, waar nu nog de cultuur heerst dat je je ‘P’ toch niet in één jaar kunt halen. ,,Over vijf jaar zullen eerstejaars veel meer gestimuleerd worden om dat wel te doen.”

Volgens de VSSD verandert het vraagbeleid van veel verenigingen voor besturen. ,,Vroeger moest je eerst in talloos veel subcommissies gezeten hebben om gevraagd te worden voor een bestuur. Nu wordt er meer direct gekeken naar iemands capaciteiten.” Zo ook bij de VSSD zelf. Jarenlang werkgroepen bemannen en gezellig koffie leuten zijn geen voorwaarden meer om bestuurslid te worden.

Het toppunt van efficiëntie – dronken worden en toch fris op college verschijnen – komt van Gwen Oudakker (bestuurslid van de VSSD). ,,Je moet gewoon om vijf uur beginnen met borrelen en dan niet eten. Om 10 uur kruip je kachel je bed in en de volgende ochtend kun je op tijd weer op.”

DSV St. Jansbrug

682 leden; 150 actief
Gezelligheidsvereniging

,,Iedereen brult van alles over de gevolgen van studiedruk voor verenigingen”, zegt Marco van Leeuwen, bestuurslid van Jansbrug. ,,Verenigingsleden hebben altijd de neiging om te roepen dat het dit jaar slechter gaat dan vorig jaar. Dat valt wel mee, maar toch zijn er volgens mij problemen.”

Van Leeuwen noemt de kennismakingstijd als voorbeeld. ,,In de KMT zag ik dat eerstejaars zich meteen op de studie werpen, en soms komen ze dan niet opdagen. Ik heb het gevoel dat de borrel rustiger is dan vorig jaar. Dan gaat de bar al om tweeuur dicht, omdat er niet genoeg mensen zijn. Maar het aantal leden dat naar een borrel komt schommelt nogal, dus dat is moeilijk te zeggen.”

,,Ouderejaars roepen dat de eerstejaars suffer zijn. Maar zo’n groep heeft altijd een bepaalde houding en ik weet niet of het inderdaad een trend is. Een zeventigprocents-norm zou echter wel een zware slag zijn.”

Van Leeuwen ziet nog een andere grote bedreiging: ,,Het verschijnsel ‘zesdejaars en ouder’ is aan het uitsterven. Er zijn activiteiten die maar eens in de zes jaar georganiseerd worden, en met die ouderejaars verdwijnt dus een stukje continuïteit. Als je een vereniging hebt met vijf lichtingen studenten die ook nog allemaal vijftig procent van hun studiepunten moeten halen, dan heb je een heel andere club dan een paar jaar geleden.”

,,Het bestuur heeft een bestuursbeurs en probeert daarom zoveel mogelijk karweitjes van commissies over te nemen, maar ook onze tijd is beperkt. Ik merk dat we veel tijd stoppen in het vinden van leden voor commissies. Dat moet niet nog moeizamer worden, want dan krijg je commissies die uit alle hoeken en gaten zijn gepeurd.”
Tubalkaïn

160 leden; 35 actief
Studievereniging

Bij de studievereniging van Materiaalkunde zijn de effecten van de studiedruk niet te meten. ,,Materiaalkunde is zo klein dat eigenlijk iedereen wel eens actief is bij Tubalkaïn”, zo meent Ton van Helvoort, secretaris van het studieverenigingsbestuur.

,,Ik merk dat studenten tegenwoordig liever geld ontvangen voor hun werk, of liever één middag dan twee bezig zijn. De commissieleden plannen misschien iets beter. Het bestuur heeft geen specifiek beleid op dit gebied, behalve dan dat we het huidige activiteitenpeil willen handhaven.”

,,Misschien hebben de huidige commissieleden goede voornemens voor het nieuwe jaar gemaakt en willen ze het komend halfjaar nog gaan studeren. We hebben wel eerder mensen gehad die uit commissies stapten, maar dat kwam volgens mij doordat ze sowieso al achter lagen, niet zozeer door de temponorm.”

Van Helvoort vindt de aanwezigheid bij activiteiten geen graadmeter voor eventuele extra studiedruk. ,,De deelname aan activiteiten hangt veel meer af van de activiteit zelf. Een gala spreekt heel andere mensen aan dan een boerenfeest.” Hij denkt ook niet dat een kleine terugloop op de wekelijkse borrel direct aan de studiedruk te wijten is.

,,Wij zijn anders dan de meeste studieverenigingen. Tubalkaïn organiseert meer activiteiten die lijken op die van gezelligheidsverenigingen. Omdat het zo’n kleine studie is, kent iedereen elkaar, en volgens mij is iedereen actief of actief geweest.”
DSC

1800 leden; 350 actief
Gezelligheidsvereniging

,,Onze leden moeten een stuk bewuster voor bepaalde activiteiten kiezen”, aldus Onno van Drempt, senaatslid van het Corps. ,,Je kunt natuurlijk geen onbeperkt aantal activiteiten organiseren, maar dat deden we toch al niet. En niemand zal meer actief worden bij vijf onderverenigingen, maar de deelname beperken tot één of twee.”

Volgens Van Drempt is de studiedruk een constant aandachtspunt voor de senaat. ,,We denken bijvoorbeeld over een ander introductieprogramma voor de eerstejaars. We pleiten er nog altijd voor dat de Owee eerder wordt gehouden, zodat er tijdens de kennismakingstijd geen overlap is met de studiestart. Nu valt de tweede week van de KMT samen met de eerste colleges. Het programma van die week is dan ook lichter dan de eerste dagen. De vraag is nu of we een gedeelte van het programma niet na de vakken moeten doen, of dat de KMT korter kan.”

,,Leden voor commissies zijn we een stuk vroeger gaan vragen. Toekomstige leden van commissies kunnen dan hun studie vooruit plannen, door bijvoorbeeld vooraf al vijftig procent van hun vakken te halen. Daarnaast we al een paar jaar met een enquête-systeem. Daarmee kunnen leden al lang tevoren aangeven of ze zin en tijd hebben voor een bepaalde commissie.”

Een noviteit die het DSC van de corpora uit Leiden en Utrecht heeft overgenomen is het studiebegeleidingssysteem voor eerstejaars. ,,We werken nu met repetitoren, ouderejaars studenten die zowel actief zijn op ‘de zaak’ als in hun studie. Eerstejaars kunnen zich vrijwillig opgeven voor een korte herhaling van de stof die in colleges en instructies is behandeld. Ze worden echt klaargestoomd voor het tentamen. In Leiden en Utrecht functioneert dit systeem al prima.”

Ook in het borrelgedrag ziet Van Drempt een kleine cultuuromslag. ,,In de tentamenperiodes is de sociëteit bijna leeg. Natuurlijk stimuleren we leden om een borreltje te komen drinken als ze het tentamen hebben gehaald, maar studenten gáán nu duidelijk serieus voor hun vakken. Ik denk dat dat de boodschap is: iedereen moet bewust kiezen voor wat hij doet naast zijn studie.”
Proteus-Eretes

510 leden; 160 actief
Roeivereniging

,,Voor wedstrijdroeiers geldt heel simpel: als je niet de discipline hebt om te studeren, heb je ook niet de discipline om te kunnen wedstrijdroeien”, vindt Ming Schöndorff, commissaris wedstrijdroeien van Proteus-Eretes.

Schöndorff: ,,Wedstrijdroeiers kampen met andere problemen. Echte toppers krijgen van het Nederlands Olympisch Comité ondersteuning. Diegenen die nèt niet in de olympische selectie zitten hebben het veel lastiger. Voor deze topsporters is aan de TU veel minder geregeld dan in steden als Groningen, Rotterdam of Wageningen. Volgens mij mist de TU hier de slag om nieuwe, sportieve studenten.”

,,Van alle wedstrijdroeiers en overige leden valt na een jaar dertig procent af, maar dat komt door een verkeerdestudiekeuze. Diegenen die de discipline hebben om vijf keer per week te trainen, zijn gemotiveerd, gaan niet te veel stappen en zijn capabel genoeg om te studeren. Ik heb zelf een jaar lang op de bosbaan gebivakkeerd, en dat is niet ten koste gegaan van mijn studie. Ik heb juist problemen gezien bij roeiers die stopten en vervolgens niets beters met hun grote berg vrije tijd wisten te doen dan televisie kijken.”

Volgens Niels Kooi, vice-voorzitter van Proteus-Eretes, zijn de commissies goed gevuld. ,,Er is een harde kern die meerdere commissies tegelijk doet. Wedstrijdroeiers hebben er vaak de tijd niet voor en dan zijn er ook altijd mensen die niet voor commissies te porren zijn.”

Kooi ziet de commissies wel veranderen. ,,Het wordt allemaal efficiënter. Vroeger werd er een hoop gezeikt tijdens vergaderingen en daarna ging je wat gezelligs doen. Nu draaien alle commissies volgens hun draaiboek, met strakke afspraken en korte vergaderingen.”

,,De borrel op donderdag is in de tentamenperiodes rustiger dan een paar jaar geleden. Vooral eerstejaars komen duidelijk minder. De borrel op Proteus draait toch om een groep mensen die altijd komt. Veel leden komen alleen naar de vereniging om te roeien, maar daar zijn we ook voor.”


Figuur 1 De sociëteiten signaleren een verandering in borrelgedrag, maar de drankomzet daalt vooralsnog niet

De tempobeurs is een vloek voor het verenigingsleven, beweren studenten. Want wie wil er nou actief worden in een bestuur of commissie als daardoor de studiefinanciering gevaar loopt? Tot nu toe blijkt het echter mee te vallen. Voor de Delftse studentenclubs heeft de toegenomen studiedruk nog geen desastreuze gevolgen gehad. Maar ze signaleren wel een ‘zakelijke’ trend. Aanklooien, koffie leuten en oeverloos ouwehoeren verdwijnen langzaam uit de verenigingsvocabulair, om plaats te maken voor begrippen als planning, effeciëntie en vrijwillige studiebegeleiding.
DSB

370 leden; 80 actief
Gezelligheidsvereniging

Eerder borrelen, is het devies van de Delftsche Studenten Bond. Hoewel het animo voor tijdrovende commissies, waarvoor geen bestuursbeurs of toelage uit het afstudeerfonds beschikbaar is, terugloopt, maakt het bestuur zich geen grote zorgen.

Toen de eerste studiedruk-verhogende maatregelen afgekondigd werden, wijzigde het DSB-bestuur de bestaande borrelcultuur: ,,Het patroon van eten op de sociëteit, een paar uur naar huis en daarna tot in de kleine uurtjes drinken is doorbroken. De leden borrelen nu direct na het eten, zodat ze eerder naar huis kunnen en de volgende dag nog kunnen studeren”, legt secretaris Michiel Stork uit.

De bieromzet is de afgelopen jaren niet gedaald. ,,Vorig jaar werd zelfs een omzetstijging gerealiseerd”, voegt Ido-Eduard de Baat, president, er aan toe. De bestuursleden merken wel op dat het nòg minder druk is op de minst populaire borrelavonden. Het eetgedrag is nauwelijks veranderd.

De zeven DSB-bestuurders krijgen een bestuursbeurs, op voorwaarde dat ze gemiddeld 28 studiepunten per jaar hebben gehaald. Is dat niet het geval, dan heeft de Bond nog een oplossing achter de hand: sinds drie jaar doet de vereniging een beroep op de goedgeefsheid van zijn reünisten. Van het ingezamelde geld kunnen bestuursleden-in-nood een renteloze lening betrekken. Tot nu toe heeft nog niemand een beroep op dit fonds gedaan.
Laga

280 leden; 70 actief
Roeivereniging

Een dalend aantal inschrijvingen voor wedstrijden is voor Laga nog geen aanleiding om de noodklok te luiden. Door hettoverwoord ‘planning’ kan er nog steeds op niveau geroeid worden.

Laga krijgt voldoende steun van de TU: beurzen voor het bestuur, geld voor een bootsman en een ‘eigen’ studieadviseur, die de eerstejaars-roeiers helpt bij het maken van een studieplanning. Vlot studeren gaat volgens Laga’s president Hilko Hakvoort juist prima samen met intensief trainen. ,,Iemand die voldoende discipline heeft om aan de vele zware trainingen deel te nemen, wendt deze discipline ook aan voor de studie”, beweert hij. Een bekende Laga-slogan luidt: ,,Eerstejaars-roeiers studeren gemiddeld beter dan de overige eerstejaars.” Dat zou komen omdat ze niet mogen drinken en verplicht vroeg naar bed gaan; coaches en mede-roeiers houden dat strak in de gaten.

Het probleem zit hem volgens Hakvoort in de talentvolle roeiers. Olympisch kampioen worden kan nog steeds, want voor het laatste voorbereidingsjaar stelt de TU beurzen beschikbaar (dit jaar bereidt een Lagaaier zich voor op de spelen in Atlanta). Maar voor je zover bent, gaan er zeker vijf jaar training overheen. Vroeger bleven ster-roeiers na het behalen van hun successen nog enkele jaren op de vereniging actief. De nieuwe kampioenen zullen echter direct moeten afstuderen. Dat is jammer, vindt Hakvoort, voor de uitstraling van de club.
Virgiel

2150 leden; 550 actief
Gezelligheidsvereniging

Ook bij Virgiel doen de woorden planning, compacte commissies en efficiëntie hun intrede. Neem de annuariumcommissie: vroeger begon deze al in mei met de eerste voorbereidingen voor het jaarboek. Nu is dat verschoven naar september – twee vakkenperiodes tijdwinst.

Het iets teruglopend aantal eerstejaars (van jaarlijks gemiddeld 300 nieuwe inschrijvingen naar 280 dit jaar) heeft geen invloed op de financiële situatie bij Virgiel. ,,Integendeel”, zegt Rogier Swavink, de Commissaris Vereniging. ,,Het lijkt wel het mestbeleid, er komt nog steeds meer binnen dan er uit gaat.” Hogere contributie-opbrengsten (mensen blijven langer lid) en een hogere omzet maken dat de club voldoende geld heeft.

Deze rijkdom wordt steeds vaker aangewend om commissies en onderverenigingen te stimuleren in hun activiteiten. Zo heeft het eerste basketbalteam nieuwe kleding gekregen en is het oude computernetwerk onlangs vervangen door ‘Windows-waardige’ apparatuur. ,,Door dit soort faciliteiten wordt de extra druk van Ritzen wat gecompenseerd. De mensen worden enthousiast en kunnen efficiënter werken.”

Het borrelgedrag bij Virgiel is veranderd. Er wordt nu ‘gepland geklemd’, dat betekent dus direct borrelen na het eten, zonder tussendoor thuis voor de buis te liggen. Ook komen mensen om 12 uur, na de avond-studiesessie, nog iets drinken. Bij de introductie van de tempobeurs verwachtte het bestuur al een daling van de bieromzet, maar het was blij verrast toen bleek dat juist een stijging werd gerealiseerd.Zelfs de aangescherpte temponorm kon de Virgilianen niet beletten het afgelopen jaar weer meer bier te drinken. Swavink kon echter niet ontkennen dat het vaker rustig is in de sociëteitszaal.
VSSD

4000 leden; 30 actief
Studentenvakbond

De verhoogde studiedruk had voor VSSD slechts positieve gevolgen. De belangenbehartigers kregen van de TU vier bestuursbeurzen voor een heel studiejaar. Dat is een stuk voordeliger dan de zes maanden vergoeding uit het afstudeerfonds die VSSD-bestuurders voorheen ontvingen.

Het aantal leden daalt iets, maar dat wordt vooral veroorzaakt door het teruglopend studentenaantal aan de TU. Volgens de VSSD geeft dat geen problemen. Van de vierduizend leden zijn er altijd wel een paar die lid willen worden van een werkgroep. De gebruikelijke activiteiten (voorlichting over alle mogelijke studentenproblemen, belangenbehartiging en het maken van diverse gidsen) komen dan ook niet in het gedrang.

Over de toenemende studiedruk vertelt bestuurslid Jelle de Jong: ,,Het heeft nog niet geleid tot een cultuuromslag onder studenten, maar dat zal zeker gebeuren.” Hij geeft het voorbeeld van Werktuigbouwkunde, waar nu nog de cultuur heerst dat je je ‘P’ toch niet in één jaar kunt halen. ,,Over vijf jaar zullen eerstejaars veel meer gestimuleerd worden om dat wel te doen.”

Volgens de VSSD verandert het vraagbeleid van veel verenigingen voor besturen. ,,Vroeger moest je eerst in talloos veel subcommissies gezeten hebben om gevraagd te worden voor een bestuur. Nu wordt er meer direct gekeken naar iemands capaciteiten.” Zo ook bij de VSSD zelf. Jarenlang werkgroepen bemannen en gezellig koffie leuten zijn geen voorwaarden meer om bestuurslid te worden.

Het toppunt van efficiëntie – dronken worden en toch fris op college verschijnen – komt van Gwen Oudakker (bestuurslid van de VSSD). ,,Je moet gewoon om vijf uur beginnen met borrelen en dan niet eten. Om 10 uur kruip je kachel je bed in en de volgende ochtend kun je op tijd weer op.”

DSV St. Jansbrug

682 leden; 150 actief
Gezelligheidsvereniging

,,Iedereen brult van alles over de gevolgen van studiedruk voor verenigingen”, zegt Marco van Leeuwen, bestuurslid van Jansbrug. ,,Verenigingsleden hebben altijd de neiging om te roepen dat het dit jaar slechter gaat dan vorig jaar. Dat valt wel mee, maar toch zijn er volgens mij problemen.”

Van Leeuwen noemt de kennismakingstijd als voorbeeld. ,,In de KMT zag ik dat eerstejaars zich meteen op de studie werpen, en soms komen ze dan niet opdagen. Ik heb het gevoel dat de borrel rustiger is dan vorig jaar. Dan gaat de bar al om tweeuur dicht, omdat er niet genoeg mensen zijn. Maar het aantal leden dat naar een borrel komt schommelt nogal, dus dat is moeilijk te zeggen.”

,,Ouderejaars roepen dat de eerstejaars suffer zijn. Maar zo’n groep heeft altijd een bepaalde houding en ik weet niet of het inderdaad een trend is. Een zeventigprocents-norm zou echter wel een zware slag zijn.”

Van Leeuwen ziet nog een andere grote bedreiging: ,,Het verschijnsel ‘zesdejaars en ouder’ is aan het uitsterven. Er zijn activiteiten die maar eens in de zes jaar georganiseerd worden, en met die ouderejaars verdwijnt dus een stukje continuïteit. Als je een vereniging hebt met vijf lichtingen studenten die ook nog allemaal vijftig procent van hun studiepunten moeten halen, dan heb je een heel andere club dan een paar jaar geleden.”

,,Het bestuur heeft een bestuursbeurs en probeert daarom zoveel mogelijk karweitjes van commissies over te nemen, maar ook onze tijd is beperkt. Ik merk dat we veel tijd stoppen in het vinden van leden voor commissies. Dat moet niet nog moeizamer worden, want dan krijg je commissies die uit alle hoeken en gaten zijn gepeurd.”
Tubalkaïn

160 leden; 35 actief
Studievereniging

Bij de studievereniging van Materiaalkunde zijn de effecten van de studiedruk niet te meten. ,,Materiaalkunde is zo klein dat eigenlijk iedereen wel eens actief is bij Tubalkaïn”, zo meent Ton van Helvoort, secretaris van het studieverenigingsbestuur.

,,Ik merk dat studenten tegenwoordig liever geld ontvangen voor hun werk, of liever één middag dan twee bezig zijn. De commissieleden plannen misschien iets beter. Het bestuur heeft geen specifiek beleid op dit gebied, behalve dan dat we het huidige activiteitenpeil willen handhaven.”

,,Misschien hebben de huidige commissieleden goede voornemens voor het nieuwe jaar gemaakt en willen ze het komend halfjaar nog gaan studeren. We hebben wel eerder mensen gehad die uit commissies stapten, maar dat kwam volgens mij doordat ze sowieso al achter lagen, niet zozeer door de temponorm.”

Van Helvoort vindt de aanwezigheid bij activiteiten geen graadmeter voor eventuele extra studiedruk. ,,De deelname aan activiteiten hangt veel meer af van de activiteit zelf. Een gala spreekt heel andere mensen aan dan een boerenfeest.” Hij denkt ook niet dat een kleine terugloop op de wekelijkse borrel direct aan de studiedruk te wijten is.

,,Wij zijn anders dan de meeste studieverenigingen. Tubalkaïn organiseert meer activiteiten die lijken op die van gezelligheidsverenigingen. Omdat het zo’n kleine studie is, kent iedereen elkaar, en volgens mij is iedereen actief of actief geweest.”
DSC

1800 leden; 350 actief
Gezelligheidsvereniging

,,Onze leden moeten een stuk bewuster voor bepaalde activiteiten kiezen”, aldus Onno van Drempt, senaatslid van het Corps. ,,Je kunt natuurlijk geen onbeperkt aantal activiteiten organiseren, maar dat deden we toch al niet. En niemand zal meer actief worden bij vijf onderverenigingen, maar de deelname beperken tot één of twee.”

Volgens Van Drempt is de studiedruk een constant aandachtspunt voor de senaat. ,,We denken bijvoorbeeld over een ander introductieprogramma voor de eerstejaars. We pleiten er nog altijd voor dat de Owee eerder wordt gehouden, zodat er tijdens de kennismakingstijd geen overlap is met de studiestart. Nu valt de tweede week van de KMT samen met de eerste colleges. Het programma van die week is dan ook lichter dan de eerste dagen. De vraag is nu of we een gedeelte van het programma niet na de vakken moeten doen, of dat de KMT korter kan.”

,,Leden voor commissies zijn we een stuk vroeger gaan vragen. Toekomstige leden van commissies kunnen dan hun studie vooruit plannen, door bijvoorbeeld vooraf al vijftig procent van hun vakken te halen. Daarnaast we al een paar jaar met een enquête-systeem. Daarmee kunnen leden al lang tevoren aangeven of ze zin en tijd hebben voor een bepaalde commissie.”

Een noviteit die het DSC van de corpora uit Leiden en Utrecht heeft overgenomen is het studiebegeleidingssysteem voor eerstejaars. ,,We werken nu met repetitoren, ouderejaars studenten die zowel actief zijn op ‘de zaak’ als in hun studie. Eerstejaars kunnen zich vrijwillig opgeven voor een korte herhaling van de stof die in colleges en instructies is behandeld. Ze worden echt klaargestoomd voor het tentamen. In Leiden en Utrecht functioneert dit systeem al prima.”

Ook in het borrelgedrag ziet Van Drempt een kleine cultuuromslag. ,,In de tentamenperiodes is de sociëteit bijna leeg. Natuurlijk stimuleren we leden om een borreltje te komen drinken als ze het tentamen hebben gehaald, maar studenten gáán nu duidelijk serieus voor hun vakken. Ik denk dat dat de boodschap is: iedereen moet bewust kiezen voor wat hij doet naast zijn studie.”
Proteus-Eretes

510 leden; 160 actief
Roeivereniging

,,Voor wedstrijdroeiers geldt heel simpel: als je niet de discipline hebt om te studeren, heb je ook niet de discipline om te kunnen wedstrijdroeien”, vindt Ming Schöndorff, commissaris wedstrijdroeien van Proteus-Eretes.

Schöndorff: ,,Wedstrijdroeiers kampen met andere problemen. Echte toppers krijgen van het Nederlands Olympisch Comité ondersteuning. Diegenen die nèt niet in de olympische selectie zitten hebben het veel lastiger. Voor deze topsporters is aan de TU veel minder geregeld dan in steden als Groningen, Rotterdam of Wageningen. Volgens mij mist de TU hier de slag om nieuwe, sportieve studenten.”

,,Van alle wedstrijdroeiers en overige leden valt na een jaar dertig procent af, maar dat komt door een verkeerdestudiekeuze. Diegenen die de discipline hebben om vijf keer per week te trainen, zijn gemotiveerd, gaan niet te veel stappen en zijn capabel genoeg om te studeren. Ik heb zelf een jaar lang op de bosbaan gebivakkeerd, en dat is niet ten koste gegaan van mijn studie. Ik heb juist problemen gezien bij roeiers die stopten en vervolgens niets beters met hun grote berg vrije tijd wisten te doen dan televisie kijken.”

Volgens Niels Kooi, vice-voorzitter van Proteus-Eretes, zijn de commissies goed gevuld. ,,Er is een harde kern die meerdere commissies tegelijk doet. Wedstrijdroeiers hebben er vaak de tijd niet voor en dan zijn er ook altijd mensen die niet voor commissies te porren zijn.”

Kooi ziet de commissies wel veranderen. ,,Het wordt allemaal efficiënter. Vroeger werd er een hoop gezeikt tijdens vergaderingen en daarna ging je wat gezelligs doen. Nu draaien alle commissies volgens hun draaiboek, met strakke afspraken en korte vergaderingen.”

,,De borrel op donderdag is in de tentamenperiodes rustiger dan een paar jaar geleden. Vooral eerstejaars komen duidelijk minder. De borrel op Proteus draait toch om een groep mensen die altijd komt. Veel leden komen alleen naar de vereniging om te roeien, maar daar zijn we ook voor.”


Figuur 1 De sociëteiten signaleren een verandering in borrelgedrag, maar de drankomzet daalt vooralsnog niet

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.