De drie Nederlandse technische universiteiten beginnen samen een wetenschappelijk onderzoeksinstituut in Leeuwarden. Het Cartesius Instituut in Leeuwarden wordt vrijdag officieel geopend. Het is een initiatief van de provincie Friesland.
Friesland financiert het project samen met de drie universiteiten van Delft, Eindhoven en Twente, het samenwerkingsverband Noord-Nederland en de Europese Unie.
“Het doel van het instituut is het bevorderen van de economische ontwikkeling in het noorden en van duurzame innovatie”, aldus de Delftse rector Fokkema. De dertig onderzoekers van het instituut moeten wetenschappelijke kennis vertalen naar producten en diensten, waar bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden iets aan hebben.
“Het instituut doet onderzoek naar de thema’s waterbeheer, duurzame energie, ruimtegebruik en toerisme en later ook naar zorg en cultuur”, zegt dr. Yoram Krozer, directeur van het Cartesius Instituut. “We willen ons specialiseren in het ontwikkelen en testen van producten met de kennis die we op de universiteiten hebben over duurzaamheid.”
Is het nodig daar een nieuw instituut voor op te richten? Fokkema denkt van wel. “Dit nieuwe instituut is een soort laboratorium dat dicht bij de maatschappij staat, in dit geval in Friesland. Het is bij het uitwerken van de ideeën naar toepassingen sterk verbonden met onder andere het midden- en kleinbedrijf. Dat is vrij uniek.”
Het instituut is overigens niet helemaal nieuw. In Franeker bestond het Cartesius Instituut al vanaf 1998, maar het was veel kleiner en een project van alleen de Universiteit Twente. Het grotere instituut gaat verder onder dezelfde naam. In eerste is er geld beschikbaar voor 2,5 jaar, maar er wordt gezocht naar structurele financiering.
De onderzoekers blijven in dienst van de verschillende universiteiten en hebben ieder hun eigen specialisme. Krozer: “De Delftse onderzoekers komen grotendeels van de faculteit Industrieel Ontwerpen. Uit Eindhoven komen onderzoekers met kennis van chemische technologie en de specialismen van de Twentenaren zijn management en beleid.” De onderzoekers werken wel met elkaar samen.
Op het moment zijn er ongeveer vijfentwintig projecten. Een van de grotere projecten is het onderzoek naar de mogelijkheid om in Friesland energie op te wekken uit afval. Een ander project, op het gebied van toerisme, heeft de werktitel ‘Duurzaam Disneyworld’. “We willen de attracties in het noorden onderling met elkaar verbinden. Fysiek via water, maar ook virtueel met verschillende media”, aldus Krozer. “In natuurreservaten is de toegang bijvoorbeeld beperkt. Via webcams kunnen mensen toch het reservaat ‘bezoeken’ en zien wat daar gebeurt.”
Het Cartesius Instituut in Leeuwarden wordt vrijdag officieel geopend. Het is een initiatief van de provincie Friesland. Friesland financiert het project samen met de drie universiteiten van Delft, Eindhoven en Twente, het samenwerkingsverband Noord-Nederland en de Europese Unie.
“Het doel van het instituut is het bevorderen van de economische ontwikkeling in het noorden en van duurzame innovatie”, aldus de Delftse rector Fokkema. De dertig onderzoekers van het instituut moeten wetenschappelijke kennis vertalen naar producten en diensten, waar bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden iets aan hebben.
“Het instituut doet onderzoek naar de thema’s waterbeheer, duurzame energie, ruimtegebruik en toerisme en later ook naar zorg en cultuur”, zegt dr. Yoram Krozer, directeur van het Cartesius Instituut. “We willen ons specialiseren in het ontwikkelen en testen van producten met de kennis die we op de universiteiten hebben over duurzaamheid.”
Is het nodig daar een nieuw instituut voor op te richten? Fokkema denkt van wel. “Dit nieuwe instituut is een soort laboratorium dat dicht bij de maatschappij staat, in dit geval in Friesland. Het is bij het uitwerken van de ideeën naar toepassingen sterk verbonden met onder andere het midden- en kleinbedrijf. Dat is vrij uniek.”
Het instituut is overigens niet helemaal nieuw. In Franeker bestond het Cartesius Instituut al vanaf 1998, maar het was veel kleiner en een project van alleen de Universiteit Twente. Het grotere instituut gaat verder onder dezelfde naam. In eerste is er geld beschikbaar voor 2,5 jaar, maar er wordt gezocht naar structurele financiering.
De onderzoekers blijven in dienst van de verschillende universiteiten en hebben ieder hun eigen specialisme. Krozer: “De Delftse onderzoekers komen grotendeels van de faculteit Industrieel Ontwerpen. Uit Eindhoven komen onderzoekers met kennis van chemische technologie en de specialismen van de Twentenaren zijn management en beleid.” De onderzoekers werken wel met elkaar samen.
Op het moment zijn er ongeveer vijfentwintig projecten. Een van de grotere projecten is het onderzoek naar de mogelijkheid om in Friesland energie op te wekken uit afval. Een ander project, op het gebied van toerisme, heeft de werktitel ‘Duurzaam Disneyworld’. “We willen de attracties in het noorden onderling met elkaar verbinden. Fysiek via water, maar ook virtueel met verschillende media”, aldus Krozer. “In natuurreservaten is de toegang bijvoorbeeld beperkt. Via webcams kunnen mensen toch het reservaat ‘bezoeken’ en zien wat daar gebeurt.”

Comments are closed.