Bij het IRI is het wachten op een rapport dat uitsluitsel moet geven over de toekomst van het instituut. Bij de Btud is het gelukt om de ict-eisen aan de medewerkers onder te brengen in de functiewaardering.
Anderhalf jaar was Paul Gubbens voorzitter van de onderdeelcommissie (odc) van het IRI. Recent is hij opgevolgd door Menno Blauw, die nu enige weken in de VS verblijft. Op dit moment is het volgens Gubbens een ‘lauwe tijd’ voor de odc. Het is wachten op het rapport van de commissie Veltman. ,,Die moet de vraag beantwoorden over welke richting het IRI moet inslaan. Ter discussie staat of we verder moeten gaan met de reactor als neutronenbron. En zo ja, hoe lang dan? Als daar duidelijkheid over is, krijgt de odc het drukker.”
Is het verlofoverschot geen heikele kwestie binnen het IRI? ,,Nee, niet meer. Dat probleem hebben wij reeds een jaar geleden aangepakt. Toentertijd vond ons management al dat het uit de hand liep met de verlofoverschotten % er waren dertig medewerkers met meer dan honderd verlofdagen % en heeft diverse regelingen getroffen om deze te kunnen afbouwen. Wel moesten deze begin dit jaar aangepast worden aan de algemene richtlijnen van de TU.”
Dat dit allemaal zo soepel verliep is mede te danken aan de goede verstandhouding tussen odc en het management. ,,Dat betekent niet dat wij nooit aanvaringen hebben. Onlangs kwam het beleidsvoornemen op tafel om promovendi, die langer dan vier jaar over hun promotie deden, iedere maand honderd gulden minder vergoeding te geven voor het proefschrift. Daar waren we het niet mee eens en dat voorstel is na flinke discussies ingetrokken.”
Gubbens vindt dat van een odc een belangrijke preventieve werking kan uitgaan. Zijn indruk is dat een directie iets meer op haar tellen moet passen, omdat ze weet dat ze op haar vingers getikt kan worden. ,,Dat zie ik als het belang van het bestaan van een odc.”
Functies, werkdruk en communicatie
Bij de bibliotheek is de organisatie de laatste jaren sterk in beweging geweest. Dit heeft ook van de odc de nodige aandacht gevraagd. Daarnaast waren functiebeschrijving en -waardering belangrijke items aldus odc-voorzitter Ronald Huijsman. Hij benadrukt dat hij op persoonlijke titel spreekt. ,,Ict speelt een grote en groeiende rol in de dienstverlening van de bibliotheek. Functiebeschrijvingen liepen daardoor steeds meer uit de pas met de realiteit. De keuze was: wachten op een nieuw beschrijvingssysteem of een noodverband aanleggen met het oude. De TU heeft inmiddels een nieuw systeem gekozen, maar dit moet nog worden uitgewerkt. De bibliotheek is daarom gaan beschrijven volgens het oude systeem, maar zoveel mogelijk aansluitend bij de nieuwe systematiek. Het beschrijvingstraject is op dit moment zonder noemenswaardige bezwaren afgerond.”
Tamelijk recent is er binnen de bibliotheek ook een risicoIinventarisatie en %evaluatie verricht, in combinatie met een arbeidsbelevingsonderzoek. Hieruit bleek dat op een aantal plaatsen werkdruk als probleem ervaren wordt. ,,De oorzaak hiervan is lastig te achterhalen. Voorlopig zoekt de bibliotheek de oplossing in de richting van het vergroten van de regelmogelijkheden van de medewerkers van hun werkzaamheden.”
Een ander doel van de odc is om de communicatie tussen het management en de werkvloer te verbeteren. ,,Zo waren er onnodige vragen over de herinvoering van de tijdregistratie en was het niet direct duidelijk wat de sluiting van de TU tussen Kerstmis en Nieuwjaar voor de bibliotheek zou betekenen. Ondertussen weten wij dat we open blijven met een minimale bezetting.”
De odc kan goed met het management overweg en Huijsman verwacht dat in de communicatie verbetering komt. ,,Ons grootste probleem is niet de verstandhouding met het management maar onze eigen onderbezetting. Officieel mag onze odc uit acht leden bestaan, maar we hebben er maar vier. Hierdoor heb je al je handen vol aan de dagelijkse gang van zaken en ontbreekt de tijd om zelf initiatieven te ontplooien. Dat vind ik niet goed en ik zou graag zien dat meer medewerkers zitting in de odc zouden willen nemen.”
Anderhalf jaar was Paul Gubbens voorzitter van de onderdeelcommissie (odc) van het IRI. Recent is hij opgevolgd door Menno Blauw, die nu enige weken in de VS verblijft. Op dit moment is het volgens Gubbens een ‘lauwe tijd’ voor de odc. Het is wachten op het rapport van de commissie Veltman. ,,Die moet de vraag beantwoorden over welke richting het IRI moet inslaan. Ter discussie staat of we verder moeten gaan met de reactor als neutronenbron. En zo ja, hoe lang dan? Als daar duidelijkheid over is, krijgt de odc het drukker.”
Is het verlofoverschot geen heikele kwestie binnen het IRI? ,,Nee, niet meer. Dat probleem hebben wij reeds een jaar geleden aangepakt. Toentertijd vond ons management al dat het uit de hand liep met de verlofoverschotten % er waren dertig medewerkers met meer dan honderd verlofdagen % en heeft diverse regelingen getroffen om deze te kunnen afbouwen. Wel moesten deze begin dit jaar aangepast worden aan de algemene richtlijnen van de TU.”
Dat dit allemaal zo soepel verliep is mede te danken aan de goede verstandhouding tussen odc en het management. ,,Dat betekent niet dat wij nooit aanvaringen hebben. Onlangs kwam het beleidsvoornemen op tafel om promovendi, die langer dan vier jaar over hun promotie deden, iedere maand honderd gulden minder vergoeding te geven voor het proefschrift. Daar waren we het niet mee eens en dat voorstel is na flinke discussies ingetrokken.”
Gubbens vindt dat van een odc een belangrijke preventieve werking kan uitgaan. Zijn indruk is dat een directie iets meer op haar tellen moet passen, omdat ze weet dat ze op haar vingers getikt kan worden. ,,Dat zie ik als het belang van het bestaan van een odc.”
Functies, werkdruk en communicatie
Bij de bibliotheek is de organisatie de laatste jaren sterk in beweging geweest. Dit heeft ook van de odc de nodige aandacht gevraagd. Daarnaast waren functiebeschrijving en -waardering belangrijke items aldus odc-voorzitter Ronald Huijsman. Hij benadrukt dat hij op persoonlijke titel spreekt. ,,Ict speelt een grote en groeiende rol in de dienstverlening van de bibliotheek. Functiebeschrijvingen liepen daardoor steeds meer uit de pas met de realiteit. De keuze was: wachten op een nieuw beschrijvingssysteem of een noodverband aanleggen met het oude. De TU heeft inmiddels een nieuw systeem gekozen, maar dit moet nog worden uitgewerkt. De bibliotheek is daarom gaan beschrijven volgens het oude systeem, maar zoveel mogelijk aansluitend bij de nieuwe systematiek. Het beschrijvingstraject is op dit moment zonder noemenswaardige bezwaren afgerond.”
Tamelijk recent is er binnen de bibliotheek ook een risicoIinventarisatie en %evaluatie verricht, in combinatie met een arbeidsbelevingsonderzoek. Hieruit bleek dat op een aantal plaatsen werkdruk als probleem ervaren wordt. ,,De oorzaak hiervan is lastig te achterhalen. Voorlopig zoekt de bibliotheek de oplossing in de richting van het vergroten van de regelmogelijkheden van de medewerkers van hun werkzaamheden.”
Een ander doel van de odc is om de communicatie tussen het management en de werkvloer te verbeteren. ,,Zo waren er onnodige vragen over de herinvoering van de tijdregistratie en was het niet direct duidelijk wat de sluiting van de TU tussen Kerstmis en Nieuwjaar voor de bibliotheek zou betekenen. Ondertussen weten wij dat we open blijven met een minimale bezetting.”
De odc kan goed met het management overweg en Huijsman verwacht dat in de communicatie verbetering komt. ,,Ons grootste probleem is niet de verstandhouding met het management maar onze eigen onderbezetting. Officieel mag onze odc uit acht leden bestaan, maar we hebben er maar vier. Hierdoor heb je al je handen vol aan de dagelijkse gang van zaken en ontbreekt de tijd om zelf initiatieven te ontplooien. Dat vind ik niet goed en ik zou graag zien dat meer medewerkers zitting in de odc zouden willen nemen.”

Comments are closed.