Het is aan de TU opvallend stil rond de MUB, de wet die het universitaire bestuur slagvaardiger moet maken. Het college van bestuur stelde onlangs een ambtelijke werkgroep in, maar openbare discussies zijn er nauwelijks gevoerd.
Want, zeggen mensen desgevraagd, we hebben wel wat anders aan ons hoofd. Clustering, modernisering ondersteunende diensten, reorganisaties en bezuinigingen – de MUB bungelt dan onderaan het prioriteitenlijstje.
Als alles loopt zoals gepland, is de wet Modernisering Universitaire Bestuursstructuur per 1 januari een feit. Dat betekent dat een jaar later alle universiteiten het principe ‘meebesturen’ moeten inwisselen voor ‘medezeggenschap’. Vakgroepen verdwijnen, de decaan wordt de baas van de faculteit en het college van bestuur hoeft zijn bestuursrol niet meer te delen met een universiteitsraad.
Voor de universiteiten is er werk aan winkel. Binnen het grove raamwerk van de MUB moeten ze nog diverse zaken zelf bepalen. Meest in het oog springt de vraag hoe de inspraak eruit zal zien. Daarvoor laat de wet twee mogelijkheden. De u-raad kan vervangen worden door een universiteitsraad-nieuwe-stijl oftewel ongedeelde medezeggenschap. Deze raad mag voorstellen doen en adviezen geven, maar kan het cvb (dat dan ‘opperhoofd’ van de universiteit is) niets opleggen. In de tweede optie wordt de u-raad vervangen door een ondernemingsraad voor het personeel en een aparte raad voor studenten.
Hetzelfde geldt in grote lijn voor de faculteitsraden. Maar dit is niet de enige kwestie die aan de orde is. Ook de vraag hoe faculteitsbesturen worden ingericht ligt nog open. Wordt het één beroepsdecaan aan het hoofd, een meerkoppig bestuur (maar dat moet wel beperkt blijven) en komt er een student-bestuurder?
Al deze invullingen laat minister Ritzen aan de universiteiten over. Maar een inventarisatie over het TU-leven na de MUB leert: ,,Eerlijk gezegd hebben we er nog niet zo heel erg concreet over nagedacht.”
———————–
DE VOORZITTER VAN HET COLLEGE VAN BESTUUR:
‘Een ondernemingsraad lijkt me niet onaardig’
,,Je zou kunnen zeggen dat we in Delft al over het thema van de MUB praten sinds eind ’93”, vindt collegevoorzitter dr. N. de Voogd. ,,Toen concludeerden we dat de verantwoordelijkheidslijnen onduidelijk waren. Het idee van integraal management, dat ook in de MUB staat, hebben wij al in ons strategieplan neergelegd. Kennelijk slaat het aan, want de meeste faculteiten willen het overnemen.”
Het principe: ‘van medebestuur naar medezeggenschap’ is aan deTU wel doorgedrongen, meent de Voogd. Maar hoe dat principe doorgevoerd moet worden, is nog niet ingevuld. ,,Men heeft zich vooral verzet tegen de MUB, en wilde niet zozeer over de uitvoering van die wet praten, maar over aanpassing van de huidige situatie.”
Welke kant het uitgaat met de inspraak – ongedeelde medezeggenschap of een ondernemingsraad – ligt volgens de collegevoorzitter nog open, al gaat zijn voorkeur uit naar de laatste vorm. ,,Stel dat we ongedeelde medezeggenschap kiezen. Het personeel in de universiteitsraad-nieuwe-stijl krijgt dan ook te maken met personeelsbeleid. Ik denk dat het Overlegorgaan Personeelszaken moeilijk accepteert dat alleen op die plek over personeelskwesties gesproken wordt. Het OP eist vermoedelijk zijn voortbestaan. Dat zou van invloed kunnen zijn, want wij willen vereenvoudigen en minder vergaderen. Het lijkt mij op het eerste gezicht niet onaardig dat er een ondernemingsraad komt die gaat over alles: personeelsbeleid, financiën en inhoudelijke kwesties.”
De vraag is met wie het cvb gaat overleggen over dergelijke uitvoeringskwesties. ,,Geen idee. Het Overlegorgaan Personeelszaken heeft kenbaar gemaakt dat het wil meepraten, de universiteitsraad wil dat ook en ik neem aan dat de faculteiten ook een mening hebben. Ik voorspel dat we met alle groepen overleggen. Allemaal kunnen ze argumenten aanvoeren, hun invloed uitoefenen, maar uiteindelijk zijn wij, het cvb, verantwoordelijk”, aldus De Voogd.
,,De vorm van inspraak zal in alle clusters hetzelfde zijn. Er komt één bestuursreglement, anders wordt het te onoverzichtelijk. Maar binnen die blauwdruk voor de organisatie zijn verschillen denkbaar. Het ene cluster kan bijvoorbeeld een meerhoofdig bestuur benoemen en de ander een enkele beroepsdecaan.”
En een student in het faculteitsbestuur? ,,Het is een sympathiek idee maar ik denk niet dat het goed is. Integraal management betekent integrale verantwoordelijkheid. Die kan een student niet delen. Er is wellicht een mouw aan te passen. Je kunt een student als adviseur toevoegen aan het opleidingsbestuur. Maar ik herhaal: dit is mijn persoonlijke mening.”
—————————
DE UNIVERSITEITSRAAD
‘Het zal nog moeilijk blijken
om de universiteit te besturen’
,,Alle aandacht is nu gericht op de herinrichting van de TU Delft. Dat houdt mensen meer bezig”, meent universiteitsraadsvoorzitter ir. H. van Iperen. Formeel heeft de raad geen zeggenschap over de uitvoering van de MUB op instellingsniveau. Maar zolang hij nog meebestuurt, ligt een discussie voor de hand.
De pogingen die de raad daartoe ondernam, werden tot voor kort door het college van bestuur afgehouden onder het motto: laten we eerst maar kijken wat de Tweede Kamer doet, vertelt van Iperen. De raad zelf was ook terughoudend over de MUB. Daarvoor noemt hij verschillende motieven: frustraties over een mislukte discussie vorig jaar, de angst voor het verwijtdat ‘de u-raad alleen strijdt uit zelfbehoud’ en de psychologische barrière om over MUB-details te praten, want dan leek het of de raadsleden zich al bij de invoering hadden neergelegd. Dit overigens nadat de raad een aantal keren op de nadelen had gewezen, zegt Van Iperen.
De huidige u-raad is niet erg te spreken over de MUB. Van Iperen noemt het ‘een gruwel’: een controlemechanisme op het bestuur ontbreekt en in zijn ogen wordt de bestuursstructuur door de vele gesprekspartners alleen maar ingewikkelder.
,,Het zal voor het cvb nog moeilijk blijken om de universiteit te besturen”, denkt ook A. Dijksman, fractievoorzitster van TU 2000. Ze vreest een ‘rommeltje’ in het bestuur. Wat inspraak betreft denkt ze dat het OP samen met een ondernemingsraad de dienst gaan uitmaken op de universiteit. ,,Voor het wetenschappelijk personeel is er dan geen uitdaging meer om in de nieuwe raad zitting te nemen. Het wordt meer iets voor de vakbonden. Dat is op een universiteit geen goede ontwikkeling.”
Cynisme
,,Veel mensen vinden die nieuwe structuur in de MUB wel mooi en helder. Wetenschappers waarderen de huidige structuur niet genoeg omdat ze hem niet kennen. Maar juist dankzij die huidige structuur worden ze niet te veel gestoord in hun bezigheden”, zegt ir. T. Slavenburg. De fractievoorzitter van Demokratisch Beleid vindt de MUB een tegendraadse beweging. ,,Het bedrijfsleven streeft steeds meer naar draagvlakvorming bij beslissingen, in plaats van dat besluiten worden opgelegd.” Hij vindt dat alles nu goed gaat, en wil zo veel mogelijk de huidige structuur handhaven. De nadruk legt hij op studenten en personeel bij elkaar in een inspraakorgaan. Dus een medezeggenschapsraad. ,,Men moet luisteren naar de afnemers van het onderwijs. Niet zoals bij een consumentenbond, maar de studenten als direct betrokkenen. Het is bovendien educatief voor de studenten.” Veel hoop op ongedeelde medezeggenschap heeft hij echter niet: ,,De ondernemingsraad zal er wel komen, want daar kiest de Voogd toch voor.”
Eenzelfde cynisme toont L. Boersma van TH Akkoord. Voor hem persoonlijk is dat een reden om juist voor een ondernemingsraad te kiezen: ,,Dat is een beproefd wettelijk systeem waar ook het cvb niet omheen kan. De machtsdrang van het college vind ik zodanig, dat ik er niet al te veel vertrouwen in heb wanneer er nog nieuwe regels voor de medezeggenschap opgesteld moeten worden.”
Klap
Ook studentenpartij Oras ziet het voordeel van een ondernemingsraad (,,al je rechten goed op papier”) maar vreest dat studenten en personeel in zo’n constructie tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden. De keuze voor een inspraakorgaan hebben ze nog niet gemaakt. De vergelijking met het bedrijfsleven gaat in elk geval niet op, vindt Bianca Bax. ,,Als een bestuur daar van hogerhand iets oplegt en het gaat mis, dan komt de klap het hardst aan bij het bestuur zelf. Hier hebben studenten er direct nadeel van als het misgaat.”
De collega’s van Aag hebben hun standpunt al bepaald, zegt Meinke Schouten. ,,Wij willen medezeggenschap. Dan zit je bijhet personeel, blijf je bij meer zaken betrokken en je kunt je inzichten aan elkaar overbrengen.” Schouten ‘begrijpt ook niet’ waarom de discussie over de MUB nauwelijks leeft. ,,Wij gaan in ieder geval overleggen. Ook samen met de Oras ja, dat lijkt me wel belangrijk.”
———————–
DE STUDENTEN IN FACULTEITSBESTUREN:
‘Niet de vis aan de hengel van het bestuur’
De huidige student-bestuurders zijn het er grondig over eens: de inbreng van studenten in het faculteitsbestuur is van wezenlijk belang. ,,Bij de overgang van het vier- naar het vijfjarig curriculum hebben wij de kar getrokken”, zegt Mathijs Robbens (TN). ,,Natuurlijk moet je wel je plaats kennen. Bij pijnlijke beslissingen in verband met reorganisaties vind ik het niet gepast mijn mening te uiten. Dat maakt je positie soms zwak”, geeft Robbens toe.
Toch blijft hij kiezen voor medebestuur in plaats van ‘adviseurschap’: ,,Ik wil niet de vis aan de hengel zijn die het bestuur uit de vijver haalt als het dat nodig vindt, en waar het omheen kan bij lastige kwesties of als beslissingen snel genomen moeten worden.” Een student-bestuurder met beperkt stemrecht vindt hij ‘het minimum’.
Simone Vooijs (STM) ziet naast de inhoudelijke meerwaarde ook het praktische probleem van een student in het bestuur. De toekomstige faculteitsbesturen zullen klein zijn en dus wil de faculteit liefst drie ‘zware’ leden voor langere tijd. Een adviseurschap biedt een oplossing, ,,zolang een vaste student maar continu bij de beleidsvoorbereiding betrokken is. Dat bevordert ook de communicatie naar studenten op andere niveaus.” Volgens Maaike Wijnhoudt (IO) gaat het er vooral om of een bestuur bereid is naar studenten te luisteren. ,,Zijn ze dat niet, dan maakt het niet zo veel uit of je bestuurslid bent of adviseur.”
Annelies van Eenennaam (BK) daarentegen houdt ‘per se’ vast aan een student in het bestuur. ,,Als je aan de zijlijn wat mee mag roepen, dan weet je nooit of je gehoord wordt. De doorslaggevende afwegingen voor een besluit worden in het bestuur gemaakt. Het is slecht wanneer dat zonder studenten gebeurt.” Ze vindt dat studenten de verantwoordelijkheid goed kunnen dragen. ,,Je bestuurt de faculteit toch niet in je eentje?” Van Eenennaam vindt zelfs dat behalve in het faculteitsbestuur ook een student in het cvb moet zitten. Een kandidaat daarvoor weet ze wel: zijzelf.
——————————
DE FACULTEITEN
‘Het is goed dat het bed eens wordt opgeschud’
Wat gaat er op de faculteiten precies veranderen als de MUB wordt aangenomen? Veel secretarissen-beheerders en decanen moeten even slikken van de vraag. Want zo uitgekristalliseerd is het antwoord nog niet. Daarvoor zijn er nog teveel andere vragen, zoals: hoe zal de wet er precies uitzien, welke ruimte krijgen de faculteiten van het cvb en – niet in de laatste plaats – hoe zal de clustering eruit zien?
,,Er zijn zoveel dingen tegelijk aan de orde dat de MUB misschien wel het minst belangrijke probleem is”, verwoordt secretaris-beheerder drs. G. van Helden (L&R) het gevoel op zijn faculteit. Zijn collega dr. S. Peerdeman (TB) voegt eraan toe dat er eenvoudigweg geen tijd is voor een uitgebreide discussie over het onderwerp. De faculteiten slanken af, en het primaire proces gaat voor. Tijd die resteert wordt opgeslokt door alle reorganisaties.
Toch menen faculteiten dat ze wel degelijk met het onderwerp bezig zijn. De hoofdlijn van de MUB is immers een betere bestuursstructuur, en dat item staat al enkele jaren op de TU-agenda. Vier faculteiten hebben al integraal management en de meeste andere werken er naar toe.
Volgens de MUB is het nieuwe, professionele bestuur beperkt. Eén beroepsdecaan is genoeg, maar een faculteit kan een meerhoofdig bestuur aanstellen. De variant decaan plus twee directeuren (een voor beheer en een voor de opleiding) is een veelgenoemde. Scheikunde bijvoorbeeld koerst daarop af. Werktuigbouw overweegt echter ook de mogelijkheid van een tweekoppig bestuur.
Decaan prof.dr. J. Dirken van IO ziet wel wat in een enkele beroepsdecaan, maar om een andere reden: ,,Volgens de wet benoemt het cvb alle bestuursleden. De vraag is of wij dat willen. Je kunt daar omheen door officieel één decaan als bestuurder te benoemen, die dan ondersteund wordt door een zelf in te richten managementteam.”
Afstand
De dagelijkse praktijk zal door de MUB niet ingrijpend wijzigen, denkt Dirken. Peerdeman is het daarmee eens: ,,De integratie tussen beheer en bestuur moet gewoon plaatsvinden. Als dat gebeurd is, verandert er niet zo veel. Zo komt het zelden voor dat een voorstel afgeschoten wordt door de faculteitsraad, meestal is alles vantevoren goed voorbereid.”
Technische Aardwetenschappen loopt al vooruit op ingeperkte rol van de faculteitsraad, meldt secretaris-beheerder ir. T. Cartier van Dissel. ,,Met de raad zijn afspraken gemaakt om meer op afstand en meer op hoofdlijnen beleid te controleren. Dezelfde discussie wordt met de mc gevoerd, maar dat loopt een stuk langzamer.”
Geodesie werkt aan de oprichting van twee platforms, voor wetenschappers en docenten. Deze hebben een adviserende taak en worden bij de beleidsvoorbereiding betrokken, want ,,het is zaak om in de nieuwe structuur de lijn vanaf de werkvloer te waarborgen”, vindt beheerder ir. A. van Lamsweerde.
Als inspraakmodel kiest hij voor ongedeelde medezeggenschap. ,,De universiteit is geen bedrijf. Een ondernemingsraad gaat veel te veel naar het bedrijfsleven toe.” Prof.ir. J. Klein Woud (WbMT) heeft dezelfde voorkeur: ,,Met ongedeelde medezeggenschap hebben we goede ervaringen. Zaken komen dan geïntegreerd ter sprake, en niet in twee afzonderlijke overleggen.”
De secretaris-beheerder van Bouwkunde, mr. C. Hummelen, kiest op het eerst gezicht juist voor een ondernemingsraad. ,,Wij willen één aanspreekpunt voor zowel inhoudelijke als organisatorische zaken. Een ondernemingsraad lijkt me dan geschikt, maar over de beste vorm hebben we nog onvoldoende nagedacht.”
Anderen zeggen dat het model er niet veel toe doet – als er maar goede inspraak komt.
Student
De meeste faculteiten zijn uiterst lovend over de inbreng van studenten in het faculteitsbestuur, maar toch kiezen ze er straks niet voor. Klein Woud (WbMT): ,,Het is de vraag of een student, als tijdelijk lid, echt verantwoordelijkheid kan aanvaarden.”
,,Het is te veel gevraagd om studenten te laten meebesturen over een bedrijf van 40 miljoen gulden in een sterk afgeslankt bestuur”, vindt ook collega prof.dr.ir. E. Backer (Et). En ir. F. Higler (CT) stelt: ,,In het bestuur komen studenten in hulprollen terecht waarin ze toch niet kunnen scoren. Ze kunnen zich beter concentreren op een stevige dialoog over onderwijsinhoudelijke zaken.”
Alleen IO en Bouwkunde houden met overtuiging vast aan het idee van student-bestuurders. Dirken (IO): ,,Studenten zijn je klanten. Niet voor niets gaan steeds meer bedrijven hun klantenorganisaties bij het bestuur betrekken.”
Is de MUB een verbetering? ,,Ja”, vindt Cartier van Dissel, ,,de hoeveelheid papierwerk kan echt een stuk minder, zonder de verworvenheden uit de jaren zestig weg te gooien.”
Klein Woud tekent erbij aan dat ‘we moeten oppassen voor dictatoriale bevoegdheden’.
,,De ene blauwdruk of de andere, dat maakt niet zoveel uit” zegt Dirken. ,,Wij Nederlanders staan erom bekend dat we de wet- en regelgeving gemakkelijk omzeilen. Maar het is goed dat het bed eens opgeschud wordt. Als de MUB dat voor elkaar krijgt, vind ik het prima.”
———————
HET OVERLEGORGAAN PERSONEELSZAKEN
‘Rechten en bevoegdheden duidelijk op papier’
Ing. F. Kok, vertegenwoordiger van de vakcentrales in het Overlegorgaan Personeelszaken (OP) is positief over de MUB: ,,De scheiding tussen bestuur en beheer verdwijnt en in de ondernemingsraad liggen goede kansen voor het personeel.”
Met name de duidelijkheid van de ondernemingsraad vindt hij positief: ,,In de Wet op de ondernemingsraden zijn de rechten en bevoegdheden duidelijk op papier vastgelegd, bovendien is er veel jurisprudentie.”
In de medezeggenschapsraad ziet hij geen heil. Studenten en personeel bij elkaar lijkt hem niets: ,,Dan moet je op elkaar wachten in een vergadering. De studenten mogen namelijk over sommige onderwerpen niet meepraten en omgekeerd.”
Het nadeel van de MUB vindt Kok het verloren gaan van de democratische bestuursstructuur. Maar hij lijkt al helemaal ingesteld op de toekomst. Binnenkort gaat hij met het OP nadenken over de keuze tussen ondernemingsraad of mr. In deze keuze heeft het OP een essentiële rol, samen met het cvb. ,,De huidige u-raad heeft daar niets over te zeggen, pas over vijf jaar.”
De invoering van de MUB in Delft moet volgens hem samengaan met de modernisering ondersteunende diensten: ,,Het is een dubbelslag, die in een keer kan plaatsvinden.”
Het is aan de TU opvallend stil rond de MUB, de wet die het universitaire bestuur slagvaardiger moet maken. Het college van bestuur stelde onlangs een ambtelijke werkgroep in, maar openbare discussies zijn er nauwelijks gevoerd. Want, zeggen mensen desgevraagd, we hebben wel wat anders aan ons hoofd. Clustering, modernisering ondersteunende diensten, reorganisaties en bezuinigingen – de MUB bungelt dan onderaan het prioriteitenlijstje.
Als alles loopt zoals gepland, is de wet Modernisering Universitaire Bestuursstructuur per 1 januari een feit. Dat betekent dat een jaar later alle universiteiten het principe ‘meebesturen’ moeten inwisselen voor ‘medezeggenschap’. Vakgroepen verdwijnen, de decaan wordt de baas van de faculteit en het college van bestuur hoeft zijn bestuursrol niet meer te delen met een universiteitsraad.
Voor de universiteiten is er werk aan winkel. Binnen het grove raamwerk van de MUB moeten ze nog diverse zaken zelf bepalen. Meest in het oog springt de vraag hoe de inspraak eruit zal zien. Daarvoor laat de wet twee mogelijkheden. De u-raad kan vervangen worden door een universiteitsraad-nieuwe-stijl oftewel ongedeelde medezeggenschap. Deze raad mag voorstellen doen en adviezen geven, maar kan het cvb (dat dan ‘opperhoofd’ van de universiteit is) niets opleggen. In de tweede optie wordt de u-raad vervangen door een ondernemingsraad voor het personeel en een aparte raad voor studenten.
Hetzelfde geldt in grote lijn voor de faculteitsraden. Maar dit is niet de enige kwestie die aan de orde is. Ook de vraag hoe faculteitsbesturen worden ingericht ligt nog open. Wordt het één beroepsdecaan aan het hoofd, een meerkoppig bestuur (maar dat moet wel beperkt blijven) en komt er een student-bestuurder?
Al deze invullingen laat minister Ritzen aan de universiteiten over. Maar een inventarisatie over het TU-leven na de MUB leert: ,,Eerlijk gezegd hebben we er nog niet zo heel erg concreet over nagedacht.”
———————–
DE VOORZITTER VAN HET COLLEGE VAN BESTUUR:
‘Een ondernemingsraad lijkt me niet onaardig’
,,Je zou kunnen zeggen dat we in Delft al over het thema van de MUB praten sinds eind ’93”, vindt collegevoorzitter dr. N. de Voogd. ,,Toen concludeerden we dat de verantwoordelijkheidslijnen onduidelijk waren. Het idee van integraal management, dat ook in de MUB staat, hebben wij al in ons strategieplan neergelegd. Kennelijk slaat het aan, want de meeste faculteiten willen het overnemen.”
Het principe: ‘van medebestuur naar medezeggenschap’ is aan deTU wel doorgedrongen, meent de Voogd. Maar hoe dat principe doorgevoerd moet worden, is nog niet ingevuld. ,,Men heeft zich vooral verzet tegen de MUB, en wilde niet zozeer over de uitvoering van die wet praten, maar over aanpassing van de huidige situatie.”
Welke kant het uitgaat met de inspraak – ongedeelde medezeggenschap of een ondernemingsraad – ligt volgens de collegevoorzitter nog open, al gaat zijn voorkeur uit naar de laatste vorm. ,,Stel dat we ongedeelde medezeggenschap kiezen. Het personeel in de universiteitsraad-nieuwe-stijl krijgt dan ook te maken met personeelsbeleid. Ik denk dat het Overlegorgaan Personeelszaken moeilijk accepteert dat alleen op die plek over personeelskwesties gesproken wordt. Het OP eist vermoedelijk zijn voortbestaan. Dat zou van invloed kunnen zijn, want wij willen vereenvoudigen en minder vergaderen. Het lijkt mij op het eerste gezicht niet onaardig dat er een ondernemingsraad komt die gaat over alles: personeelsbeleid, financiën en inhoudelijke kwesties.”
De vraag is met wie het cvb gaat overleggen over dergelijke uitvoeringskwesties. ,,Geen idee. Het Overlegorgaan Personeelszaken heeft kenbaar gemaakt dat het wil meepraten, de universiteitsraad wil dat ook en ik neem aan dat de faculteiten ook een mening hebben. Ik voorspel dat we met alle groepen overleggen. Allemaal kunnen ze argumenten aanvoeren, hun invloed uitoefenen, maar uiteindelijk zijn wij, het cvb, verantwoordelijk”, aldus De Voogd.
,,De vorm van inspraak zal in alle clusters hetzelfde zijn. Er komt één bestuursreglement, anders wordt het te onoverzichtelijk. Maar binnen die blauwdruk voor de organisatie zijn verschillen denkbaar. Het ene cluster kan bijvoorbeeld een meerhoofdig bestuur benoemen en de ander een enkele beroepsdecaan.”
En een student in het faculteitsbestuur? ,,Het is een sympathiek idee maar ik denk niet dat het goed is. Integraal management betekent integrale verantwoordelijkheid. Die kan een student niet delen. Er is wellicht een mouw aan te passen. Je kunt een student als adviseur toevoegen aan het opleidingsbestuur. Maar ik herhaal: dit is mijn persoonlijke mening.”
—————————
DE UNIVERSITEITSRAAD
‘Het zal nog moeilijk blijken
om de universiteit te besturen’
,,Alle aandacht is nu gericht op de herinrichting van de TU Delft. Dat houdt mensen meer bezig”, meent universiteitsraadsvoorzitter ir. H. van Iperen. Formeel heeft de raad geen zeggenschap over de uitvoering van de MUB op instellingsniveau. Maar zolang hij nog meebestuurt, ligt een discussie voor de hand.
De pogingen die de raad daartoe ondernam, werden tot voor kort door het college van bestuur afgehouden onder het motto: laten we eerst maar kijken wat de Tweede Kamer doet, vertelt van Iperen. De raad zelf was ook terughoudend over de MUB. Daarvoor noemt hij verschillende motieven: frustraties over een mislukte discussie vorig jaar, de angst voor het verwijtdat ‘de u-raad alleen strijdt uit zelfbehoud’ en de psychologische barrière om over MUB-details te praten, want dan leek het of de raadsleden zich al bij de invoering hadden neergelegd. Dit overigens nadat de raad een aantal keren op de nadelen had gewezen, zegt Van Iperen.
De huidige u-raad is niet erg te spreken over de MUB. Van Iperen noemt het ‘een gruwel’: een controlemechanisme op het bestuur ontbreekt en in zijn ogen wordt de bestuursstructuur door de vele gesprekspartners alleen maar ingewikkelder.
,,Het zal voor het cvb nog moeilijk blijken om de universiteit te besturen”, denkt ook A. Dijksman, fractievoorzitster van TU 2000. Ze vreest een ‘rommeltje’ in het bestuur. Wat inspraak betreft denkt ze dat het OP samen met een ondernemingsraad de dienst gaan uitmaken op de universiteit. ,,Voor het wetenschappelijk personeel is er dan geen uitdaging meer om in de nieuwe raad zitting te nemen. Het wordt meer iets voor de vakbonden. Dat is op een universiteit geen goede ontwikkeling.”
Cynisme
,,Veel mensen vinden die nieuwe structuur in de MUB wel mooi en helder. Wetenschappers waarderen de huidige structuur niet genoeg omdat ze hem niet kennen. Maar juist dankzij die huidige structuur worden ze niet te veel gestoord in hun bezigheden”, zegt ir. T. Slavenburg. De fractievoorzitter van Demokratisch Beleid vindt de MUB een tegendraadse beweging. ,,Het bedrijfsleven streeft steeds meer naar draagvlakvorming bij beslissingen, in plaats van dat besluiten worden opgelegd.” Hij vindt dat alles nu goed gaat, en wil zo veel mogelijk de huidige structuur handhaven. De nadruk legt hij op studenten en personeel bij elkaar in een inspraakorgaan. Dus een medezeggenschapsraad. ,,Men moet luisteren naar de afnemers van het onderwijs. Niet zoals bij een consumentenbond, maar de studenten als direct betrokkenen. Het is bovendien educatief voor de studenten.” Veel hoop op ongedeelde medezeggenschap heeft hij echter niet: ,,De ondernemingsraad zal er wel komen, want daar kiest de Voogd toch voor.”
Eenzelfde cynisme toont L. Boersma van TH Akkoord. Voor hem persoonlijk is dat een reden om juist voor een ondernemingsraad te kiezen: ,,Dat is een beproefd wettelijk systeem waar ook het cvb niet omheen kan. De machtsdrang van het college vind ik zodanig, dat ik er niet al te veel vertrouwen in heb wanneer er nog nieuwe regels voor de medezeggenschap opgesteld moeten worden.”
Klap
Ook studentenpartij Oras ziet het voordeel van een ondernemingsraad (,,al je rechten goed op papier”) maar vreest dat studenten en personeel in zo’n constructie tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden. De keuze voor een inspraakorgaan hebben ze nog niet gemaakt. De vergelijking met het bedrijfsleven gaat in elk geval niet op, vindt Bianca Bax. ,,Als een bestuur daar van hogerhand iets oplegt en het gaat mis, dan komt de klap het hardst aan bij het bestuur zelf. Hier hebben studenten er direct nadeel van als het misgaat.”
De collega’s van Aag hebben hun standpunt al bepaald, zegt Meinke Schouten. ,,Wij willen medezeggenschap. Dan zit je bijhet personeel, blijf je bij meer zaken betrokken en je kunt je inzichten aan elkaar overbrengen.” Schouten ‘begrijpt ook niet’ waarom de discussie over de MUB nauwelijks leeft. ,,Wij gaan in ieder geval overleggen. Ook samen met de Oras ja, dat lijkt me wel belangrijk.”
———————–
DE STUDENTEN IN FACULTEITSBESTUREN:
‘Niet de vis aan de hengel van het bestuur’
De huidige student-bestuurders zijn het er grondig over eens: de inbreng van studenten in het faculteitsbestuur is van wezenlijk belang. ,,Bij de overgang van het vier- naar het vijfjarig curriculum hebben wij de kar getrokken”, zegt Mathijs Robbens (TN). ,,Natuurlijk moet je wel je plaats kennen. Bij pijnlijke beslissingen in verband met reorganisaties vind ik het niet gepast mijn mening te uiten. Dat maakt je positie soms zwak”, geeft Robbens toe.
Toch blijft hij kiezen voor medebestuur in plaats van ‘adviseurschap’: ,,Ik wil niet de vis aan de hengel zijn die het bestuur uit de vijver haalt als het dat nodig vindt, en waar het omheen kan bij lastige kwesties of als beslissingen snel genomen moeten worden.” Een student-bestuurder met beperkt stemrecht vindt hij ‘het minimum’.
Simone Vooijs (STM) ziet naast de inhoudelijke meerwaarde ook het praktische probleem van een student in het bestuur. De toekomstige faculteitsbesturen zullen klein zijn en dus wil de faculteit liefst drie ‘zware’ leden voor langere tijd. Een adviseurschap biedt een oplossing, ,,zolang een vaste student maar continu bij de beleidsvoorbereiding betrokken is. Dat bevordert ook de communicatie naar studenten op andere niveaus.” Volgens Maaike Wijnhoudt (IO) gaat het er vooral om of een bestuur bereid is naar studenten te luisteren. ,,Zijn ze dat niet, dan maakt het niet zo veel uit of je bestuurslid bent of adviseur.”
Annelies van Eenennaam (BK) daarentegen houdt ‘per se’ vast aan een student in het bestuur. ,,Als je aan de zijlijn wat mee mag roepen, dan weet je nooit of je gehoord wordt. De doorslaggevende afwegingen voor een besluit worden in het bestuur gemaakt. Het is slecht wanneer dat zonder studenten gebeurt.” Ze vindt dat studenten de verantwoordelijkheid goed kunnen dragen. ,,Je bestuurt de faculteit toch niet in je eentje?” Van Eenennaam vindt zelfs dat behalve in het faculteitsbestuur ook een student in het cvb moet zitten. Een kandidaat daarvoor weet ze wel: zijzelf.
——————————
DE FACULTEITEN
‘Het is goed dat het bed eens wordt opgeschud’
Wat gaat er op de faculteiten precies veranderen als de MUB wordt aangenomen? Veel secretarissen-beheerders en decanen moeten even slikken van de vraag. Want zo uitgekristalliseerd is het antwoord nog niet. Daarvoor zijn er nog teveel andere vragen, zoals: hoe zal de wet er precies uitzien, welke ruimte krijgen de faculteiten van het cvb en – niet in de laatste plaats – hoe zal de clustering eruit zien?
,,Er zijn zoveel dingen tegelijk aan de orde dat de MUB misschien wel het minst belangrijke probleem is”, verwoordt secretaris-beheerder drs. G. van Helden (L&R) het gevoel op zijn faculteit. Zijn collega dr. S. Peerdeman (TB) voegt eraan toe dat er eenvoudigweg geen tijd is voor een uitgebreide discussie over het onderwerp. De faculteiten slanken af, en het primaire proces gaat voor. Tijd die resteert wordt opgeslokt door alle reorganisaties.
Toch menen faculteiten dat ze wel degelijk met het onderwerp bezig zijn. De hoofdlijn van de MUB is immers een betere bestuursstructuur, en dat item staat al enkele jaren op de TU-agenda. Vier faculteiten hebben al integraal management en de meeste andere werken er naar toe.
Volgens de MUB is het nieuwe, professionele bestuur beperkt. Eén beroepsdecaan is genoeg, maar een faculteit kan een meerhoofdig bestuur aanstellen. De variant decaan plus twee directeuren (een voor beheer en een voor de opleiding) is een veelgenoemde. Scheikunde bijvoorbeeld koerst daarop af. Werktuigbouw overweegt echter ook de mogelijkheid van een tweekoppig bestuur.
Decaan prof.dr. J. Dirken van IO ziet wel wat in een enkele beroepsdecaan, maar om een andere reden: ,,Volgens de wet benoemt het cvb alle bestuursleden. De vraag is of wij dat willen. Je kunt daar omheen door officieel één decaan als bestuurder te benoemen, die dan ondersteund wordt door een zelf in te richten managementteam.”
Afstand
De dagelijkse praktijk zal door de MUB niet ingrijpend wijzigen, denkt Dirken. Peerdeman is het daarmee eens: ,,De integratie tussen beheer en bestuur moet gewoon plaatsvinden. Als dat gebeurd is, verandert er niet zo veel. Zo komt het zelden voor dat een voorstel afgeschoten wordt door de faculteitsraad, meestal is alles vantevoren goed voorbereid.”
Technische Aardwetenschappen loopt al vooruit op ingeperkte rol van de faculteitsraad, meldt secretaris-beheerder ir. T. Cartier van Dissel. ,,Met de raad zijn afspraken gemaakt om meer op afstand en meer op hoofdlijnen beleid te controleren. Dezelfde discussie wordt met de mc gevoerd, maar dat loopt een stuk langzamer.”
Geodesie werkt aan de oprichting van twee platforms, voor wetenschappers en docenten. Deze hebben een adviserende taak en worden bij de beleidsvoorbereiding betrokken, want ,,het is zaak om in de nieuwe structuur de lijn vanaf de werkvloer te waarborgen”, vindt beheerder ir. A. van Lamsweerde.
Als inspraakmodel kiest hij voor ongedeelde medezeggenschap. ,,De universiteit is geen bedrijf. Een ondernemingsraad gaat veel te veel naar het bedrijfsleven toe.” Prof.ir. J. Klein Woud (WbMT) heeft dezelfde voorkeur: ,,Met ongedeelde medezeggenschap hebben we goede ervaringen. Zaken komen dan geïntegreerd ter sprake, en niet in twee afzonderlijke overleggen.”
De secretaris-beheerder van Bouwkunde, mr. C. Hummelen, kiest op het eerst gezicht juist voor een ondernemingsraad. ,,Wij willen één aanspreekpunt voor zowel inhoudelijke als organisatorische zaken. Een ondernemingsraad lijkt me dan geschikt, maar over de beste vorm hebben we nog onvoldoende nagedacht.”
Anderen zeggen dat het model er niet veel toe doet – als er maar goede inspraak komt.
Student
De meeste faculteiten zijn uiterst lovend over de inbreng van studenten in het faculteitsbestuur, maar toch kiezen ze er straks niet voor. Klein Woud (WbMT): ,,Het is de vraag of een student, als tijdelijk lid, echt verantwoordelijkheid kan aanvaarden.”
,,Het is te veel gevraagd om studenten te laten meebesturen over een bedrijf van 40 miljoen gulden in een sterk afgeslankt bestuur”, vindt ook collega prof.dr.ir. E. Backer (Et). En ir. F. Higler (CT) stelt: ,,In het bestuur komen studenten in hulprollen terecht waarin ze toch niet kunnen scoren. Ze kunnen zich beter concentreren op een stevige dialoog over onderwijsinhoudelijke zaken.”
Alleen IO en Bouwkunde houden met overtuiging vast aan het idee van student-bestuurders. Dirken (IO): ,,Studenten zijn je klanten. Niet voor niets gaan steeds meer bedrijven hun klantenorganisaties bij het bestuur betrekken.”
Is de MUB een verbetering? ,,Ja”, vindt Cartier van Dissel, ,,de hoeveelheid papierwerk kan echt een stuk minder, zonder de verworvenheden uit de jaren zestig weg te gooien.”
Klein Woud tekent erbij aan dat ‘we moeten oppassen voor dictatoriale bevoegdheden’.
,,De ene blauwdruk of de andere, dat maakt niet zoveel uit” zegt Dirken. ,,Wij Nederlanders staan erom bekend dat we de wet- en regelgeving gemakkelijk omzeilen. Maar het is goed dat het bed eens opgeschud wordt. Als de MUB dat voor elkaar krijgt, vind ik het prima.”
———————
HET OVERLEGORGAAN PERSONEELSZAKEN
‘Rechten en bevoegdheden duidelijk op papier’
Ing. F. Kok, vertegenwoordiger van de vakcentrales in het Overlegorgaan Personeelszaken (OP) is positief over de MUB: ,,De scheiding tussen bestuur en beheer verdwijnt en in de ondernemingsraad liggen goede kansen voor het personeel.”
Met name de duidelijkheid van de ondernemingsraad vindt hij positief: ,,In de Wet op de ondernemingsraden zijn de rechten en bevoegdheden duidelijk op papier vastgelegd, bovendien is er veel jurisprudentie.”
In de medezeggenschapsraad ziet hij geen heil. Studenten en personeel bij elkaar lijkt hem niets: ,,Dan moet je op elkaar wachten in een vergadering. De studenten mogen namelijk over sommige onderwerpen niet meepraten en omgekeerd.”
Het nadeel van de MUB vindt Kok het verloren gaan van de democratische bestuursstructuur. Maar hij lijkt al helemaal ingesteld op de toekomst. Binnenkort gaat hij met het OP nadenken over de keuze tussen ondernemingsraad of mr. In deze keuze heeft het OP een essentiële rol, samen met het cvb. ,,De huidige u-raad heeft daar niets over te zeggen, pas over vijf jaar.”
De invoering van de MUB in Delft moet volgens hem samengaan met de modernisering ondersteunende diensten: ,,Het is een dubbelslag, die in een keer kan plaatsvinden.”

Comments are closed.