Onderwijs

‘Delft is absoluut geen echte universiteit’

Chemisch technoloog en explosie-expert dr.ir. Saul Lemkowitz wil Delftse studenten maatschappijkritischer maken. Via de in september via chemische technologie gelanceerde master industrial ecology wil de bevlogen hoofddocent meer vreemde vogels aantrekken.

Studenten die helemaal opgaan in techniek heten nerds in de volksmond. Was u een nerd in uw studententijd?

“In mijn tijd aan Rutgers University in New Jersey heette dat een square. Ik was niet helemaal een square of nerd, want ik ging eerst naar het College of Arts and Sciences, voor ik scheikundige technologie studeerde. Echte nerds deden alleen techniek. En mijn meeste vrienden deden allemaal andere studies, zoals geschiedenis en filosofie.”

U wilt Delftse studenten over meer laten nadenken dan techniek, bijvoorbeeld via de ecologische vakken die u geeft bij industrial ecology. Bent u een milieumissionaris?

“Niet alleen dat. Ik zie het als mijn missie om met de master het intellectuele denken aan te scherpen en de discussie los te krijgen. Ecologie en milieu zijn daar maar een onderdeel van. Ik wil ook dat mensen nadenken over onderwerpen als de bittere armoede die in de wereld heerst.

Het ironische is dat ik als Delftenaar vergeleken met de Leidenaren en Rotterdammers misschien het meest cultuurkritisch ben. Terwijl wij Delftenaren de technische inbreng in de master leveren en zij de meer culturele vakken.”

Bent u een wereldverbeteraar?

“Een beetje wel. Anders zou ik dit soort dingen niet doen.

Maar als ik kijk naar de tijdgeest, en hoe ook veel studenten nu denken, dan past dat misschien niet. Mensen zijn nu meer ik-gericht en helemaal niet idealistisch, eerder onverschillig. Dat vind ik wel jammer. Maar ik kan het mijn studenten niet kwalijk nemen als ze door die tijdgeest beïnvloed zijn.”

U staat bekend om uw kritiek op uw studenten en de TU Delft.

“Ik ben onder de indruk van het intelligentieniveau van de studenten hier, maar het is hier absoluut geen echte universiteit. University of Technology is een verkeerde naam. Delft Institute of Technology zou passender zijn. Een universiteit hoort namelijk universeel te zijn, waarbij in alle vakken les wordt gegeven, inclusief technologie.

Op een universiteit als Harvard zijn er naast techniek ook theologie en taalkunde. De mensen zijn er ook veel gevarieerder: meer vrije vogels en rare types die bijvoorbeeld filosofie studeren, of profs die daarin lesgeven. Dat werkt mee aan een echt academisch klimaat. Het gehalte aan vreemde vogels is in Delft wel heel erg laag.”

Wat voor vreemde vogels zou u in Delft willen zien?

“Andersdenkenden, zoals bijvoorbeeld een professor Lucas Reijnders van Stichting Natuur en Milieu. Dat zijn mensen die bekend staan als links en progressief, en die zou je hier zelden aantreffen als prof. Maar ik bedoel ook wat ik me uit de tijd van mijn promotie herinner, toen ik contacten had met de Universiteit van Amsterdam. Je had toen allemaal rare types met lange baarden en haren in Jezus-gewaden. In Delft zou je dat nooit zien, het is hier veel zakelijker.”

Dat was ook de flowerpowertijd. Wat heeft Delft aan uw verlangen om terug te keren naar de hippiejaren? En waarom zou het hier (groen)linkser moeten worden?

“Delft hoeft niet linkser te worden. Maar ik zou een universiteit willen zien die een bredere visie uitdraagt en die studenten intellectueler opleidt. Studenten moeten kritischer leren nadenken over wat ze doen en zo constructieve oplossingen bedenken.”

Gebeurt dat nu niet dan?

“Niet voldoende. De wereld is meer dan techniek, maar studenten worden hier niet voldoende uitgedaagd om verder te kijken. Je moet problemen niet alleen technisch-wetenschappelijk benaderen, maar ook maatschappijkritisch. Dat leer je niet voldoende als je alleen maar natuurkunde studeert of scheikundige technologie. Ik snap wel dat die interesse uit jezelf moet komen, maar de universiteit moet ook meer analytische tools geven om dat mogelijk te maken.”

Kunt u concreet uitleggen wat u voor u ziet met maatschappijkritisch lesgeven?

“Bij de discussie over, bijvoorbeeld, nanotechnologie moet je met studenten naast de natuurkundige onderbouwing ook naar de maatschappelijke kanten kijken. Op een bepaald moment kom je bij de introductie van een techniek op normatieve discussies. Is het goed, en zo ja: voor wie dan en waarom?”

Is dat wel de taak van een techneut? Moet die niet gewoon doen waar hij goed in is?

“Ik kan als chemisch technoloog zenuwgassen en allerlei explosieven maken, maar je moet je ook afvragen of dat goed is voor de maatschappij. Dat vraagt niet alleen technische kennis, maar ook een zekere kennis van alfawetenschappen als filosofie, geschiedenis en – vooral – hoe de maatschappelijke wereld in elkaar zit. Als je dat niet weet, kun je volgens mij geen goede technicus worden. In mijn colleges probeer ik daarom naast de technische kennis ook altijd een maatschappelijk onderdeel in te bouwen. Je moet een zaak van meerdere kanten kunnen bekijken.”

Kunt u een voorbeeld geven van hoe u college geeft?

“Ik kan een lezing geven waarbij ik het standpunt verdedig dat het hele broeikaseffect niet bestaat. Dit baseer ik dan op recent uitgekomen wetenschappelijke literatuur, zoals het boek van Simon Rozendaal, ‘Man-Made Global Warming: Unravelling a Dogma‘, of iets van skeptical environmentalist BjornLomborg. Veel mensen zijn na zo’n lezing total loss.

Studenten zijn het meestal helemaal niet met mij eens, maar hebben zelden voldoende harde kritiek om de stellingen onderuit te halen. Ik wil ze dan uitdagen. Heb ik gelogen of verkeerde informatie gebruikt? Of klopt mijn logica niet en ben ik niet voldoende ethisch? Aan de informatie die ik geef kan het niet liggen, die is helemaal gebaseerd op wetenschappelijke publicaties.

Een week later geef ik dan een exact tegengestelde lezing, waarbij ik op basis van andere wetenschappelijke publicaties bewijs dat het broeikaseffect wel bestaat. Bijvoorbeeld ‘Sharing the Planet‘, geschreven door Van der Zwaan en Petersen.

Wat is het belang van die manier van lesgeven?

“Je kunt laten zien hoe je met allerlei trucs op zich neutrale wetenschappelijke data en techniek kunt gebruiken om te misleiden. Voor ieder betoog kun je de data zoeken die bij je redenering passen. Neem bijvoorbeeld Lomborg. De feiten die hij aanvoert om het broeikaseffect te ontkennen, zijn over het algemeen waar. Hij liegt niet. Maar hij laat ook een heleboel feiten niet zien, die juist het tegendeel aantonen.

Ik probeer van ieder verhaal ook het tegenverhaal te geven, zonder iets als De Waarheid te presenteren. Het belangrijkste vind ik dat studenten zelf conclusies leren trekken op basis van brede informatie en niet zomaar een dogma aannemen. De bedoeling is om een dialoog los te krijgen. Discussie en dialoog zijn punten die een universiteit tot universiteit maken.”

U hebt het steeds over de schaduwkanten van het kapitalisme. Bent u in uw tijd tussen de vreemde vogels activist of Marxist geweest?

“Nee, dat klinkt misschien teleurstellend. Ik ben ook nooit hippie geweest en mijn haar is nu net zo lang als het toen was. Ik ben veel meer geïnteresseerd in de analyse van hoe kapitalisme of een ander economisch systeem werkt, dan dat ik er zo nodig actie tegen moet voeren. Maar als ik in mijn hart kijk, kan ik wel zeggen dat ik kapitalisme een egoïstisch systeem vind. Het is gebaseerd op hebzucht en leidt tot monopolies en een steeds groter verschil tussen arm en rijk. Maar in mijn hoofd zie ik dat de alternatieven veel slechter zijn. En kapitalisme prikkelt mensen tot behoorlijke prestaties, als de overheid de scherpe kantjes er maar afhaalt.”

Heeft de hekel aan het Amerikaanse kapitalisme met uw achtergrond te maken?

“Ik ben opgegroeid in een slum, waar je kon zien wat echte armoede was. Mijn ouders hebben echte armoede gekend. Op een manier zoals je die niet aantreft in Europa, doordat hier niet de harde vorm van kapitalisme bestaat. Ik heb er door mijn achtergrond een zekere aversie tegen gekregen. Mijn broers reactie was juist dat hij heeft geprobeerd zo veel mogelijk geld te verdienen.

Tot op zekere hoogte ben je je brother’s keeper vind ik, en dat ontbreekt in het harde kapitalisme. Toen mijn broer op elfjarige leeftijd kanker kreeg moesten mijn ouders vijf jaarsalarissen aan operaties betalen, want er was geen ziekenfonds. Dat hadden ze nooit kunnen doen als de joodse liefdadigheid niet was bijgesprongen.”

WIE IS SAUL LEMKOWITZ?

Dr.ir. Saul M. Lemkowitz (62) groeide op in een arme voorstad in New York, van het type waar gangsterrappers van nu prat op gaan als ze zeggen dat ze ‘van de straat’ zijn. Hij kreeg niettemin de kans chemische technologie te studeren aan Rutgers University, de staatsuniversiteit van New Jersey.

Nadat hij zijn bachelorgraad in de VS had gehaald, werkte Lemkowitz bij Allied Chemical Europe in Hoek van Holland. In 1967 studeerde hij af aan de TU Delft, waar hij later ook promoveerde. Lemkowitz is universitair hoofddocent en voert tegenwoordig veel explosie-onderzoek uit. Daarnaast publiceert hij veel over onderwijs en geeft ook onderwijs buiten de universiteit aan het bedrijfsleven.

Samen met Delftse en Leidse collega’s heeft hij in de loop der jaren een achttal nieuwe vakken in het leven geroepen. Een voorbeeld is het nieuwe masterprogramma industrial ecology, dat in samenwerking met Leiden en Rotterdam wordt gegeven.

Studenten die helemaal opgaan in techniek heten nerds in de volksmond. Was u een nerd in uw studententijd?

“In mijn tijd aan Rutgers University in New Jersey heette dat een square. Ik was niet helemaal een square of nerd, want ik ging eerst naar het College of Arts and Sciences, voor ik scheikundige technologie studeerde. Echte nerds deden alleen techniek. En mijn meeste vrienden deden allemaal andere studies, zoals geschiedenis en filosofie.”

U wilt Delftse studenten over meer laten nadenken dan techniek, bijvoorbeeld via de ecologische vakken die u geeft bij industrial ecology. Bent u een milieumissionaris?

“Niet alleen dat. Ik zie het als mijn missie om met de master het intellectuele denken aan te scherpen en de discussie los te krijgen. Ecologie en milieu zijn daar maar een onderdeel van. Ik wil ook dat mensen nadenken over onderwerpen als de bittere armoede die in de wereld heerst.

Het ironische is dat ik als Delftenaar vergeleken met de Leidenaren en Rotterdammers misschien het meest cultuurkritisch ben. Terwijl wij Delftenaren de technische inbreng in de master leveren en zij de meer culturele vakken.”

Bent u een wereldverbeteraar?

“Een beetje wel. Anders zou ik dit soort dingen niet doen.

Maar als ik kijk naar de tijdgeest, en hoe ook veel studenten nu denken, dan past dat misschien niet. Mensen zijn nu meer ik-gericht en helemaal niet idealistisch, eerder onverschillig. Dat vind ik wel jammer. Maar ik kan het mijn studenten niet kwalijk nemen als ze door die tijdgeest beïnvloed zijn.”

U staat bekend om uw kritiek op uw studenten en de TU Delft.

“Ik ben onder de indruk van het intelligentieniveau van de studenten hier, maar het is hier absoluut geen echte universiteit. University of Technology is een verkeerde naam. Delft Institute of Technology zou passender zijn. Een universiteit hoort namelijk universeel te zijn, waarbij in alle vakken les wordt gegeven, inclusief technologie.

Op een universiteit als Harvard zijn er naast techniek ook theologie en taalkunde. De mensen zijn er ook veel gevarieerder: meer vrije vogels en rare types die bijvoorbeeld filosofie studeren, of profs die daarin lesgeven. Dat werkt mee aan een echt academisch klimaat. Het gehalte aan vreemde vogels is in Delft wel heel erg laag.”

Wat voor vreemde vogels zou u in Delft willen zien?

“Andersdenkenden, zoals bijvoorbeeld een professor Lucas Reijnders van Stichting Natuur en Milieu. Dat zijn mensen die bekend staan als links en progressief, en die zou je hier zelden aantreffen als prof. Maar ik bedoel ook wat ik me uit de tijd van mijn promotie herinner, toen ik contacten had met de Universiteit van Amsterdam. Je had toen allemaal rare types met lange baarden en haren in Jezus-gewaden. In Delft zou je dat nooit zien, het is hier veel zakelijker.”

Dat was ook de flowerpowertijd. Wat heeft Delft aan uw verlangen om terug te keren naar de hippiejaren? En waarom zou het hier (groen)linkser moeten worden?

“Delft hoeft niet linkser te worden. Maar ik zou een universiteit willen zien die een bredere visie uitdraagt en die studenten intellectueler opleidt. Studenten moeten kritischer leren nadenken over wat ze doen en zo constructieve oplossingen bedenken.”

Gebeurt dat nu niet dan?

“Niet voldoende. De wereld is meer dan techniek, maar studenten worden hier niet voldoende uitgedaagd om verder te kijken. Je moet problemen niet alleen technisch-wetenschappelijk benaderen, maar ook maatschappijkritisch. Dat leer je niet voldoende als je alleen maar natuurkunde studeert of scheikundige technologie. Ik snap wel dat die interesse uit jezelf moet komen, maar de universiteit moet ook meer analytische tools geven om dat mogelijk te maken.”

Kunt u concreet uitleggen wat u voor u ziet met maatschappijkritisch lesgeven?

“Bij de discussie over, bijvoorbeeld, nanotechnologie moet je met studenten naast de natuurkundige onderbouwing ook naar de maatschappelijke kanten kijken. Op een bepaald moment kom je bij de introductie van een techniek op normatieve discussies. Is het goed, en zo ja: voor wie dan en waarom?”

Is dat wel de taak van een techneut? Moet die niet gewoon doen waar hij goed in is?

“Ik kan als chemisch technoloog zenuwgassen en allerlei explosieven maken, maar je moet je ook afvragen of dat goed is voor de maatschappij. Dat vraagt niet alleen technische kennis, maar ook een zekere kennis van alfawetenschappen als filosofie, geschiedenis en – vooral – hoe de maatschappelijke wereld in elkaar zit. Als je dat niet weet, kun je volgens mij geen goede technicus worden. In mijn colleges probeer ik daarom naast de technische kennis ook altijd een maatschappelijk onderdeel in te bouwen. Je moet een zaak van meerdere kanten kunnen bekijken.”

Kunt u een voorbeeld geven van hoe u college geeft?

“Ik kan een lezing geven waarbij ik het standpunt verdedig dat het hele broeikaseffect niet bestaat. Dit baseer ik dan op recent uitgekomen wetenschappelijke literatuur, zoals het boek van Simon Rozendaal, ‘Man-Made Global Warming: Unravelling a Dogma‘, of iets van skeptical environmentalist BjornLomborg. Veel mensen zijn na zo’n lezing total loss.

Studenten zijn het meestal helemaal niet met mij eens, maar hebben zelden voldoende harde kritiek om de stellingen onderuit te halen. Ik wil ze dan uitdagen. Heb ik gelogen of verkeerde informatie gebruikt? Of klopt mijn logica niet en ben ik niet voldoende ethisch? Aan de informatie die ik geef kan het niet liggen, die is helemaal gebaseerd op wetenschappelijke publicaties.

Een week later geef ik dan een exact tegengestelde lezing, waarbij ik op basis van andere wetenschappelijke publicaties bewijs dat het broeikaseffect wel bestaat. Bijvoorbeeld ‘Sharing the Planet‘, geschreven door Van der Zwaan en Petersen.

Wat is het belang van die manier van lesgeven?

“Je kunt laten zien hoe je met allerlei trucs op zich neutrale wetenschappelijke data en techniek kunt gebruiken om te misleiden. Voor ieder betoog kun je de data zoeken die bij je redenering passen. Neem bijvoorbeeld Lomborg. De feiten die hij aanvoert om het broeikaseffect te ontkennen, zijn over het algemeen waar. Hij liegt niet. Maar hij laat ook een heleboel feiten niet zien, die juist het tegendeel aantonen.

Ik probeer van ieder verhaal ook het tegenverhaal te geven, zonder iets als De Waarheid te presenteren. Het belangrijkste vind ik dat studenten zelf conclusies leren trekken op basis van brede informatie en niet zomaar een dogma aannemen. De bedoeling is om een dialoog los te krijgen. Discussie en dialoog zijn punten die een universiteit tot universiteit maken.”

U hebt het steeds over de schaduwkanten van het kapitalisme. Bent u in uw tijd tussen de vreemde vogels activist of Marxist geweest?

“Nee, dat klinkt misschien teleurstellend. Ik ben ook nooit hippie geweest en mijn haar is nu net zo lang als het toen was. Ik ben veel meer geïnteresseerd in de analyse van hoe kapitalisme of een ander economisch systeem werkt, dan dat ik er zo nodig actie tegen moet voeren. Maar als ik in mijn hart kijk, kan ik wel zeggen dat ik kapitalisme een egoïstisch systeem vind. Het is gebaseerd op hebzucht en leidt tot monopolies en een steeds groter verschil tussen arm en rijk. Maar in mijn hoofd zie ik dat de alternatieven veel slechter zijn. En kapitalisme prikkelt mensen tot behoorlijke prestaties, als de overheid de scherpe kantjes er maar afhaalt.”

Heeft de hekel aan het Amerikaanse kapitalisme met uw achtergrond te maken?

“Ik ben opgegroeid in een slum, waar je kon zien wat echte armoede was. Mijn ouders hebben echte armoede gekend. Op een manier zoals je die niet aantreft in Europa, doordat hier niet de harde vorm van kapitalisme bestaat. Ik heb er door mijn achtergrond een zekere aversie tegen gekregen. Mijn broers reactie was juist dat hij heeft geprobeerd zo veel mogelijk geld te verdienen.

Tot op zekere hoogte ben je je brother’s keeper vind ik, en dat ontbreekt in het harde kapitalisme. Toen mijn broer op elfjarige leeftijd kanker kreeg moesten mijn ouders vijf jaarsalarissen aan operaties betalen, want er was geen ziekenfonds. Dat hadden ze nooit kunnen doen als de joodse liefdadigheid niet was bijgesprongen.”

WIE IS SAUL LEMKOWITZ?

Dr.ir. Saul M. Lemkowitz (62) groeide op in een arme voorstad in New York, van het type waar gangsterrappers van nu prat op gaan als ze zeggen dat ze ‘van de straat’ zijn. Hij kreeg niettemin de kans chemische technologie te studeren aan Rutgers University, de staatsuniversiteit van New Jersey.

Nadat hij zijn bachelorgraad in de VS had gehaald, werkte Lemkowitz bij Allied Chemical Europe in Hoek van Holland. In 1967 studeerde hij af aan de TU Delft, waar hij later ook promoveerde. Lemkowitz is universitair hoofddocent en voert tegenwoordig veel explosie-onderzoek uit. Daarnaast publiceert hij veel over onderwijs en geeft ook onderwijs buiten de universiteit aan het bedrijfsleven.

Samen met Delftse en Leidse collega’s heeft hij in de loop der jaren een achttal nieuwe vakken in het leven geroepen. Een voorbeeld is het nieuwe masterprogramma industrial ecology, dat in samenwerking met Leiden en Rotterdam wordt gegeven.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.