De eindeloze rijen wetenschappelijke tijdschriften hebben hun langste tijd gehad, nu bladen vaker elektronisch verschijnen. Een potentiële bedreiging voor uitgeverijen, maar die vrezen de toekomst niet.
De eindeloze rijen wetenschappelijke tijdschriften hebben hun langste tijd gehad, nu bladen vaker elektronisch verschijnen. Een potentiële bedreiging voor uitgeverijen, maar die vrezen de toekomst niet.
Elektronische tijdschriften zijn nog zeldzaam. De Groningse universiteit bijvoorbeeld is geabonneerd op zo’n negenduizend papieren tijdschriften. Slechts driehonderd daarvan zijn ook elektronisch beschikbaar. Maar bibliothecaris dr. A.C. Klugkist vermoedt dat dit snel zal veranderen. Klugkist, voorzitter van UKB (het samenwerkingsverband van universiteitsbibliotheken) meent dat over vijf tot tien jaar veruit de meeste wetenschappelijke tijdschriften alleen nog elektronisch beschikbaar zijn.
Die overgang kan grote gevolgen hebben. Waarom zou een tijdschriftredactie elke maand een bundel artikelen versturen, als de abonnees de artikelen veel sneller één voor één kunnen krijgen, zodra ze klaar zijn. Ook voor de verspreiding heeft de overgang gevolgen: een elektronisch tijdschrift heb je met één druk op de knop gekopieerd.
De commerciële uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften bezien de ontwikkelingen daarom met argusogen. Bibliotheken zijn hun grootste klanten. En nu al kopiëren die op grote schaal papieren tijdschriften van elkaar zonder daarvoor te betalen. Als tijdschriften straks elektronisch zijn, nemen de bibliotheken dan niet gewoon met z’n allen één abonnement?
Deze vrees van uitgevers was reden voor een convenant met de universiteitsbibliotheken, dat onlangs is ondertekend. De belangrijkste afspraak daarin luidt dat de bibliotheken een jaar lang onbeperkt elektronische tijdschriften van elkaar mogen kopiëren. Het is een proef om te zien of het werkelijk de spuigaten uitloopt.
Goedkoper
Uitgevers hebben nog een reden om bang te zijn: aan een elektronisch tijdschrift valt eigenlijk niet zo veel uit te geven. Drukpersen zijn niet meer nodig. Redigeren en het zogenaamde reviewen natuurlijk nog wel. Maar dat laatste gebeurt meestal door wetenschappers van de universiteiten. Gratis en voor niks, want het geldt als een erebaan.
Hier en daar klinkt binnen universiteiten al de roep om de uitgevers aan de kant te schuiven en tijdschriften voortaan zelf uit te geven. Een aantal grote onderzoeksgroepen in de Verenigde Staten doet het al. Hun tijdschriften zijn vele malen goedkoper dan die van de commerciële uitgevers, die jaar in jaar uit hun prijzen verhogen.
Toch denkt Klugkist dat de rol van uitgeverijen niet is uitgespeeld. ,,Ze zullen wel hun prijzen moeten aanpassen”, zegt hij. ,,Een elektronisch tijdschrift is immers goedkoper.” Maar de toptijdschriften blijven voorlopig in handen van de uitgevers. Universiteiten missen nog de ervaring en noodzakelijke distributiekanalen om als uitgever op tetreden.
Dat wordt bevestigd door een onderzoek van IWI, waarin de wetenschappelijke instellingen samenwerken op het gebied van informatievoorziening. Aan de universiteiten werd gevraagd of zij zelf elektronisch willen uitgeven. Het rapport is nog niet uit, zegt Jacqueline Pietersen van IWI. ,,Maar uit de eerste indicaties blijkt dat het zo’n vaart niet zal lopen.”
De uitgevers zelf vrezen dan ook nauwelijks voor hun positie. ,,Wij denken dat er door de overgang van papieren naar elektronische tijdschriften niet zo verschrikkelijk veel verandert”, zegt een woordvoerder van het Nederlands Uitgeversverbond. (HOP)
De eindeloze rijen wetenschappelijke tijdschriften hebben hun langste tijd gehad, nu bladen vaker elektronisch verschijnen. Een potentiële bedreiging voor uitgeverijen, maar die vrezen de toekomst niet.
Elektronische tijdschriften zijn nog zeldzaam. De Groningse universiteit bijvoorbeeld is geabonneerd op zo’n negenduizend papieren tijdschriften. Slechts driehonderd daarvan zijn ook elektronisch beschikbaar. Maar bibliothecaris dr. A.C. Klugkist vermoedt dat dit snel zal veranderen. Klugkist, voorzitter van UKB (het samenwerkingsverband van universiteitsbibliotheken) meent dat over vijf tot tien jaar veruit de meeste wetenschappelijke tijdschriften alleen nog elektronisch beschikbaar zijn.
Die overgang kan grote gevolgen hebben. Waarom zou een tijdschriftredactie elke maand een bundel artikelen versturen, als de abonnees de artikelen veel sneller één voor één kunnen krijgen, zodra ze klaar zijn. Ook voor de verspreiding heeft de overgang gevolgen: een elektronisch tijdschrift heb je met één druk op de knop gekopieerd.
De commerciële uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften bezien de ontwikkelingen daarom met argusogen. Bibliotheken zijn hun grootste klanten. En nu al kopiëren die op grote schaal papieren tijdschriften van elkaar zonder daarvoor te betalen. Als tijdschriften straks elektronisch zijn, nemen de bibliotheken dan niet gewoon met z’n allen één abonnement?
Deze vrees van uitgevers was reden voor een convenant met de universiteitsbibliotheken, dat onlangs is ondertekend. De belangrijkste afspraak daarin luidt dat de bibliotheken een jaar lang onbeperkt elektronische tijdschriften van elkaar mogen kopiëren. Het is een proef om te zien of het werkelijk de spuigaten uitloopt.
Goedkoper
Uitgevers hebben nog een reden om bang te zijn: aan een elektronisch tijdschrift valt eigenlijk niet zo veel uit te geven. Drukpersen zijn niet meer nodig. Redigeren en het zogenaamde reviewen natuurlijk nog wel. Maar dat laatste gebeurt meestal door wetenschappers van de universiteiten. Gratis en voor niks, want het geldt als een erebaan.
Hier en daar klinkt binnen universiteiten al de roep om de uitgevers aan de kant te schuiven en tijdschriften voortaan zelf uit te geven. Een aantal grote onderzoeksgroepen in de Verenigde Staten doet het al. Hun tijdschriften zijn vele malen goedkoper dan die van de commerciële uitgevers, die jaar in jaar uit hun prijzen verhogen.
Toch denkt Klugkist dat de rol van uitgeverijen niet is uitgespeeld. ,,Ze zullen wel hun prijzen moeten aanpassen”, zegt hij. ,,Een elektronisch tijdschrift is immers goedkoper.” Maar de toptijdschriften blijven voorlopig in handen van de uitgevers. Universiteiten missen nog de ervaring en noodzakelijke distributiekanalen om als uitgever op tetreden.
Dat wordt bevestigd door een onderzoek van IWI, waarin de wetenschappelijke instellingen samenwerken op het gebied van informatievoorziening. Aan de universiteiten werd gevraagd of zij zelf elektronisch willen uitgeven. Het rapport is nog niet uit, zegt Jacqueline Pietersen van IWI. ,,Maar uit de eerste indicaties blijkt dat het zo’n vaart niet zal lopen.”
De uitgevers zelf vrezen dan ook nauwelijks voor hun positie. ,,Wij denken dat er door de overgang van papieren naar elektronische tijdschriften niet zo verschrikkelijk veel verandert”, zegt een woordvoerder van het Nederlands Uitgeversverbond. (HOP)
Comments are closed.