Onderwijs

‘De scholier kent de brede ingenieur niet’

De TU houdt op 15 januari een dag voor decanen en docenten uit het middelbaar onderwijs met als thema ‘de brede ingenieur’. In voorgaande jaren waren de dagen voor decanen en docenten gesplitst.

Dit jaar is gekozen voor een thema dat beide groepen aan zou kunnen spreken, en daarom zijn de dagen gecombineerd. De Dienst Interne en Externe Communicatie (Diec) heeft meer dan 800 middelbare scholen in het land een uitnodiging gestuurd om in januari naar de TU te komen. De organisatoren spreken van een ‘redelijke, maar niet overdonderende respons’. Er worden zo’n honderd decanen en docenten verwacht in de Aula.

,,Voor decanen is dit natuurlijk een van de vele activiteiten waarvoor ze elk jaar weer uitgenodigd worden”, zegt drs. A. van Rosmalen, die samen met I.J.M. van der Linden zorgt voor de organisatie van de decanen- en docentendag. ,,Zij zijn daarom niet gemakkelijk uit de stoel te krijgen. Om zo’n dag toch aantrekkelijk te maken voor een brede groep, hebben we gekozen voor een onderwerp dat zowel vanuit een technische als een niet-technische invalshoek bekeken kan worden. Het thema is dit keer ‘de brede ingenieur’.”

Genodigden kunnen op 15 januari onder andere meedoen aan een variant op het eerstejaars Bouwkundepracticum maquettebouw. Naast deze en andere workshops worden de decanen en docenten verhaald op een aantal lezingen, een informatiemarkt en een rondleiding door de nieuwe bibliotheek. Ook een aantal docenten en studieadviseurs van de TU krijgt een uitnodiging voor deze dag.

Het thema van de ‘brede ingenieur’ is niet onbekend aan de TU. Al jaren wordt er in Delft gesproken over het afleveren van ingenieurs die niet alleen goed zijn op hun technische vakgebied, maar ook sociaal vaardig, ethisch verantwoord en goed voorbereid op de beroepspraktijk. Met name de sociale vaardigheden zijn al in diverse curricula opgenomen.
Flitsend

Van Rosmalen meent dat veel jongeren nog een eenzijdig beeld hebben van een technische studie. Ze zouden het ‘zwaar en niet flitsend’ vinden, en de ‘brede’ ingenieur niet kennen. Het beeld van deze nieuwe ingenieur moet dus overgedragen worden aan de vwo-scholieren. ,,Dat kun je op een rechtstreekse manier doen”, meent Van Rosmalen. ,,We organiseren bijvoorbeeld voorlichtingsdagen voor scholieren, dagen waarop ze mee kunnen lopen met studenten, en we participeren nu in een nieuw project: oriëntatie op studie en beroep, een vak dat straks verplicht wordt op de middelbare school.”

De aanstaande decanen- en docentendag is een voorbeeld van indirecte benadering van vwo-scholieren. De decaan verzorgt op de middelbare school de voorlichting over studie en beroep, en kan dus een belangrijke invloed hebben op de keuzes die scholieren maken. Daarnaast worden docenten uitgenodigd, en niet alleen de docenten van de exacte vakken. Van Rosmalen: ,,Die vormen natuurlijk wel de hoofdmoot, maar we hebbenbewust ook gekozen voor andere docenten. Vakken als biologie en aardrijkskunde kennen weliswaar geen rechtstreeks vervolg in Delft, maar ze hebben natuurlijk wel deelgebieden die hier gedoceerd worden. Maar ook een docent Nederlands kan erg nuttig zijn voor de TU. Zo iemand heeft wellicht beter contact met de leerlingen dan een decaan, bijvoorbeeld omdat hij mentor is van een bepaalde klas. Zijn invloed op het keuzeproces van de vwo’er is daarmee ook groter.” Hoewel ze dus in totaal verschillende vakgebieden zitten, kunnen ook docenten van niet-exacte vakken bijdragen aan het doel van deze dag: de scholier interesseren voor een technische studie in Delft.

In voorgaande jaren waren de dagen voor decanen en docenten gesplitst. Dit jaar is gekozen voor een thema dat beide groepen aan zou kunnen spreken, en daarom zijn de dagen gecombineerd. De Dienst Interne en Externe Communicatie (Diec) heeft meer dan 800 middelbare scholen in het land een uitnodiging gestuurd om in januari naar de TU te komen. De organisatoren spreken van een ‘redelijke, maar niet overdonderende respons’. Er worden zo’n honderd decanen en docenten verwacht in de Aula.

,,Voor decanen is dit natuurlijk een van de vele activiteiten waarvoor ze elk jaar weer uitgenodigd worden”, zegt drs. A. van Rosmalen, die samen met I.J.M. van der Linden zorgt voor de organisatie van de decanen- en docentendag. ,,Zij zijn daarom niet gemakkelijk uit de stoel te krijgen. Om zo’n dag toch aantrekkelijk te maken voor een brede groep, hebben we gekozen voor een onderwerp dat zowel vanuit een technische als een niet-technische invalshoek bekeken kan worden. Het thema is dit keer ‘de brede ingenieur’.”

Genodigden kunnen op 15 januari onder andere meedoen aan een variant op het eerstejaars Bouwkundepracticum maquettebouw. Naast deze en andere workshops worden de decanen en docenten verhaald op een aantal lezingen, een informatiemarkt en een rondleiding door de nieuwe bibliotheek. Ook een aantal docenten en studieadviseurs van de TU krijgt een uitnodiging voor deze dag.

Het thema van de ‘brede ingenieur’ is niet onbekend aan de TU. Al jaren wordt er in Delft gesproken over het afleveren van ingenieurs die niet alleen goed zijn op hun technische vakgebied, maar ook sociaal vaardig, ethisch verantwoord en goed voorbereid op de beroepspraktijk. Met name de sociale vaardigheden zijn al in diverse curricula opgenomen.
Flitsend

Van Rosmalen meent dat veel jongeren nog een eenzijdig beeld hebben van een technische studie. Ze zouden het ‘zwaar en niet flitsend’ vinden, en de ‘brede’ ingenieur niet kennen. Het beeld van deze nieuwe ingenieur moet dus overgedragen worden aan de vwo-scholieren. ,,Dat kun je op een rechtstreekse manier doen”, meent Van Rosmalen. ,,We organiseren bijvoorbeeld voorlichtingsdagen voor scholieren, dagen waarop ze mee kunnen lopen met studenten, en we participeren nu in een nieuw project: oriëntatie op studie en beroep, een vak dat straks verplicht wordt op de middelbare school.”

De aanstaande decanen- en docentendag is een voorbeeld van indirecte benadering van vwo-scholieren. De decaan verzorgt op de middelbare school de voorlichting over studie en beroep, en kan dus een belangrijke invloed hebben op de keuzes die scholieren maken. Daarnaast worden docenten uitgenodigd, en niet alleen de docenten van de exacte vakken. Van Rosmalen: ,,Die vormen natuurlijk wel de hoofdmoot, maar we hebbenbewust ook gekozen voor andere docenten. Vakken als biologie en aardrijkskunde kennen weliswaar geen rechtstreeks vervolg in Delft, maar ze hebben natuurlijk wel deelgebieden die hier gedoceerd worden. Maar ook een docent Nederlands kan erg nuttig zijn voor de TU. Zo iemand heeft wellicht beter contact met de leerlingen dan een decaan, bijvoorbeeld omdat hij mentor is van een bepaalde klas. Zijn invloed op het keuzeproces van de vwo’er is daarmee ook groter.” Hoewel ze dus in totaal verschillende vakgebieden zitten, kunnen ook docenten van niet-exacte vakken bijdragen aan het doel van deze dag: de scholier interesseren voor een technische studie in Delft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.