Het bestuur van de TU haalt graag – volgens sommigen iets te graag . de voorpagina’s van de landelijke dagbladen, maar liever niet zoals afgelopen week.
De pers is dol op zonnewagen Nuna en de superbus van Wubbo Ockels, maar nog veel leuker vindt het een ouderwets relletje, een interne richtingenstrijd, het relaas van een gedesillusioneerde oud-werknemer. Het college van bestuur heeft het geweten.
“Ik had het geapprecieerd als prof. De Borst eerst naar ons was gestapt, in plaats van naar de Volkskrant.” College-voorzitter Hans van Luijk doet geen moeite zijn irritatie te verbergen. Toch was de kritiek van de vertrekkende hoogleraar op de – volgens hem – buitensporige aandacht voor publicitair goed scorende projecten, geen verrassing voor Van Luijk. “De discussie loopt al langer. Er is een spanningsboog tussen toegepast onderzoek en fundamenteel onderzoek. Maar het is geen of/of.”
Van Luijk heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij zwaar inzet op onderzoek met een groot en direct maatschappelijk nut. “Met populisme heeft dat niets te maken. Het woord ‘pr’ heb ik niet in de mond genomen, maar het is cruciaal dat we uitdragen dat techniek leuk en aansprekend is.” Volgens Van Luijk hoeft daar geen enkele beoefenaar van fundamenteel onderzoek onder te lijden. “Minder dan één procent van het budget gaat naar deze zogenaamde ‘populaire’ projecten.”
Het college ontkent niet dat er desondanks flink gemord wordt. Zo herkent prof.dr.ing. Ingo Hansen, hoogleraar infrastructuur van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) en schrijver van het rapport ‘Valkuilen voor de Superbus’, veel in de kritiek van De Borst. “Aan ieder onderzoek stelt het college tegenwoordig stevige eisen wat betreft reclame en marketing. Een substantieel deel van het budget moet worden besteed aan brochures, virtual reality-filmpjes en andere showeffecten”, aldus Hansen. “Tijd en geld worden onttrokken aan het onderzoek zelf.”
Hansen vindt de claims van Wubbo Ockels en zijn superbusteam ‘wishful thinking’, een wetenschappelijk instituut onwaardig. “Ockels wekt onrealistische verwachtingen en het college blijft het maar pushen in de media. Die superbus is een luchtkasteel. Zo zijn er meerdere luchtkastelen gelanceerd en die pijl komt nog wel eens terug.”
Andere hoogleraren nemen het huidige pr-beleid luchtiger op. “Ik heb hier dozen vol balpennen, paraplu’s en sleutelhangers waarmee ik mijn waterbouwonderzoek aan de wereld moet slijten”, zegt prof.drs.ir Han Vrijling, ook van CiTG, lachend. “De druk vanuit het college om als eerste in de krant te komen of met je kop op tv te verschijnen, is wat groter geworden, maar ik vind het geen slechte ontwikkeling. De jongelui moeten hier wel willen studeren en hen trekt de synthese nu eenmaal meer dan de analyse. We zijn wel een technische universiteit. Je kunt niet alleen fundamenteel onderzoek doen. Je moet ook dingen bouwen.”
Prof.dr.ir. Teun Klapwijk van de sectie nanofysica van Technische Natuurwetenschappen is verbaasd over zoveel commotie over het vertrek van een – zonder twijfel zeer gewaardeerde – hoogleraar. Volgens hem is het een compliment voor de TU dat een van haar hoogleraren elders met open armen wordt ontvangen: “Een universiteit waar nooit iemand weggaat, da’a’r moet je je zorgen over maken.”
De pers is dol op zonnewagen Nuna en de superbus van Wubbo Ockels, maar nog veel leuker vindt het een ouderwets relletje, een interne richtingenstrijd, het relaas van een gedesillusioneerde oud-werknemer. Het college van bestuur heeft het geweten.
“Ik had het geapprecieerd als prof. De Borst eerst naar ons was gestapt, in plaats van naar de Volkskrant.” College-voorzitter Hans van Luijk doet geen moeite zijn irritatie te verbergen. Toch was de kritiek van de vertrekkende hoogleraar op de – volgens hem – buitensporige aandacht voor publicitair goed scorende projecten, geen verrassing voor Van Luijk. “De discussie loopt al langer. Er is een spanningsboog tussen toegepast onderzoek en fundamenteel onderzoek. Maar het is geen of/of.”
Van Luijk heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij zwaar inzet op onderzoek met een groot en direct maatschappelijk nut. “Met populisme heeft dat niets te maken. Het woord ‘pr’ heb ik niet in de mond genomen, maar het is cruciaal dat we uitdragen dat techniek leuk en aansprekend is.” Volgens Van Luijk hoeft daar geen enkele beoefenaar van fundamenteel onderzoek onder te lijden. “Minder dan één procent van het budget gaat naar deze zogenaamde ‘populaire’ projecten.”
Het college ontkent niet dat er desondanks flink gemord wordt. Zo herkent prof.dr.ing. Ingo Hansen, hoogleraar infrastructuur van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) en schrijver van het rapport ‘Valkuilen voor de Superbus’, veel in de kritiek van De Borst. “Aan ieder onderzoek stelt het college tegenwoordig stevige eisen wat betreft reclame en marketing. Een substantieel deel van het budget moet worden besteed aan brochures, virtual reality-filmpjes en andere showeffecten”, aldus Hansen. “Tijd en geld worden onttrokken aan het onderzoek zelf.”
Hansen vindt de claims van Wubbo Ockels en zijn superbusteam ‘wishful thinking’, een wetenschappelijk instituut onwaardig. “Ockels wekt onrealistische verwachtingen en het college blijft het maar pushen in de media. Die superbus is een luchtkasteel. Zo zijn er meerdere luchtkastelen gelanceerd en die pijl komt nog wel eens terug.”
Andere hoogleraren nemen het huidige pr-beleid luchtiger op. “Ik heb hier dozen vol balpennen, paraplu’s en sleutelhangers waarmee ik mijn waterbouwonderzoek aan de wereld moet slijten”, zegt prof.drs.ir Han Vrijling, ook van CiTG, lachend. “De druk vanuit het college om als eerste in de krant te komen of met je kop op tv te verschijnen, is wat groter geworden, maar ik vind het geen slechte ontwikkeling. De jongelui moeten hier wel willen studeren en hen trekt de synthese nu eenmaal meer dan de analyse. We zijn wel een technische universiteit. Je kunt niet alleen fundamenteel onderzoek doen. Je moet ook dingen bouwen.”
Prof.dr.ir. Teun Klapwijk van de sectie nanofysica van Technische Natuurwetenschappen is verbaasd over zoveel commotie over het vertrek van een – zonder twijfel zeer gewaardeerde – hoogleraar. Volgens hem is het een compliment voor de TU dat een van haar hoogleraren elders met open armen wordt ontvangen: “Een universiteit waar nooit iemand weggaat, da’a’r moet je je zorgen over maken.”

Comments are closed.