Wanneer een TU-gebouw wordt bewaakt door zes politieagenten met strenge blik en oordopjes is er iets bijzonders aan de hand. Donderdag, een krappe week voor de verkiezingen voor de Provinciale Staten.
VVD-fractieleider Gerrit Zalm is op bezoek in de aula.
Na het knippen van een lintje op een nieuw stuk asfalt even buiten Delft strijkt het VVD-verkiezingscircus neer in zaal D. De VVD-fractieleider neemt een grote teug water, klotst het vocht rond in zijn mond en kijkt naar het gezelschap van studenten en aanhangers. De slogan ‘De VVD maakt werk van Zuid-Holland’ maakt plaats voor statistieken. Zalm praat tien minuten over werkeloosheid, vergrijzing en global competitiveness.
Voor het thema van de middag, mobiliteit, heeft de VVD Melanie Schultz van Haegen meegenomen. De staatssecretaris smijt met getallen: vijfendertigduizend filemeldingen per jaar, zes-komma-zeven miljoen auto’s en zevenenvijftig triljard voertuigkilometers.
Prof.dr.ir. Piet Bovy, hoogleraar vervoerskunde is gevraagd het daaropvolgende debat tussen VVD en studenten te leiden: ,,Is er een student met een vraag?” Eén iemand staat op. Geen student, maar een senior met wit haar, rood vest en een button met de kreet ‘Ik heb familie in Irak’. De man zegt sympathisant te zijn van GroenLinks en beweert dat wegen verbreden contraproductief is.
Zalm hoeft niet te antwoorden. Daarvoor heeft de partij een paar bestuurlijke kanonnen meegenomen. Zoals het in roze minirok gehesen en met een VVD-sjaaltje om haar wintersportbruine gelaat geslagen Europees parlementslid Elly Plooij-van Gorsel. Maar het weerwoord op de asfaltvrezende man komt van Statenlid Ronald Waterman, senior advisor van Rijkswaterstaat, TNO en het Waterloopkundig Laboratorium. Waterman maakt een duizelingwekkende rekensom die aan moet tonen dat Nederland nog lang niet is geasfalteerd en zelfs achttien miljoen liter benzine kan worden bespaard wanneer we minder ver hoeven om te rijden. Zalm giert van het lachen.
Francine Houben, hoogleraar mobiliteitsesthetiek, vindt dat de politiek te veel over economie praat en de maatschappelijke en sociale gevolgen van mobiliteit uit het oog verliest. Gerrit laat het weerwoord over aan Melanie. Wel voegt de fractieleider aan het antwoord toe dat hoe dan ook het budget al is verdeeld. ,,De komende minister mag slechts lintjes knippen van projecten waarover voor hem is besloten.”
Dan, vlak voor het einde, veert de fractieleider op. Eindelijk, eindelijk wordt er iets gevraagd over de formatie. ,,Hoe staat het daarmee?” vraagt een student. ,,Die staat inderdaad”, grapt Zalm zichtbaar in zijnelement. ,,Als ze nou eerst eens vervelende dingen met elkaar gingen regelen… Zoals het nu gaat duurt het nog wel even.” Na de fles TU-wijn en de bedankjes snelt Zalm naar buiten. Op naar de NOS-camera die voor de aula staat opgesteld voor de oneliners die later die avond op het Journaal zullen worden uitgezonden.
Wanneer een TU-gebouw wordt bewaakt door zes politieagenten met strenge blik en oordopjes is er iets bijzonders aan de hand. Donderdag, een krappe week voor de verkiezingen voor de Provinciale Staten. VVD-fractieleider Gerrit Zalm is op bezoek in de aula.
Na het knippen van een lintje op een nieuw stuk asfalt even buiten Delft strijkt het VVD-verkiezingscircus neer in zaal D. De VVD-fractieleider neemt een grote teug water, klotst het vocht rond in zijn mond en kijkt naar het gezelschap van studenten en aanhangers. De slogan ‘De VVD maakt werk van Zuid-Holland’ maakt plaats voor statistieken. Zalm praat tien minuten over werkeloosheid, vergrijzing en global competitiveness.
Voor het thema van de middag, mobiliteit, heeft de VVD Melanie Schultz van Haegen meegenomen. De staatssecretaris smijt met getallen: vijfendertigduizend filemeldingen per jaar, zes-komma-zeven miljoen auto’s en zevenenvijftig triljard voertuigkilometers.
Prof.dr.ir. Piet Bovy, hoogleraar vervoerskunde is gevraagd het daaropvolgende debat tussen VVD en studenten te leiden: ,,Is er een student met een vraag?” Eén iemand staat op. Geen student, maar een senior met wit haar, rood vest en een button met de kreet ‘Ik heb familie in Irak’. De man zegt sympathisant te zijn van GroenLinks en beweert dat wegen verbreden contraproductief is.
Zalm hoeft niet te antwoorden. Daarvoor heeft de partij een paar bestuurlijke kanonnen meegenomen. Zoals het in roze minirok gehesen en met een VVD-sjaaltje om haar wintersportbruine gelaat geslagen Europees parlementslid Elly Plooij-van Gorsel. Maar het weerwoord op de asfaltvrezende man komt van Statenlid Ronald Waterman, senior advisor van Rijkswaterstaat, TNO en het Waterloopkundig Laboratorium. Waterman maakt een duizelingwekkende rekensom die aan moet tonen dat Nederland nog lang niet is geasfalteerd en zelfs achttien miljoen liter benzine kan worden bespaard wanneer we minder ver hoeven om te rijden. Zalm giert van het lachen.
Francine Houben, hoogleraar mobiliteitsesthetiek, vindt dat de politiek te veel over economie praat en de maatschappelijke en sociale gevolgen van mobiliteit uit het oog verliest. Gerrit laat het weerwoord over aan Melanie. Wel voegt de fractieleider aan het antwoord toe dat hoe dan ook het budget al is verdeeld. ,,De komende minister mag slechts lintjes knippen van projecten waarover voor hem is besloten.”
Dan, vlak voor het einde, veert de fractieleider op. Eindelijk, eindelijk wordt er iets gevraagd over de formatie. ,,Hoe staat het daarmee?” vraagt een student. ,,Die staat inderdaad”, grapt Zalm zichtbaar in zijnelement. ,,Als ze nou eerst eens vervelende dingen met elkaar gingen regelen… Zoals het nu gaat duurt het nog wel even.” Na de fles TU-wijn en de bedankjes snelt Zalm naar buiten. Op naar de NOS-camera die voor de aula staat opgesteld voor de oneliners die later die avond op het Journaal zullen worden uitgezonden.
Comments are closed.