Een koffer in elke hand, een preutse rok en een hooghartige blik. Blanche de Bois lijkt een nette dame, die niet thuishoort in het decor van losbandigheid dat toneelgroep Katharsis (Sint Jansbrug) heeft gecreëerd voor het toneelstuk ‘A streetcar named desire’ van Tennessee Williams.
Het in 1947 geschreven stuk speelt zich af in de jazzstad New Orleans, waar in die tijd een broeierige sfeer hangt.
Katharsis verbeeldt die atmosfeer onder regie van Arthur Simonetti pakkend. Een heuse jazzband swingt tussen de scènes door vakkundig de pan uit. Schaars geklede dames dansen uitdagend op de muziek. En dat alles gehuld in rood licht, wat de ambiance van een nachtclub oproept.
Blanche, gespeeld door Martine Poolman, bezoekt in die wereld haar zusje Stella (Cornelia Middelkamp). De zussen komen uit een aristocratisch plantagegezin, maar Stella koos jaren geleden bewust voor het armere New Orleans. En voor haar man Stanley Kowalski (Steven van Dieten), een immigrant.
De zussen zijn blij elkaar weer te zien, maar Blanche schuift haar afkeer van de leefwijze van haar zus niet onder stoelen of banken. En ze komt meteen met verwijten. Dat zij thuis overal alleen voor stond en dat daardoor ook het ouderlijk huis verloren is gegaan. Stella ondergaat het zonder woorden, maar haar gezicht vertrekt van de pijn.
Blanche schrikt van haar zusters tranen en doet opeens weer poeslief. Haar stemmingen blijken zo veranderlijk als het weer. Ze is nerveus, drinkt, zit hele dagen in bad en zoekt koortsachtig naar een man. Bovendien ziet ze door haar egoisme niet dat haar zus toch duidelijk zwanger is.
Marine Poolman zet dat ingewikkelde personage sterk neer. Maar Cornelia Middelkamp blijkt echt een klasse apart. Zij laat heel natuurlijk en geloofwaardig de tweestrijd zien waarin Stella verkeert. Kiest ze de kant van haar zus en gelooft ze haar verhalen over waarom ze naar New Orleans is gekomen? Of kiest ze de kant van haar man, die Blanche meteen niet vertrouwt?
Als Blanche een affaire begint met Stanleys pokervriend Mitch (Evert-Jan Stoop) is voor Stanley de maat vol. Hij spit in het verleden van zijn schoonzus en ontdekt dat ze helemaal geen onbetaald verlof heeft gekregen van de school waar ze Engels onderwees, zoals ze zelf zegt. Blanche blijkt ontslagen omdat ze een relatie had met een zeventienjarige leerling en met de halve stad sliep.
Het acteerwerk van Middelkamp en Poolman overstijgt vooral tijdens de dramatische slotscènes, waarin Blanche uiteindelijk door dokters wordt afgevoerd, dat van de andere acteurs. Van Dieten acteert heel aardig, maar de rol van een simpele, wat lompe man is niet op zijn lijf geschreven. En Stoops optreden werkt soms op de lachspieren van het publiek. Dat is jammer, want al met al heeft Katharsis een amusant stuk neergezet.
Een koffer in elke hand, een preutse rok en een hooghartige blik. Blanche de Bois lijkt een nette dame, die niet thuishoort in het decor van losbandigheid dat toneelgroep Katharsis (Sint Jansbrug) heeft gecreëerd voor het toneelstuk ‘A streetcar named desire’ van Tennessee Williams. Het in 1947 geschreven stuk speelt zich af in de jazzstad New Orleans, waar in die tijd een broeierige sfeer hangt.
Katharsis verbeeldt die atmosfeer onder regie van Arthur Simonetti pakkend. Een heuse jazzband swingt tussen de scènes door vakkundig de pan uit. Schaars geklede dames dansen uitdagend op de muziek. En dat alles gehuld in rood licht, wat de ambiance van een nachtclub oproept.
Blanche, gespeeld door Martine Poolman, bezoekt in die wereld haar zusje Stella (Cornelia Middelkamp). De zussen komen uit een aristocratisch plantagegezin, maar Stella koos jaren geleden bewust voor het armere New Orleans. En voor haar man Stanley Kowalski (Steven van Dieten), een immigrant.
De zussen zijn blij elkaar weer te zien, maar Blanche schuift haar afkeer van de leefwijze van haar zus niet onder stoelen of banken. En ze komt meteen met verwijten. Dat zij thuis overal alleen voor stond en dat daardoor ook het ouderlijk huis verloren is gegaan. Stella ondergaat het zonder woorden, maar haar gezicht vertrekt van de pijn.
Blanche schrikt van haar zusters tranen en doet opeens weer poeslief. Haar stemmingen blijken zo veranderlijk als het weer. Ze is nerveus, drinkt, zit hele dagen in bad en zoekt koortsachtig naar een man. Bovendien ziet ze door haar egoisme niet dat haar zus toch duidelijk zwanger is.
Marine Poolman zet dat ingewikkelde personage sterk neer. Maar Cornelia Middelkamp blijkt echt een klasse apart. Zij laat heel natuurlijk en geloofwaardig de tweestrijd zien waarin Stella verkeert. Kiest ze de kant van haar zus en gelooft ze haar verhalen over waarom ze naar New Orleans is gekomen? Of kiest ze de kant van haar man, die Blanche meteen niet vertrouwt?
Als Blanche een affaire begint met Stanleys pokervriend Mitch (Evert-Jan Stoop) is voor Stanley de maat vol. Hij spit in het verleden van zijn schoonzus en ontdekt dat ze helemaal geen onbetaald verlof heeft gekregen van de school waar ze Engels onderwees, zoals ze zelf zegt. Blanche blijkt ontslagen omdat ze een relatie had met een zeventienjarige leerling en met de halve stad sliep.
Het acteerwerk van Middelkamp en Poolman overstijgt vooral tijdens de dramatische slotscènes, waarin Blanche uiteindelijk door dokters wordt afgevoerd, dat van de andere acteurs. Van Dieten acteert heel aardig, maar de rol van een simpele, wat lompe man is niet op zijn lijf geschreven. En Stoops optreden werkt soms op de lachspieren van het publiek. Dat is jammer, want al met al heeft Katharsis een amusant stuk neergezet.

Comments are closed.