Opinion

Buurman

De klap galmt na in de hoge ruimte. Voorzichtig draai ik mijn hoofd dat op de tafel ligt en ik kijk. Het lid van de Commissie van Bijstand vlak bij mij heeft gelukkig even geen oog voor mij en kijkt ook.

Vergis ik mij of is er een zweem van afkeuring in zijn blik?

Het is groentijd. Kaalgeschoren marcheren wij in lange rijen door de stad uitgejouwd door het burgervolk. Omdat sociëteit Minerva deels is afgebrand gaan wij van de Breestraat in Leiden naar de Kaiserstraat waar in de manege een karig maal wordt opgediend.

We passeren de Kloksteeg. Even overweeg ik de rijen te verlaten en mij met de kist Grolsch beugelflessen, die een liefhebbende tante heeft laten bezorgen, op te sluiten in mijn kamer. Maar een doorzetter ben ik altijd geweest.

De vijf leden van de Commissie van Bijstand lopen over de tafel en commanderen de tweehonderd jonge, sterke Hollandse jongens, voor deze gelegenheid foeten genoemd. Broek uit, je been in de pijp van een ander en zo in een geketende rij de tafel rond. Schunnige canons zingen. Nu ja, u kent ze wel, die geintjes van studenten. Als één van ons in een vlaag van helder inzicht de groentijd verlaat en zich aanmeldt bij concurrent Catena roepen wij dagenlang, kale koppen op de tafel: ,,Mondria is dood.” Niet veel later zal ik weliswaar niet dood zijn maar wel obscuur.

Aan het hoofd van de rijen schragen, aan een aparte tafel, dineert het Collegium. Voor de tafel zit geknield het foet van de dag. Het collegium vermaakt zich met hem, giet de waterige soep over zijn hoofd en laat hem kunstjes doen.

Tijdens de maaltijd laat de Commissie van Bijstand zich bijstaan door uitverkoren ouderejaars. Eén van hen is de sadist P.P. Snoep. Hij deelt de klap uit, staande op de tafel. Schuin onder hem staat de priester, zijn wang wordt vuurrood. Hij wil corpslid worden, op zich een moedige daad want het corps is notoir antipaaps. Later zal hij mijn clubvriend worden.

Tweehonderd jonge, sterke Hollandse jongens, waaronder gelovige katholieken, zien toe hoe een priester zonder reden wordt geslagen. Geen komt in beweging. ,,Koppen op tafel!”, buldert de Commissie.

39 jaar later en veel zinloos geweld verder is voor het Delftsch Studenten Corps het enige verschil dat sadisten tijdelijk geschorst worden. Hopelijk toont een rechter minder mededogen.

De klap galmt na in de hoge ruimte. Voorzichtig draai ik mijn hoofd dat op de tafel ligt en ik kijk. Het lid van de Commissie van Bijstand vlak bij mij heeft gelukkig even geen oog voor mij en kijkt ook. Vergis ik mij of is er een zweem van afkeuring in zijn blik?

Het is groentijd. Kaalgeschoren marcheren wij in lange rijen door de stad uitgejouwd door het burgervolk. Omdat sociëteit Minerva deels is afgebrand gaan wij van de Breestraat in Leiden naar de Kaiserstraat waar in de manege een karig maal wordt opgediend.

We passeren de Kloksteeg. Even overweeg ik de rijen te verlaten en mij met de kist Grolsch beugelflessen, die een liefhebbende tante heeft laten bezorgen, op te sluiten in mijn kamer. Maar een doorzetter ben ik altijd geweest.

De vijf leden van de Commissie van Bijstand lopen over de tafel en commanderen de tweehonderd jonge, sterke Hollandse jongens, voor deze gelegenheid foeten genoemd. Broek uit, je been in de pijp van een ander en zo in een geketende rij de tafel rond. Schunnige canons zingen. Nu ja, u kent ze wel, die geintjes van studenten. Als één van ons in een vlaag van helder inzicht de groentijd verlaat en zich aanmeldt bij concurrent Catena roepen wij dagenlang, kale koppen op de tafel: ,,Mondria is dood.” Niet veel later zal ik weliswaar niet dood zijn maar wel obscuur.

Aan het hoofd van de rijen schragen, aan een aparte tafel, dineert het Collegium. Voor de tafel zit geknield het foet van de dag. Het collegium vermaakt zich met hem, giet de waterige soep over zijn hoofd en laat hem kunstjes doen.

Tijdens de maaltijd laat de Commissie van Bijstand zich bijstaan door uitverkoren ouderejaars. Eén van hen is de sadist P.P. Snoep. Hij deelt de klap uit, staande op de tafel. Schuin onder hem staat de priester, zijn wang wordt vuurrood. Hij wil corpslid worden, op zich een moedige daad want het corps is notoir antipaaps. Later zal hij mijn clubvriend worden.

Tweehonderd jonge, sterke Hollandse jongens, waaronder gelovige katholieken, zien toe hoe een priester zonder reden wordt geslagen. Geen komt in beweging. ,,Koppen op tafel!”, buldert de Commissie.

39 jaar later en veel zinloos geweld verder is voor het Delftsch Studenten Corps het enige verschil dat sadisten tijdelijk geschorst worden. Hopelijk toont een rechter minder mededogen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.