De Wet modern migratiebeleid is vertraagd. Dat schrijft minister Leers aan de Tweede Kamer. Hoger onderwijsinstellingen hoeven daarom de studievoortgang van hun niet-Europese studenten voorlopig niet aan de IND door te geven.
De partijen die in de faculteit investeren zijn onder meer Rijkswaterstaat, de Unie van Waterschappen, de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, Prorail, Havenbedrijf Rotterdam, de Vereniging van Waterbouwers, de acht grootste ingenieursbureaus, de zeven grootste aannemers en de drie grootste grondstoffenleveranciers.
Met het geld van de sector en de overheid moeten onderwijs en onderzoek van de faculteit beter aansluiten op maatschappelijke vraagstukken rondom de thema´s deltatechnologie, bouw en infrastructuur en transport.
Het is volgens de betrokken partijen hard nodig om te blijven werken aan leefbaarheid en veiligheid van onze laaggelegen delta´s, duurzame infrastructuur en mobiliteit. Klimaatverandering zou deze wens alleen maar versterken.
Bert Keijts, directeur generaal van Rijkswaterstaat, vindt het cruciaal om te kunnen blijven voorzien in de grote behoefte aan academisch opgeleide en maatschappelijk georiënteerde civiel ingenieurs. Hij wil samenwerking tussen markt, overheid en andere kennisinstellingen bevorderen om het vanuit de sector gewenste academisch onderzoek en onderwijs op te kunnen zetten.
Het convenant is het resultaat van een campagne die onder anderen decaan Louis de Quelerij voerde om het civiele onderwijs en onderzoek aan de TU te kunnen behouden. De faculteit moet volgens hem 9,5 miljoen euro ombuigen om weer financieel gezond te worden.
In de eerste maanden van 2010 bekijkt de faculteit per onderzoeksthema (deltatechnologie, transport en civiele infrastructuur) hoe de faculteit de vernieuwingsslag kan doorvoeren. Hoewel het merendeel van de vernieuwing plaats zal vinden binnen de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft, is deze vernieuwingscampagne ook gericht op Civiele Techniek van de Universiteit Twente.
Ook de verbeterde toelatingsprocedure voor studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EU, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) loopt vertraging op. Met de nieuwe wet hoeven zij hun verblijfsvergunning niet ieder jaar te verlengen.
Computersysteem
Door problemen met het nieuwe computersysteem van de IND kan de wet niet op 1 januari 2011 van kracht worden. Dat systeem moet informatie van verschillende diensten koppelen aan die van de IND. Hoger onderwijsinstellingen moeten de vreemdelingendienst informeren over de studievoortgang van hun niet-Europese studenten.
Studiepunten
In ruil voor de versimpelde procedures moeten studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EU, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) straks ieder jaar ten minste de helft van hun studiepunten halen. Als zij niet genoeg studiepunten halen, moet de instelling, die borg staan voor de studenten, dit bij de IND melden. Die trekt dan hun verblijfsvergunning in.
Principiële bezwaren
Sommige instellingen hebben principiële bezwaren tegen de nieuwe maatregelen. Zij willen niet dat de IND op de stoel van de instellingen gaat zitten en vinden het niet de taak van onderwijsinstellingen om de IND te informeren over de studieresultaten van hun studenten.
Proef
Een aantal instellingen doet momenteel mee met een proef waarin zij de studievoortgang van hun buitenlandse studenten al bijhouden. In oktober bleken ze daarover nog veel praktische vragen over de wet te hebben. De pilot blijft overigens gewoon doorlopen en mogelijk kunnen ook andere instellingen zich daarbij vrijwillig aansluiten.
Minister Leers van Immigratie en Asiel heeft een onderzoek laten instellen naar de gevolgen van de vertraging en licht de Tweede Kamer daarover binnenkort in. Wanneer de Wet modern migratiebeleid alsnog wordt ingevoerd is nog onduidelijk.

Comments are closed.