En wéér een jaar is – bijna – voorbij. In de aanloop naar 1999 blikt Delta terug op enkele opvallende gebeurtenissen uit het afgelopen jaar. Hoe liep het af met de hoofdrolspelers uit het TU-nieuws?
En wéér een jaar is – bijna – voorbij. In de aanloop naar 1999 blikt Delta terug op enkele opvallende gebeurtenissen uit het afgelopen jaar. Hoe liep het af met de hoofdrolspelers uit het TU-nieuws?
‘Een blijvertje’
De TU’ers Timmer en Veldhuis bedachten begin dit jaar de ribbelstrips op de schaatspakken van de Nederlandse schaatsploeg in Nagano.
,,Tijdens de Olympische Spelen heb ik zowat ín de buis gezeten. Het gaf een bijzonder goed gevoel om die mensen met jouw strips te zien schaatsen. En ze nog records zien breken ook.” Aldus Leo Veldhuis die samen met Nando Timmer de strips ontwikkelde.
Op dit moment wordt er sterk getwijfeld aan het nut van de schaatsstrips. Een recent Noors onderzoek toont aan dat het effect nihil is; gladde schaatspakken zijn beter. De ingenieurs blijven hoe dan ook achter ‘hun’ strips staan: ,,De Nederlandse kernploeg gebruikt ze nog steeds en de Amerikanen zweren er bij. Schaatsers als Boutiette en Wutherspoon snappen niet dat er getwijfeld wordt aan de strips. De effecten staan voor ons als een paal boven water. We durven de discussie met de Noren wel aan.”
,,Misschien zijn de strips te abstract, weten schaatsers niet hoe zo’n stripje ze sneller kan maken. Bij de klapschaats is duidelijk waarom je sneller bent.” Sprinter Jan Bos noemde de strips onlangs ‘een leuke stunt’. ,,Bos heeft het bij het verkeerde eind”, aldus Veldhuis. ,,Het duurt misschien wat langer, maar net als de klapschaats is de strip volgens ons een blijvertje.”
Timmer en Veldhuis zijn op dit moment de strip aan het verbeteren. ,,We zijn daar niet druk mee bezig, maar binnenkort zetten we een schaatser in de windtunnel om wat verder onderzoek te doen.” Met de producent van de strips is afgesproken dat het tweetal een deel van de winst krijgt. ,,Hoeveel het is, weten we nog niet. We gaan niet uit van een hoog bedrag.” (Eelco Storm)
Bijzondere stage
Ze ging voortvarend van start, maar al na vier maanden werd ondernemingsraadvoorzitter dr. Dorien J. De Tombe ten val gebracht door haar eigen fractie.
,,Ik ben nog steeds lid van de ondernemingsraad, maar het is er niet van gekomen om weer eens een vergadering te bezoeken. Ik zeg overigens wel altijd keurig af. Nee, de leden spreek ik ook bijna nooit meer.”
,,De or is in mijn ogen nog steeds belangrijk. Onder de MUB is de macht van de or enorm afgezwakt. Je zou verwachten dat de beste krachten zich nu zouden lenen om er nog wat van te maken. Ik constateer dat dit niet het geval is.”
,,De kritiek die ik had bij mijn afscheid in maart, geldt nogsteeds. De krantenberichten over de or bevestigen dat elke keer weer. Wat mij betreft is het even worse. Ik heb er dan ook geen spijt van dat ik die vijf uur durende vergaderingen niet meer hoef voor te zitten. Dat is voor een wetenschapper niet te harden, zo’n groep pathologische zeurders.”
,,Sinds maart heb ik me weer volledig gestort op mijn methode voor complexe maatschappelijke problemen. De achterstand die ik had opgelopen in die vier maanden, heb ik nu bijna weer ingelopen. Komend jaar verschijnen er vier publicaties van mijn hand.”
,,Al met al was het or-voorzitterschap een bruisende periode in mijn leven. Ik heb er baat bij gehad omdat ik nu kan invoelen hoe moeilijk het is om een club te leiden. Het heeft me veel geleerd over macht, wat een belangrijk onderwerp van mijn eigen onderzoek is. Vier maanden waren wat dat betreft genoeg. Het was een heel bijzondere stage.”
(Leo de Vries)
Principe zaak
De verplichte studieplanning bij Civiel Techniek stuitte dit jaar op student Edo Oostebrink.
Inmiddels zijn z’n dagen met compleet andere zaken gevuld. Heuvels en fietsers – en hoe die twee zo soepel mogelijk samen te laten gaan. De afgelopen maanden stortte Edo Oostebrink zich op zijn afstuderen. Vol overgave, net zoals hij de verplichte studieplanning te lijf ging:
,,In totaal ben ik zo’n drie maanden fulltime met die zaak bezig geweest. Ik heb er een centimeters dik dossier aan over gehouden. In een eerder interview met Delta ben ik naar voren gekomen als iemand die een dwang tot verzet heeft, maar eigenlijk ben ik heel meegaand. Waar het de universiteit betreft heb ik een houding van: ‘Ik bemoei me niet met de TU, als de TU zich niet met mij bemoeit’. Voor mij was de lol bijzaak, ik heb het meer uit principiële redenen gedaan.”
Zevendejaars Oostebrink speelde dit jaar een hoofdrol in het verzet tegen het systeem van verplichte studieplanning, dat naar zijn mening inbreuk maakte op de studievrijheid van studenten. En die studievrijheid is juist kenmerkend voor universitair onderwijs, vindt Oostebrink.
In juni ’97 begon de civiel-student zijn actie. Hij haalde handtekeningen op bij eerstejaars, schreef brieven aan faculteit, college van bestuur en ministerie, en dook diep in de wetboeken. Daarmee haalde hij het faculteitsstandpunt naar eigen zeggen ‘volledig onderuit’.
Uiteindelijk besloot Civiel afgelopen september om de studieplanning af te schaffen. ,,Ik ben blij dat Civiel zo verstandig is geweest. Ik feliciteer ze met dit succes.” (Eelco Storm)
‘Steeds leuker’
Civiel-studente Astrid Janssen werd in maart van dit jaar Nederlands jongste wethouder.
Haar nieuwe baan bevalt Astrid Janssen prima. ,,Hoe meer je erin komt, hoe leuker het wordt. Er wordt wel gezegd dat eennieuwe wethouder ongeveer een jaar nodig heeft om ingewerkt te raken. Ik heb het idee dat ik nu m’n plek wel gevonden heb.”
Zeker in het begin is het wethouderschap een sprong in het diepe. Ze is echter goed geholpen door de mensen om haar heen. ,,De ambtenaren op het gemeentehuis zijn eraan gewend dat er om de vier jaar een nieuwe wethouder of gemeenteraadslid komt. Zij begeleiden je dan een beetje. Verder heb ik natuurlijk veel contact met mijn partij, Stip, en heb ik veel mensen om me heen.”
,,De overgang naar het wethouderschap valt soms mee en soms een beetje tegen. Ik heb het voordeel dat ik een student ben. Ik heb dan geen verplichtingen thuis, zoals kinderen die op bepaalde tijden naar school moeten of avondeten. Ik kan veel makkelijker ’s avonds werken. Het valt soms ook wel wat tegen omdat ik nooit een echte baan heb gehad. Dat is dan even wennen. Ik kan niet zeggen als de wekker gaat ‘Ik slaap lekker door’. Als student kon dat wel.”
,,Mensen zijn mij niet als een ander persoon gaan zien. De mensen van de gemeente met wie ik werk, kennen mij natuurlijk alleen als wethouder, maar bijvoorbeeld mijn huisgenoten zien mij gewoon nog als student. Ze vinden het alleen wel eens jammer dat ik zo weinig tijd voor ze heb. Ik wil ook wel weer terug in het studentenleven, dat is wat rustiger. Over twee jaar stop ik als wethouder en ga ik afstuderen.” (Eelco Storm)
‘Wel bijzonder’
IO-studente Marian Loth kwam in het voorjaar in het nieuws met haar damesurinoir. Ze werkt nu bij Sphinx in Maastricht als projectmanager. Dat valt nog niet mee.
,,Het gaat op zich wel goed met het project. Ik heb het hier erg naar mijn zin, en het is gewoon een droombaan”, vertelt Loth. ,,Maar ik merk toch dat er nog veel weerstand tegen het idee bestaat. De keramische wereld is namelijk behoorlijk conservatief. Daar komt nog bij dat ik een vrouwelijke ingenieur uit Holland ben, en dat is reden genoeg om het hier niet al te makkelijk te hebben.”
Over haar ontwerp, de Lady, wil ze alleen kwijt dat het nog steeds in ontwikkeling is. Verder is Loths loopbaan na haar afstudeerproject in een stroomversnelling terecht gekomen. ,,Soms is het zelfs een beetje teveel van het goede. Het is echt een ontzettend drukke baan, een soort stoomcursus. Ik heb wel eens het idee dat ik in een half jaar heb beleefd, wat andere ontwerpers pas in drie jaar meemaken.”
Maar Loth laat het hoofd niet hangen. ,,Mijn voorsprong is dat ik heel veel van het product weet. Het is tenslotte mijn eigen ontwerp, en ik laat me dus niet makkelijk afbluffen. Maar al met al is het een zwaar project. Wel heel bijzonder, maar zwaar. Ik ga er straks daarom even twee weken helemaal tussenuit. Even geen sanitair.” (Ralph Oei)
En wéér een jaar is – bijna – voorbij. In de aanloop naar 1999 blikt Delta terug op enkele opvallende gebeurtenissen uit het afgelopen jaar. Hoe liep het af met de hoofdrolspelers uit het TU-nieuws?
‘Een blijvertje’
De TU’ers Timmer en Veldhuis bedachten begin dit jaar de ribbelstrips op de schaatspakken van de Nederlandse schaatsploeg in Nagano.
,,Tijdens de Olympische Spelen heb ik zowat ín de buis gezeten. Het gaf een bijzonder goed gevoel om die mensen met jouw strips te zien schaatsen. En ze nog records zien breken ook.” Aldus Leo Veldhuis die samen met Nando Timmer de strips ontwikkelde.
Op dit moment wordt er sterk getwijfeld aan het nut van de schaatsstrips. Een recent Noors onderzoek toont aan dat het effect nihil is; gladde schaatspakken zijn beter. De ingenieurs blijven hoe dan ook achter ‘hun’ strips staan: ,,De Nederlandse kernploeg gebruikt ze nog steeds en de Amerikanen zweren er bij. Schaatsers als Boutiette en Wutherspoon snappen niet dat er getwijfeld wordt aan de strips. De effecten staan voor ons als een paal boven water. We durven de discussie met de Noren wel aan.”
,,Misschien zijn de strips te abstract, weten schaatsers niet hoe zo’n stripje ze sneller kan maken. Bij de klapschaats is duidelijk waarom je sneller bent.” Sprinter Jan Bos noemde de strips onlangs ‘een leuke stunt’. ,,Bos heeft het bij het verkeerde eind”, aldus Veldhuis. ,,Het duurt misschien wat langer, maar net als de klapschaats is de strip volgens ons een blijvertje.”
Timmer en Veldhuis zijn op dit moment de strip aan het verbeteren. ,,We zijn daar niet druk mee bezig, maar binnenkort zetten we een schaatser in de windtunnel om wat verder onderzoek te doen.” Met de producent van de strips is afgesproken dat het tweetal een deel van de winst krijgt. ,,Hoeveel het is, weten we nog niet. We gaan niet uit van een hoog bedrag.” (Eelco Storm)
Bijzondere stage
Ze ging voortvarend van start, maar al na vier maanden werd ondernemingsraadvoorzitter dr. Dorien J. De Tombe ten val gebracht door haar eigen fractie.
,,Ik ben nog steeds lid van de ondernemingsraad, maar het is er niet van gekomen om weer eens een vergadering te bezoeken. Ik zeg overigens wel altijd keurig af. Nee, de leden spreek ik ook bijna nooit meer.”
,,De or is in mijn ogen nog steeds belangrijk. Onder de MUB is de macht van de or enorm afgezwakt. Je zou verwachten dat de beste krachten zich nu zouden lenen om er nog wat van te maken. Ik constateer dat dit niet het geval is.”
,,De kritiek die ik had bij mijn afscheid in maart, geldt nogsteeds. De krantenberichten over de or bevestigen dat elke keer weer. Wat mij betreft is het even worse. Ik heb er dan ook geen spijt van dat ik die vijf uur durende vergaderingen niet meer hoef voor te zitten. Dat is voor een wetenschapper niet te harden, zo’n groep pathologische zeurders.”
,,Sinds maart heb ik me weer volledig gestort op mijn methode voor complexe maatschappelijke problemen. De achterstand die ik had opgelopen in die vier maanden, heb ik nu bijna weer ingelopen. Komend jaar verschijnen er vier publicaties van mijn hand.”
,,Al met al was het or-voorzitterschap een bruisende periode in mijn leven. Ik heb er baat bij gehad omdat ik nu kan invoelen hoe moeilijk het is om een club te leiden. Het heeft me veel geleerd over macht, wat een belangrijk onderwerp van mijn eigen onderzoek is. Vier maanden waren wat dat betreft genoeg. Het was een heel bijzondere stage.”
(Leo de Vries)
Principe zaak
De verplichte studieplanning bij Civiel Techniek stuitte dit jaar op student Edo Oostebrink.
Inmiddels zijn z’n dagen met compleet andere zaken gevuld. Heuvels en fietsers – en hoe die twee zo soepel mogelijk samen te laten gaan. De afgelopen maanden stortte Edo Oostebrink zich op zijn afstuderen. Vol overgave, net zoals hij de verplichte studieplanning te lijf ging:
,,In totaal ben ik zo’n drie maanden fulltime met die zaak bezig geweest. Ik heb er een centimeters dik dossier aan over gehouden. In een eerder interview met Delta ben ik naar voren gekomen als iemand die een dwang tot verzet heeft, maar eigenlijk ben ik heel meegaand. Waar het de universiteit betreft heb ik een houding van: ‘Ik bemoei me niet met de TU, als de TU zich niet met mij bemoeit’. Voor mij was de lol bijzaak, ik heb het meer uit principiële redenen gedaan.”
Zevendejaars Oostebrink speelde dit jaar een hoofdrol in het verzet tegen het systeem van verplichte studieplanning, dat naar zijn mening inbreuk maakte op de studievrijheid van studenten. En die studievrijheid is juist kenmerkend voor universitair onderwijs, vindt Oostebrink.
In juni ’97 begon de civiel-student zijn actie. Hij haalde handtekeningen op bij eerstejaars, schreef brieven aan faculteit, college van bestuur en ministerie, en dook diep in de wetboeken. Daarmee haalde hij het faculteitsstandpunt naar eigen zeggen ‘volledig onderuit’.
Uiteindelijk besloot Civiel afgelopen september om de studieplanning af te schaffen. ,,Ik ben blij dat Civiel zo verstandig is geweest. Ik feliciteer ze met dit succes.” (Eelco Storm)
‘Steeds leuker’
Civiel-studente Astrid Janssen werd in maart van dit jaar Nederlands jongste wethouder.
Haar nieuwe baan bevalt Astrid Janssen prima. ,,Hoe meer je erin komt, hoe leuker het wordt. Er wordt wel gezegd dat eennieuwe wethouder ongeveer een jaar nodig heeft om ingewerkt te raken. Ik heb het idee dat ik nu m’n plek wel gevonden heb.”
Zeker in het begin is het wethouderschap een sprong in het diepe. Ze is echter goed geholpen door de mensen om haar heen. ,,De ambtenaren op het gemeentehuis zijn eraan gewend dat er om de vier jaar een nieuwe wethouder of gemeenteraadslid komt. Zij begeleiden je dan een beetje. Verder heb ik natuurlijk veel contact met mijn partij, Stip, en heb ik veel mensen om me heen.”
,,De overgang naar het wethouderschap valt soms mee en soms een beetje tegen. Ik heb het voordeel dat ik een student ben. Ik heb dan geen verplichtingen thuis, zoals kinderen die op bepaalde tijden naar school moeten of avondeten. Ik kan veel makkelijker ’s avonds werken. Het valt soms ook wel wat tegen omdat ik nooit een echte baan heb gehad. Dat is dan even wennen. Ik kan niet zeggen als de wekker gaat ‘Ik slaap lekker door’. Als student kon dat wel.”
,,Mensen zijn mij niet als een ander persoon gaan zien. De mensen van de gemeente met wie ik werk, kennen mij natuurlijk alleen als wethouder, maar bijvoorbeeld mijn huisgenoten zien mij gewoon nog als student. Ze vinden het alleen wel eens jammer dat ik zo weinig tijd voor ze heb. Ik wil ook wel weer terug in het studentenleven, dat is wat rustiger. Over twee jaar stop ik als wethouder en ga ik afstuderen.” (Eelco Storm)
‘Wel bijzonder’
IO-studente Marian Loth kwam in het voorjaar in het nieuws met haar damesurinoir. Ze werkt nu bij Sphinx in Maastricht als projectmanager. Dat valt nog niet mee.
,,Het gaat op zich wel goed met het project. Ik heb het hier erg naar mijn zin, en het is gewoon een droombaan”, vertelt Loth. ,,Maar ik merk toch dat er nog veel weerstand tegen het idee bestaat. De keramische wereld is namelijk behoorlijk conservatief. Daar komt nog bij dat ik een vrouwelijke ingenieur uit Holland ben, en dat is reden genoeg om het hier niet al te makkelijk te hebben.”
Over haar ontwerp, de Lady, wil ze alleen kwijt dat het nog steeds in ontwikkeling is. Verder is Loths loopbaan na haar afstudeerproject in een stroomversnelling terecht gekomen. ,,Soms is het zelfs een beetje teveel van het goede. Het is echt een ontzettend drukke baan, een soort stoomcursus. Ik heb wel eens het idee dat ik in een half jaar heb beleefd, wat andere ontwerpers pas in drie jaar meemaken.”
Maar Loth laat het hoofd niet hangen. ,,Mijn voorsprong is dat ik heel veel van het product weet. Het is tenslotte mijn eigen ontwerp, en ik laat me dus niet makkelijk afbluffen. Maar al met al is het een zwaar project. Wel heel bijzonder, maar zwaar. Ik ga er straks daarom even twee weken helemaal tussenuit. Even geen sanitair.” (Ralph Oei)
Comments are closed.