Ze waren moeilijk te vinden, maar decennia na de theoretische voorspelling vliegen de Majorana’s ons nu om de oren. Elke Nederlandse nieuwszender heeft een item laten zien over de mogelijk Nobelprijswinnende ontdekking van Leo Kouwenhoven.
br />
Als wij in Delft meer grote ontdekkingen van dit kaliber willen doen, moeten we eerlijk zijn over de pragmatische kant van onderzoek. Speculeer niet over alle problemen die het onderzoek misschien zou kunnen gaan oplossen. Dit schept te grote verwachtingen en zal de gemiddelde Nederlander bevestigen in het idee dat onderzoek een elitaire aangelegenheid is die klauwen met geld kost.
De universitaire wereld moet laten zien dat elk fundamenteel onderzoek neutraal is en dat maatschappelijke relevantie altijd onvoorspelbaar zal blijven. Onderzoekers zijn ontdekkingsreizigers die nieuwe werelden op de kaart bijtekenen. Het is aan de maatschappij om het onontgonnen terrein te koloniseren en keuzes te maken tussen goed en kwaad, maatschappelijk relevant en nutteloos, waarmee ook de verantwoording te allen tijde bij de industrie, de overheid en de burgers ligt.
Het probleem van deze tijd is dat elk onderzoek nuttig moet zijn. In de praktijk wordt met ‘nuttig zijn’ bedoeld dat het onderzoek hoe dan ook geld in het laatje moet brengen. Bovendien is het vertrouwen in de wetenschap in het huidige politieke klimaat beperkt. Dit heeft als resultaat dat van bovenaf wordt gepoogd onderzoek te dirigeren, het kompas is de onderzoekers afgenomen. Tot mijn groeiende verbazing gaan de universiteiten mee in deze waan van de dag. Hiermee wordt de neutraliteit van het onderzoek teniet gedaan en maken de onderzoeksgroepen zichzelf op de lange termijn onnodig. Wat is immers dan nog het verschil met de R&D-afdeling van ondernemers?
Het is duidelijk, willen we meer grootse ontdekkingen doen, zoals de quantumgroep deed, dan moeten we onderzoekers de ruimte gunnen om in het diepe te duiken. Investeer in onderzoekers met een missie, maar bepaal nooit de koers. Onderschat bovendien de intrinsieke waarde van ‘nutteloze’ studies niet (zelfs als het Portugees of Russisch betreft), niemand weet de weg in een onbekende wereld. Laten we tenslotte Youp van ‘t Hek benoemen tot rector magnificus en ons los maken van alles.
Studenten met een ov-studentenkaart hoeven in de periode dat zij vrij mogen reizen – op week- of weekenddagen – niet in te checken in de trein. Daarbuiten betalen zij het kortingstarief en moeten ze net als andere reizigers hun chipkaart scannen bij vertrek en aankomst. Dagelijks reizen ongeveer tienduizend studenten ‘op saldo’ met hun chipkaart, maar daarvan vergeten er vijfhonderd ook weer uit te checken.
Opvallend is dat maar een klein aantal zijn geld vervolgens terugvraagt. Wanneer een student incheckt, wordt er tien euro van zijn kaart afgeschreven. Bij het uitchecken schrijft de NS – afhankelijk van de lengte van de reis – een deel daarvan weer bij. Maar wie dat vergeet is zijn tientje kwijt.
De NS wil studenten daarom aansporen om altijd in- en uit te checken, ook wanneer ze vrij kunnen reizen. Dat zorgt voor routine en het vervoersbedrijf kan bovendien zien hoeveel studenten er op een traject reizen. Maar tot eind 2012 is dat nog niet verplicht. In tram, bus en metro geldt die plicht nu al.
Comments are closed.