Onderwijs

Beloftes Bama nog niet ingelost

Keuzevrijheid, flexibiliteit en mogelijkheden voor internationale uitwisseling: dat waren de grote voordelen die het bachelor-mastersysteem zou hebben.

Een jaar na de invoering zijn het vooral de overgangsproblemen en het gebrek aan voorlichting die de boventoon voeren.

Vorige week presenteerde de onderwijsinspectie de resultaten van het bachelor-masteronderzoek dat zij gehouden heeft onder vier universiteiten en vier hogescholen, tijdens een bama-congres van de landelijke studentenvakbond Lsvb. Conclusie: het ontbreekt vaak aan goede overgangsregelingen voor studenten in het oude systeem, de voorlichting is onder de maat en er is te weinig werk gemaakt van de aansluitingsmogelijkheden tussen de verschillende opleidingen.

Ook in Delft zijn er de nodige problemen. Vooral bij bouwkunde en industrieel ontwerpen gaat de omschakeling van het oude naar het nieuwe programma niet vlekkeloos. Zesdejaars bouwkundestudent Sander van Schaik vindt dat het nieuwe systeem overhaast is ingevoerd. ,,Vooral studenten die nu voor het eerst moeten afstuderen in het nieuwe systeem merken dit. Ze willen iedereen er zo snel mogelijk doorheen wippen.”

Bij de overgang van het oude naar het nieuwe systeem zijn studenten aan de hand van hun puntentotaal ingeschaald in de nieuwe opleiding. Van Schaik vindt dit onvoorstelbaar: ,,Er zijn geen enkele inhoudelijke voorkenniseisen gesteld. Al heb je in het hele voortraject bouwtechnologievakken gevolgd, dan mag je gaan afstuderen in architectuur.”

Bij industrieel ontwerpen wordt er volgens Nicole de Klein, voorzitter van de Delftse studentenvakbond Vssd en student IO, ook te weinig aandacht besteedt aan de overgangsregelingen. ,,Ze willen het allemaal te snel veranderen. Het is logisch alle veranderingen in één keer te doen, anders blijf je bezig. Maar je moet dan wel voldoende aandacht hebben voor studenten in het oude systeem.” Dat de voorlichting over de Bama te wensen overlaat, wijt De Klein aan het feit dat de opleidingen niet op tijd klaar zijn met de voorbereiding.

De Klein heeft niet alleen kritiek op de TU, ook de politiek houdt ze verantwoordelijk. ,,Door alle bezuinigingen hebben faculteiten geen geld om aan de veranderingen te spenderen. Als de regering iets wil, dan moet ze daar ook geld voor uittrekken.”

De nieuwe onderwijsstructuur zou leiden tot meer keuzevrijheid, flexibiliteit en internationale uitwisseling. Bouwkundestudent Sander van Schaik ziet van die keuzevrijheid nog weinig terug. Het profiel van de opleiding is volgens de student grotendeels vastgelegd in de nieuwe masters. Zelf richting geven aan de opleiding is er niet meer bij. Volgens Van Schaik is dit ook één van de redenen dat de overgang zo stroef verloopt. ,,Studenten hebben de opleiding gevolgd met een individuele benadering. Nu is het veel collectiever opgezet en meer vastgelegd. Studenten gaan daar niet zonder meer in mee.”

Het idee dat de keuzevrijheid niet wezenlijk is verbeterd, speelt ook bij andere opleidingen en universiteiten. Hoewel er overal nieuwe masteropleidingen zijn ingericht, ziet Marthe de Graaff, secretaris van de Vssd, weinig differentiatie van het aanbod. ,,Het lijkt alsof er heel veel masters bij zijn gekomen, maar in werkelijkheid heeft gewoon iedere bestaande afstudeerrichting een nieuw naampje gekregen.” De Graaff ziet er ook wel een voordeel in: ,,Instellingen kunnen hun unieke opleidingsrichtingen nu beter promoten.”

Matrix

Van flexibel overstappen van een bachelor naar een master is ook in Delft nog weinig werk gemaakt. Om de overstapmogelijkheden van de verschillende bachelors naar de masters duidelijk te maken, is op initiatief van studentenraadpartij Oras een matrix ontwikkeld waarin staat aangekruist welke bachelor toegang geeft tot welke master. Vooralsnog staan er vooral kruisjes op de diagonaal: de bachelor geeft toegang tot de master van dezelfde opleiding.

Studentenvakbond Vssd ziet niet hoe het op dit moment mogelijk is om over te stappen naar een master van een andere opleiding. ,,Er is wel bachelor-master, maar geen systeem om extra kennis te verwerven om een overstap mogelijk te maken”, aldus Nicole de Klein.

De TU erkent dat de voordelen die de bama zou kunnen bieden op dit moment nog niet zijn bereikt. Beleidsmedewerker onderwijs, Niek Graafland, meldt dat er in overleg met de andere technische universiteiten in Nederland en met de Europese partners (de Idea-league) nu werk van wordt gemaakt. ,,We zijn bezig met een herziening van het masteraanbod. Een vraag die we moeten beantwoorden is of we nieuwe masters moeten gaanaanbieden, of juist bestaande afstudeerrichtingen moeten bundelen. We neigen nu naar dat laatste. We maken hier afspraken over met andere universiteiten.”

Ook de bacheloropleidingen worden onder de loep genomen. ,,We onderzoeken hoe we de verbreding in de bachelors tot stand kunnen brengen en hoe deze kunnen aansluiten op diverse masters.” Graafland ziet ook dat de huidige overstapmogelijkheden nog beperkt zijn. ,,Maar als studenten willen, zullen de opleidingen er altijd welwillend tegenover staan.”

In de nabije toekomst staan de opleidingen dus nog meer veranderingen in het programma te wachten. Graafland ontkent dat het handiger was geweest om alle veranderingen in één keer door te voeren: ,,Het is een geleidelijk proces. We zijn begonnen met het opleggen van het ‘drie plus twee’-stramien. Voor de meeste opleidingen was dit een kleine stap. Daar waar ook de semesterindeling nog moest worden ingevoerd, hadden ze er wat meer werk aan.”

Keuzevrijheid, flexibiliteit en mogelijkheden voor internationale uitwisseling: dat waren de grote voordelen die het bachelor-mastersysteem zou hebben. Een jaar na de invoering zijn het vooral de overgangsproblemen en het gebrek aan voorlichting die de boventoon voeren.

Vorige week presenteerde de onderwijsinspectie de resultaten van het bachelor-masteronderzoek dat zij gehouden heeft onder vier universiteiten en vier hogescholen, tijdens een bama-congres van de landelijke studentenvakbond Lsvb. Conclusie: het ontbreekt vaak aan goede overgangsregelingen voor studenten in het oude systeem, de voorlichting is onder de maat en er is te weinig werk gemaakt van de aansluitingsmogelijkheden tussen de verschillende opleidingen.

Ook in Delft zijn er de nodige problemen. Vooral bij bouwkunde en industrieel ontwerpen gaat de omschakeling van het oude naar het nieuwe programma niet vlekkeloos. Zesdejaars bouwkundestudent Sander van Schaik vindt dat het nieuwe systeem overhaast is ingevoerd. ,,Vooral studenten die nu voor het eerst moeten afstuderen in het nieuwe systeem merken dit. Ze willen iedereen er zo snel mogelijk doorheen wippen.”

Bij de overgang van het oude naar het nieuwe systeem zijn studenten aan de hand van hun puntentotaal ingeschaald in de nieuwe opleiding. Van Schaik vindt dit onvoorstelbaar: ,,Er zijn geen enkele inhoudelijke voorkenniseisen gesteld. Al heb je in het hele voortraject bouwtechnologievakken gevolgd, dan mag je gaan afstuderen in architectuur.”

Bij industrieel ontwerpen wordt er volgens Nicole de Klein, voorzitter van de Delftse studentenvakbond Vssd en student IO, ook te weinig aandacht besteedt aan de overgangsregelingen. ,,Ze willen het allemaal te snel veranderen. Het is logisch alle veranderingen in één keer te doen, anders blijf je bezig. Maar je moet dan wel voldoende aandacht hebben voor studenten in het oude systeem.” Dat de voorlichting over de Bama te wensen overlaat, wijt De Klein aan het feit dat de opleidingen niet op tijd klaar zijn met de voorbereiding.

De Klein heeft niet alleen kritiek op de TU, ook de politiek houdt ze verantwoordelijk. ,,Door alle bezuinigingen hebben faculteiten geen geld om aan de veranderingen te spenderen. Als de regering iets wil, dan moet ze daar ook geld voor uittrekken.”

De nieuwe onderwijsstructuur zou leiden tot meer keuzevrijheid, flexibiliteit en internationale uitwisseling. Bouwkundestudent Sander van Schaik ziet van die keuzevrijheid nog weinig terug. Het profiel van de opleiding is volgens de student grotendeels vastgelegd in de nieuwe masters. Zelf richting geven aan de opleiding is er niet meer bij. Volgens Van Schaik is dit ook één van de redenen dat de overgang zo stroef verloopt. ,,Studenten hebben de opleiding gevolgd met een individuele benadering. Nu is het veel collectiever opgezet en meer vastgelegd. Studenten gaan daar niet zonder meer in mee.”

Het idee dat de keuzevrijheid niet wezenlijk is verbeterd, speelt ook bij andere opleidingen en universiteiten. Hoewel er overal nieuwe masteropleidingen zijn ingericht, ziet Marthe de Graaff, secretaris van de Vssd, weinig differentiatie van het aanbod. ,,Het lijkt alsof er heel veel masters bij zijn gekomen, maar in werkelijkheid heeft gewoon iedere bestaande afstudeerrichting een nieuw naampje gekregen.” De Graaff ziet er ook wel een voordeel in: ,,Instellingen kunnen hun unieke opleidingsrichtingen nu beter promoten.”

Matrix

Van flexibel overstappen van een bachelor naar een master is ook in Delft nog weinig werk gemaakt. Om de overstapmogelijkheden van de verschillende bachelors naar de masters duidelijk te maken, is op initiatief van studentenraadpartij Oras een matrix ontwikkeld waarin staat aangekruist welke bachelor toegang geeft tot welke master. Vooralsnog staan er vooral kruisjes op de diagonaal: de bachelor geeft toegang tot de master van dezelfde opleiding.

Studentenvakbond Vssd ziet niet hoe het op dit moment mogelijk is om over te stappen naar een master van een andere opleiding. ,,Er is wel bachelor-master, maar geen systeem om extra kennis te verwerven om een overstap mogelijk te maken”, aldus Nicole de Klein.

De TU erkent dat de voordelen die de bama zou kunnen bieden op dit moment nog niet zijn bereikt. Beleidsmedewerker onderwijs, Niek Graafland, meldt dat er in overleg met de andere technische universiteiten in Nederland en met de Europese partners (de Idea-league) nu werk van wordt gemaakt. ,,We zijn bezig met een herziening van het masteraanbod. Een vraag die we moeten beantwoorden is of we nieuwe masters moeten gaanaanbieden, of juist bestaande afstudeerrichtingen moeten bundelen. We neigen nu naar dat laatste. We maken hier afspraken over met andere universiteiten.”

Ook de bacheloropleidingen worden onder de loep genomen. ,,We onderzoeken hoe we de verbreding in de bachelors tot stand kunnen brengen en hoe deze kunnen aansluiten op diverse masters.” Graafland ziet ook dat de huidige overstapmogelijkheden nog beperkt zijn. ,,Maar als studenten willen, zullen de opleidingen er altijd welwillend tegenover staan.”

In de nabije toekomst staan de opleidingen dus nog meer veranderingen in het programma te wachten. Graafland ontkent dat het handiger was geweest om alle veranderingen in één keer door te voeren: ,,Het is een geleidelijk proces. We zijn begonnen met het opleggen van het ‘drie plus twee’-stramien. Voor de meeste opleidingen was dit een kleine stap. Daar waar ook de semesterindeling nog moest worden ingevoerd, hadden ze er wat meer werk aan.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.