Uitgaan in Delft: dezelfde gezichten in dezelfde kroegen die veel te vroeg sluiten waardoor iedereen rond een uur of twee in dezelfde snackbar belandt voor een standaardportie fabrieksfriet.
Soms is dat niet erg, soms slaat de verveling toe en wordt het tijd af te reizen naar elders. Naar België bijvoorbeeld. Het land waar de friet in een puntzak komt en het bier goedkoop is.
Twee uur rijden naar het zuiden ligt Gent. De weg ernaartoe is vermakelijk. Grote billboards met slogans als ‘Beton, daar maak je ’t mee’, ‘Canal +, kan al wat u wilt’ en bebaarde wegwerkers in de middenberm die bij passage oranje geklede poppen blijken met elektrisch wuivende armen.
Terwijl in Delft het stadshart steriel is aangeveegd en ieder pand driemaal gerestaureerd, staat in Gent tussen het antiek nog wel eens een lekker lelijk gebouw. Terwijl in Delft nu al voorbereidingen dienen te worden getroffen voor een kerstdinerdate, heeft Gent dankzij diverse pretstudies voldoende vrouwen.
Niet alles is er beter. Wie op zondag in Delft wakker wordt met een kater, hoeft niet te vrezen voor een ‘gezinshappening’ met de Balkenendiaanse naam ‘Gezinsbonddag’. Honderden pappa’s en mamma’s met honderden huilende kinderen in de rij voor een plekje in de rondvaartboot die in Gent niet rond vaart maar heen en weer. Gezinsbonddag; hoe meer koters, hoe meer korting.
Maar happening of niet, wie één dezer dagen op een terras plaatsneemt in de oude haven van Gent, wil niet meer terug naar Delft. Daar, aan de Graslei, hangt namelijk een kunstwerk. Een kunstwerk opgebouwd uit waslijnen met daaraan honderden beha’s. Belgische beha’s, van vleeskleurig tot sexy rood. Beter wordt het leven niet: zittend in de laatste herfstzon, onder een zee van kant, geholpen door een beha-vrije serveerster, die in onvervalst Vlaams vraagt: ,,Zal ik eerst even de tafel opkuisen?”
Uitgaan in Delft: dezelfde gezichten in dezelfde kroegen die veel te vroeg sluiten waardoor iedereen rond een uur of twee in dezelfde snackbar belandt voor een standaardportie fabrieksfriet. Soms is dat niet erg, soms slaat de verveling toe en wordt het tijd af te reizen naar elders. Naar België bijvoorbeeld. Het land waar de friet in een puntzak komt en het bier goedkoop is.
Twee uur rijden naar het zuiden ligt Gent. De weg ernaartoe is vermakelijk. Grote billboards met slogans als ‘Beton, daar maak je ’t mee’, ‘Canal +, kan al wat u wilt’ en bebaarde wegwerkers in de middenberm die bij passage oranje geklede poppen blijken met elektrisch wuivende armen.
Terwijl in Delft het stadshart steriel is aangeveegd en ieder pand driemaal gerestaureerd, staat in Gent tussen het antiek nog wel eens een lekker lelijk gebouw. Terwijl in Delft nu al voorbereidingen dienen te worden getroffen voor een kerstdinerdate, heeft Gent dankzij diverse pretstudies voldoende vrouwen.
Niet alles is er beter. Wie op zondag in Delft wakker wordt met een kater, hoeft niet te vrezen voor een ‘gezinshappening’ met de Balkenendiaanse naam ‘Gezinsbonddag’. Honderden pappa’s en mamma’s met honderden huilende kinderen in de rij voor een plekje in de rondvaartboot die in Gent niet rond vaart maar heen en weer. Gezinsbonddag; hoe meer koters, hoe meer korting.
Maar happening of niet, wie één dezer dagen op een terras plaatsneemt in de oude haven van Gent, wil niet meer terug naar Delft. Daar, aan de Graslei, hangt namelijk een kunstwerk. Een kunstwerk opgebouwd uit waslijnen met daaraan honderden beha’s. Belgische beha’s, van vleeskleurig tot sexy rood. Beter wordt het leven niet: zittend in de laatste herfstzon, onder een zee van kant, geholpen door een beha-vrije serveerster, die in onvervalst Vlaams vraagt: ,,Zal ik eerst even de tafel opkuisen?”

Comments are closed.