Campus

‘Belachelijk dat in het kabinet politici vertegenwoordigd zijn’

Tijdens de algemene beschouwingen opperde de geplaagde oppositieleider Heerma een minister van Familiezaken toe te voegen aan het kabinet. Prof.dr. ir H.A

.J. de Ridder ging daar twee weken geleden in zijn intreerede, die de titel ‘Het ontwerp van Nederland’ droeg, bruut overheen. Hij pleitte niet voor één nieuw ministerie, maar voor drie. ‘Om het landsbelang op lange termijn veilig te stellen’. Het is slechts een van de op op zijn zachtst gezegd controversiële meningen die de kersverse hoogleraar methodisch ontwerpen bij Civiele Techniek erop nahoudt.

De Ridder is bij Civiele Techniek aangetrokken om samen met de ontwerpende vakgroepen vorm te geven aan ‘de ontwerplijn’ die door het hele nieuwe vijfjarig curriculum moet lopen. De Ridder: ,,Er is veel ruimte om het naar eigen inzicht in te vullen. In het begin had ik de neiging om alles snel even om te gooien, maar ik heb me toch redelijk vergist in de taaiheid waarmee zo’n proces zich voltrekt op een universiteit.”

,,Maar er komt nu wat vaart en lijn in. In de propaedeuse moeten de studenten voelen hoe complex een ontwerpproces in elkaar zit. Ik ben zelf natuurlijk ook niet tot mijn inzichten gekomen zonder ettelijke malen tegen de lamp te lopen. In de jaren daarop gaan ze meer methodisch te werk.”

Twee dagen in de week is De Ridder te vinden op de universiteit. De overige dagen werkt hij bij de HBW in Gouda, de grootste aannemer van Nederland. ,,Ik wil binding houden met de praktijk. Niet dat ik nu direct met de laarzen in de bouwput ga staan, hoor. En de studenten vinden het ook mooi hè, iemand met ervaring uit de praktijk”, aldus De Ridder.
Boekenkasten

De Ridder meent dat er bij het ontwerpproces van civiele projecten te weinig aandacht is voor de organisatorische kant: ,,Er zijn boekenkasten vol met boeken over ontwerpmethodieken. Kijk maar bij mij in de kast. Maar er is bijna geen literatuur over ontwerporganisatie. Dat is jammer. Bijna alle ontwerpprocessen vinden in teamverband plaats, zeker van de grotere civiele projecten. Ten onrechte wordt aangenomen dat ontwerpprocessen op dezelfde wijze kunnen worden georganiseerd en bestuurd als uitvoeringsprocessen.”

,,De doelen van deze twee processen verschillen wezenlijk. Het doel van het ontwerpproces is te komen tot een effectieve oplossing voor een probleem. En dat is niet gelijk aan de som van de deeloplossingen, zoals bij een uitvoeringsproces. Een ontwerpproces is niet zonder meer opsplitsbaar. Bij het bouwen van een civieltechnisch werk hoeft alleen maar op effectieve wijze het eindprodukt gemaakt te worden. Bij het ontwerpproces zijn de ontwerpers afhankelijk van elkaar. De ontwerper van defundering van een huis beïnvloedt met zijn ontwerp de ontwerper van de draagconstructie. Het overzicht en de samenhang zijn daarom van het grootste belang.”

,,Mensen zijn volgens mij per definitie niet in staat het eigen belang ondergeschikt te maken aan het algemeen belang. In de praktijk heb ik dat ook zo ervaren. Als teamleider van een ontwerpploeg is het moeilijk de individuele ontwerpers aan hun verstand krijgen dat hun egoïstische opstelling slecht is voor het totale resultaat. Terwijl het bij complexe bouwwerken van het grootste belang is dat er samengewerkt wordt en niet alleen gedacht wordt aan de eigen taak. Ideaal is als de leider van een ontwerpteam zijn ontwerpers zo vrij mogelijk laat met hun eigen stukje van het ontwerp terwijl hij zelf de grote lijn in het oog houdt. Veel vrijheid op individueel niveau, maar een strakke lijn op overkoepelend niveau.”
Engeltje

Het organiseren van het ontwerpproces vindt De Ridder zo belangrijk dat hij zijn intreerede volledig wijdde aan één voorbeeld van methodisch ontwerpen. De Ridder liet zijn theorieën over methodisch ontwerpen los op Nederland: ,,Omdat iedereen weet waar het over gaat, omdat Nederland voortdurend verandert en er dus constant ontworpen moet worden en omdat Nederland nu bestuurd wordt als uitvoeringsproces. Vooraf interesseerde de uitkomst me dus niet zozeer, het ging puur om de methodiek. Ik ben als een soort engeltje boven Nederland gaan hangen en heb gekeken op welke wijze het ontwerp van Nederland tot stand zou moeten komen. Niet als politicus, maar als een koele wetenschapper.”

Nederland wordt op de verkeerde manier ontworpen, vindt De Ridder: ,,Neem nou het drugsbeleid. In zo’n nota wordt vergeten te zoeken naar de samenhang. De drugsproblematiek heeft relaties met een heel scala aan facetten uit de samenleving, zoals scholing, werkloosheid, sociale zekerheid, maar die worden allemaal overgeslagen. Er is dus een duidelijke overeenkomst met de techniek, zoals ik die al eerder schetste: oog hebben voor de samenhang in het ontwerp.”
Regeltjes

Om de samenhang in het ‘Ontwerp van Nederland’ te bewaren pleit De Ridder ervoor drie beleidsministeries toe te voegen aan de regering van Nederland: Individueel welzijn, Gebouwde omgeving en Samenleving. De Ridder: ,,Deze drie minsteries bepalen samen het lange-termijnbeleid.”

De Ridder vervolgt: ,,Omdat de overheid niet in staat is om het korte-termijnbelang ondergeschikt te maken aan het lange-termijnbeleid, loopt het uit de hand. En wat doet de overheid dan om de boel nog een beetje in de hand te houden? Inderdaad, regeltjes maken. Nederland heeft een ongelofelijke regeldichtheid. En dat werkt alleen maar averechts. Het is een instabiel systeem. Hoe meer regels, hoe minder die nageleefd worden. Waarop de overheid weer nieuwe regels verzint die nog minder nageleefd worden. De politiek komt in de huidige structuur niet verder dan wat brandjes blussen.”

De Ridder ziet in het feit dat de overheid het ruilprincipetussen arbeid en bezit verstoort, de grote oorzaak van alle ellende. Alle ‘regelingen op bezigheid’, als inkomstenbelasting, ATV, VUT, premieheffing en BTW, moeten verdwijnen, vindt De Ridder.

In plaats daarvan komt De Ridder uit op ‘aanspraakheffingen’. Elke activiteit die de collectieve goederen en ruimte aantast, wordt belast: ,,Gedacht moet worden aan ruimte, rust, milieu en grondstoffen. Dit soort heffingen bestaan nu ook al, maar het stelsel is niet compleet. Daarnaast zijn ze veel te laag en worden sommige gebruikers als tuinders ontzien. Zo’n heffingenstelsel kan net zoveel opbrengen als het huidige stelsel. Nu wordt het immers ook opgebracht. Het gebeurt dan alleen op een andere manier.”

Om het ‘rollenspel in het Ontwerp van Nederland’ goed in te vullen is een zakenkabinet noodzakelijk denkt De Ridder:

,,De Tweede Kamer, de wetgevende macht, legt het kabinet taken op. In de Tweede Kamer moeten de keuzes gemaakt worden, niet in de regering. Het is belachelijk dat in het kabinet politici vertegenwoordigd zijn. Dat belemmert het democratische proces. Een regeringspartij als PvdA verloochent toch al zijn milieu-idealen als ‘meester’ Kok een keer een strenge blik over de volksvertegenwoordigers laat vallen.”

,,Of een civieler wel recht van spreken heeft over dit soort zaken? Ja, dat denk ik wel. Wie niet? Misschien mag zelfs verondersteld worden dat juist een civieler over de benodigde nuchtere, zakelijke blik beschikt om een systematische analyse te maken van dit soort problemen. Een civieler is immers gewend aan complexe ontwerpprocessen met veel tegenstrijdige belangen.”


Figuur 1 De Ridder: ,,De politiek komt in de huidige structuur niet verder dan wat brandjes blussen”

Tom Köhler

Tijdens de algemene beschouwingen opperde de geplaagde oppositieleider Heerma een minister van Familiezaken toe te voegen aan het kabinet. Prof.dr. ir H.A.J. de Ridder ging daar twee weken geleden in zijn intreerede, die de titel ‘Het ontwerp van Nederland’ droeg, bruut overheen. Hij pleitte niet voor één nieuw ministerie, maar voor drie. ‘Om het landsbelang op lange termijn veilig te stellen’. Het is slechts een van de op op zijn zachtst gezegd controversiële meningen die de kersverse hoogleraar methodisch ontwerpen bij Civiele Techniek erop nahoudt.

De Ridder is bij Civiele Techniek aangetrokken om samen met de ontwerpende vakgroepen vorm te geven aan ‘de ontwerplijn’ die door het hele nieuwe vijfjarig curriculum moet lopen. De Ridder: ,,Er is veel ruimte om het naar eigen inzicht in te vullen. In het begin had ik de neiging om alles snel even om te gooien, maar ik heb me toch redelijk vergist in de taaiheid waarmee zo’n proces zich voltrekt op een universiteit.”

,,Maar er komt nu wat vaart en lijn in. In de propaedeuse moeten de studenten voelen hoe complex een ontwerpproces in elkaar zit. Ik ben zelf natuurlijk ook niet tot mijn inzichten gekomen zonder ettelijke malen tegen de lamp te lopen. In de jaren daarop gaan ze meer methodisch te werk.”

Twee dagen in de week is De Ridder te vinden op de universiteit. De overige dagen werkt hij bij de HBW in Gouda, de grootste aannemer van Nederland. ,,Ik wil binding houden met de praktijk. Niet dat ik nu direct met de laarzen in de bouwput ga staan, hoor. En de studenten vinden het ook mooi hè, iemand met ervaring uit de praktijk”, aldus De Ridder.
Boekenkasten

De Ridder meent dat er bij het ontwerpproces van civiele projecten te weinig aandacht is voor de organisatorische kant: ,,Er zijn boekenkasten vol met boeken over ontwerpmethodieken. Kijk maar bij mij in de kast. Maar er is bijna geen literatuur over ontwerporganisatie. Dat is jammer. Bijna alle ontwerpprocessen vinden in teamverband plaats, zeker van de grotere civiele projecten. Ten onrechte wordt aangenomen dat ontwerpprocessen op dezelfde wijze kunnen worden georganiseerd en bestuurd als uitvoeringsprocessen.”

,,De doelen van deze twee processen verschillen wezenlijk. Het doel van het ontwerpproces is te komen tot een effectieve oplossing voor een probleem. En dat is niet gelijk aan de som van de deeloplossingen, zoals bij een uitvoeringsproces. Een ontwerpproces is niet zonder meer opsplitsbaar. Bij het bouwen van een civieltechnisch werk hoeft alleen maar op effectieve wijze het eindprodukt gemaakt te worden. Bij het ontwerpproces zijn de ontwerpers afhankelijk van elkaar. De ontwerper van defundering van een huis beïnvloedt met zijn ontwerp de ontwerper van de draagconstructie. Het overzicht en de samenhang zijn daarom van het grootste belang.”

,,Mensen zijn volgens mij per definitie niet in staat het eigen belang ondergeschikt te maken aan het algemeen belang. In de praktijk heb ik dat ook zo ervaren. Als teamleider van een ontwerpploeg is het moeilijk de individuele ontwerpers aan hun verstand krijgen dat hun egoïstische opstelling slecht is voor het totale resultaat. Terwijl het bij complexe bouwwerken van het grootste belang is dat er samengewerkt wordt en niet alleen gedacht wordt aan de eigen taak. Ideaal is als de leider van een ontwerpteam zijn ontwerpers zo vrij mogelijk laat met hun eigen stukje van het ontwerp terwijl hij zelf de grote lijn in het oog houdt. Veel vrijheid op individueel niveau, maar een strakke lijn op overkoepelend niveau.”
Engeltje

Het organiseren van het ontwerpproces vindt De Ridder zo belangrijk dat hij zijn intreerede volledig wijdde aan één voorbeeld van methodisch ontwerpen. De Ridder liet zijn theorieën over methodisch ontwerpen los op Nederland: ,,Omdat iedereen weet waar het over gaat, omdat Nederland voortdurend verandert en er dus constant ontworpen moet worden en omdat Nederland nu bestuurd wordt als uitvoeringsproces. Vooraf interesseerde de uitkomst me dus niet zozeer, het ging puur om de methodiek. Ik ben als een soort engeltje boven Nederland gaan hangen en heb gekeken op welke wijze het ontwerp van Nederland tot stand zou moeten komen. Niet als politicus, maar als een koele wetenschapper.”

Nederland wordt op de verkeerde manier ontworpen, vindt De Ridder: ,,Neem nou het drugsbeleid. In zo’n nota wordt vergeten te zoeken naar de samenhang. De drugsproblematiek heeft relaties met een heel scala aan facetten uit de samenleving, zoals scholing, werkloosheid, sociale zekerheid, maar die worden allemaal overgeslagen. Er is dus een duidelijke overeenkomst met de techniek, zoals ik die al eerder schetste: oog hebben voor de samenhang in het ontwerp.”
Regeltjes

Om de samenhang in het ‘Ontwerp van Nederland’ te bewaren pleit De Ridder ervoor drie beleidsministeries toe te voegen aan de regering van Nederland: Individueel welzijn, Gebouwde omgeving en Samenleving. De Ridder: ,,Deze drie minsteries bepalen samen het lange-termijnbeleid.”

De Ridder vervolgt: ,,Omdat de overheid niet in staat is om het korte-termijnbelang ondergeschikt te maken aan het lange-termijnbeleid, loopt het uit de hand. En wat doet de overheid dan om de boel nog een beetje in de hand te houden? Inderdaad, regeltjes maken. Nederland heeft een ongelofelijke regeldichtheid. En dat werkt alleen maar averechts. Het is een instabiel systeem. Hoe meer regels, hoe minder die nageleefd worden. Waarop de overheid weer nieuwe regels verzint die nog minder nageleefd worden. De politiek komt in de huidige structuur niet verder dan wat brandjes blussen.”

De Ridder ziet in het feit dat de overheid het ruilprincipetussen arbeid en bezit verstoort, de grote oorzaak van alle ellende. Alle ‘regelingen op bezigheid’, als inkomstenbelasting, ATV, VUT, premieheffing en BTW, moeten verdwijnen, vindt De Ridder.

In plaats daarvan komt De Ridder uit op ‘aanspraakheffingen’. Elke activiteit die de collectieve goederen en ruimte aantast, wordt belast: ,,Gedacht moet worden aan ruimte, rust, milieu en grondstoffen. Dit soort heffingen bestaan nu ook al, maar het stelsel is niet compleet. Daarnaast zijn ze veel te laag en worden sommige gebruikers als tuinders ontzien. Zo’n heffingenstelsel kan net zoveel opbrengen als het huidige stelsel. Nu wordt het immers ook opgebracht. Het gebeurt dan alleen op een andere manier.”

Om het ‘rollenspel in het Ontwerp van Nederland’ goed in te vullen is een zakenkabinet noodzakelijk denkt De Ridder:

,,De Tweede Kamer, de wetgevende macht, legt het kabinet taken op. In de Tweede Kamer moeten de keuzes gemaakt worden, niet in de regering. Het is belachelijk dat in het kabinet politici vertegenwoordigd zijn. Dat belemmert het democratische proces. Een regeringspartij als PvdA verloochent toch al zijn milieu-idealen als ‘meester’ Kok een keer een strenge blik over de volksvertegenwoordigers laat vallen.”

,,Of een civieler wel recht van spreken heeft over dit soort zaken? Ja, dat denk ik wel. Wie niet? Misschien mag zelfs verondersteld worden dat juist een civieler over de benodigde nuchtere, zakelijke blik beschikt om een systematische analyse te maken van dit soort problemen. Een civieler is immers gewend aan complexe ontwerpprocessen met veel tegenstrijdige belangen.”


Figuur 1 De Ridder: ,,De politiek komt in de huidige structuur niet verder dan wat brandjes blussen”

Tom Köhler

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.