Voor atleten die zelfs de tienkamp niet vermoeiend genoeg vinden, is de twintigkamp uitgevonden. Bouwkundestudent Rick Wassenaar is zo’n atletiekfanaat.
/strong>
Dit weekeinde verloor Rick Wassenaar de titel die hij vorig jaar veroverde op de twintigkamp van vereniging AV ’40. Samen met zeventien andere deelnemers ging hij opnieuw de strijd aan op alle gangbare atletieknummers. Het programma op het sportcomplex aan de Brasserskade duurde twee dagen. Zowel op zaterdag als zondag waren de atleten ruim negen uur in touw: van ’s ochtends tien tot ’s avonds negen uur. Het evenement begon met de honderd meter sprint, daarna verspringen, de tweehonderd meter sprint, kogelstoten, de 5000 meter, de 800 meter% En daar hield de twintigkamp voor Rick Wassenaar op.
Tijdens het hoogspringen, het zesde onderdeel, ging hij door zijn knie. ,,Ik had al een beetje last voordat ik aan de wedstrijd begon. Toen ik neerkwam, wist ik meteen dat het fout zat. Ik wilde van tevoren erg graag meedoen om mijn titel van vorig jaar te verdedigen. Misschien niet zo verstandig, want het is behoorlijk slopend, zo’n twintigkamp.”
De zogenaamde double decathlon in Delft is de enige twintigkamp in Nederland. Jaarlijks worden er maar vier soortgelijke atletiekmarathons in Europa gehouden. Normaal gesproken houdt Wassenaar zich dan ook bezig met de tienkamp. ,,Aan een wedstrijd als vandaag doe ik gewoon mee voor de gezelligheid. Tegen de tijd dat de eerste tienkamp weer wordt gehouden, in het voorjaar, ben ik wel weer fit.”
Honderd kilometer door de modder
Ook mountainbikers verleggen af en toe hun grenzen. Waar een gewone wedstrijd meestal maar een uurtje duurt, ploegden enkele renners van vereniging Wtos vorige week zes tot zeven uur door de modder. Ze deden mee aan een mountainbikemarathon van meer dan honderd kilometer in de Belgische Ardennen. Deelnemer Erik Bronsvoort: ,,Normaal is het een uur knallen. Nu was het langzaam beginnen en goed eten onderweg om te voorkomen dat je spieren leeg raken.”
Toch beviel de lange afstand Bronsvoort wel. Af en toe zat hij zelfs als een toerist op zijn zadel. ,,Je rijdt gemiddeld met een iets lagere hartslag en staat iets minder te stampen op de pedalen. Daardoor heb je meer tijd om rustig te genieten van de omgeving.”
Erik Bronsvoort reed in totaal 130 kilometer, net als Reinder Ebbens, Thijs Brentjens en Job van Heusden. Hun verenigingsgenoot Eric Wictor nam zelfs deel aan de race van 160 kilometer. (DR)
Voor atleten die zelfs de tienkamp niet vermoeiend genoeg vinden, is de twintigkamp uitgevonden. Bouwkundestudent Rick Wassenaar is zo’n atletiekfanaat.
Dit weekeinde verloor Rick Wassenaar de titel die hij vorig jaar veroverde op de twintigkamp van vereniging AV ’40. Samen met zeventien andere deelnemers ging hij opnieuw de strijd aan op alle gangbare atletieknummers. Het programma op het sportcomplex aan de Brasserskade duurde twee dagen. Zowel op zaterdag als zondag waren de atleten ruim negen uur in touw: van ’s ochtends tien tot ’s avonds negen uur. Het evenement begon met de honderd meter sprint, daarna verspringen, de tweehonderd meter sprint, kogelstoten, de 5000 meter, de 800 meter% En daar hield de twintigkamp voor Rick Wassenaar op.
Tijdens het hoogspringen, het zesde onderdeel, ging hij door zijn knie. ,,Ik had al een beetje last voordat ik aan de wedstrijd begon. Toen ik neerkwam, wist ik meteen dat het fout zat. Ik wilde van tevoren erg graag meedoen om mijn titel van vorig jaar te verdedigen. Misschien niet zo verstandig, want het is behoorlijk slopend, zo’n twintigkamp.”
De zogenaamde double decathlon in Delft is de enige twintigkamp in Nederland. Jaarlijks worden er maar vier soortgelijke atletiekmarathons in Europa gehouden. Normaal gesproken houdt Wassenaar zich dan ook bezig met de tienkamp. ,,Aan een wedstrijd als vandaag doe ik gewoon mee voor de gezelligheid. Tegen de tijd dat de eerste tienkamp weer wordt gehouden, in het voorjaar, ben ik wel weer fit.”
Honderd kilometer door de modder
Ook mountainbikers verleggen af en toe hun grenzen. Waar een gewone wedstrijd meestal maar een uurtje duurt, ploegden enkele renners van vereniging Wtos vorige week zes tot zeven uur door de modder. Ze deden mee aan een mountainbikemarathon van meer dan honderd kilometer in de Belgische Ardennen. Deelnemer Erik Bronsvoort: ,,Normaal is het een uur knallen. Nu was het langzaam beginnen en goed eten onderweg om te voorkomen dat je spieren leeg raken.”
Toch beviel de lange afstand Bronsvoort wel. Af en toe zat hij zelfs als een toerist op zijn zadel. ,,Je rijdt gemiddeld met een iets lagere hartslag en staat iets minder te stampen op de pedalen. Daardoor heb je meer tijd om rustig te genieten van de omgeving.”
Erik Bronsvoort reed in totaal 130 kilometer, net als Reinder Ebbens, Thijs Brentjens en Job van Heusden. Hun verenigingsgenoot Eric Wictor nam zelfs deel aan de race van 160 kilometer. (DR)
Comments are closed.