Onderwijs

AWT: laat octrooiaanvragen aan bedrijfsleven over

Universiteiten moeten alerter worden op de octrooieerbaarheid van onderzoeksresultaten, vindt de Adviesraad voor Wetenschap en Techniek (AWT).

/strong>

Promovendi kunnen worden ingezet als ‘octrooiscout’, suggereert de AWT. Zij moeten commercieel interessante onderzoeksresultaten spotten. Een premie moet de promovendi daartoe aanmoedigen.

Het aanvragen van octrooien op commercieel interessante vindingen moeten universiteiten vervolgens zo veel mogelijk aan het bedrijfsleven overlaten. De AWT schrijft dit in een advies dat vandaag wordt aangeboden aan minister Hermans, die half juli samen met collega Jorritsma van Economische Zaken een nota over het onderwerp uitbrengt.

Universiteiten moeten octrooien vooral gebruiken om de kennis die ze vergaren ten dienste te stellen van de maatschappij, vindt de AWT. Het toepasbaar maken van hun onderzoeksresultaten is belangrijker dan de bescherming ervan. Octrooien zijn voornamelijk bedoeld om kennis commercieel te kunnen uitbaten: een doelstelling die universiteiten volgens de AWT niet past. Bovendien ontbreekt het de wetenschappers doorgaans aan gedegen kennis van de markt om een effectief octrooibeleid te voeren.

Dat zorgt wel voor een netelig probleem: bedrijven krijgen zo immers exclusieve beschikking over kennis die gedeeltelijk met publiek geld is vergaard. Volgens de AWT kan dat worden opgelost door goede afspraken te maken over financiële vergoedingen en de toegankelijkheid van kennis voor andere wetenschappers.

De TU heeft hier overigens al een andere oplossing voor gevonden. Commercieel interessante octrooien worden geëxploiteerd via een door de TU opgericht bedrijf, Delft Enterprises. Aan een bedrijfsplan voor Delft Enterprises wordt nog gewerkt. De TU wil juist op deze manier haar maatschappelijke impact vergroten.

Universiteiten moeten alerter worden op de octrooieerbaarheid van onderzoeksresultaten, vindt de Adviesraad voor Wetenschap en Techniek (AWT).

Promovendi kunnen worden ingezet als ‘octrooiscout’, suggereert de AWT. Zij moeten commercieel interessante onderzoeksresultaten spotten. Een premie moet de promovendi daartoe aanmoedigen.

Het aanvragen van octrooien op commercieel interessante vindingen moeten universiteiten vervolgens zo veel mogelijk aan het bedrijfsleven overlaten. De AWT schrijft dit in een advies dat vandaag wordt aangeboden aan minister Hermans, die half juli samen met collega Jorritsma van Economische Zaken een nota over het onderwerp uitbrengt.

Universiteiten moeten octrooien vooral gebruiken om de kennis die ze vergaren ten dienste te stellen van de maatschappij, vindt de AWT. Het toepasbaar maken van hun onderzoeksresultaten is belangrijker dan de bescherming ervan. Octrooien zijn voornamelijk bedoeld om kennis commercieel te kunnen uitbaten: een doelstelling die universiteiten volgens de AWT niet past. Bovendien ontbreekt het de wetenschappers doorgaans aan gedegen kennis van de markt om een effectief octrooibeleid te voeren.

Dat zorgt wel voor een netelig probleem: bedrijven krijgen zo immers exclusieve beschikking over kennis die gedeeltelijk met publiek geld is vergaard. Volgens de AWT kan dat worden opgelost door goede afspraken te maken over financiële vergoedingen en de toegankelijkheid van kennis voor andere wetenschappers.

De TU heeft hier overigens al een andere oplossing voor gevonden. Commercieel interessante octrooien worden geëxploiteerd via een door de TU opgericht bedrijf, Delft Enterprises. Aan een bedrijfsplan voor Delft Enterprises wordt nog gewerkt. De TU wil juist op deze manier haar maatschappelijke impact vergroten.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.