Opinie

Architectuurboek met niet alleen plaatjes

Bij Bouwkunde wordt deze week het symposium ‘Back from Utopia’ gehouden. Daarin reageren architectuurcritici op de vraag: wat is nu nog de betekenis van de moderne beweging? Ter gelegenheid van dit symposium verschijnt een gelijknamig boek, waarin de Delftse hoogleraar prof.i

r. Hubert-Jan Henket 42 architectuurkritieken heeft gebundeld .

Back from Utopia‘ lijkt op het eerste oog het zoveelste boek in een reeks waarin gelikt gefotografeerde architectuur wordt gekoppeld aan Engelse kreten: de titel van het boek staat in witte koeienletters tegen een fullcolour achtergrond. Wie het openslaat wordt echter verrast door de hoeveelheid tekst.

Het boek is een bundeling van 42 architectuurkritieken. Naast theoretici en historici leverden bekende architecten onder wie sir Norman Foster, Tadao Ando en Rem Koolhaas een bijdrage. Mede daardoor varieert de inhoud van uitvoerige theoretische teksten tot toegankelijkere bijdragen in de vorm van concrete projecten, fotodocumenten en zelfs een stripverhaal.

Initiatiefnemer van ‘Back from Utopia‘ is de Delftse hoogleraar prof.ir. Hubert-Jan Henket. Behalve architect is Henket oprichter en voorzitter van Docomomo, een internationale organisatie met als doel de documentatie en conservatie van gebouwen en het gedachtegoed van de moderne beweging. Medesamensteller Hilde Heynen is architectuurtheoreticus aan de KU Leuven. Haar werk vormt verplichte literatuur voor Delftse bouwkundestudenten.

Centraal in het boek staat de moderne beweging. Wat hebben we vandaag de dag nog aan utopische ideeën achter illustere bouwwerken zoals de Van Nelle-fabriek? Het boek heet niet voor niets ‘Back from Utopia’; vrijwel alle auteurs beschouwen de Moderne Beweging vooral als een erfenis uit het verleden. Een interessante vraag die in het boek wordt opgeworpen is: wat te doen met de aftakelende gebouwen van de Modernen?

Miestakes

Het lijkt paradoxaal gebouwen te willen behouden van een beweging die verandering en vooruitgang propageerde. Wie de laatste bladzijde van het boek ziet, is desondanks geneigd tot conservatisme: in dertig foto’s wordt de sloop van een modern icoon in Brussel gevolgd. Op de plaats van delict verrijst een anoniem kantoorgebouw dat de bureaucratie verbergt achter blauw spiegelglas.

Dwangmatige instandhouding van het moderne ideaal wordt in het boek echter door Julius Shulman himself gehekeld. Shulman, fotograaf achter wereldberoemde propaganda waarin het moderne leven wordt verheerlijkt, beschrijft hoe Richard Neutra bankstellen en andere toevoegingen van bewoners liet weghalen voordat zijn villa’s op de foto mochten. Zulke pure ‘coldness‘ hoeft wat Shulman betreft niet behouden. Een gebouw moet ook gebruikt worden.

Die mening wordt ook geventileerd in een (eerder gepubliceerd) artikel van Rem Koolhaas onder de titel ‘Miestakes’. Koolhaas verdedigt zich daarin tegen een Amerikaanse criticus die hem een gebrek aan respect verwijt voor Mies von der Rohe. Aanleiding vormt Koolhaas’ ontwerp voor een uitbreiding van het symmetrische Commons Building in Chicago. Koolhaas’ commentaar is een foto uit 1986 waarin hij de vloer van Mies’ Barcelonapaviljoen dweilt: ,,I do not respect Mies, I love Mies. I have studied Mies, excavated Mies, reassembled Mies. I have even cleaned Mies.

Hubert-Jan Henket & Hilde Heynen (editors), ‘Back from Utopia; The Challenge of the Modern Movement’. Uitgeverij 010 Publishers. ISBN 90-6450-483-0, _ 37,50.

Bij Bouwkunde wordt deze week het symposium ‘Back from Utopia’ gehouden. Daarin reageren architectuurcritici op de vraag: wat is nu nog de betekenis van de moderne beweging? Ter gelegenheid van dit symposium verschijnt een gelijknamig boek, waarin de Delftse hoogleraar prof.ir. Hubert-Jan Henket 42 architectuurkritieken heeft gebundeld .

Back from Utopia‘ lijkt op het eerste oog het zoveelste boek in een reeks waarin gelikt gefotografeerde architectuur wordt gekoppeld aan Engelse kreten: de titel van het boek staat in witte koeienletters tegen een fullcolour achtergrond. Wie het openslaat wordt echter verrast door de hoeveelheid tekst.

Het boek is een bundeling van 42 architectuurkritieken. Naast theoretici en historici leverden bekende architecten onder wie sir Norman Foster, Tadao Ando en Rem Koolhaas een bijdrage. Mede daardoor varieert de inhoud van uitvoerige theoretische teksten tot toegankelijkere bijdragen in de vorm van concrete projecten, fotodocumenten en zelfs een stripverhaal.

Initiatiefnemer van ‘Back from Utopia‘ is de Delftse hoogleraar prof.ir. Hubert-Jan Henket. Behalve architect is Henket oprichter en voorzitter van Docomomo, een internationale organisatie met als doel de documentatie en conservatie van gebouwen en het gedachtegoed van de moderne beweging. Medesamensteller Hilde Heynen is architectuurtheoreticus aan de KU Leuven. Haar werk vormt verplichte literatuur voor Delftse bouwkundestudenten.

Centraal in het boek staat de moderne beweging. Wat hebben we vandaag de dag nog aan utopische ideeën achter illustere bouwwerken zoals de Van Nelle-fabriek? Het boek heet niet voor niets ‘Back from Utopia’; vrijwel alle auteurs beschouwen de Moderne Beweging vooral als een erfenis uit het verleden. Een interessante vraag die in het boek wordt opgeworpen is: wat te doen met de aftakelende gebouwen van de Modernen?

Miestakes

Het lijkt paradoxaal gebouwen te willen behouden van een beweging die verandering en vooruitgang propageerde. Wie de laatste bladzijde van het boek ziet, is desondanks geneigd tot conservatisme: in dertig foto’s wordt de sloop van een modern icoon in Brussel gevolgd. Op de plaats van delict verrijst een anoniem kantoorgebouw dat de bureaucratie verbergt achter blauw spiegelglas.

Dwangmatige instandhouding van het moderne ideaal wordt in het boek echter door Julius Shulman himself gehekeld. Shulman, fotograaf achter wereldberoemde propaganda waarin het moderne leven wordt verheerlijkt, beschrijft hoe Richard Neutra bankstellen en andere toevoegingen van bewoners liet weghalen voordat zijn villa’s op de foto mochten. Zulke pure ‘coldness‘ hoeft wat Shulman betreft niet behouden. Een gebouw moet ook gebruikt worden.

Die mening wordt ook geventileerd in een (eerder gepubliceerd) artikel van Rem Koolhaas onder de titel ‘Miestakes’. Koolhaas verdedigt zich daarin tegen een Amerikaanse criticus die hem een gebrek aan respect verwijt voor Mies von der Rohe. Aanleiding vormt Koolhaas’ ontwerp voor een uitbreiding van het symmetrische Commons Building in Chicago. Koolhaas’ commentaar is een foto uit 1986 waarin hij de vloer van Mies’ Barcelonapaviljoen dweilt: ,,I do not respect Mies, I love Mies. I have studied Mies, excavated Mies, reassembled Mies. I have even cleaned Mies.

Hubert-Jan Henket & Hilde Heynen (editors), ‘Back from Utopia; The Challenge of the Modern Movement’. Uitgeverij 010 Publishers. ISBN 90-6450-483-0, _ 37,50.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.