Campus

Architect van de lichtheid

Lange tijd is hij buiten Italië over het hoofd gezien, maar nu is hij een hype. Eindelijk krijgen de tijdloze ontwerpen van Gio Ponti de aandacht die ze verdienen.

In het Nederlands Architectuurinstituut is de komende maanden een grote overzichtstentoonstelling te zien.

Is het een tijdelijke hype of hebben we hem gewoon veel te lang over het hoofd gezien? Overal ter wereld worden plotseling Gio Ponti-tentoonstellingen georganiseerd en onlangs verscheen een nieuw boek rond zijn persoon en zijn werk als architect en vormgever. Hoewel zijn ultralichte Superleggera-stoel en zijn elegante Pirelli-toren in Milaan misschien een belletje doen rinkelen, geniet zijn naam buiten zijn geboorteland Italië nog weinig bekendheid. Toch wordt Ponti (1891-1979) op het moment gepresenteerd als een van de grondleggers van het Italiaanse design. Zo ook door het Nederlands Architectuurinstituut (Nai) in Rotterdam. Tot half januari is hier de grote overzichtstentoonstelling ‘Gio Ponti % een wereld van design’ te zien.

Kan Ponti worden bijgezet in het rijtje legendarische kunstenaars die pas na hun dood het aanzien krijgen dat ze verdienen? ,,Hij is geboren in de negentiende eeuw, hij werkte in de twintigste eeuw en hij hoort bij deze eeuw”, besloot de inmiddels 80-jarige dochter van Gio Ponti, Lisa Ponti, het betoog over haar vader tijdens de opening van de tentoonstelling in het Nai. En de organisator van de Ponti-tentoonstelling in het Londense Designmuseum, dezelfde die nu in het Nai te zien is, prees de tijdloosheid van het werk van de Italiaanse architect. Wordt Ponti overschat of is hij werkelijk de moeite waard? Uit Ponti’s gedachtegoed springen drie redenen om voor het laatste te pleiten: ‘architecture is like a chrystal’, ‘architecture is a fantasy of precisions’ en ‘architecture is made to be looked at’.

Deurklink

In 1921 studeerde Giovanni Ponti af in architectuur aan de Polytechnische school van Milaan. Van het begin af aan maakt hij onder het motto ‘dat alles ontworpen kan worden’ geen onderscheid tussen vormgeving en architectuur. Hij ontwerpt niet alleen gebouwen, maar werpt zich ook met het grootste gemak op de pleinen waar de gebouwen aan liggen en de kleinste details van het interieur: van de deurklink tot aan het mes in de keukenla en decoratieve vaasjes. ‘Architecture is a fantasy of precisions’. Nergens komt dit principesterker naar voren dan in zijn Villa Planchart (1954). Dit woonhuis voor een Venezolaanse familie in Caracas voorzag hij van een geheel door hemzelf ontworpen interieur. Zelfs ramen en muren kleedde hij aan vanuit de optiek dat ook deze ruimte benut moest worden.

Meest typerend voor de ontwerpen van Ponti is de lichtheid ervan. De fragiele tweekleurige Superleggera-stoel (1957) kan met één hand worden opgetild, de opvallend slanke Pirelli-toren in Milaan (1956) bestaat geheel uit glas. In kerkgevels brengt Ponti grote vensterachtige openingen aan, bekleed met ‘diamanttegels’, die het licht en de omringende stad weerkaatsten, als doorkijkjes naar de hemel: ‘architecture is like a christal’. Vooral vanaf de jaren vijftig werkt Ponti zowel in zijn gebouwen als in zijn meubels veel met lichteffecten. Zijn gebouwen lijken te baden in het licht door het gebruik van transparante materialen en tl-buizen die de contouren van de gebouwen benadrukken.

Vrolijkheid

Als architect en vormgever wilde Ponti vrolijkheid brengen. Hij koos dan ook voor veel kleur en harmonie in de gestreepte en gestippelde dessins van zijn objecten. Daarbij wilde hij niet alleen de gebruikers van een gebouw plezieren, maar ook de voorbijgangers. Want: ‘architecture is made to be looked at’. Ponti beschouwde de façade als een geheel op zichzelf staand object, dat niet slechts in dienst staat van haar omgeving. Zo ontwierp hij voor Eindhoven, als een opvallende eyecatcher in een verder kleurloze stad, de groene gevel van het warenhuis De Bijenkorf. Zelf was Ponti over de façade van groene keramische tegels zeer tevreden. Vooral over de wijze waarop de gevel in de avonduren van binnenuit kon worden verlicht. Zonder al te veel pretenties ontwierp hij voor een groot publiek. Iedereen moest zijn werk kunnen begrijpen en waarderen. En daar slaagt hij in, zelfs door de tijden heen, zodat ook nu mensen nog steeds, in de woorden van Nai-directeur Aaron Betsky, een Oh wow!-ervaring ondergaan bij het zien van zijn werk.

Lange tijd is hij buiten Italië over het hoofd gezien, maar nu is hij een hype. Eindelijk krijgen de tijdloze ontwerpen van Gio Ponti de aandacht die ze verdienen. In het Nederlands Architectuurinstituut is de komende maanden een grote overzichtstentoonstelling te zien.

Is het een tijdelijke hype of hebben we hem gewoon veel te lang over het hoofd gezien? Overal ter wereld worden plotseling Gio Ponti-tentoonstellingen georganiseerd en onlangs verscheen een nieuw boek rond zijn persoon en zijn werk als architect en vormgever. Hoewel zijn ultralichte Superleggera-stoel en zijn elegante Pirelli-toren in Milaan misschien een belletje doen rinkelen, geniet zijn naam buiten zijn geboorteland Italië nog weinig bekendheid. Toch wordt Ponti (1891-1979) op het moment gepresenteerd als een van de grondleggers van het Italiaanse design. Zo ook door het Nederlands Architectuurinstituut (Nai) in Rotterdam. Tot half januari is hier de grote overzichtstentoonstelling ‘Gio Ponti % een wereld van design’ te zien.

Kan Ponti worden bijgezet in het rijtje legendarische kunstenaars die pas na hun dood het aanzien krijgen dat ze verdienen? ,,Hij is geboren in de negentiende eeuw, hij werkte in de twintigste eeuw en hij hoort bij deze eeuw”, besloot de inmiddels 80-jarige dochter van Gio Ponti, Lisa Ponti, het betoog over haar vader tijdens de opening van de tentoonstelling in het Nai. En de organisator van de Ponti-tentoonstelling in het Londense Designmuseum, dezelfde die nu in het Nai te zien is, prees de tijdloosheid van het werk van de Italiaanse architect. Wordt Ponti overschat of is hij werkelijk de moeite waard? Uit Ponti’s gedachtegoed springen drie redenen om voor het laatste te pleiten: ‘architecture is like a chrystal’, ‘architecture is a fantasy of precisions’ en ‘architecture is made to be looked at’.

Deurklink

In 1921 studeerde Giovanni Ponti af in architectuur aan de Polytechnische school van Milaan. Van het begin af aan maakt hij onder het motto ‘dat alles ontworpen kan worden’ geen onderscheid tussen vormgeving en architectuur. Hij ontwerpt niet alleen gebouwen, maar werpt zich ook met het grootste gemak op de pleinen waar de gebouwen aan liggen en de kleinste details van het interieur: van de deurklink tot aan het mes in de keukenla en decoratieve vaasjes. ‘Architecture is a fantasy of precisions’. Nergens komt dit principesterker naar voren dan in zijn Villa Planchart (1954). Dit woonhuis voor een Venezolaanse familie in Caracas voorzag hij van een geheel door hemzelf ontworpen interieur. Zelfs ramen en muren kleedde hij aan vanuit de optiek dat ook deze ruimte benut moest worden.

Meest typerend voor de ontwerpen van Ponti is de lichtheid ervan. De fragiele tweekleurige Superleggera-stoel (1957) kan met één hand worden opgetild, de opvallend slanke Pirelli-toren in Milaan (1956) bestaat geheel uit glas. In kerkgevels brengt Ponti grote vensterachtige openingen aan, bekleed met ‘diamanttegels’, die het licht en de omringende stad weerkaatsten, als doorkijkjes naar de hemel: ‘architecture is like a christal’. Vooral vanaf de jaren vijftig werkt Ponti zowel in zijn gebouwen als in zijn meubels veel met lichteffecten. Zijn gebouwen lijken te baden in het licht door het gebruik van transparante materialen en tl-buizen die de contouren van de gebouwen benadrukken.

Vrolijkheid

Als architect en vormgever wilde Ponti vrolijkheid brengen. Hij koos dan ook voor veel kleur en harmonie in de gestreepte en gestippelde dessins van zijn objecten. Daarbij wilde hij niet alleen de gebruikers van een gebouw plezieren, maar ook de voorbijgangers. Want: ‘architecture is made to be looked at’. Ponti beschouwde de façade als een geheel op zichzelf staand object, dat niet slechts in dienst staat van haar omgeving. Zo ontwierp hij voor Eindhoven, als een opvallende eyecatcher in een verder kleurloze stad, de groene gevel van het warenhuis De Bijenkorf. Zelf was Ponti over de façade van groene keramische tegels zeer tevreden. Vooral over de wijze waarop de gevel in de avonduren van binnenuit kon worden verlicht. Zonder al te veel pretenties ontwierp hij voor een groot publiek. Iedereen moest zijn werk kunnen begrijpen en waarderen. En daar slaagt hij in, zelfs door de tijden heen, zodat ook nu mensen nog steeds, in de woorden van Nai-directeur Aaron Betsky, een Oh wow!-ervaring ondergaan bij het zien van zijn werk.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.