Campus

‘Aio’s klagen niet zo vaak’

Steeds vaker laten aio’s zich sponsoren door bedrijven, constateert de voorzitster van het Delfts aio-Overleg (Daioo) Nelleke Guequierre.

,,Ik onderzoek hoe het hergebruik van bouwdelen in de bouw in de toekomst beter zou kunnen”, vertelt Nelleke Guequierre (27). Sinds anderhalf jaar is ze aio bij Bouwkunde, hoewel ze afstudeerde bij Industrieel Ontwerpen. Aan haar ‘frisse blik tegenover de bouwkundige wereld’ heeft ze volgens eigen zeggen als buitenstaander de aio-plaats te danken.

Guequierre is aio bij een faculteit waar promoveren nauwelijks in trek is. Veel hoogleraren zijn weliswaar bekende architecten, maar tot een proefschrift is het nooit gekomen – een zeldzaamheid aan de andere Delftse faculteiten. Guequierre: ,,De onderzoeksmentaliteit bij Bouwkunde is heel mager. Het is de grootste faculteit van de TU, maar slechts 35 van de in totaal negenhonderd aio’s in Delft zitten bij Bouwkunde.”

Toch staat een bouwkundige sinds enige maanden aan het hoofd van het Delfts aio-overleg (Daioo). Guequierre zal de functie van voorzitster waarschijnlijk bekleden totdat zij het te druk krijgt met haar promotie. Vier bestuursleden – ,,we zoeken er meer” – staan haar bij.

Wat gebeurt er bij het Daioo? Volgens Guequierre is het Daioo te vergelijken met de VSSD, al geeft ze toe dat de behartigers van studentenbelangen een stuk actiever zijn. Het bestuur komt maandelijks bijeen en houdt besluiten en maatregelen die voor aio’s van belang zijn, nauwlettend in de gaten. Door mailings en lezingen houdt het overleg de Delftse aio op de hoogte. ,,Het bestuur is met de faculteiten verbonden door middel van contactgroepen, die concrete problemen van aio’s moeten signaleren en doorgeven. Maar de communicatie loopt niet altijd even soepel. We willen het contactgroepen-systeem in de toekomst wat levendiger maken, omdat we de achterban sneller willen kunnen raadplegen.”
Bursalen

Die achterban bestaat uit driehonderd van de ongeveer negenhonderd aio’s, al kunnen niet-leden in sommige gevallen ook op steun van het Daioo rekenen. Roeren doet de achterban zich zelden: ,,Aio’s klagen niet zo vaak. En ze zoeken weinig contact. Belangenbehartiging vinden ze wel een goede zaak, maar zelf doen ze niet veel.”

Het Daioo-bestuur springt soms ook in de bres voor een aio in nood. Tien tot vijftien keer per jaar klopt er een aio aan die ontslagen dreigt te worden. ,,Dat gebeurt vaak wanneer de promotor het niet eens is met de manier waarop je dingen aanpakt. Je kunt dan proberen een andere promotor te vinden, maar die hebben er vaak weinig zin omdat ze niet weten of het wel wat wordt.” Het Daioo is aanwezig bij gesprekken met de promotor en probeert de relatie te herstellen. Als dat nietlukt, helpt het de ongelukkige met juridische adviezen.

Hoog op de Daioo-agenda staat momenteel de invoering van de 36-urige werkweek. Guequierre: ,,Dat scheelt je als aio in totaal een paar maanden, maar de geëiste kwaliteit van het proefschrift blijft even hoog. Wij willen dat de universiteit zich ervan bewust wordt dat dat niet kan. Promovendi moeten meer tijd krijgen, of meer geld, of men moet accepteren dat de kwaliteit van het proefschrift omlaag gaat.”

Het zijn kleine problemen, dat geeft Guequierre toe: ,,Op dit moment zijn er geen heel acute kwesties.” De collega’s elders in het land hebben het een stuk zwaarder te verduren. Zo worden aan de universiteiten van Leiden, Tilburg en Amsterdam uit bezuinigingen al enige jaren geen aio’s meer aangenomen, maar bursalen of beurspromovendi. De taken zijn dezelfde, de inkomsten en rechten een stuk minder. Een beurspromovendus krijgt vier jaar lang een beurs van 2500 gulden bruto; krijgt na vier jaar een ww-uitkering in plaats van het wachtgeld waar een aio recht op heeft; en moet secundaire arbeidsvoorwaarden zoals vakantie- en ziektegeld ontberen.
Bindingspremie

Delftse aio’s hoeven voor dergelijke toestanden niet te vrezen, omdat het aantal sollicitanten voor aio-plaatsen veel lager ligt dan voor veel studies aan de algemene universiteiten. Guequierre ziet de nog immer groeiende schaarste aan kandidaten positief in: ,,Meer kans op een leuke baan, en je kunt eisen gaan stellen.”

Dat laatste blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat steeds meer Delftse aio’s zich laten sponsoren door het bedrijfsleven en een zogenaamde ‘bindingspremie’ ontvangen. Guequierre: ,,Een aio verdient in zo’n geval vaak direct vanaf het begin het salaris dat hij normaal pas in het vierde jaar krijgt. Het is een lokkertje dat is toegestaan. Maar in de ene vakgroep gebeurt het wel, in de andere niet. Zelf zeur ik af en toe ook om een bindingspremie, maar het is me nog niet gelukt.”

Maar het Daioo wil proberen om ook van de universiteit meer geld los te krijgen: ,,Het aantal mensen dat aio wil worden, blijft dalen. Wij onderzoeken nu in hoeverre er juridisch ruimte is om te onderhandelen met de vakgroep over het salaris.” Een algemene salarisverbetering verwacht Guequierre echter niet. ,,Als het mogelijk blijkt, zullen we dat de aio’s laten weten. Maar verder is het een persoonlijke zaak, die je zelf moet regelen. Je moet zelf beslissen of je naar je promotor toe wilt stappen om een hoger salaris te vragen.”

De pan uitrijzen zullen de aio-salarissen zeker niet. Guequierre: ,,Het is voor gewone aio’s onmogelijk om meer te krijgen dan het salaris dat je in het vierde jaar ontvangt, omdat je niet boven salarisschaal 10.3 uit kunt komen.”

,,Ik onderzoek hoe het hergebruik van bouwdelen in de bouw in de toekomst beter zou kunnen”, vertelt Nelleke Guequierre (27). Sinds anderhalf jaar is ze aio bij Bouwkunde, hoewel ze afstudeerde bij Industrieel Ontwerpen. Aan haar ‘frisse blik tegenover de bouwkundige wereld’ heeft ze volgens eigen zeggen als buitenstaander de aio-plaats te danken.

Guequierre is aio bij een faculteit waar promoveren nauwelijks in trek is. Veel hoogleraren zijn weliswaar bekende architecten, maar tot een proefschrift is het nooit gekomen – een zeldzaamheid aan de andere Delftse faculteiten. Guequierre: ,,De onderzoeksmentaliteit bij Bouwkunde is heel mager. Het is de grootste faculteit van de TU, maar slechts 35 van de in totaal negenhonderd aio’s in Delft zitten bij Bouwkunde.”

Toch staat een bouwkundige sinds enige maanden aan het hoofd van het Delfts aio-overleg (Daioo). Guequierre zal de functie van voorzitster waarschijnlijk bekleden totdat zij het te druk krijgt met haar promotie. Vier bestuursleden – ,,we zoeken er meer” – staan haar bij.

Wat gebeurt er bij het Daioo? Volgens Guequierre is het Daioo te vergelijken met de VSSD, al geeft ze toe dat de behartigers van studentenbelangen een stuk actiever zijn. Het bestuur komt maandelijks bijeen en houdt besluiten en maatregelen die voor aio’s van belang zijn, nauwlettend in de gaten. Door mailings en lezingen houdt het overleg de Delftse aio op de hoogte. ,,Het bestuur is met de faculteiten verbonden door middel van contactgroepen, die concrete problemen van aio’s moeten signaleren en doorgeven. Maar de communicatie loopt niet altijd even soepel. We willen het contactgroepen-systeem in de toekomst wat levendiger maken, omdat we de achterban sneller willen kunnen raadplegen.”
Bursalen

Die achterban bestaat uit driehonderd van de ongeveer negenhonderd aio’s, al kunnen niet-leden in sommige gevallen ook op steun van het Daioo rekenen. Roeren doet de achterban zich zelden: ,,Aio’s klagen niet zo vaak. En ze zoeken weinig contact. Belangenbehartiging vinden ze wel een goede zaak, maar zelf doen ze niet veel.”

Het Daioo-bestuur springt soms ook in de bres voor een aio in nood. Tien tot vijftien keer per jaar klopt er een aio aan die ontslagen dreigt te worden. ,,Dat gebeurt vaak wanneer de promotor het niet eens is met de manier waarop je dingen aanpakt. Je kunt dan proberen een andere promotor te vinden, maar die hebben er vaak weinig zin omdat ze niet weten of het wel wat wordt.” Het Daioo is aanwezig bij gesprekken met de promotor en probeert de relatie te herstellen. Als dat nietlukt, helpt het de ongelukkige met juridische adviezen.

Hoog op de Daioo-agenda staat momenteel de invoering van de 36-urige werkweek. Guequierre: ,,Dat scheelt je als aio in totaal een paar maanden, maar de geëiste kwaliteit van het proefschrift blijft even hoog. Wij willen dat de universiteit zich ervan bewust wordt dat dat niet kan. Promovendi moeten meer tijd krijgen, of meer geld, of men moet accepteren dat de kwaliteit van het proefschrift omlaag gaat.”

Het zijn kleine problemen, dat geeft Guequierre toe: ,,Op dit moment zijn er geen heel acute kwesties.” De collega’s elders in het land hebben het een stuk zwaarder te verduren. Zo worden aan de universiteiten van Leiden, Tilburg en Amsterdam uit bezuinigingen al enige jaren geen aio’s meer aangenomen, maar bursalen of beurspromovendi. De taken zijn dezelfde, de inkomsten en rechten een stuk minder. Een beurspromovendus krijgt vier jaar lang een beurs van 2500 gulden bruto; krijgt na vier jaar een ww-uitkering in plaats van het wachtgeld waar een aio recht op heeft; en moet secundaire arbeidsvoorwaarden zoals vakantie- en ziektegeld ontberen.
Bindingspremie

Delftse aio’s hoeven voor dergelijke toestanden niet te vrezen, omdat het aantal sollicitanten voor aio-plaatsen veel lager ligt dan voor veel studies aan de algemene universiteiten. Guequierre ziet de nog immer groeiende schaarste aan kandidaten positief in: ,,Meer kans op een leuke baan, en je kunt eisen gaan stellen.”

Dat laatste blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat steeds meer Delftse aio’s zich laten sponsoren door het bedrijfsleven en een zogenaamde ‘bindingspremie’ ontvangen. Guequierre: ,,Een aio verdient in zo’n geval vaak direct vanaf het begin het salaris dat hij normaal pas in het vierde jaar krijgt. Het is een lokkertje dat is toegestaan. Maar in de ene vakgroep gebeurt het wel, in de andere niet. Zelf zeur ik af en toe ook om een bindingspremie, maar het is me nog niet gelukt.”

Maar het Daioo wil proberen om ook van de universiteit meer geld los te krijgen: ,,Het aantal mensen dat aio wil worden, blijft dalen. Wij onderzoeken nu in hoeverre er juridisch ruimte is om te onderhandelen met de vakgroep over het salaris.” Een algemene salarisverbetering verwacht Guequierre echter niet. ,,Als het mogelijk blijkt, zullen we dat de aio’s laten weten. Maar verder is het een persoonlijke zaak, die je zelf moet regelen. Je moet zelf beslissen of je naar je promotor toe wilt stappen om een hoger salaris te vragen.”

De pan uitrijzen zullen de aio-salarissen zeker niet. Guequierre: ,,Het is voor gewone aio’s onmogelijk om meer te krijgen dan het salaris dat je in het vierde jaar ontvangt, omdat je niet boven salarisschaal 10.3 uit kunt komen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.