Wetenschappers en subsidieverstrekkers konden vorige week met elkaar kennismaken op de eerste TU-valorisatiedag. Organisator Greet Vink van het Valorisation Centre zag veel visitekaartjes uitgewisseld worden.
Welke onderzoekers hebben vorige week een subsidie losgepeuterd?
“Zo snel gaat dat niet. Het was een eerste informatieoverdracht van wat de mogelijkheden zijn. En dat is nodig, want veel wetenschappers zijn snel geneigd hun subsidieaanvragen in te dienen bij NWO of STW. Wetenschappers hebben het druk, dus zijn ze geneigd te blijven bij het bekende. Maar denk ook eens aan de EU of Senter Novem. En dan heb ik het nog niet over het bedrijfsleven, dat niet aanwezig was vorige week.”
Wat is het verschil tussen de subsidieverstrekkers?
“Senter Novem richt zich op toegepast onderzoek en wil ook dat wetenschappers met bedrijven samenwerken. Want er moet uiteindelijk wel een product op de markt komen. Instanties als NWO, STW en FOM besteden vooral geld aan fundamenteel onderzoek. De EU doet beide. Dat is belangrijk om te weten als je een aanvraag indient.”
Weet iedereen dat nu na vorige week?
“De dag was zeker een succes. Sommige stands waren al voor de koffiepauze door hun voorlichtingsmateriaal heen. Er zijn veel visitiekaartjes uitgewisseld. De volgende dag had ik 56 mails in mijn inbox met bedankjes en materiaalaanvragen.”
Voor herhaling vatbaar dus?
“Zeker, maar in een andere vorm. Heel veel mensen zeiden behoefte te hebben aan bijeenkomsten met een bepaald thema, en met bedrijven erbij. We gaan ons nu eerst richten op ons trainingspakket. TU-medewerkers kunnen vanaf begin februari bij ons cursussen volgen over het succesvol indienen van aanvragen. Of over het onderhandelen met subsidiegevers. Want, stel je krijgt een project, dan moet je het wel nog uitonderhandelen. Zodat je er zo veel mogelijk uitsleept.”
Het is veel werk om geld los te krijgen voor onderzoek. Waarom neemt het Valorisation Centre wetenschappers niet al dat werk uit handen?
“Ik ben niet deskundig op de terreinen van die onderzoekers. Maar er zijn op de faculteiten bijvoorbeeld wel contractmanagers. Die kan hen met de financiële kant helpen. Wij scannen de aanvraag vervolgens. Zijn de doelen helder omschreven, is het projectmanagement goed geregeld, is het werk te behappen door de mensen die op de afdeling werken? We kijken dus niet inhoudelijk. Maar als ik de ballen snap van een subsidieaanvraag moeten we er toch nog eens naar kijken. Anders is de kans aanwezig dat de aanvraag mislukt.”
Gebeurt dat vaak?
“Dat weten we niet precies. Wetenschappers lopen daar niet mee te koop. Het is moeilijk als een stukje van je oeuvre, van je denken, is afgekeurd. Leerzaam kan dat wel zijn, al moet een onderzoeker dan wel de moed vinden de instantie te bellen en te vragen waarom iets is afgewezen.”
Welk vakgebied maakt tegenwoordig de meeste kans op geld?
“Dat verschuift. Was het eerst bijvoorbeeld innovatief bouwen, nu is er veel aandacht voor life sciences. Tegenwoordig is er te weinig geld voor engineering of ontwerponderzoek, maar weer wel voor nanotechnologie. Terwijl die technologie wel ergens in moet kunnen, met een schroefje en een boutje erdoor. Daar heeft de overheid te weinig oog voor.”
Welke onderzoekers hebben vorige week een subsidie losgepeuterd?
“Zo snel gaat dat niet. Het was een eerste informatieoverdracht van wat de mogelijkheden zijn. En dat is nodig, want veel wetenschappers zijn snel geneigd hun subsidieaanvragen in te dienen bij NWO of STW. Wetenschappers hebben het druk, dus zijn ze geneigd te blijven bij het bekende. Maar denk ook eens aan de EU of Senter Novem. En dan heb ik het nog niet over het bedrijfsleven, dat niet aanwezig was vorige week.”
Wat is het verschil tussen de subsidieverstrekkers?
“Senter Novem richt zich op toegepast onderzoek en wil ook dat wetenschappers met bedrijven samenwerken. Want er moet uiteindelijk wel een product op de markt komen. Instanties als NWO, STW en FOM besteden vooral geld aan fundamenteel onderzoek. De EU doet beide. Dat is belangrijk om te weten als je een aanvraag indient.”
Weet iedereen dat nu na vorige week?
“De dag was zeker een succes. Sommige stands waren al voor de koffiepauze door hun voorlichtingsmateriaal heen. Er zijn veel visitiekaartjes uitgewisseld. De volgende dag had ik 56 mails in mijn inbox met bedankjes en materiaalaanvragen.”
Voor herhaling vatbaar dus?
“Zeker, maar in een andere vorm. Heel veel mensen zeiden behoefte te hebben aan bijeenkomsten met een bepaald thema, en met bedrijven erbij. We gaan ons nu eerst richten op ons trainingspakket. TU-medewerkers kunnen vanaf begin februari bij ons cursussen volgen over het succesvol indienen van aanvragen. Of over het onderhandelen met subsidiegevers. Want, stel je krijgt een project, dan moet je het wel nog uitonderhandelen. Zodat je er zo veel mogelijk uitsleept.”
Het is veel werk om geld los te krijgen voor onderzoek. Waarom neemt het Valorisation Centre wetenschappers niet al dat werk uit handen?
“Ik ben niet deskundig op de terreinen van die onderzoekers. Maar er zijn op de faculteiten bijvoorbeeld wel contractmanagers. Die kan hen met de financiële kant helpen. Wij scannen de aanvraag vervolgens. Zijn de doelen helder omschreven, is het projectmanagement goed geregeld, is het werk te behappen door de mensen die op de afdeling werken? We kijken dus niet inhoudelijk. Maar als ik de ballen snap van een subsidieaanvraag moeten we er toch nog eens naar kijken. Anders is de kans aanwezig dat de aanvraag mislukt.”
Gebeurt dat vaak?
“Dat weten we niet precies. Wetenschappers lopen daar niet mee te koop. Het is moeilijk als een stukje van je oeuvre, van je denken, is afgekeurd. Leerzaam kan dat wel zijn, al moet een onderzoeker dan wel de moed vinden de instantie te bellen en te vragen waarom iets is afgewezen.”
Welk vakgebied maakt tegenwoordig de meeste kans op geld?
“Dat verschuift. Was het eerst bijvoorbeeld innovatief bouwen, nu is er veel aandacht voor life sciences. Tegenwoordig is er te weinig geld voor engineering of ontwerponderzoek, maar weer wel voor nanotechnologie. Terwijl die technologie wel ergens in moet kunnen, met een schroefje en een boutje erdoor. Daar heeft de overheid te weinig oog voor.”

Comments are closed.