College van bestuur en universiteitsraad zijn zich al volop aan het voorbereiden op de nieuwe bestuursstructuur, die vanaf 1 september in werking treedt.
Toch blijkt afscheid nemen erg moeilijk. De personeelspartijen willen eigenlijk allemaal terugkeren in de nieuwe ondernemingsraad. En toen het er even naar uitzag dat zij de TU-werkvloer in september en oktober niet zouden kunnen vertegenwoordigen, liepen de gemoederen hoog op.
Partir, c’est mourir un peu. Wanneer men iets lief heeft is het moeilijk dat achter te laten. Al een paar maanden lang bezinnen de drie traditionele personeelspartijen in de u-raad zich op hun rol in de nieuwe bestuursorganisatie.
Ze konden drie dingen doen: zichzelf opheffen (het tijdperk van democratisch medebestuur is immers voorbij), zichzelf omvormen en ,,iets nieuws beginnen” (zoals in de recente parlementaire geschiedenis een fris en krachtig Groen Links is ontstaan uit de achterhaalde en vermoeide communisten, pacifisten en radicalen). Òf ze konden gewoon doen alsof er niks veranderd was, of hoefde te veranderen.
Voor dat laatste hebben Demokratisch Beleid, TU-2000 en TH Akkoord gekozen, zodat we in het najaar het tafereel zullen beleven dat minstens zeven groeperingen om 21 OR-zetels zullen strijden. Immers ook vier vakbonden (AbvaKabo, CFO, CMHF en ACHOP) zullen meedoen; bovendien is er nog de mogelijkheid van echt nieuwe lijsten. Weinig aandacht is er kennelijk geweest voor de vraag of de TU bij een sterk versnipperde OR baat zou hebben, en of de kiezers uit zoveel keus nog wel wegwijs zou (willen) worden.
Maar goed, afscheid nemen is moeilijk, evenals het vrijwillig laten afsterven van ,,oude vormen en gedachten”. Illustratief hiervoor is ook de opstelling van de universiteitsraad in de vergadering van vorige week, toen men met het college van bestuur debatteerde over de eerste twee maanden van de nieuwe universitaire bestuursstructuur. In september en oktober zou de TU al wèl een studentenraad kennen, maar nog géén ondernemingsraad. Dus was het nieuwe stelsel nog niet compleet, en dus zag de oude u-raad grote beren op de weg.
Geen baat
Of het cvb nu aangaf dat er nog medezeggenschapscommissies waren, en onderhandelingen met het Overlegorgaan Personeelszaken, of het nu toezegde alle daarvoor in aanmerking komende besluiten later toch aan de nieuwe ondernemingsraad te zullen voorleggen, en of het nu aangaf ondertussen nog best met het Presidium van de u-raad voeling te willen houden – het mocht niet baten. De u-raad, vrijwel op het punt om bijgezet te worden in de historie van de Nederlandse onderwijsgeschiedenis, kon zich niet voorstellen dat de TU twee (2) maanden lang bestuurd zou worden zonder zijn vorm van controle.
De scherpslijpers in de raad hadden de overhand. Zij hadden alvast een advocaat geraadpleegd, en op diens gezag begon men met zware woorden te schermen. Een motie (negentien ledenvoor, zes tegen) sprak uit dat er een ,,bestuurlijk onaanvaardbare situatie” zou ontstaan. En in bedekte termen dreigde de raad met juridische stappen, omdat het cvb zich met zijn invoeringsschema niet aan de wet zou houden. Het begrip ‘kort geding’ spookte al een beetje rond.
Emoties
Beide partijen hadden natuurlijk voor hun zaak goede argumenten. Maar al die redelijke en logische statements konden niet verhullen dat het vooral om emoties ging. Voor de u-raad leek het wel op de ultieme miskenning van al het werk dat veel van zijn leden namens ‘de werkvloer’ jarenlang in commissies, plenaire vergaderingen, presidia, en andere gremia verricht hadden. En aan het cvb drong zich de conclusie op dat de u-raad nog steeds niks had gesnapt van de essentie van de MUB van minister Ritzen. Het oude ‘medebestuur’ uit de jaren van de grote democratisering zou immers verdwijnen en vervangen worden door de nieuwe zakelijkheid van werknemers-‘inspraak’.
De buiten-universitaire leden en de Aag-studentenfractie probeerden nog een brug te slaan naar het college, maar al die onderbuik-gevoelens maakten tijdens de vergadering het vinden van een compromis onmogelijk. Maar nu heeft het cvb er dan toch voor gekozen om scherpslijpen niet met scherpslijpen te beantwoorden. De universiteitsraad zal dus nog een maandje bijtekenen, juristen mogen zich stukbijten om een bestuurlijke vierkante cirkel te ontwerpen, en het college van bestuur kan alle hoop om heel éven voor Napoleon of Caesar te spelen weer opgeven.
College van bestuur en universiteitsraad zijn zich al volop aan het voorbereiden op de nieuwe bestuursstructuur, die vanaf 1 september in werking treedt. Toch blijkt afscheid nemen erg moeilijk. De personeelspartijen willen eigenlijk allemaal terugkeren in de nieuwe ondernemingsraad. En toen het er even naar uitzag dat zij de TU-werkvloer in september en oktober niet zouden kunnen vertegenwoordigen, liepen de gemoederen hoog op.
Partir, c’est mourir un peu. Wanneer men iets lief heeft is het moeilijk dat achter te laten. Al een paar maanden lang bezinnen de drie traditionele personeelspartijen in de u-raad zich op hun rol in de nieuwe bestuursorganisatie.
Ze konden drie dingen doen: zichzelf opheffen (het tijdperk van democratisch medebestuur is immers voorbij), zichzelf omvormen en ,,iets nieuws beginnen” (zoals in de recente parlementaire geschiedenis een fris en krachtig Groen Links is ontstaan uit de achterhaalde en vermoeide communisten, pacifisten en radicalen). Òf ze konden gewoon doen alsof er niks veranderd was, of hoefde te veranderen.
Voor dat laatste hebben Demokratisch Beleid, TU-2000 en TH Akkoord gekozen, zodat we in het najaar het tafereel zullen beleven dat minstens zeven groeperingen om 21 OR-zetels zullen strijden. Immers ook vier vakbonden (AbvaKabo, CFO, CMHF en ACHOP) zullen meedoen; bovendien is er nog de mogelijkheid van echt nieuwe lijsten. Weinig aandacht is er kennelijk geweest voor de vraag of de TU bij een sterk versnipperde OR baat zou hebben, en of de kiezers uit zoveel keus nog wel wegwijs zou (willen) worden.
Maar goed, afscheid nemen is moeilijk, evenals het vrijwillig laten afsterven van ,,oude vormen en gedachten”. Illustratief hiervoor is ook de opstelling van de universiteitsraad in de vergadering van vorige week, toen men met het college van bestuur debatteerde over de eerste twee maanden van de nieuwe universitaire bestuursstructuur. In september en oktober zou de TU al wèl een studentenraad kennen, maar nog géén ondernemingsraad. Dus was het nieuwe stelsel nog niet compleet, en dus zag de oude u-raad grote beren op de weg.
Geen baat
Of het cvb nu aangaf dat er nog medezeggenschapscommissies waren, en onderhandelingen met het Overlegorgaan Personeelszaken, of het nu toezegde alle daarvoor in aanmerking komende besluiten later toch aan de nieuwe ondernemingsraad te zullen voorleggen, en of het nu aangaf ondertussen nog best met het Presidium van de u-raad voeling te willen houden – het mocht niet baten. De u-raad, vrijwel op het punt om bijgezet te worden in de historie van de Nederlandse onderwijsgeschiedenis, kon zich niet voorstellen dat de TU twee (2) maanden lang bestuurd zou worden zonder zijn vorm van controle.
De scherpslijpers in de raad hadden de overhand. Zij hadden alvast een advocaat geraadpleegd, en op diens gezag begon men met zware woorden te schermen. Een motie (negentien ledenvoor, zes tegen) sprak uit dat er een ,,bestuurlijk onaanvaardbare situatie” zou ontstaan. En in bedekte termen dreigde de raad met juridische stappen, omdat het cvb zich met zijn invoeringsschema niet aan de wet zou houden. Het begrip ‘kort geding’ spookte al een beetje rond.
Emoties
Beide partijen hadden natuurlijk voor hun zaak goede argumenten. Maar al die redelijke en logische statements konden niet verhullen dat het vooral om emoties ging. Voor de u-raad leek het wel op de ultieme miskenning van al het werk dat veel van zijn leden namens ‘de werkvloer’ jarenlang in commissies, plenaire vergaderingen, presidia, en andere gremia verricht hadden. En aan het cvb drong zich de conclusie op dat de u-raad nog steeds niks had gesnapt van de essentie van de MUB van minister Ritzen. Het oude ‘medebestuur’ uit de jaren van de grote democratisering zou immers verdwijnen en vervangen worden door de nieuwe zakelijkheid van werknemers-‘inspraak’.
De buiten-universitaire leden en de Aag-studentenfractie probeerden nog een brug te slaan naar het college, maar al die onderbuik-gevoelens maakten tijdens de vergadering het vinden van een compromis onmogelijk. Maar nu heeft het cvb er dan toch voor gekozen om scherpslijpen niet met scherpslijpen te beantwoorden. De universiteitsraad zal dus nog een maandje bijtekenen, juristen mogen zich stukbijten om een bestuurlijke vierkante cirkel te ontwerpen, en het college van bestuur kan alle hoop om heel éven voor Napoleon of Caesar te spelen weer opgeven.
Comments are closed.